INSPRAAKVERSLAG STREEFPEILBESLUITEN GROESBEEK & OOIJPOLDER

Vergelijkbare documenten
huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Voorstel. Routing voorstel. G.J. Versluis. Watersysteem. (gew )

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

Ingebrachte zienswijzen, reacties en adviezen

Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder

Artikel 1 Voor toepassing van dit besluit geldt het Normaal Amsterdam Peil (N.A.P.), hetgeen op de peilschalen is aangegeven.

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Optimalisatie peilbeheer St.Anthonis-Boxmeer. Streekbijeenkomst maart 2019

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Maatregelen actiegebied Overasseltsche en Hatertsche Vennen

Toelichting GGOR Schieveen

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Gebied: De Drie Polders

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder

BIJLAGE 4 Ingebrachte zienswijzen, reacties en adviezen Peilgebied

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Peilgebied Winterpeil (m t.o.v. NAP) Zomerpeil (m t.o.v. NAP)

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

CVDR. Nr. CVDR271858_1. Peilbesluit Bommelerwaard

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

OPLEGNOTIITIE GRONDWATER EFFECTEN ONDERZOEK ZANDWINNING BEUNINGSE PLAS 2014

Watergebiedsplan Greenport regio Boskoop Wateroverlast en zoetwatervoorziening Informatiebijeenkomst 30 september 2013

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Projectplan Holsdiek Orvelte

Hatertse en Overasseltse Vennen

Legenda. drooglegging_winter. [m-mv] Vianen. Lexmond. Meerkerk. Leerdam. Arkel. Kaart 36 - Drooglegging winter. projectgebied peilgebieden

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Omschrijving wijziging

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toelichting op partiële herziening Nieuwe of Drooggemaakte polder peilgebied III en V

Nieuwe indeling van watergangen

Waterschap Rivierenland. Toelichting op het GGOR/streefpeilbesluit Groesbeek & Ooijpolder

Bijlage 2: Factsheets per peilgebied

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016

Nota beantwoording zienswijzen

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Code: Datum:

Leeswijzer factsheets peilgebieden Walcheren

ECLI:NL:RBZWB:2014:8005

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker

Voorstel waterhuishoudkundige afstemming Hanenplas - agrarische omgeving

Toelichting GGOR polder Berkel

Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk

CVDR. Nr. CVDR271515_1. Peilbesluit Quarles van Ufford

Peilbesluit Rietveld 2017

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011:

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

Beverdam in de Scheide

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

Betreft: Notitie voorontwerp bestemmingsplan Bemmelse Waard

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur

Bijlagenrapport bij Toelichting Streefpeilenplan Lingesysteem Waterschap Rivierenland

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Nieuwe of Drooggemaakte polder peilgebied VIII

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

2. Stuw Kortrijk blz Stuw Kerkweg-noord blz Stuw Portengen blz Stuw Schutterskade-west blz Stuw Schutterskade-oost blz 7

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF

Concept. Notitie. Afbeelding 1. Afkalving van een oever in de hoofdwatergang langs de Radioweg (foto Waternet, 2012). 1 Aanleiding

5 november december december 2013

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 18 november februari februari 2015

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Officiële bekendmakingen Waterschap Rivierenland

Toelichting partiële herziening peilbesluit Abtswoude - peilgebied ABW X

Verbetering waterbeheersing landgoed Kolland

Oplegnotitie. 1 Aanleiding

Verslag reacties op voorontwerpbestemmingsplan, Hurwenen, herziening 2011 Wielewaallaan. Gemeente Maasdriel

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Notitie schaderegeling Hatertse - en Overasseltse vennengebied

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Transcriptie:

INSPRAAKVERSLAG STREEFPEILBESLUITEN GROESBEEK & OOIJPOLDER Nr. Datum binnenkomst (zaaknr) 01 16-08-2011 (201129865) Persoonsgegevens Peilgebied Peilvoorstel streefpeil (m NAP) Dhr. J.W.L.M. Ermers Duffeltdijk 1 6578 JG Leuth OOY86 (met zandwinplas Kraaienhof) +9,15 voor OOY86 +9,35 voor zandwinplas Zienswijze 1. Het peil van zandwinput Kraaienhof (Dekker van de Kamp) en achterliggende watergangen op +9.15 m NAP vaststellen nadat de ontzanding is afgerond. 2. De ontbrekende A-watergang tussen de uitrit van Dekker van de Kamp en het perceel van dhr. Jeuken bij voorkeur aanleggen langs de Erlecomseweg of anders doortrekken over mijn perceel. 1. Na ontzanding zou er een gemaaltje worden geplaatst om de Oude Ooijse Graaf te voeden. Dit mag geen hoger peil tot gevolg hebben in de zandwinput en hierop aangesloten watergangen. 2. De A-wg is op dit moment onderbroken ter hoogte van mijn perceel langs de Erlecomseweg. Hierdoor verspreidt het vuile water van Erlecom en de steenfabriek zich op mijn perceel (moerasgebiedje). Reactie Waterschap Het waterschap is bekend met de inrichtingsplannen die plaatsvinden na de zandwinning en hecht belang aan een goede herinrichting van het gebied om de aanwezige functies zo goed mogelijk te kunnen faciliteren. Ad 1. Na ontgronding zal de zandwinput worden ingericht volgens de door het waterschap verleende vergunning. In de vergunning is opgenomen dat er een stuw wordt geplaatst die het water afvoert uit de zandwinplas bij een peil van +9.35 m NAP. Een streefpeil van +9.15 m NAP in de zandwinput kan het waterschap dus niet garanderen. De plas zal, net als in de huidige, geïsoleerde situatie, een natuurlijk peilverloop hebben onder invloed van de Waal. De hoogte van dat peil kan dusdanig variëren onder invloed van de rivierstand, dat er geen actief peilbeheer voor deze zandwinput mogelijk is. De nieuwe situatie levert overigens geen verslechtering op voor de percelen van de heer Ermers. Door de aanwezigheid van de plas is er een grote hoeveelheid berging ontstaan, waardoor snelle afvoer van de percelen van de heer Ermers naar de zandwinplas kan plaatsvinden. Overlast als gevolg van zware regenbuien neemt hierdoor af. Daarnaast zullen de grondwaterstanden ter hoogte van de percelen van de heer Ermers lager zijn bij hoge rivierstanden, doordat de peilstijging in de plas wordt beperkt tot +9.35 m NAP. Dit betekent minder natschade bij hoge waterstanden op de Waal ten opzichte van de huidige situatie. De aanleg van de stuw en het gemaaltje hebben geen invloed op de genoemde peilen en grenzen in het voorliggende peilvoorstel. Wel zullen deze inrichtingsmaatregelen worden opgenomen in de tekst onder de betreffende peilgebieden. Ad 2. Het waterschap is op de hoogte van de bestaande situatie. De A-wg is inderdaad voor een deel vergraven. Een verklaring hiervoor is mogelijk dat volgens het kadaster het betreffende perceel in eigendom is van de zandwinner. De huidige situatie is ook voor het waterschap niet optimaal. Qua beheer en onderhoud is het voor het waterschap beter als de A-wg langs de Erlecomseweg zou worden gelegd. Het waterschap zal deze mogelijkheid verder bekijken. Omdat het waterpeil bij uw verzoek niet ter discussie staat, wordt dit onderwerp overigens niet in het kader van het streefpeilbesluit opgelost. De inrichting ter hoogte van de

zandwinplas Kraaienhof zal in de tekst bij OOY88 worden genoemd. Het gemaaltje zal worden genoemd in de tekst bij peilgebied Nieuw3 (Oude Ooijsegraaf). 02 01-09-2011 (201129691) Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort T.a.v. dhr. M. van Bergen Mooieweg 33 6836 AC Arnhem Natura2000 Algemeen: Er is sprake van structurele verdroging in het N2000 gebied de Gelderse Poort als gevolg van het peilbeheer dat op de landbouw is afgestemd en door insnijding van de Waal. Vanwege de sense of urgency doelstelling voor moerasvogels is de inspreker het oneens met de voorgenomen handhaving van het huidige peilbeheer in de Groenlanden en de Ooijse Graaf (N2000 gebied Gelderse Poort). Voorts wijst men op de landelijke afspraken om voor 2015 te komen tot maatregelen om de watercondities op orde te brengen. Algemeen: Het waterschap is zich terdege bewust van de belangrijke natuurwaarden die zich in de Ooijpolder bevinden. Een verslechtering van de situatie is beslist niet wenselijk. Het waterschap probeert het peilbeheer zo goed mogelijk af te stemmen op de ter plaatse aanwezige functies en moet een afweging maken tussen de aanwezige functies (landbouw, natuur etc.). Wij houden hier terdege rekening met de aanwezige natuurbelangen. Volgens landelijke afspraken is het inderdaad noodzakelijk dat voor 2015 in de N2000 gebieden een zogeheten standstill is bewerkstelligd. Als de Gelderse Poort definitief wordt aangewezen als N2000 gebied en er meer duidelijkheid is vanuit het N2000- beheerplan over de doelen en het bijpassende waterpeil, kan in de toekomst het streefpeilbesluit middels een partiële herziening worden gewijzigd. De provincie Gelderland is aan zet om een gebiedsspecifieke studie naar de aanwezige N2000 natuur te organiseren en het waterschap zal daarin een rol spelen. Ter voorbereiding op een dergelijk onderzoek is het essentieel dat de referentiesituatie duidelijk is, en daarom is ervoor gekozen in de N2000 gebieden de huidige waterpeilen vast te leggen. 02 Nieuw4 (Groenlanden) +9.00 Het streefpeil verhogen naar +10.0 m NAP. Er is geen bedrijfsmatige landbouw meer in het peilgebied aanwezig sinds de landinrichting. Bij een hoger peil in de Groenlanden is zelfs een afname van de droogteschade bij landbouw waar te nemen. Particuliere restpercelen binnen de Groenlanden die mogelijk wel hinder ondervinden van een hoger streefpeil kunnen worden verworven of opgehoogd met vrijkomende grond van de uiterwaard Buiten Ooij. Ook de aanzet tot particulier natuurbeheer, schaderegelingen of aanleg van een onderbemaling behoren tot de oplossingen om een hoger peil in de Groenlanden te kunnen vaststellen. Het is een goede zaak dat tijdens de landinrichting een betere scheiding tussen de verschillende functies is aangebracht. Destijds is er voor de Groenlanden een hoger peil afgesproken en gerealiseerd door de aanleg van een drempel. Het streefpeil +9.00 m NAP is daarom ook opgenomen in het huidige peilvoorstel. Een peil van +10.00 m NAP is doorgerekend als maximaal scenario ter verkenning van de modelgrenzen en de haalbaarheid van natuurdoelen. Wij achten een dergelijke verhoging van het huidige streefpeil op dit moment niet haalbaar. Op de kaarten in bijlage VIII is namelijk te zien dat als gevolg van een dergelijke peilverhoging de grondwaterstanden in en om de Groenlanden fors stijgen. Dit verklaart ook de afnemende droogteschade voor de landbouw. Daartegenover neemt de natschade voor de landbouw juist fors toe door wegzijging vanuit de Groenlanden. Verder wordt de drooglegging bij wegen en gebouwen kritiek. Ook het effect op de berekende doelrealisatie natuur is niet eenduidig positief, maar laat zowel verbetering als verslechtering zien. Mogelijk zijn niet alle natuurdoelen gebaat bij een hoger peil. Zo laat het hogere peil een afname van de kwel in de Groenlanden zien, waardoor kwelminnende soorten minder goed zullen gedijen. Een gebiedsspecifiek onderzoek is nodig om de juiste doelen te

02 Nieuw3 (Oude Ooijse Graaf) 02 OOY87 (Erlecomse Polder) +9.20 Het peil verhogen naar +9.40 m NAP en water inlaten vanuit de plas Kraaienhof. Het peil is idealiter circa +9.5 a +9.8 m NAP, maar dit is moeilijk te combineren met de omliggende landbouw. Daarom verzoekt de inspreker om het herstel van het peil +9.40 m NAP, dat voor 1996 in de gehele Erlecomse Polder aanwezig was. Na afronding van de ontzanding Kraaienhof is de inlaat via een gemaal als voorwaarde opgenomen bij de eindinrichting. De berekende doelrealisatie landbouw geeft een vertekend beeld omdat een deel van de aangegeven landbouw ondertussen natuur is geworden. +8.70 Het stopzetten van de onderbemaling en een streefpeil van +9.15 m NAP instellen. De doelrealisatie landbouw gaat nauwelijks achteruit bij het natuurscenario Ooijpolder, zodat de onderbemaling niet noodzakelijk is en het peil gelijk kan worden getrokken aan de rest van de Erlecomse Polder (OOY86). Het opheffen van onderbemalingen strookt met uw beleid, zoals aangegeven op formuleren en te bepalen welke concrete maatregelen nodig zijn. Hierin moeten ook de financiële middelen beschikbaar worden gesteld, zodat maatregelen zoals u die al benoemd, ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Vanuit het streefpeilbesluit zijn slechts beperkt middelen beschikbaar. In afwachting van een uitgebreider onderzoek ten behoeve van de N2000 gebieden zullen wij nu eerst het huidige peil van +9.00 m NAP vastleggen. Het waterschap is bekend met de situatie ter hoogte van de Oude Ooijse Graaf en geplande herinrichtingsmaatregelen bij de zandwinplas Kraaienhof. Het inlaten van schoon water vanuit de plas is een goede maatregel om het streefpeil in de Oude Ooijse Graaf langer vast te kunnen houden. In de tekst bij peilgebied Nieuw3 zullen wij opnemen dat in de watervergunning is vastgelegd dat de zandwinner een inlaatgemaal plaatst nadat de ontgronding is voltooid. De aanwezigheid van de landbouw is gebaseerd op informatie uit de landgebruikskaart Nederland (LGN). Dit is in de uitgangspuntennotitie vermeld. Wij zijn ons ervan bewust dat in de gebruikte LGN niet altijd de meest recente ontwikkelingen zijn opgenomen. Een hoger peil vinden wij nu nog niet opportuun, vanwege de omliggende agrarische bedrijven. Ook voor dit peilgebied geldt, dat het waterschap in afwachting van een uitgebreider onderzoek ten behoeve van de N2000 gebieden nu eerst het huidige peil van +9.20 m NAP wil vastleggen. Het gemaaltje zal worden genoemd in de tekst bij peilgebied Nieuw3 (Oude Ooijse Graaf). Het waterschap is het niet eens met uw stellingname dat de doelrealisatie landbouw nagenoeg gelijk blijft bij het natuurscenario Ooijpolder met een peil van +10.0 m NAP voor dit peilgebied. Op bijlage VIII.A3 is duidelijk sprake van een forse verslechtering van de doelrealisatie van de landbouw. Dit is een logisch gevolg van het feit dat dit deel van het gebied beduidend lager ligt dan de rest van de Erlecomse Polder; een gevolg van de voormalige kleiwinning die hier heeft plaatsgevonden. Het polderpeil van +8.70 m NAP is nog nodig voor de aanwezige landbouw in het peilgebied. Het waterschap volgt de

blz 29/30 van de toelichting op het streefpeilbesluit. ontwikkelingen binnen het peilgebied uiteraard op de voet. Zodra het opheffen van dit peilgebied zich als een reële mogelijkheid aandient, kan het peilbesluit door middel van een partiële herziening worden gewijzigd. Momenteel is de mogelijkheid tot opheffen er nog niet. 02 OOY88 +8.50 tot +8.65 Eens in de circa 3 jaar in de nazomer het peil laten uitzakken tot een peil van circa +8.25 m NAP. Voor ontwikkeling van rietmoeras en natuurvriendelijke oevers is het gunstig dat het waterpeil zo incidenteel verder uitzakt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren in relatief natte zomers, zodat droogteschade voor landbouw niet aan de orde is. Het is onduidelijk waarom het peil niet zou kunnen worden verlaagd vanwege de hoogte van de NVO s (blz 48.) Overigens is de Erlecomse Polder een gewoon peilgebied en betreft het geen peilafwijking cq onderbemaling beheerd door derden. Op deze laatste categorie is het door u aangehaalde beleid met name van toepassing. Dit is in de toelichting niet helder aangegeven, en daarom zullen wij de tekst op blz 29/30 in de toelichting hierop aanpassen. De tekst over onderbemalingen op blz 29/30 van de toelichting wordt aangepast. Het waterschap hecht sterk aan een goede ontwikkeling van de rietlanden langs het Meertje. De natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd op een hoogte die nagenoeg gelijk is aan het huidige streefpeil van +8.50 m NAP. Hierdoor is vernatting van de rietoevers gezocht in een peilwijziging naar boven toe ten opzichte van het huidige peil (bandbreedte +8.50 tot +8.65 m NAP). Dit wordt ook bedoeld met de passage op bladzijde 48. Uiteraard kan een lager peil zich in droge perioden wel degelijk voordoen, aangezien er geen aanvoermogelijkheden zijn. Het incidenteel uitzakken van het peil met 20 tot 30 cm zal op natuurlijke wijze af en toe plaatsvinden. Daarom hebben we dit niet specifiek opgenomen als maatregel in het streefpeilbesluit. 03 02-09-2011 (201129788) 04 02-09-2011 (201129790) Vogelwerkgroep Nijmegen e.o. t.a.v. dhr. A. van Dijk Aalsburg 1254 6602 TH Wijchen BV t Zwanenbroekje t.a.v. dhr. J.D. Maertens Koningin Julianalaan 1 6571 AR Berg en Dal OOY88 +8.50 tot +8.65 De zienswijze is hetzelfde als zienswijze 02. Voor verzoeken en beantwoording wordt daarom verwezen naar punt 02. Eens in de circa 3 jaar in de nazomer het peil laten uitzakken tot een peil van circa +8.25 m NAP. Voor ontwikkeling van rietmoeras en natuurvriendelijke oevers is het gunstig dat het waterpeil zo incidenteel verder De zienswijze is vergelijkbaar met het verzoek voor peilgebied OOY88 van zienswijze 02. Voor beantwoording wordt daarom verwezen naar zienswijze 02.

uitzakt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren in relatief natte zomers, zodat droogteschade voor landbouw niet aan de orde is. Het is onduidelijk waarom het peil niet zou kunnen worden verlaagd vanwege de hoogte van de NVO s (blz 48.) 05 05-09-2011 (201129834) 06 05-09-2011 (201129849) IVN Rijk van Nijmegen t.a.v. dhr. A.C.M. van der Horst Couwenbergstraat 22 6535 RZ Nijmegen Vereniging Milieudefensie t.a.v. dhr. K. Nuijten Weverstraat 21 6579 AB Kekerdom De zienswijze is hetzelfde als zienswijze 02. Voor verzoeken en beantwoording wordt daarom verwezen naar punt 02. De zienswijze is hetzelfde als zienswijze 02. Voor verzoeken en beantwoording wordt daarom verwezen naar punt 02. 07 05-09-2011 (201129850) Staatsbosbeheer Regio Oost t.a.v. dhr. P. Winterman Postbus 6 7400 AA Deventer Natura2000 Het streefpeilbesluit voor de N2000 gebieden aan te houden en samen met de Provincie op korte termijn een gebiedsspecifieke GGOR-uitwerking ter hand te nemen. Uit het ontwerp streefpeilbesluit maakt de inspreker op dat voor de de N2000 gebieden geen GGOR wordt voorgesteld (blz 53). Tegen de achtergrond van de gestelde natuur- en wateropgaven en prioritering is er een aanzienlijke discrepantie tussen de verdrogingssituatie in de Bruuk, de Ooijse Graaf en de Groenlanden en het ontwerp streefpeilbesluit. Het waterschap is zich terdege bewust van de belangrijke natuurwaarden die zich in de door u genoemde N2000 gebieden bevinden. Een verslechtering van de situatie is beslist niet wenselijk. Voor een goede afstemming van het proces hebt u ook zitting gehad in de bij dit project betrokken externe klankbordgroep. Daarin is vroegtijdig aangegeven dat het waterschap geen gebiedsspecifiek onderzoek voor de Bruuk en de Gelderse Poort heeft voorzien. Dit is zo afgesproken met de provincie Gelderland. Als er meer duidelijkheid is vanuit de N2000-beheerplannen over de doelen en het bijpassende waterpeil, kunnen de streefpeilbesluiten van Groesbeek en Ooijpolder alsnog door middel van een partiële herziening worden gewijzigd. De provincie Gelderland is aan zet om een gebiedsspecifieke studie te organiseren en het waterschap zal daarin een rol spelen. Ter voorbereiding op een dergelijk onderzoek is het essentieel dat de referentiesituatie duidelijk in beeld is gebracht, en daarom heeft het waterschap ervoor gekozen in de N2000 gebieden de huidige waterpeilen vast te leggen. De tekst op blz 53 is feitelijk niet geheel juist. De GGOR-methodiek is wel degelijk toegepast bij het opstellen van deze streefpeilbesluiten. Hierbij is ervoor gekozen om binnen de Natura 2000 gebieden de AGOR als GGOR-voorstel op te nemen. Het niet vastleggen van een peil, maar aanhouden van de besluitvorming, zoals u voorstelt, achten wij niet gewenst. De tekst op blz 53 aanpassen. 08 05-09-2011 Werkgroep Milieubeheer GRB108 +14.80 Het waterschap is bekend met de discussie over de kwelsituatie ter

(201129988) Groesbeek t.a.v. dhr. H. Brinkhof Postbus 26 6560 AA Groesbeek GRB109 +15.40 Situatie nieuwe Leigraaf verbeteren door opnieuw belemen of een hoger streefpeil vastleggen. Tijdens de landinrichting is het belemen van deze watergang niet goed uitgevoerd en is de beleming langs de taluds grootendeels weggespoeld.. GRB105a +16.25 Het plaatsen van een bodemval op de tijdens de landinrichting beoogde locatie in de Ashorster Sloot. Tijdens de landinrichting zijn de bodemvallen niet meer geplaatst nadat er protesten van aanwonenden zijn geweest. GRB103 - Een streefpeil in te stellen voor dit gebied. De grondwaterstanden zakken nog erg ver weg in de zomer tot meer dan een meter beneden maaiveld. Voor het nieuwe natuurgebied Schildbroek is dit te laag. hoogte van de nieuwe Leigraaf. Het eventueel opnieuw belemen van de Leigraaf is echter geen peilmaatregel en daarom ook niet in het kader van het streefpeilbesluit overwogen. Een hoger peil instellen voor dit peilgebied is ook niet haalbaar, gezien de negatieve gevolgen hiervan voor aanliggende percelen en bebouwing. Het verminderen van de kwelstroom naar deze watergang nog verder verbeteren zal mogelijk wel als maatregel naar voren komen bij het N2000 beheerplan De Bruuk, dat momenteel wordt opgesteld door DLG. Tijdens de landinrichting is veel commotie ontstaan over de aanleg van de door u genoemde bodemvallen in de Ashorster Sloot. Daardoor zijn destijds andere mogelijkheden onderzocht, waarbij als alternatief naar voren is gekomen het verplaatsen en automatiseren van de stuw en het verhogen van het peil voor streefpeilgebied GRB107 naar +17.0 m NAP. De beoogde landinrichtingsmaatregelen zijn zodoende niet achterwege gebleven, maar op een alternatieve wijze uitgevoerd en afgerond. Vanwege de zandige grondslag in het gebied is actief peilbeheer hier niet mogelijk. Er is weliswaar een kleine watergang aanwezig, die zorgt voor de lokale afwatering van de wegen en het achterliggend gebied, maar deze watergang is het grootste deel van het jaar droog. Er is daarom ook geen peilscheidend kunstwerk aanwezig. Het instellen van een streefpeil is dan ook niet opportuun. Er worden overigens wel twee bodemvallen in de watergang aangelegd. Dat zijn geen peilscheidende kunstwerken, maar de hogere ontwateringsbasis die hierdoor ontstaat, heeft een positieve invloed op het natuurgebied.