STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2

Vergelijkbare documenten
Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R1 AO TA 009

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 1 AO TA 007

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 2 AO TA 008

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Latijns Schrift R 1 AO TA 016

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R2 AO TA 010

Europese talen groep 2 * R 2. Algemene opleiding Studiegebieden Europese neventalen R1 en R2, Oosterse talen en Slavische talen

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Grieks Pools Russisch Turks R 1 AO TA 005

LEERGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding Latijns Schrift AO NT 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R3 AO TA 011

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R3 AO TA 021

LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 LEERGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Frans Opstap talen AO BE 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R2 AO TA 005

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R1 AO TA 019

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R4 AO TA 012

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Basiseducatie LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED Bijzondere educatieve noden

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE

BASISEDUCATIE LEERGEBIED MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding Socio-Culturele Integratie R1 AO NT 009

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Schrift R1 AO TA 018

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding Socio-Culturele Integratie R2 AO NT 010

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding AT * Professioneel Juridisch R4 AO TA 017

LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 LEERGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Frans Opstap TKO AO BE 012

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Bedrijfsgericht R3 AO NT 006

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Andere Talen* R 3 AO TA 003

Basiseducatie LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED Bijzondere educatieve noden

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2)

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED NT2. Modulaire opleiding NT2 Professioneel Juridisch R4 AO NT 008

Basiseducatie LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 3 EN 4

ADVIES. Raad Volwassenenonderwijs. 28 juni 2005 RVOL/MDR/ADV/017

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Andere Talen* R 4 AO TA 004

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

45506 MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Kan-beschrijvingen ERK A2

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Andere Talen* Professioneel Juridisch R 3 AO TA 015

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Nieuwe opleidingsprofielen (OP) NT2. Trefdag NT2 Antwerpen 21 mei 2014

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

ECTS-fiche Breakthrough 1 A/B

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

ECTS-fiche Breakthrough A/B

Basiseducatie LEERGEBIED Nederlands (NT1)

Leertraject Engels richtgraad 2.4

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

ECTS-fiche Breakthrough A

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R4 AO TA 022

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

beoordelingscriterium Cst kan de essentie van verschillende gesprekjes over verkeers- en informatieborden begrijpen

ECTS-fiche Waystage A/B

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

VSKO. Leerplan OPLEIDING. Vlaamse Gebarentaal R 2. Richtgraad 2 Modulair. Studiegebied Bijzondere educatieve noden

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Basiseducatie LEERGEBIED Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED KANT. Modulaire opleiding Naaldkant AO KA 003

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Transcriptie:

Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl16 STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Opleiding Andere Talen* Verkort R1 AO TA 024 (Ontwerp) * Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 1 van 24

Inhoud 1 Opleiding...3 1.1 Relatie opleiding referentiekader...3 1.2 Inhoud...3 1.3 Certificering...4 1.4 Niveau...4 1.5 Duur...4 1.6 Relatie AV-PV-TV...4 1.7 Plaats van de opleiding in het studiegebied (Raamwerk)...4 1.8 Modules...5 1.9 Leertraject...5 2 Basiscompetenties van de opleiding...6 2.1 Contexten...6 2.2 Spreken/gesprekken voeren...6 2.3 Schrijven...8 2.4 Lezen...9 2.5 Luisteren...11 3 Modules...13 3.1 Module AT R1.1...13 3.1.1 Situering van de module in de opleiding...13 3.1.2 Instapvereisten voor de module...13 3.1.3 Studieduur...13 3.1.4 Verhouding AV-PV-TV...13 3.1.5 Basiscompetenties...13 3.2 Module AT R1.2...18 3.2.1 Situering van de module in de opleiding...18 3.2.2 Instapvereisten voor de module...18 3.2.3 Studieduur...18 3.2.4 Verhouding AV-PV-TV...18 3.2.5 Basiscompetenties...18 4 Bijlage Samenhang tussen de opleidingen van het studiegebied Talen...23 Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 2 van 24

1 Opleiding 1.1 Relatie opleiding referentiekader De opleiding AT Verkort R 1 (Andere Talen= Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds) hoort thuis in het studiegebied TALEN (TA). Taalopleidingen situeren zich op een bepaald niveau, in het decreet richtgraad genoemd. Een richtgraad is een specifieke graad binnen het secundair onderwijs voor sociale promotie voor studiegebieden die niet in graden, overeenstemmend met die van het secundair onderwijs, ingedeeld kunnen worden. (art. 3,42 ) 1 De opleiding maakt gebruik van de basiscompetenties zoals beschreven in de Opleidingsprofielen Moderne Talen, Entiteit Curriculum (voormalige Dienst voor Onderwijsontwikkeling), juli 2001 (= MVT). De richtgraden in de MVT zijn gelinkt aan de niveaus van het Europees Referentiekader voor Talen van de Raad van Europa (=ERK). 2 Instapvereisten voor de opleiding De cursist dient gealfabetiseerd te zijn in het Latijnse schrift. 1.2 Inhoud Met de opleiding AT Verkort R 1 wordt de cursist het basisniveau en het overlevingsniveau van de taal aangeleerd. Deze niveaus komen in de niveaubeschrijvingen van het Europees Referentiekader voor Talen overeen met respectievelijk Breakthrough (A1) en Waystage (A2). Na het niveau Breakthrough kan de cursist: vertrouwde, alledaagse en zeer eenvoudige zinnen gebruiken, gericht op de bevrediging van concrete behoeften zichzelf of iemand anders voorstellen vragen stellen en beantwoorden m.b.t. persoonlijke gegevens zoals de woonplaats, mensen die hij kent en dingen die hij bezit op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Hij kan m.a.w. in een anderstalige samenleving met zeer beperkte middelen communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn onmiddellijke omgeving. Het is het absolute minimum als niveau. Met de opleiding AT Verkort R1 wordt een opleiding AT aangeboden aan cursisten die het niveau van de gemiddelde scholingsgraad van een CVO-publiek overstijgen en die het traject van R1 (m.n. 240 lestijden) hierdoor vlugger kunnen doorlopen. Na het niveau Waystage kan de cursist: 1. zinnen en courante uitdrukkingen m.b.t. onmiddellijk relevante domeinen (o.m. persoonlijke en familiale gegevens, winkelen, onmiddellijke omgeving en tewerkstelling) begrijpen 2. communiceren in eenvoudige routinetaken die gericht zijn op een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde en routineuze onderwerpen 3. in eenvoudige bewoordingen informatie geven over zijn achtergrond, zijn directe omgeving en onderwerpen die van direct persoonlijk belang zijn. 1 Decreet tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs (2 maart 1999). 2 http://www.coe.int/t/dg4/linguistic/source/framework_en.pdf en gedeeltelijke Nederlandse vertaling: http://taalunieversum.org/onderwijs/publicaties/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/gemeenschappelijk_europees_ref erentiekader.pdf Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 3 van 24

Hij kan m.a.w. communiceren in eenvoudige routinetaken over vertrouwde onderwerpen die van persoonlijk belang zijn of betrekking hebben op zijn directe omgeving. Het is het overlevingsniveau. 1.3 Certificering Wie de opleiding met succes voltooit, behaalt het certificaat AT BREAKTHROUGH/WAYSTAGE R1 1.4 Niveau De opleiding bevindt zich op het niveau Richtgraad 1 1.5 Duur De minimale duur van de opleiding AT Verkort R1 bedraagt 140 lestijden. 1.6 Relatie AV-PV-TV Alle lestijden worden als AV gekwalificeerd. 1.7 Plaats van de opleiding in het studiegebied (Raamwerk) Nr. Opleidingen Code Lestijden Niveau Referentiekader 1 AT (4x60) AO TA 001 240 R1 2 AT (8x60 of 6x80) AO TA 002 480 R2 3 AT (4x60) AO TA 003 240 R3 4 AT (4x60) AO TA 004 240 R4 5 GPRT (6x60) AO TA 005 360 R1 6 GPRT (8x60 of 6x80) AO TA 006 480 R2 7 ACJ (8x60) AO TA 007 480 R1 8 ACJ (8x60 of 6x80) AO TA 008 480 R2 9 H R1 (2x120) AO TA 009 240 R1 10 H R2 (4x120) AO TA 010 480 R2 11 H R3 (4x120) AO TA 011 480 R3 12 H R4 (4x120) AO TA 012 480 R4 13 H Educatief R1 (2x120) AO TA 019 240 R1 14 H Educatief R2 (4x120) AO TA 020 480 R2 15 H Educatief R3 (4x120) AO TA 021 480 R3 16 H Educatief R4 (4x120) AO TA 022 480 R4 Reglementering Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 4 van 24

17 18 19 20 AT Professioneel Bedrijfsgericht (3x60) AT Professioneel Bedrijfsgericht (3x60) AT Professioneel Juridisch (3x40) AT Professioneel Juridisch (2x60) AO TA 013 180 R2 AO TA 014 180 R3 AO TA 015 120 R3 AO TA 017 120 R4 21 Latijns Schrift AO TA 016 40 R1 22 Hebreeuws Schrift AO TA 018 40 R1 23 AT Professioneel Gids/Reisleider AO TA 023 120 R3 24 AT Verkort R1 AO TA 024 140 R1 25 AT Verkort R2 AO TA 025 280 R2 26 GPRT Verkort R2 AO TA 026 280 R2 AT = Andere Talen: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Zweeds GPRT = Grieks, Pools, Russisch, Turks ACJ = Arabisch, Chinees, Japans H = Hebreeuws De opleiding AT R1 Verkort staat niet los van andere opleidingen in het studiegebied Talen. De samenhang tussen verschillende opleidingen uit het studiegebied Talen wordt duidelijk gemaakt in een document Samenhang opleidingen in het studiegebied Talen. (Zie bijlage). De weergave van de samenhang draagt bij tot de ontwikkeling van uitwisselbare modules. 1.8 Modules Naam Code {in te Lestijden Vak vullen door de entiteit Curriculum} AT R1.1 80 Lt AV Frans, Engels enz AT R1.2 60 Lt AV Frans, Engels, enz. 1.9 Leertraject Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 5 van 24

2 Basiscompetenties van de opleiding 2.1 Contexten 3 Nr. Context Nr. Context 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Vervoer: openbaar en privé 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat 2.2 Spreken/gesprekken voeren Code TA BC 1001 TA BC 1002 TA BC 1003 TA BC 1004 TA BC 1005 TA BC 1006 TA BC 1007 TA BC 1008 TA BC 1009 TA BC 1010 TA BC 1011 Basiscompetenties van het niveau Breakthrough In een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau Een instructie geven aan een bekende taalgebruiker Een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren Zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner Een afspraak maken en afzeggen Een probleem of klacht formuleren In een gesprekssituatie en op structurerend niveau Informatie vragen en geven Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren uitspraak en intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen informatie verzamelen een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende communicatiestrategieën aanwenden gebruik maken van niet-verbaal gedrag compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg) Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik Bij de uitvoering van de spreektaak blijk geven van spreekdurf communicatiebereidheid bereidheid om de standaardtaal te benaderen Tekstkenmerken voor spreken/gesprekken voeren 3 Uit: Opleidingsprofielen Moderne Talen, Entiteit Curriculum (voormalige Dienst voor Onderwijsontwikkeling), juli 2001 (= MVT). Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 6 van 24

TA BC 1012 TA BC 1013 TA BC 1014 TA BC 1015 TA BC 1016 TA BC 1017 TA BC 1018 TA BC 1019 TA BC 1020 TA BC 1021 De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en vertrouwde inhouden ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden in een laag spreektempo uitgesproken ze kunnen worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner ze kunnen uitspraakfouten bevatten ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten Basiscompetenties van het niveau Waystage In een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau Een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren Zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner Een probleem en een klacht formuleren In een gesprekssituatie en op structurerend niveau Informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling, een mening, een vraaggesprek, een telefoongesprek en een afspraak Bij de uitvoering van de spreektaak de nodige ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren uitspraak en intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen informatie verzamelen een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden gebruik maken van niet-verbaal gedrag compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg) Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak reflecteren op taal en taalgebruik Bij de uitvoering van de spreektaak blijk geven van spreekdurf communicatiebereidheid bereidheid om de standaardtaal te benaderen Tekstkenmerken voor spreken/gesprekken voeren De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden aan een laag spreektempo uitgesproken ze kunnen worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner ze kunnen uitspraakfouten en een zekere mate van foutief taalgebruik Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 7 van 24

bevatten die het begrijpen van de boodschap niet bemoeilijken 2.3 Schrijven Code TA BC 1022 TA BC 1023 TA BC 1024 TA BC 1025 TA BC 1026 TA BC 1027 TA BC 1028 TA BC 1029 TA BC 1030 TA BC 1031 TA BC 1032 TA BC 1033 Basiscompetenties van het niveau Breakthrough Op beschrijvend niveau Een formulier en een document m.b.t. personalia invullen Een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven Op structurerend niveau Uit mondelinge en schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens noteren Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de schrijftaak uit te voeren Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak desgewenst volgende leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de uitvoering van de schrijftaak desgewenst compenserende strategieën gebruiken om zich in zeer eenvoudige taal uit de slag te trekken Bij de uitvoering van de schrijftaak blijk geven van volgende attitudes bereidheid om enige correctheid in de formulering na te streven schrijfdurf Tekstkenmerken voor schrijven De te schrijven teksten vertonen volgende kenmerken ze behandelen onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn ze zijn qua taalgebruik zeer eenvoudig en bestaan vooral uit korte zinnen en met stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze kunnen fouten bevatten ze worden in een laag redactietempo geproduceerd Basiscompetenties van het niveau Waystage Op beschrijvend niveau Informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een dankbriefje, een formulier, een memo en een ziektemelding Een beschrijving geven Een boodschap voor zichzelf noteren Op structurerend niveau Voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek De ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de schrijftaak uit te voeren spelling/interpunctie Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 8 van 24

TA BC 1034 TA BC 1035 TA BC 1036 Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak volgende leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de uitvoering van de schrijftaak compenserende strategieën gebruiken om zich in zeer eenvoudige taal uit de slag te trekken Bij de uitvoering van de schrijftaak blijk geven van volgende attitudes bereidheid om enige correctheid in de formulering na te streven schrijfdurf Tekstkenmerken voor schrijven De te schrijven teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten standaardformuleringen ze mogen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten op voorwaarde dat de boodschap duidelijk blijft 2.4 Lezen Code TA BC 1037 TA BC 1038 TA BC 1039 TA BC 1040 TA BC 1041 TA BC 1042 TA BC 1043 TA BC 1044 Basiscompetenties van het niveau Breakthrough Op beschrijvend niveau De informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten en alledaagse papieren (o.m. rijbewijs en identiteitskaart) Relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals tabellen, advertenties, brochures, garantiebewijzen en schema's die ten dienste van de bevolking geschreven zijn Alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een voorstel en een oproep Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de leestaak uit te voeren spelling/interpunctie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve ) leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken de tekstsoort herkennen het leesgedrag afstemmen op het leesdoel Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak desgewenst volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal om hulp en verduidelijking vragen De cursist is bij de uitvoering van de leestaak bereid zich te concentreren op de leestaak zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 9 van 24

TA BC 1045 TA BC 1046 TA BC 1047 TA BC 1048 TA BC 1049 TA BC 1050 TA BC 1051 Tekstkenmerken voor lezen De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn waar mogelijk authentiek of semi-authentiek de inhouden hebben meestal betrekking op de directe leefsituatie van de cursist ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze kunnen visueel ondersteund zijn ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden in een traag tempo gelezen Basiscompetenties van het niveau Waystage Op beschrijvend niveau Relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht narratieve teksten zoals een verslag Alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijzing Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een persoonlijke brief persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een voorstel en een oproep Bij de uitvoering van de leestaken de nodige ondersteunende kennis gebruiken spelling/interpunctie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken de tekstsoort herkennen het leesgedrag afstemmen op het leesdoel Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal vragen om te herhalen en te verduidelijken in beperkte mate de betekenis van de woorden afleiden uit de context (inferentievermogen) De cursist is bij de uitvoering van de leestaak bereid zich te concentreren op de leestaak zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor lezen De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn authentiek of semi-authentiek ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze kunnen visueel ondersteund zijn ze bevatten standaardformuleringen Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 10 van 24

2.5 Luisteren ze worden in de oorspronkelijke lay-out weergegeven Code TA BC 1052 TA BC 1053 TA BC 1054 TA BC 1055 TA BC 1056 TA BC 1057 TA BC 1058 TA BC 1059 TA BC 1060 TA BC 1061 TA BC 1062 Basiscompetenties van het niveau Breakthrough Op beschrijvend niveau Het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek en een advies Het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker Het globale onderwerp bepalen in een klacht Alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen Op structurerend niveau De informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen in een uitnodiging en een afspraak Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren uitspraak/intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen het luisterdoel bepalen relevante voorkennis oproepen en gebruiken zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen) Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt zich in te leven in de socio-culturele wereld van de gesprekspartner zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor luisteren De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn waar mogelijk authentiek of semi-authentiek ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken Basiscompetenties van het niveau Waystage Op beschrijvend niveau Het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma narratieve teksten zoals fragmenten van een tv-feuilleton Relevante gegevens selecteren uit Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 11 van 24

TA BC 1063 TA BC 1064 TA BC 1065 TA BC 1066 TA BC 1067 informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht en verkeersinformatie persuasieve teksten zoals een reclameboodschap Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht en een waarschuwing prescriptieve teksten zoals een instructie De nodige ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren uitspraak/intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende (cognitieve en metacognitieve)leerstrategieën toepassen het luisterdoel bepalen relevante voorkennis oproepen en gebruiken zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen) Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken in beperkte mate de betekenis van woorden afleiden uit de context (inferentievermogen) De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt zich in te leven in de socio-culturele wereld van de gesprekspartner zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor luisteren De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn authentiek of semi-authentiek ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd ze worden aan een aangepast spreektempo uitgesproken ze hebben voldoende redundantie ze kunnen visueel ondersteund zijn Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 12 van 24

3 Modules 3.1 Module AT R1.1 3.1.1 Situering van de module in de opleiding In de module AT R1.1 kan de taalgebruiker in een anderstalige samenleving met zeer beperkte middelen communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn onmiddellijke omgeving. Het is het absolute minimum als niveau. Europees Referentiekader Richtgraden Breakthrough A1 Richtgraad 1.1 Waystage A2 Richtgraad 1.2 Threshold B1 Richtgraad 2 Vantage B2 Richtgraad 3 Effectiveness C1 Richtgraad 4 Mastery C2 - De contexten die hiervoor worden gebruikt, komen overeen met de contexten uit de Opleidingprofielen Moderne Talen van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (juli 2001 en herwerkte versie maart 2003). De contexten zijn: Nr. Context Nr. Context 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Vervoer: openbaar en privé 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat 3.1.2 Instapvereisten voor de module De cursist dient gealfabetiseerd te zijn in het Latijnse schrift. 3.1.3 Studieduur 80 Lt 3.1.4 Verhouding AV-PV-TV 80 Lt AV 3.1.5 Basiscompetenties Module AT R1.1 Spreken/gesprekken voeren In een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau Een instructie geven aan een bekende taalgebruiker Een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop Code {code achteraf toe te voegen door de Entiteit Curriculum} Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 13 van 24

reageren Zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner Een afspraak maken en afzeggen Een probleem of klacht formuleren In een gesprekssituatie en op structurerend niveau Informatie vragen en geven Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren uitspraak en intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen informatie verzamelen een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende communicatiestrategieën aanwenden gebruik maken van niet-verbaal gedrag compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg) Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik Bij de uitvoering van de spreektaak blijk geven van spreekdurf communicatiebereidheid bereidheid om de standaardtaal te benaderen Tekstkenmerken voor spreken/gesprekken voeren De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en vertrouwde inhouden ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden in een laag spreektempo uitgesproken ze kunnen worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspart ner ze kunnen uitspraakfouten bevatten ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten Schrijven Op beschrijvend niveau Een formulier en een document m.b.t. personalia invullen Een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven Op structurerend niveau Uit mondelinge en schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens noteren Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de schrijftaak uit te voeren Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 14 van 24

Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak desgewenst volgende leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de uitvoering van de schrijftaak desgewenst compenserende strategieën gebruiken om zich in zeer eenvoudige taal uit de slag te trekken Bij de uitvoering van de schrijftaak blijk geven van volgende attitudes bereidheid om enige correctheid in de formulering na te streven schrijfdurf Tekstkenmerken voor schrijven De te schrijven teksten vertonen volgende kenmerken ze behandelen onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn ze zijn qua taalgebruik zeer eenvoudig en bestaan vooral uit korte zinnen en met stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze kunnen fouten bevatten ze worden in een laag redactietempo geproduceerd Lezen Op beschrijvend niveau De informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten en alledaagse papieren (o.m. rijbewijs en identiteitskaart) Relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals tabellen, advertenties, brochures, garantiebewijzen en schema's die ten dienste van de bevolking geschreven zijn Alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een voorstel en een oproep Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de leestaak uit te voeren spelling/interpunctie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve ) leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken de tekstsoort herkennen het leesgedrag afstemmen op het leesdoel Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak desgewenst volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal om hulp en verduidelijking vragen De cursist is bij de uitvoering van de leestaak bereid zich te concentreren op de leestaak zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 15 van 24

zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor lezen De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn waar mogelijk authentiek of semi-authentiek de inhouden hebben meestal betrekking op de directe leefsituatie van de cursist ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze kunnen visueel ondersteund zijn ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden in een traag tempo gelezen Luisteren Op beschrijvend niveau Het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek en een advies Het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker Het globale onderwerp bepalen in een klacht Alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen Op structurerend niveau De informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen in een uitnodiging en een afspraak Desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren uitspraak/intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen het luisterdoel bepalen relevante voorkennis oproepen en gebruiken zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen) Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt zich in te leven in de socio-culturele wereld van de gesprekspartner zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor luisteren De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn waar mogelijk authentiek of semi-authentiek Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 16 van 24

ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 17 van 24

3.2 Module AT R1.2 3.2.1 Situering van de module in de opleiding In de module AT R1.2 kan de taalgebruiker communiceren in eenvoudige routinetaken over vertrouwde onderwerpen die van persoonlijk belang zijn of betrekking hebben op zijn directe omgeving. Het is het overlevingsniveau. Europees Referentiekader Richtgraden Breakthrough A1 Richtgraad 1.1 Waystage A2 Richtgraad 1.2 Threshold B1 Richtgraad 2 Vantage B2 Richtgraad 3 Effectiveness C1 Richtgraad 4 Mastery C2 - De contexten die hiervoor worden gebruikt, komen overeen met de contexten uit de Opleidingprofielen Moderne Talen van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (juli 2001 en herwerkte versie maart 2003). De contexten zijn: Nr. Context Nr. Context 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Vervoer: openbaar en privé 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat 3.2.2 Instapvereisten voor de module De cursist dient de basiscompetenties te hebben verworven van AT R1.1 3.2.3 Studieduur 60 Lt 3.2.4 Verhouding AV-PV-TV 60 Lt AV 3.2.5 Basiscompetenties Module AT R1.2 Spreken/gesprekken voeren In een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau Een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren Zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner Een probleem en een klacht formuleren Code {code achteraf toe te voegen door de Entiteit Curriculum} Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 18 van 24

In een gesprekssituatie en op structurerend niveau Informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling, een mening, een vraaggesprek, een telefoongesprek en een afspraak Bij de uitvoering van de spreektaak de nodige ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren uitspraak en intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen informatie verzamelen een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden gebruik maken van niet-verbaal gedrag compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg) Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak reflecteren op taal en taalgebruik Bij de uitvoering van de spreektaak blijk geven van spreekdurf communicatiebereidheid bereidheid om de standaardtaal te benaderen Tekstkenmerken voor spreken/gesprekken voeren De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen ze worden aan een laag spreektempo uitgesproken ze kunnen worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner ze kunnen uitspraakfouten en een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten die het begrijpen van de boodschap niet bemoeilijken Schrijven Op beschrijvend niveau Informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een dankbriefje, een formulier, een memo en een ziektemelding Een beschrijving geven Een boodschap voor zichzelf noteren Op structurerend niveau Voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek De ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de schrijftaak uit te voeren Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 19 van 24

spelling/interpunctie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak volgende leerstrategieën toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken een beroep doen op eerdere leerervaringen Bij de uitvoering van de schrijftaak compenserende strategieën gebruiken om zich in zeer eenvoudige taal uit de slag te trekken Bij de uitvoering van de schrijftaak blijk geven van volgende attitudes bereidheid om enige correctheid in de formulering na te streven schrijfdurf Tekstkenmerken voor schrijven De te schrijven teksten vertonen volgende kenmerken ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze bevatten standaardformuleringen ze mogen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten op voorwaarde dat de boodschap duidelijk blijft Lezen Op beschrijvend niveau Relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht narratieve teksten zoals een verslag Alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijzing Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een persoonlijke brief persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een voorstel en een oproep Bij de uitvoering van de leestaken de nodige ondersteunende kennis gebruiken spelling/interpunctie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen relevante voorkennis oproepen en gebruiken de tekstsoort herkennen het leesgedrag afstemmen op het leesdoel Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal vragen om te herhalen en te verduidelijken in beperkte mate de betekenis van de woorden afleiden uit de Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 20 van 24

context (inferentievermogen) De cursist is bij de uitvoering van de leestaak bereid zich te concentreren op de leestaak zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor lezen De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn authentiek of semi-authentiek ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze kunnen visueel ondersteund zijn ze bevatten standaardformuleringen ze worden in de oorspronkelijke lay-out weergegeven Luisteren Op beschrijvend niveau Het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tvprogramma narratieve teksten zoals fragmenten van een tv-feuilleton Relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht en verkeersinformatie persuasieve teksten zoals een reclameboodschap Op structurerend niveau De informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht en een waarschuwing prescriptieve teksten zoals een instructie De nodige ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren uitspraak/intonatie Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende (cognitieve en metacognitieve)leerstrategieën toepassen het luisterdoel bepalen relevante voorkennis oproepen en gebruiken zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen) Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken in beperkte mate de betekenis van woorden afleiden uit de context (inferentievermogen) De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 21 van 24

grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt zich in te leven in de socio-culturele wereld van de gesprekspartner zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid) Tekstkenmerken voor luisteren De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken ze zijn authentiek of semi-authentiek ze hebben meestal betrekking op vertrouwde, alledaagse onderwerpen die voor de cursist van persoonlijk belang zijn ze zijn meestal concreet, eenvoudig, voorspelbaar en vertrouwd ze zijn kort en eenvoudig gestructureerd ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd ze worden aan een aangepast spreektempo uitgesproken ze hebben voldoende redundantie ze kunnen visueel ondersteund zijn Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 22 van 24

4 Bijlage Samenhang tussen de opleidingen van het studiegebied Talen AO TA 024 And. Talen R 1 Verkort Code basiscompetentie TA BC 1001 TA BC 1002 TA BC 1003 TA BC 1004 TA BC 1005 TA BC 1006 TA BC 1007 TA BC 1008 TA BC 1009 TA BC 1010 TA BC 1011 TA BC 1012 TA BC 1013 TA BC 1014 TA BC 1015 TA BC 1016 TA BC 1017 TA BC 1018 TA BC 1019 TA BC 1020 TA BC 1021 TA BC 1022 TA BC 1023 TA BC 1024 TA BC 1025 TA BC 1026 TA BC 1027 TA BC 1028 TA BC 1029 TA BC 1030 TA BC 1031 TA BC 1032 TA BC 1033 Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 23 van 24

AO TA 024 And. Talen R 1 Verkort TA BC 1034 TA BC 1035 TA BC 1036 TA BC 1037 TA BC 1038 TA BC 1039 TA BC 1040 TA BC 1041 TA BC 1042 TA BC 1043 TA BC 1044 TA BC 1045 TA BC 1046 TA BC 1047 TA BC 1048 TA BC 1049 TA BC 1050 TA BC 1051 TA BC 1052 TA BC 1053 TA BC 1054 TA BC 1055 TA BC 1056 TA BC 1057 TA BC 1058 TA BC 1059 TA BC 1060 TA BC 1061 TA BC 1062 TA BC 1063 TA BC 1064 TA BC 1065 TA BC 1066 TA BC 1067 Bijlage bij het Vlor-advies Pagina 24 van 24