GAMMAGARD S/D Bijsluiter 1/7

Vergelijkbare documenten
GAMMAGARD S/D Bijsluiter 1/6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

Megalotect, infusievloeistof 50E/ml Humaan cytomegalovirus immunoglobuline voor intraveneuze toediening

Bijsluiter. NANOGAM 50 mg/ml oplossing voor intraveneuze infusie. 1. Wat is Nanogam en waarvoor wordt het gebruikt?

Flexbumin 200 g/l Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Flexbumin 200 g/l, oplossing voor infusie Humane albumine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

SUBCUVIA Bijsluiter 1/8 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER. Prolastin schoon.doc 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. HEPATECT CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline

Hepatect CP 50 IE/ml oplossing voor intraveneuze infusie

HEPATECT CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

BIJLAGE IIIB BIJSLUITER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. KIOVIG 100 mg/ml, oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml cladribine

Trasylol bijsluiter Pagina 1 van 6 BIJSLUITER

SUBCUVIA Bijsluiter 1/9 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Venofer 20 mg ijzer per ml Oplossing voor injectie / concentraat voor intraveneuze infusieijzersucrose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Hepatect CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Omniplasma mg/ml oplossing voor infusie Humane plasmaproteïnen

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Zovirax Infuus, poeder voor oplossing voor infusie 125 mg /250 mg /500 mg. aciclovir (als aciclovirnatrium)

Cernevit Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml cladribine

MULTIGAM 5% oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Venofer 20 mg ijzer per ml Oplossing voor injectie / concentraat voor intraveneuze infusieijzersucrose

PARONAL I.E. PARONAL I.E.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Colitofalk 250 mg zetpillen Colitofalk 500 mg zetpillen Mesalazine

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Package Leaflet / 1 van 5

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Dacogen 50 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie decitabine

Gamunex 10% Oplossing voor intraveneuze infusie Werkzaam bestanddeel: humaan normaal immunoglobuline G

Patiëntenbijsluiter 1/6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. HUMAAN ALBUMINE 200 g/l BAXALTA. Oplossing voor infusie Humaan albumine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Removab 10 microgram concentraat voor oplossing voor infusie catumaxomab

GAMMANORM 165 mg/ml oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Ofloxacine Stulln 3 mg/ml oogdruppels, oplossing Ofloxacine

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

1. WAT IS SURBRONC 60 MG FILMOMHULDE TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN?

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Package Leaflet

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Cardene IV, 1 mg/ml oplossing voor infusie. nicardipinehydrochloride

Package leaflet / 1 van 5

Package leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKSTER. Monuril 2000, granulaat voor drank Monuril 3000, granulaat voor drank. fosfomycine-trometamol

Protaminehydrochloride MPH 1000 IE/ml, oplossing voor injectie Protaminehydrochloride MPH 5000 IE/ml, oplossing voor injectie. Patiëntenbijsluiter

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Package Leaflet

GAMMANORM 165 mg/ml, oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Mucoangin Cassis 20 mg zuigtabletten ambroxolhydrochloride

BIJSLUITER. Grafalon, PIL Netherlands, Version _MAH transfer_proposed Page 1 of 7

Cangene Europe Limited

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nanogam 50 mg/ml oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Mesalazine Sandoz zetpil 250, zetpillen 250 mg Mesalazine Sandoz zetpil 500, zetpillen 500 mg mesalazine

Leustatin concentraat voor infusievloeistof 1 mg/ml cladribine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Gelofusine 4% oplossing voor infusie Gewijzigde gelatine en Natriumchloride

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. RILUTEK 50 mg filmomhulde tabletten

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Pneumovax 23 flacon, oplossing voor injectie Pneumokokkenpolysacharidevaccin

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Octagam 10%, oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glypressin 0,1 mg/ml, oplossing voor injectie. Terlipressine

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

BIJSLUITER. Tradename: Prolastin Feb 2016 Page 14 of 21

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. MUCOANGIN, zuigtabletten 20mg ambroxolhydrochloride

BIJSLUITER. THALIDOMIDE 50 mg en 100 mg tablet

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker Venofer 20 mg ijzer /ml Oplossing voor injectie of concentraat voor oplossing voor infusie IJzersucrose

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Removab 10 microgram concentraat voor oplossing voor infusie catumaxomab

Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, neusspray Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, neusspray xylometazolinehydrochloride

BIJSLUITER (CCDS ) (Ref MAT) Goedgekeurde variatie (ID )

Package Leaflet

ZILVERSULFADIAZINE 10 MG/G TEVA crème. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Zilversulfadiazine 10 mg/g Teva, crème. zilversulfadiazine

ROTER NOSCAPECT 1 MG/ML stroop

Kruidvat Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop Noscapine

Package leaflet / 1 van 5

BIJSLUITER. PIL Isordil

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Mesalazine Sandoz zetpil 250, zetpillen 250 mg Mesalazine Sandoz zetpil 500, zetpillen 500 mg mesalazine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Glucose 5% g/v, oplossing voor infusie Glucosemonohydraat

Package leaflet

BIJSLUITER. BIbv pagina 1 van 7 Mucoangin Citroen zuigtabletten sva 1503

BIJSLUITER Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Mucoangin Cassis 20 mg, zuigtabletten ambroxolhydrochloride

Nanogam. Immunoglobulinen

Bijsluiter: Informatie voor de patiënt. Ferinject 50 mg ijzer/ml, oplossing voor injectie/ infusie

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Intratect 50 g/l oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

HUMAN ALBUMIN BAXALTA, 50 g/l Bijsluiter 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. FLUORESCEINE 10% Faure oplossing voor injectie natriumfluoresceïne

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

Package Leaflet / 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Zilversulfadiazine Aurobindo 10 mg/g, crème. zilversulfadiazine

van alle dat kunt doen. Laronidase weer nodig. middel niet het is alleen schadelijk zijn 2. Wanneer mag 6. Inhoud van de ziekte MPS van de ziekte te

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC)

Transcriptie:

Bijsluiter 1/7 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER 2,5 g, 5,0 g, 10,0 g, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie Werkzaam bestanddeel: humane normale immuunglobuline Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter: 1. Wat is en waarvoor wordt dit middel gebruikt 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? behoort tot de geneesmiddelengroep van immuunglobulinen. Deze geneesmiddelen bevatten menselijke antistoffen die in het menselijk bloed voorkomen. Antistoffen helpen uw lichaam bij de bestrijding van infecties. Geneesmiddelen zoals worden gebruikt voor patiënten die onvoldoende antistoffen in hun bloed hebben en vaak infecties oplopen. Ze kunnen ook worden ingezet voor patiënten die extra antistoffen nodig hebben voor de behandeling van bepaalde ontstekingsziekten (autoimmuunziekten). wordt gebruikt voor Behandeling van patiënten met onvoldoende antistoffen (vervangingstherapie). Er zijn drie patiëntengroepen: 1. Patiënten met een aangeboren tekort aan antistoffen (primaire immuundeficiëntiesyndromen of PID, ziekten die te wijten zijn aan erfelijke afwijkingen van het immuunsysteem) zoals: aangeboren agammaglobulinemie of hypogammaglobulinemie (volledig of gedeeltelijk gebrek van de immuunafweer wegens een volledig of gedeeltelijk tekort aan antistoffen); gewone variabele immuundeficiëntie (gedeeltelijk gebrek van de immuunafweer wegens een tekort aan antistoffen door onvolledige aanmaak); ernstige gecombineerde immuundeficiëntie (volledig of gedeeltelijk gebrek van de immuunafweer wegens niet-functionerende antistoffen); syndroom van Wiskott-Aldrich (erfelijke ziekte bij jonge kinderen, met name bij jongens, waarbij hardnekkige infecties van de luchtwegen en huid, eczeem en een ernstig tekort aan bloedplaatjes met bloedingen optreedt). 2. Patiënten met een tekortschietende productie van antistoffen en herhaaldelijk optredende infecties (myeloom of chronische lymfatische leukemie (kwaadaardige bloedziekten) met ernstige secundaire hypogammaglobulinemie (afweerstoornissen veroorzaakt door een onderliggende ziekte). 3. Kinderen die leiden aan aangeboren aids en regelmatig infecties oplopen.

Bijsluiter 2/7 Behandeling van patiënten met bepaalde ontstekingsziekten (immuunmodulatie). Er zijn drie patiëntengroepen: 1. Patiënten die onvoldoende bloedplaatjes hebben (idiopathische trombocytopenische purpura of ITP, een stollingsstoornis gekenmerkt door bloedingen als gevolg van een afbraak van het aantal bloedplaatjes). Deze patiënten kunnen een groot risico lopen op bloedingen. 2. Patiënten met een ziekte die gepaard gaat met meervoudige ontstekingen van de zenuwen in het hele lichaam (syndroom van Guillain-Barré, een aandoening van onbekende oorzaak waarbij spierverlammingen optreden). 3. Patiënten met een ziekte die leidt tot meervoudige ontstekingen van de wanden van bloedvaten in verschillende organen van het lichaam (ziekte van Kawasaki, een zeer zeldzame kinderziekte met afwijkingen van huid, slijmvliezen, hersenbloedvaten en kransslagaders). Behandeling of preventie van infecties na een beenmergtransplantatie (allogene beenmergtransplantatie, een beenmergtransplantatie met beenmerg afkomstig van een ander mens). Multifocale motorische neuropathie (MMN), een ziekte van onbekende oorsprong met asymmetrische zwakte van de ledematen, die vaker de armen dan de benen aantast en gekenmerkt wordt door lichte gevoelsstoornissen zoals tintelingen en spierkrampen als vaak gemelde verschijnselen. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. als u een immuunglobuline A- of IgA-tekort (tekort aan antistoffen van de specifieke IgAsubklasse) heeft. U kunt antistoffen tegen immuunglobuline A in uw bloed hebben. bevat minder dan 3 microgram IgA per ml in een 5%-oplossing. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Hoe lang u bewaakt moet worden tijdens infusie Tijdens de infusieperiode met wordt u zorgvuldig geobserveerd. Uw arts zorgt ervoor dat u met een voor u geschikte snelheid wordt geïnfundeerd met. Er kan een hoger risico op bijwerkingen bestaan: als snel toegediend wordt. als u lijdt aan een aandoening met lage gehalten aan antistoffen in uw bloed (hypo- of agammaglobulinemie, een gedeeltelijk of volledig gebrek van de immuun-afweer wegens een gedeeltelijk of volledig tekort aan antistoffen). als u dit geneesmiddel nooit eerder toegediend gekregen heeft. als de behandeling gedurende een lange periode (bijvoorbeeld enkele weken) stopgezet is. In dergelijke gevallen wordt u nauwlettend bewaakt tijdens de infusie en gedurende een uur nadat de infusie gestopt is. Als u onlangs al toegediend gekregen heeft, wordt u slechts tijdens en tot ten minste 20 minuten na infusie geobserveerd. Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt. Wanneer vertraging of stopzetting van de infusie nodig is In zeldzame gevallen is uw lichaam gevoelig voor geneesmiddelen die antistoffen bevatten. Deze kans bestaat met name als u lijdt aan een immuunglobuline A-tekort (tekort aan antistoffen van de

Bijsluiter 3/7 specifieke IgA-subklasse). In deze zeldzame gevallen kunt u allergische reacties krijgen zoals een plotselinge daling van de bloeddruk of shock. Licht uw arts of verpleegkundige onmiddellijk in als bij u een van de volgende bijwerkingen optreedt: piepende ademhaling, ademhalingsmoeilijkheden of gevoel van beklemming op de borst, wat plotseling kan optreden; hoofdpijn; koorts; opzwellen van de oogleden, het gezicht, de lippen of de bloedvaten; huidbultjes of jeukende rode vlekken; jeuk over het hele lichaam. Afhankelijk van de beslissing van uw arts kan de infusiesnelheid worden vertraagd of de infusie worden stopgezet. Speciale patiëntengroepen Uw arts is extra voorzichtig als u te zwaar bent, op leeftijd bent, suikerziekte heeft of niet mobiel bent. Uw arts observeert u zorgvuldig: als u lijdt aan hoge bloeddruk; als u lijdt aan een laag bloedvolume (hypovolemie); in geval van toenemende dikte van het bloed (hyperviscositeit) of als u problemen heeft met uw bloedvaten (vaatziekten); als u een verworven of erfelijke ziekte heeft met verhoogde stollingsneiging. In deze situaties kunnen immuunglobulinen leiden tot een vergrote kans op hartaanval, beroerte, longembolie of diepe veneuze trombose (vorming van bloedstolsel in aders). Uw arts is extra voorzichtig: als u problemen heeft of gehad heeft met uw nieren, of als u geneesmiddelen krijgt die uw nieren kunnen beschadigen (nefrotoxische geneesmiddelen), omdat er een zeer zeldzame kans bestaat op acuut nierfalen. Laat uw arts weten of u lijdt aan een nierfunctiestoornis. Informatie over de grondstoffen van is bereid uit menselijk plasma (vloeibaar gedeelte van bloed). Wanneer geneesmiddelen bereid worden uit menselijk bloed of plasma, zijn bepaalde maatregelen genomen om infecties te voorkomen die op patiënten overgedragen worden. Tot deze maatregelen behoren zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om ervoor te zorgen dat donoren met een mogelijke infectie uitgesloten worden, en tests van elke donatie en plasmapools op tekenen van virussen/infecties. Fabrikanten van deze producten hebben ook stappen in het bloed- of plasmaverwerkingsproces opgenomen waarmee virussen kunnen worden geïnactiveerd of verwijderd. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van een infectie niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma toegediend worden. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende virussen of andere soorten infectie. Deze genomen maatregelen voor de productie van worden beschouwd als doeltreffend tegen ingekapselde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (hiv), het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus, en tegen niet-ingekapselde virussen zoals het hepatitis A-virus. Deze maatregelen kunnen van beperkte waarde zijn tegen niet-ingekapselde virussen zoals het parvovirus B19. Een parvovirus B19- infectie kan ernstig zijn voor zwangere vrouwen (foetale infectie) en personen met immuundeficiëntie of een toegenomen productie van rode bloedcellen (zoals bij hemolytische anemie). Immuunglobulinen zijn niet in verband gebracht met infecties als gevolg van hepatitis A of parvovirus B19, mogelijk omdat de in het product aanwezige antistoffen tegen deze infecties een beschermende werking hebben.

Bijsluiter 4/7 GEBRUIKT U NOG ANDERE GENEESMIDDELEN? Vertel uw arts: als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt of als de mogelijkheid bestaat dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen, of als u in de afgelopen zes weken bent ingeënt. kan de werking verstoren van sommige vaccins met verzwakt levende virussen zoals mazelen, rodehond, bof en waterpokken. Nadat u toegediend gekregen heeft, moet u daarom mogelijk drie maanden wachten voordat u een verzwakt levend virusvaccin toegediend krijgt. Alvorens ingeënt te worden tegen mazelen, moet u mogelijk na toediening van immuunglobulinen een jaar wachten. Effecten op bloedtests bevat een grote verscheidenheid van verschillende antistoffen, waarvan sommige de bloedtests kunnen verstoren. Als u een bloedtest ondergaat, licht u de persoon in die bloed afneemt dat u toegediend gekregen heeft. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Er zijn geen klinische studies met uitgevoerd bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Jaren van klinische ervaring met geneesmiddelen die antistoffen bevatten, tonen echter aan dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn op het verloop van de zwangerschap of op de baby. Als u borstvoeding geeft, kunnen er antistoffen van worden teruggevonden in de moedermelk. Daarom kan uw baby beschermd zijn tegen bepaalde infecties. Klinische ervaring met immuunglobulinen wijst er op dat er geen schadelijke effecten op de vruchtbaarheid te verwachten zijn. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn aanwijzingen dat door bijwerkingen van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken kan worden verstoord. Patiënten die tijdens behandeling bijwerkingen ervaren kunnen het beste wachten totdat de bijwerkingen overgaan voordat zij een voertuig gaan besturen of machines gaan gebruiken.. bevat suiker (glucose) en zout (natriumchloride) Bevat 21,7 mg glucose per ml (434 mg/g IgG) als hulpstof. Een patiënt van 70 kg die 1 g GAMMAGARD S/D/kg lichaamsgewicht wordt toegediend, zou 30,4 g glucose (122 calorieën) toegediend krijgen. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met diabetes mellitus. Bevat ongeveer 0,85% NaCl of ongeveer 3340 mg natrium/liter in een concentratie van 5%. Een patiënt van 70 kg die 1 g/kg (1,4 l) van het product krijgt zou 4676 mg natrium krijgen. Voorzichtigheid is geboden met patiënten met een gecontroleerd natriumdieet.

Bijsluiter 5/7 3. HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL? is bestemd voor intraveneuze toediening (infusie in een ader). Het wordt door uw arts of verpleegkundige toegediend. De dosering is afhankelijk van uw toestand en lichaamsgewicht. In het begin van de infusie krijgt u toegediend met een lage snelheid. Afhankelijk van hoe gunstig u reageert, kan uw arts vervolgens de infusiesnelheid geleidelijk verhogen. Heeft u te veel van dit middel gebruikt? Als u meer toegediend gekregen heeft dan zou mogen, kan uw bloed te dik (hyperviskeus) worden. Hoe dikker uw bloed wordt, hoe moeizamer het door uw bloedvaten stroomt. Als gevolg ervan wordt er minder zuurstof getransporteerd naar de vitale organen zoals de hersenen, de longen etc. Dit kan met name gebeuren bij risicopatiënten, bijvoorbeeld oudere patiënten of patiënten met nierfunctieproblemen. 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Mogelijke bijwerkingen kunnen echter worden verminderd door de infusiesnelheid te vertragen. Af en toe zijn algemene reacties waargenomen zoals: rillingen, hoofdpijn, koorts, lage bloeddruk; duizeligheid; braken, misselijkheid (misselijk gevoel); allergische reacties; gewrichtspijn, matige pijn in de onderrug. De volgende bijwerkingen treden zelden op: gevallen van een plotselinge daling van de bloeddruk; gevallen van eczeem-achtige verschijnselen (voorbijgaande huidreacties) met roodheid, opzwellen van de huid, jeuk en droogheid. geïsoleerde gevallen van ernstige allergische reacties (anafylactische shock), zelfs bij patiënten die geen overgevoeligheidsreacties vertoonden tijdens eerdere toedieningen; gevallen van voorbijgaande hersenvliesontsteking zonder infectie (aseptische meningitis); zeldzame gevallen van voorbijgaande vernietiging van rode bloedcellen (hemolytische anemie/hemolyse). Verminderde nierfunctie (toename van het creatininegehalte in het bloed) en nierfalen zijn ook waargenomen. De volgende bijwerkingen treden zeer zelden op: vorming van bloedstolsel in aders (diepe veneuze trombose) die mogelijk kan leiden tot een hartaanval, beroerte of longembolie is gemeld. Hieronder volgt een opsomming van bijwerkingen die enkele patiënten gemeld hebben bij het testen van in klinische studies, en bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de postmarketingfase: Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten): geen. Vaak voorkomende bijwerkingen (waargenomen bij minder dan 1 op de 10 patiënten): hoofdpijn, overmatig blozen, misselijkheid, braken, vermoeidheid, koude rillingen, koorts. Soms voorkomende bijwerkingen (waargenomen bij minder dan 1 op de 100 patiënten): griep, angst, agitatie, abnormale sufheid, troebel zicht, hartkloppingen, kortademigheid, neusbloeding, diarree, pijn in de bovenbuik, maagproblemen, ontsteking in de mond, jeuk, netelroos, koud zweet, overmatig zweten, rugpijn, spierkrampen, pijn in de ledematen, pijn op de

Bijsluiter 6/7 borst, onaangenaam gevoel in de borst, zich abnormaal voelen, het koud hebben, het warm hebben, griepachtige ziekte, roodheid op de infusieplaats, lekkage op de infusieplaats, pijn op de infusieplaats, algemeen gevoel van onwel zijn, pijn, hoge bloeddruk, bloeddrukschommelingen, verlies van eetlust. Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) voor: hersenvliesontsteking die niet veroorzaakt is door een bacteriële infectie, vernietiging van rode bloedcellen, verminderd aantal rode bloedcellen, verminderd aantal bloedplaatjes, gezwollen lymfklieren, allergische reacties in elke mate van ernst waaronder allergische shock, rusteloosheid, duizeligheid, abnormale huidsensatie, vermindering van de gevoeligheid of overgevoeligheid voor bepaalde huidprikkels, onbewust trillen, toevallen, hersenbloeding, (voorbijgaande) beroerte, migraine, bewustzijnsverlies, lichtschuwheid, gezichtsstoornis, pijn aan het oog, occlusie van het centrale oogbloedvat, hartaanval, blauwachtige huidkleur, verhoogde hartslag, verlaagde hartslag, hoge bloeddruk, bleekheid, lage bloeddruk, aderontsteking, occlusie van bloedvaten, hoesten, gevoel van beklemming in de keel, verminderd zuurstofgehalte in het bloed, versnelde ademhaling, piepende ademhaling, spierkramp in de luchtwegen, occlusie van bloedvaten in de long, vloeistof in de long, verstoorde spijsvertering, buikpijn, leverontsteking (niet overdraagbaar), roodheid van de huid, huiderupties, huidontsteking, allergische zwelling van de onderste huidlagen, gewrichts- en spierpijn, nierfalen, algemene zwakte, zwelling van lichaamsweefsel, reacties op de injectie- en infusieplaats, positieve uitslag van de Coombstest (antiglobulinetest: serologische test op antistoffen tegen rode bloedcellen). Wanneer een van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw <arts> <,> <of> <apotheker> <of verpleegkundige>. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via : Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Website: www.lareb.nl Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 5. HOE BEWAART U DIT MIDDEL? Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en de verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.niet bewaren boven 25 C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon bewaren in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE Welke stoffen zitten er in dit middel? Poeder: De werkzame stof in dit middel is humane normale immuunglobuline (IgG). kan met gesteriliseerd water voor injecties worden opgelost tot een eiwitoplossing van 5 % (50 mg/ml), waarvan ten minste 90 % bestaat uit immuunglobuline G (IgG).

Bijsluiter 7/7 De andere stoffen in dit middel zijn humane albumine (0,06 g/g IgG), glycine, natriumchloride, glucosemonohydraat. Oplosmiddel: gesteriliseerd water voor injecties. Hoe ziet eruit en hoeveel zit er in een verpakking? is een gevriesdroogd, wit of zeer lichtgeel poeder. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 2,5 g, 5,0 g en 10,0 g: Elke verpakking bevat een injectieflacon met 2,5 g, 5,0 g of 10,0 g poeder; respectievelijk 50 ml, 96 ml of 192 ml gesteriliseerd water voor injecties (oplosmiddel); een steriele transferset, en een steriele toedieningsset met filter. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Baxalta Innovations GmbH, Industriestrasse 67, A-1221 Wenen, Oostenrijk Fabrikant: Baxalta Belgium Manufacturing S.A., Bd René Branquart 80, B-7860 Lessines, België Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen 2,5 g, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie : RVG 17032. 5,0 g, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie : RVG 17033. 10,0 g, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie : RVG 17034. Afleveringswijze Uitsluitend recept (U.R.). Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de onderstaande lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Baxalta Netherlands B.V., Kobaltweg 49, NL-3542 CE Utrecht, Nederland Tel.: +31 30 799 27 77 Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2015 Baxalta en GAMMAGARD zijn handelsmerken van Baxalta Incorporated. De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. De volledig finaal goedgekeurde SPC zal worden opgenomen in deze rubriek.

Bijsluiter 8/7