Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Wonen ouders/cliëntvertegenwoordigers Stichting de Okkernoot

Vergelijkbare documenten
Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Wonen ouders/cliëntvertegenwoordigers Lievegoed

Rapport CQI-meting. Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding ouders/cliëntvertegenwoordigers. Lievegoed

Rapportage Dagbesteding en Vervoer

Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Ambulant. Lievegoed

Rapportage Dagbesteding en Vervoer.

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Kessler Stichting - Viljoen. december

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Gorinchem/Zeeland (ZWN) Juli 2012

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Grijs Genoegen Haarlem/Hilversum (NH) Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Zorg Thuis Stedendriehoek (G) Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Grijs Genoeg(en) Zuid Holland-Zuid (ZWN) Juli

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils 10 voor Toekomst Almere (F) Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Grijs Genoeg(en) Almere (F) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils 10 voor Toekomst Goes (ZWN) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Almere (F) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Zorg Thuis Arnhem (G) Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Kessler Stichting. december

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Zuid-Limburg (LB) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Preventieve Woonbegeleiding Eindhoven (LB) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Ambulante Woonbegeleiding/BW Dordrecht (ZWN) Juli

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Ambulant Drenthe. Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Ambulant Friesland. Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Kessler Stichting - Jongeren. december

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Kessler Stichting - Z&W. december

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Grijs Genoeg(en) Amersfoort, Baarn en Maarssen (MN) Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Rotterdam. Juli 2012

Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Wonen. Leger des Heils

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Zwolle (O) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils - Achterhoek / Nijmegen. juni 2016

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Sociaal Pension Zuiderburgh Amsterdam (A) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Nachtopvang de Steiger Rotterdam. Juli 2012

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Wijkziekenboeg Gastenburgh Amsterdam (A) Juli

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Laagdrempelige 24-uursopvang Utrecht Herstart (MN) Juli

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen Capelle aan de IJssel. Juli

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Opvang Emmen (N) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Hier en Nu Kostersgang Groningen. Juli 2012

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Vast & Verder Den Haag / Zij aan Zij. Juli 2012

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils 24 uurs: het Kompas Gouda. Juli 2012

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils Ambulant Groningen. Juli 2012

Rapport CQI-meting Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Zij aan Zij Vrouwenopvang + Zij aan Zij Tienermoeders

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Begeleid Wonen De Vuurtoren Rotterdam. Juli

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Dag- en Nachtopvang Almere (Flevoland) Juli 2012

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils Maatschappelijk Centrum Den Haag. Juli 2012

Rapport CQI-meting. Leger des Heils - Kortdurende opvang Enschede. Opvang (niet-ambulant) juni 2014

Cliëntenthermometer cliënten vanaf 12 jaar at.groep Zorg

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils - Ambulant Jeugd. juni

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) AYA Thuiszorg Amsterdam

2 De ontvangen huishoudelijke hulp

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Tikvah. november

Rapportage cliëntervaringsmeting dagverzorging

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) AYA Thuiszorg Tilburg

Rapportage Thuiszorgmeting

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Kessler Stichting. januari

Rapport CQI-meting. Opvang (niet-ambulant) Leger des Heils - Herstart. juni 2016

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden Wittenbergzorg

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden

Rapport CQI-meting Opvang (ambulant) Leger des Heils - Zorg Thuis Arnhem

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) Leger des Heils - Flevoland

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) ROZA zorg

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) MT Thuiszorg.

Rapport CQI-meting. Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils (Adelante 2 Utrecht) juli 2012

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Rapport CQI-meting (officieus)

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) Thuiszorg IZT-Limburg

Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) De Hoop GGZ

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) Zorgcentrum De Wittenberg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) ContactZorg. Mei 2013 CQI-ZT4.1

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Kessler Stichting januari

Rapportage CQI-meting Hulp bij het Huishouden

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) ContactZorg

Rapport CQI-meting Begeleid Zelfstandig Wonen (GGZ) Ambulante Hulpverlening

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) ContactZorg

Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils - Vast en Verder Lelystad

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) Thuiszorg Evital

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

Rapportage CQI-meting VV&T (thuiszorg) Riwis Zorg & Welzijn locatie De Beekwal

Rapport CQI-meting. Opvang (ambulant) Leger des Heils - Ambulant Apeldoorn. juni 2016

Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils (RIBW Het Veerhuys Gouda)

Transcriptie:

Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Wonen ouders/cliëntvertegenwoordigers Stichting de Okkernoot Versie 0.0.1 Drs. J.J. Laninga Mei 2013

Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CQI meting. Deze rapportage bevat de uitkomsten van de cliëntervaringsmeting op basis van de Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VG) (wonen ouders/cliëntvertegenwoordigers) versie 2.0. Het uitvoeren van deze CQI meting is onderdeel van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. De afkorting CQI of staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Deze systematiek is gebaseerd op een mix van de Amerikaanse CAHPS (Consumer Assessment of Healthcare Providers and Systems)-systematiek en de door het NIVEL ontwikkelde QUOTE (Quality Of care Through the patient s Eyes) vragenlijsten. Beiden zijn wetenschappelijk gefundeerde instrumenten. De resultaten van deze CQI meting bieden inzicht in, en aangrijpingspunten voor verbeteringen in de zorgen dienstverlening. Met die reden worden de resultaten van de eigen instelling vergeleken met resultaten van andere zorginstellingen (spiegelinformatie). De meetresultaten zullen na controle en opschoning worden aangeleverd bij een derde partij, de Trusted Third Party (TTP), ten behoeve van de landelijke benchmark (indien aanwezig). De meting is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) door onafhankelijk onderzoeksbureau TRIQS Onderzoek in opdracht van Stichting de Okkernoot. TRIQS is vanaf 2002 actief in het uitvoeren van cliëntervarings- en tevredenheidsmetingen bij zorginstellingen en voert vanaf het ontstaan van de (2007) deze metingen uit. De succesvolle uitvoering van deze CQI meting is voor een belangrijk deel afhankelijk geweest van de samenwerking met Stichting de Okkernoot. Op deze plaats bedankt TRIQS Onderzoek mevrouw T. Schoone voor de plezierige samenwerking gedurende de meting. Tevens bedanken wij de cliëntenraad, de medewerkers en de cliënten van Stichting de Okkernoot voor hun medewerking aan de meting. Pagina 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Leeswijzer... 5 3. Onderzoeksopzet... 7 4. Responsanalyse... 9 5. Resultaten per vraag... 11 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 Achtergrondinformatie cliënt... 11 Woning... 16 Zelf kunnen kiezen... 19 Gezondheid... 20 Sociale relaties... 23 Activiteiten... 26 Zorgafspraken... 29 Informatievoorziening... 31 De begeleiders... 33 Samenhang in de zorg... 38 Algeheel oordeel... 40 Persoonlijke gegevens ouder/cliëntvertegenwoordiger... 41 6. Verbeterscores... 46 7. Kwaliteitsdimensies... 57 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 Kwaliteitsdimensie: Psychisch welbevinden... 59 Kwaliteitsdimensie: Belangen... 60 Kwaliteitsdimensie: Persoonlijke ontwikkeling... 61 Kwaliteitsdimensie: Zorgafspraken... 62 Kwaliteitsdimensie: Zelfbepaling... 63 Kwaliteitsdimensie: Kwaliteit van medewerkers... 64 Kwaliteitsdimensie: Samenhang in de zorg... 65 Kwaliteitsdimensie: Lichamelijk welbevinden... 66 Kwaliteitsdimensie: Sociale relaties... 67 Kwaliteitsdimensie: Participatie... 68 Kwaliteitsdimensie: Materieel welzijn... 69 8. Samenvatting... 70 Bijlage 1: overzicht verbeterscores... 71 Pagina 3

1. Inleiding Aanleiding voor de meting In het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording dienen instellingen vanuit de Verstandelijke Gehandicaptenzorg prestatie-indicatoren in te voeren. Deze prestatie-indicatoren worden deels afgeleid van de uitkomsten van de CQI meting. CQI meting De afkorting CQI of staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Meestal wordt aan patiënten en cliënten/cliëntvertegenwoordigers een schriftelijke vragenlijst voorgelegd, maar afhankelijk van het type meting kan er ook worden gewerkt met online vragenlijsten of met interviews. Op deze manier kan - op een voor de respondent geschikte manier - worden achterhaald wat patiënten en cliënten/cliëntvertegenwoordigers belangrijk vinden in de zorg én wat hun concrete ervaringen zijn. Bij deze meting is gebruik gemaakt van een schriftelijke vragenlijst. Rapportage Deze rapportage dient een tweeledig doel. Enerzijds dient het als een opstap richting kwaliteitsverbeterplannen voor de organisatie. Met behulp van verbeterscores wordt een prioritering aangebracht om zodoende te bepalen welke onderwerpen in het jaarplan opgenomen dienen te worden. Anderzijds kan de rapportage worden gebruikt voor de externe verantwoording. Immers, er wordt een nauwkeurig en onafhankelijk beeld geschetst van de cliëntervaringen van de instelling. Omdat de meting is uitgevoerd volgens het protocol van Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) kan aan deze rapportage het keurmerk CQI worden verbonden. Bijzonderheden meting Deze meting is uitgevoerd in de periode maart en april 2013 en conform planning uitgevoerd. Er zijn geen bijzondere zaken opgetreden. Pagina 4

2. Leeswijzer De resultaten van het onderzoek worden weergegeven door middel van honderd procent gestapelde staafdiagrammen. Links van de grafiek staat vermeld op hoeveel respondenten de resultaten zijn gebaseerd (n=...). De gekleurde staven bevatten de scores van de respondenten op de verschillende antwoordmogelijkheden. Rechts staat een legenda met de betekenis van de gebruikte kleuren in het diagram. Onder de grafieken staat een tabel met het aantal gegeven antwoorden per antwoordcategorie. De antwoordcategorie niet van toepassing en weet ik niet zijn niet meegenomen in de score, maar wel vermeld in de tabel. In dit rapport worden verschillende soorten grafieken gebruikt. Er zijn grafieken met de antwoordmogelijkheden ja en nee. Hierbij is nee paars en ja groen. De grafiek begint altijd met nee. Hieronder vindt u een voorbeeld van deze grafiek. n=56 Nee (21,43%) Ja (78,57%) Voor de meeste vragen zijn de antwoordmogelijkheden altijd, meestal, soms of nooit. In de grafiek zijn de categorieën soms en nooit samen gevoegd. De reden hiervoor is dat deze categorieën (en vooral de categorie nooit ) weinig gebruikt worden. Als een vraag negatief wordt geformuleerd, zodanig dat het antwoord altijd een ongewenste situatie aanduidt, dan worden de categorieën altijd en meestal samengevoegd. De negatieve categorie heeft de kleur paars, meestal heeft de kleur wit en altijd (de positieve categorie) is groen. De grafiek begint altijd met paars. Hieronder vindt u een voorbeeld van deze grafiek. n=37 Nooit/Soms (18,92%) Meestal (35,14%) Altijd (45,95%) Naast deze twee grafieken zijn er ook vragen met uiteenlopende antwoordcategorieën. Voor deze grafieken wordt een ander kleurenpalet gebruikt. In de legenda is te zien welke categorie bij welke kleur hoort. Hieronder vindt u een voorbeeld van deze grafiek. n=56 Slecht (0%) Matig (10,71%) Goed (57,14%) Zeer goed (16,07%) Pagina 5

Spiegelinformatie Bij een aantal vragen wordt een grafiek getoond waarin ook spiegelinformatie is opgenomen. In zo n geval wordt een dubbele grafiek gebruikt (zie voorbeeld hieronder). De bovenste balk geeft dan de gegevens van de zorginstelling weer, en de onderste balk toont de spiegelinformatie. In de legenda wordt de betekenis van de gebruikte kleuren toegelicht. Stichting de Okkernoot Spiegelinformatie TRIQS Nooit/soms Meestal Altijd Verbeterpunten Bovenstaande staafdiagrammen kunnen op verschillende manieren worden bekeken om er verbeterpunten voor de zorg- en dienstverlening uit te halen. Wanneer de paarse kleur in het staafdiagram overheerst, zijn de antwoorden van de respondenten overwegend negatief geweest; deze vragen kunnen onderwerp van verbetering zijn. Het kan ook voorkomen dat de meningen van de respondenten sterk uiteenlopen, dit kan ook een punt van aandacht zijn. Opbouw rapport In hoofdstuk 3 van dit rapport wordt de methode van onderzoek beschreven. Hoofdstuk 4 beschrijft vervolgens de representativiteit van de steekproef ten opzichte van de totale populatie. Tevens wordt de respons beschreven en wordt de representativiteit van de respons ten opzichte van de totale populatie getoetst. In hoofdstuk 5 wordt per vraag van de vragenlijst weergegeven wat de antwoorden van de respondenten zijn. Daarbij wordt de volgorde van de vragenlijst gehanteerd. Hoofdstuk 6 bevat een overzicht van de verbeterscores die te berekenen zijn op basis van zogenaamde belangscores. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de kwaliteitsdimensies die te berekenen zijn op basis van een aantal vragen uit de vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten dagbesteding. Tot slot wordt in hoofdstuk 8 een samenvatting van het rapport gegeven. Pagina 6

3. Onderzoeksopzet Vragenlijst Voor het cliëntwaarderingsonderzoek binnen Stichting de Okkernoot is gebruik gemaakt van de Gehandicaptenzorg, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten wonen, versie d2.0. Deze vragenlijst bestaat uit 83 vragen en is bedoeld voor schriftelijke afname. De vragenlijst begint met een aantal vragen over de cliënt waar de vragenlijst betrekking op heeft. Daarna komen de volgende onderwerpen aan de orde: de woning, zelf kunnen kiezen, gezondheid, sociale relaties, activiteiten, zorgafspraken, informatievoorzieningen, de begeleiders, en de samenhang in de zorg. Verder wordt er een algeheel oordeel in de vorm van een rapportcijfer aan de cliëntvertegenwoordiger gevraagd. De vragenlijst eindigt met achtergrondvragen over de ouders/cliëntvertegenwoordiger, en een open vraag naar verbetermogelijkheden en overige opmerkingen. Voorbereiding cliëntenraadpleging Voor de start van het onderzoek heeft er overleg plaats gevonden met Stichting de Okkernoot over de organisatie en uitvoering van de CQI meting. De gemaakte afspraken alsmede de daadwerkelijke planning zijn opgenomen in het onderzoeksplan. In- en exclusiecriteria Er zijn twee inclusiecriteria die bepalen of de cliëntvertegenwoordiger van een cliënt in aanmerking komt voor deelname aan de meting. Deze zijn: De cliënt is 18 jaar of ouder; De cliënt ontvangt 24 uurszorg/wonen. Tevens schrijven de richtlijnen voor dat bepaalde cliënten (en dus hun cliëntvertegenwoordigers) uitgesloten dienen te worden van deelname aan de meting. Het betreft cliënten die voldoen aan de zogenaamde exclusiecriteria. Deze zijn: De cliëntvertegenwoordiger heeft bezwaar gemaakt tegen deelname aan de meting. Pagina 7

Dataverzameling De vragenlijsten zijn per post verstuurd naar de cliëntvertegenwoordigers. Bij de vragenlijst zat een begeleidende brief waarin uitgelegd werd wat het doel van de meting was, hoe men deel kon nemen aan de meting, waar de vragenlijst over ging, hoe men zich kon afmelden voor de meting en waar met terecht kon met vragen. Tevens werd een antwoordenvelop meegestuurd waarmee cliëntvertegenwoordigers de vragenlijst kosteloos konden retourneren. In de weken na het verzenden van de vragenlijst volgde nog een herinnering. Onderstaand schema toont het gehanteerde verzendschema. Tijdschema onderzoek: Week 10: Week 13: Start uitzetten vragenlijsten; Herinnering aan non-respondenten. Dataverwerking De teruggestuurde vragenlijsten zijn, na controle op beschadigingen, gescand en ingevoerd in een database. Er heeft een 100% controle plaatsgevonden van de gescande vragenlijsten. Bij het inscannen is gebruik gemaakt van de unieke code op de vragenlijst. Daarmee is voorkomen dat antwoorden gekoppeld konden worden aan de naam van een respondent en kan de anonimiteit van de respondenten worden gewaarborgd. Databewerking Op de data uit deze database is vervolgens (met behulp van SPSS) een aantal statistische bewerkingen uitgevoerd, alvorens deze in de rapportage te kunnen presenteren. Pagina 8

4. Responsanalyse Representativiteit steekproef Conform de richtlijnen CQ-Index dient er een steekproef getrokken te worden uit de totale populatie. Aangezien de totale populatie kleiner is dan de voorgeschreven 150 cliënten zijn alle cliënten aangeschreven en is er geen steekproef getrokken. De verhouding man/vrouw en de gemiddelde leeftijd zijn als volgt: Populatie Man 28 (57,1%) Vrouw 21 (42,9%) Gemiddelde leeftijd 46,5 jaar Representativiteit respons Voor de respons is berekend of dit een goede afspiegeling is van de totale populatie voor wat betreft de man/vrouw verhouding. Om de representativiteit te toetsen is gebruik gemaakt van de Chi-kwadraat toets. Dit is een statistische toets die berekent of de respons qua man/vrouw verhouding significant afwijkt van de totale populatie. Indien de zogenaamde p-waarde kleiner is dan 0,05, wijkt de respons significant af van de totale populatie en is de conclusie dat de respons niet representatief is. Is de p-waarde groter dan 0,05, dan kan geconcludeerd worden dat de respons wel representatief is voor wat betreft de man/vrouw verhouding. Voor de variabele leeftijd kan niet berekend worden of de respons representatief is ten opzichte van de totale populatie omdat leeftijd is uitgevraagd in categorieën. Populatie Respons Man 28 (57,1%) Man 20 (60,6%) Vrouw 21 (42,9%) Vrouw 12 (36,4%) Onbekend - Onbekend 1 (3,0%) Het resultaat van de chi-kwadraat toets is een p-waarde van 0,54. Daarom kan geconcludeerd worden dat de man/vrouw verhouding een representatieve afspiegeling is van de totale populatie. Pagina 9

Responsanalyse Hieronder volgt een analyse van de respons. Daarbij zijn een aantal, door het CKZ voorgeschreven, stappen gevolgd. Allereerst is bepaald hoeveel van de benaderde cliëntvertegenwoordigers onterecht benaderd zijn omdat zij niet tot de doelgroep behoren, zijn overleden of omdat de vragenlijst onbestelbaar retour kwam. Vervolgens is bepaald hoe groot de non-respons is. Onder non-respons wordt verstaan: cliëntvertegenwoordigers die een lege vragenlijst hebben teruggestuurd en cliëntvertegenwoordigers die hebben aangegeven dat ze niet mee wilden doen. Tot slot is gekeken of de vragenlijsten in de database voldoende en op een juiste manier zijn ingevuld. Vragenlijsten die dit niet waren zijn verwijderd uit de database. Onderstaande tabel geeft de beschreven stappen overzichtelijk weer. (1) aantal cliënten benaderd 49 (2) vragenlijsten retour waarvan: de cliënt is overleden 0 onbestelbaar retour 0 cliënt behoort niet tot onderzoekspopulatie 0 0 -/- (3) Totaal aantal cliënten terecht benaderd (3=1-2) 49 (4) non-respons aantal lege cases (minder dan 5 vragen ingevuld) 7 aantal cliënten dat niet gereageerd heeft 9 16 -/- (5) bruto respons (5=3-4) 33 (6) aantal vragenlijsten verwijderd omdat ze onvoldoende of niet juist zijn ingevuld: cliëntvertegenwoordiger heeft vragen niet zelf beantwoord of het is onduidelijk welke hulp hij/zij gehad heeft bij 0 het invullen van de vragenlijst cliëntvertegenwoordiger heeft minder dan 50% van de sleutelvragen* beantwoord 0 cliëntvertegenwoordiger heeft minder dan 5 vragen ingevuld (lege vragenlijst) 0 0 -/- (7) netto respons (7=5-6) 33 (8) bruto responspercentage (8=5/3) 67,3% (9) netto responspercentage (9=7/3) 67,3% In deze rapportage zijn de gegevens gebaseerd op de netto respons. Pagina 10

5. Resultaten per vraag 5.1 Achtergrondinformatie cliënt De onderstaande vragen gaan over de kenmerken van de cliënt waarop de vragenlijst betrekking heeft. 1. Wat is uw relatie tot de cliënt? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De vader/moeder van de cliënt (50%) Een familielid van de cliënt (bijv. broer, zus, opa, oma, tante, oom) (35,29%) Een vriend/kennis van de cliënt (0%) Curator/bewindvoerder (8,82%) Anders, namelijk (5,88%) De vader/moeder van de cliënt (50%) 17 Een familielid van de cliënt (bijv. broer, zus, opa, oma, tante, oom) (35,29%) 12 Een vriend/kennis van de cliënt (0%) 0 Curator/bewindvoerder (8,82%) 3 Anders, namelijk (5,88%) 2 2. Woont de cliënt op dit moment in een woonvorm van Stichting de Okkernoot? n=32 Nee (0%) Ja (100%) Nee (0%) 0 Ja (100%) 32 Pagina 11

3. Wat is de leeftijd van de cliënt? Jonger dan 18 jaar (0%) 18 t/m 24 jaar (12,5%) 25 t/m 34 jaar (15,63%) n=32 35 t/m 44 jaar (25%) 45 t/m 54 jaar (12,5%) 55 t/m 64 jaar (18,75%) 65 t/m 74 jaar (9,38%) 75 jaar of ouder (6,25%) Jonger dan 18 jaar (0%) 0 18 t/m 24 jaar (12,5%) 4 25 t/m 34 jaar (15,63%) 5 35 t/m 44 jaar (25%) 8 45 t/m 54 jaar (12,5%) 4 55 t/m 64 jaar (18,75%) 6 65 t/m 74 jaar (9,38%) 3 75 jaar of ouder (6,25%) 2 4. Wat is zijn/haar geslacht? n=32 Man (62,5%) Vrouw (37,5%) Man (62,5%) 20 Vrouw (37,5%) 12 Pagina 12

5. Wat is de ernst van de verstandelijke beperking? n=27 Zwakbegaafd/moeilijk lerend (14,81%) Lichte verstandelijke beperking (22,22%) Matige verstandelijke beperking (51,85%) Ernstige verstandelijke beperking (11,11%) Zeer ernstige (diepe) verstandelijke beperking (0%) Zwakbegaafd/moeilijk lerend (14,81%) 4 Lichte verstandelijke beperking (22,22%) 6 Matige verstandelijke beperking (51,85%) 14 Ernstige verstandelijke beperking (11,11%) 3 Zeer ernstige (diepe) verstandelijke beperking (0%) 0 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 13

6. Heeft de cliënt nog een andere aandoening of beperking? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nee, geen andere aandoening of beperking (17,02%) Autisme verwante stoornis (bijv. klassiek autisme, PDD-NOS, asperger) (4,26%) ADHD/ADD (0%) Ernstige gedragsproblemen (4,26%) Lichamelijke handicap (17,02%) Epilepsie (12,77%) Diabetes/Suikerziekte (8,51%) Chronische ziekte (bijv. scoliose, hoge bloeddruk, reuma) (2,13%) Slechthorendheid/doofheid (8,51%) Slechtziendheid/blindheid (12,77%) Dementie (0%) Anders, namelijk... (12,77%) Nee, geen andere aandoening of beperking (17,02%) 8 Autisme verwante stoornis (bijv. klassiek autisme, PDD-NOS, asperger) (4,26%) 2 ADHD/ADD (0%) 0 Ernstige gedragsproblemen (4,26%) 2 Lichamelijke handicap (17,02%) 8 Epilepsie (12,77%) 6 Diabetes/Suikerziekte (8,51%) 4 Chronische ziekte (bijv. scoliose, hoge bloeddruk, reuma) (2,13%) 1 Slechthorendheid/doofheid (8,51%) 4 Slechtziendheid/blindheid (12,77%) 6 Dementie (0%) 0 Anders, namelijk... (12,77%) 6 Pagina 14

7. Zit de cliënt in een rolstoel? Nooit (90,32%) n=31 Soms (6,45%) Meestal (3,23%) Altijd (0%) Nooit (90,32%) 28 Soms (6,45%) 2 Meestal (3,23%) 1 Altijd (0%) 0 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 15

5.2 Woning De volgende vragen gaan over de woonvorm waarin de cliënt verblijft. 8. Hoe woont de cliënt? n=32 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Geheel zelfstandig in een huis/flat van de organisatie (21,88%) Zelfstandig maar wel met andere cliënten in één gebouw van de organisatie (18,75%) Samen met andere cliënten in een woning/woongroep van de organisatie (59,38%) Geheel zelfstandig in een huis/flat van de organisatie (21,88%) 7 Zelfstandig maar wel met andere cliënten in één gebouw van de organisatie (18,75%) 6 Samen met andere cliënten in een woning/woongroep van de organisatie (59,38%) 19 Weet ik niet (meer) (0%) 0 9. Biedt de woonvorm genoeg privacy? n=32 Nee/beetje (0%) Grotendeels (28,13%) Ja, helemaal (71,88%) Nee, helemaal niet (0%) 0 Een beetje (0%) 0 Grotendeels (28,13%) 9 Ja, helemaal (71,88%) 23 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 16

10. Is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de cliënt? n=18 Nee/beetje (5,56%) Grotendeels (22,22%) Ja, helemaal (72,22%) Nee, helemaal niet (0%) 0 Een beetje (5,56%) 1 Grotendeels (22,22%) 4 Ja, helemaal (72,22%) 13 Nvt, aanpassingen zijn niet nodig 14 Weet ik niet (meer) 0 11. Heeft de cliënt genoeg ruimte om zijn/haar spullen op te bergen? n=32 Nee (3,13%) Ja (96,88%) Nee (3,13%) 1 Ja (96,88%) 31 Weet ik niet (meer) 0 12. Is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot genoeg om bezoek te ontvangen? Nee (0%) Ja (100%) Nee (0%) 0 Ja (100%) 32 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 17

13. Heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte) zelf kunnen inrichten? n=32 Nee/beetje (0%) Grotendeels (15,63%) Ja, helemaal (84,38%) Nee, helemaal niet (0%) 0 Een beetje (0%) 0 Grotendeels (15,63%) 5 Ja, helemaal (84,38%) 27 Weet ik niet (meer) 0 14. Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm? n=32 Nooit/Soms (0%) Meestal (25%) Altijd (75%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (25%) 8 Altijd (75%) 24 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 18

5.3 Zelf kunnen kiezen Onderstaande vragen gaan over de mate waarin de cliënt zelf keuzes kan maken over de dagelijkse gang van zaken in de woning. 15. Bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? Bijvoorbeeld stofzuigen, afwassen of planten water geven. n=29 Nooit/Soms (41,38%) Meestal (37,93%) Altijd (20,69%) Nooit (6,9%) 2 Soms (34,48%) 10 Meestal (37,93%) 11 Altijd (20,69%) 6 Nvt, cliënt heeft geen taken 1 Weet ik niet (meer) 2 16. Bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat? n=32 Nooit/Soms (6,25%) Meestal (37,5%) Altijd (56,25%) Nooit (0%) 0 Soms (6,25%) 2 Meestal (37,5%) 12 Altijd (56,25%) 18 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 19

5.4 Gezondheid De volgende vragen gaan over de hulp die de cliënt krijgt als hij/zij ziek is of ondersteuning nodig heeft bij persoonlijke verzorging. 17. Is de cliënt het afgelopen jaar ziek geweest? n=32 Ja (56,25%) Nee (43,75%) Nee (43,75%) 14 Ja (56,25%) 18 Weet ik niet (meer) 1 18. Helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is? n=16 Nooit/Soms (6,25%) Meestal (18,75%) Altijd (75%) Nooit (0%) 0 Soms (6,25%) 1 Meestal (18,75%) 3 Altijd (75%) 12 Weet ik niet (meer) 0 19. Gebruikt de cliënt een hulpmiddel? Bijvoorbeeld een bril, gehoorapparaat, korset, aangepaste schoenen of speciaal bestek. n=33 Ja (69,7%) Nee (30,3%) Nee (30,3%) 10 Ja (69,7%) 23 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 20

20. Helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel? n=12 Nooit/Soms (16,67%) Meestal (33,33%) Altijd (50%) Nooit (8,33%) 1 Soms (8,33%) 1 Meestal (33,33%) 4 Altijd (50%) 6 Nvt, cliënt heeft hierbij geen hulp nodig 11 Weet ik niet (meer) 0 21. Zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt beweging krijgt? Het gaat hierbij niet alleen om sport, maar ook om buiten wandelen of speciale oefeningen voor in de rolstoel. n=25 Nooit/Soms (36%) Meestal (44%) Altijd (20%) Nooit (0%) 0 Soms (36%) 9 Meestal (44%) 11 Altijd (20%) 5 Nvt, cliënt wil dit niet/geen hulp bij nodig 7 Weet ik niet (meer) 1 22. Krijgt de cliënt minimaal een half uur beweging per dag? n=26 Nooit/Soms (15,38%) Meestal (38,46%) Altijd (46,15%) Nooit (0%) 0 Soms (15,38%) 4 Meestal (38,46%) 10 Altijd (46,15%) 12 Nvt, cliënt wil dit niet 2 Weet ik niet (meer) 4 Pagina 21

23. Helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging? Bijvoorbeeld bij het wassen, aankleden, gebitsverzorging, eten en drinken en naar de WC gaan. n=14 Nooit/Soms (21,43%) Meestal (35,71%) Altijd (42,86%) Nooit (0%) 0 Soms (21,43%) 3 Meestal (35,71%) 5 Altijd (42,86%) 6 Nvt, cliënt heeft hierbij geen hulp nodig 18 Weet ik niet (meer) 0 24. Ziet de cliënt er schoon en verzorgd uit? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (30,3%) Altijd (69,7%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (30,3%) 10 Altijd (69,7%) 23 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 22

5.5 Sociale relaties De volgende vragen gaan over de hulp die de cliënt krijgt bij het maken en onderhouden van contacten en vriendschappen met bewoners, familie en anderen. 25. Kan de cliënt goed omgaan met de andere bewoners? n=28 Nooit/Soms (10,71%) Meestal (57,14%) Altijd (32,14%) Nooit (0%) 0 Soms (10,71%) 3 Meestal (57,14%) 16 Altijd (32,14%) 9 Nvt, cliënt woont alleen 5 Weet ik niet (meer) 0 26. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners? n=22 Nooit/Soms (9,09%) Meestal (31,82%) Altijd (59,09%) Nooit (0%) 0 Soms (9,09%) 2 Meestal (31,82%) 7 Altijd (59,09%) 13 Nvt, cliënt wil dit niet/geen hulp bij nodig 4 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 23

27. Is de cliënt bang voor een andere bewoner? n=25 Altijd/meestal (0%) Soms (40%) Nooit (60%) Nooit (60%) 15 Soms (40%) 10 Meestal (0%) 0 Altijd (0%) 0 Weet ik niet (meer) 3 28. Besteden de begeleiders aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag door andere bewoners? Bijvoorbeeld pesten, slaan, bedreigingen of lastig vallen. n=23 Nooit/Soms (13,04%) Meestal (8,7%) Altijd (78,26%) Nooit (0%) 0 Soms (13,04%) 3 Meestal (8,7%) 2 Altijd (78,26%) 18 Weet ik niet (meer) 5 29. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie? n=25 Nooit/Soms (28%) Meestal (16%) Altijd (56%) Nooit (12%) 3 Soms (16%) 4 Meestal (16%) 4 Altijd (56%) 14 Nvt, cliënt wil geen contact met familie/geen hulp bij nodig 7 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 24

30. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden? n=27 Nooit/Soms (18,52%) Meestal (44,44%) Altijd (37,04%) Nooit (3,7%) 1 Soms (14,81%) 4 Meestal (44,44%) 12 Altijd (37,04%) 10 Nvt, cliënt wil geen vriendschappen/geen hulp bij nodig 5 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 25

5.6 Activiteiten Onderstaande vragen gaan over de hulp die de cliënt krijgt bij het invullen van de vrije tijd en bij het deelnemen aan activiteiten in de buurt. 31. Zorgen de begeleiders van de woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd? n=32 Nooit/Soms (18,75%) Meestal (46,88%) Altijd (34,38%) Nooit (0%) 0 Soms (18,75%) 6 Meestal (46,88%) 15 Altijd (34,38%) 11 Weet ik niet (meer) 1 32. Mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar vrije tijd? n=32 Nooit/Soms (3,13%) Meestal (37,5%) Altijd (59,38%) Nooit (0%) 0 Soms (3,13%) 1 Meestal (37,5%) 12 Altijd (59,38%) 19 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 26

33. Leert de cliënt nieuwe dingen op de woonvorm? Bijvoorbeeld koken, zelfstandig douchen, met de bus reizen of huishoudelijke taken verrichten. n=27 Nooit/Soms (51,85%) Meestal (22,22%) Altijd (25,93%) Nooit (11,11%) 3 Soms (40,74%) 11 Meestal (22,22%) 6 Altijd (25,93%) 7 Nvt, cliënt wil dit niet 3 Weet ik niet (meer) 2 34. Helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen? n=28 Nooit/Soms (28,57%) Meestal (35,71%) Altijd (35,71%) Nooit (0%) 0 Soms (28,57%) 8 Meestal (35,71%) 10 Altijd (35,71%) 10 Weet ik niet (meer) 1 35. Neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? n=30 Nooit/Soms (30%) Regelmatig (43,33%) Vaak (26,67%) Nooit (3,33%) 1 Soms (26,67%) 8 Regelmatig (43,33%) 13 Vaak (26,67%) 8 Nvt, cliënt wil dit niet 1 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 27

36. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? n=23 Nooit/Soms (21,74%) Meestal (34,78%) Altijd (43,48%) Nooit (0%) 0 Soms (21,74%) 5 Meestal (34,78%) 8 Altijd (43,48%) 10 Nvt, geen hulp bij nodig 7 Weet ik niet (meer) 1 37. Organiseert Stichting de Okkernoot uitstapjes voor de cliënt? Bijvoorbeeld naar een pretpark, de dierentuin, kinderboerderij of de film. n=30 Nooit/Soms (26,67%) Regelmatig (63,33%) Vaak (10%) Nooit (0%) 0 Soms (26,67%) 8 Regelmatig (63,33%) 19 Vaak (10%) 3 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 28

5.7 Zorgafspraken De volgende vragen gaan over de afspraken die er met de cliënt en/of de ouder/cliëntvertegenwoordiger worden gemaakt over de zorg en begeleiding die de cliënt nodig heeft. 38. Heeft de cliënt een ondersteuningsplan? n=29 Nee (6,9%) Ja (93,1%) Nee (6,9%) 2 Ja (93,1%) 27 Weet ik niet (meer) 3 39. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken besproken met de cliënt? n=24 Nooit/Soms (0%) Meestal (12,5%) Altijd (87,5%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (12,5%) 3 Altijd (87,5%) 21 Nvt, cliënt wil dit niet 1 Weet ik niet (meer) 2 40. kan de cliënt meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan? n=23 Nooit/Soms (8,7%) Meestal (47,83%) Altijd (43,48%) Nooit (0%) 0 Soms (8,7%) 2 Meestal (47,83%) 11 Altijd (43,48%) 10 Weet ik niet (meer) 3 Pagina 29

41. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met u besproken? n=27 Nooit/Soms (11,11%) Meestal (40,74%) Altijd (48,15%) Nooit (0%) 0 Soms (11,11%) 3 Meestal (40,74%) 11 Altijd (48,15%) 13 Weet ik niet (meer) 0 42. Wordt de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan geboden? n=27 Nooit/Soms (0%) Meestal (44,44%) Altijd (55,56%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (44,44%) 12 Altijd (55,56%) 15 Weet ik niet (meer) 0 43. Sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt? n=26 Nooit/Soms (3,85%) Meestal (42,31%) Altijd (53,85%) Nooit (0%) 0 Soms (3,85%) 1 Meestal (42,31%) 11 Altijd (53,85%) 14 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 30

5.8 Informatievoorziening Onderstaande vragen gaan over de informatievoorziening door de zorginstelling aan de ouder/cliëntvertegenwoordiger over zaken die de cliënt of de ouder/cliëntvertegenwoordiger aangaan. 44. Zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt? n=29 Nee (20,69%) Ja (79,31%) Nee (20,69%) 6 Ja (79,31%) 23 Weet ik niet (meer) 2 45. Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat? n=32 Nooit/Soms (3,13%) Meestal (31,25%) Altijd (65,63%) Nooit (0%) 0 Soms (3,13%) 1 Meestal (31,25%) 10 Altijd (65,63%) 21 Weet ik niet (meer) 0 46. Wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm? Bijvoorbeeld dat er een nieuwe bewoner komt of dat er nieuwe regels zijn. n=32 Nooit/Soms (28,13%) Meestal (28,13%) Altijd (43,75%) Nooit (9,38%) 3 Soms (18,75%) 6 Meestal (28,13%) 9 Altijd (43,75%) 14 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 31

47. Weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent? n=32 Nee (9,38%) Ja (90,63%) Nee (9,38%) 3 Ja (90,63%) 29 48. Heeft de organisatie een cliëntenraad? n=31 Nee (0%) Ja (100%) Nee (0%) 0 Ja (100%) 31 Weet ik niet (meer) 1 49. Krijgt u informatie over de cliëntenraad? n=30 Nooit/Soms (23,33%) Meestal (10%) Altijd (66,67%) Nooit (3,33%) 1 Soms (20%) 6 Meestal (10%) 3 Altijd (66,67%) 20 Weet ik niet (meer) 1 Pagina 32

5.9 De begeleiders De volgende vragen gaan over de begeleiders van de woonvorm waar de cliënt woont. 50. Nemen de begeleiders de cliënt serieus? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (18,18%) Altijd (81,82%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (18,18%) 6 Altijd (81,82%) 27 Weet ik niet (meer) 0 51. Zijn de begeleiders beleefd tegen de cliënt? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (6,06%) Altijd (93,94%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (6,06%) 2 Altijd (93,94%) 31 Weet ik niet (meer) 0 52. Luisteren de begeleiders van de woonvorm aandachtig naar de cliënt? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (39,39%) Altijd (60,61%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (39,39%) 13 Altijd (60,61%) 20 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 33

53. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt? n=33 Nooit/Soms (9,09%) Meestal (57,58%) Altijd (33,33%) Nooit (0%) 0 Soms (9,09%) 3 Meestal (57,58%) 19 Altijd (33,33%) 11 Weet ik niet (meer) 0 54. Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? n=32 Nooit/Soms (6,25%) Meestal (46,88%) Altijd (46,88%) Nooit (0%) 0 Soms (6,25%) 2 Meestal (46,88%) 15 Altijd (46,88%) 15 Weet ik niet (meer) 0 55. Houden de begeleiders op de woonvorm zich aan de afspraken? n=32 Nooit/Soms (0%) Meestal (37,5%) Altijd (62,5%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (37,5%) 12 Altijd (62,5%) 20 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 34

56. Leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (30,3%) Altijd (69,7%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (30,3%) 10 Altijd (69,7%) 23 Weet ik niet (meer) 0 57. Is de cliënt bang voor een begeleider op de woonvorm? n=30 Altijd/Meestal (0%) Soms (6,67%) Nooit (93,33%) Nooit (93,33%) 28 Soms (6,67%) 2 Meestal (0%) 0 Altijd (0%) 0 Weet ik niet (meer) 3 58. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? n=33 Nooit/Soms (9,09%) Meestal (39,39%) Altijd (51,52%) Nooit (0%) 0 Soms (9,09%) 3 Meestal (39,39%) 13 Altijd (51,52%) 17 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 35

59. Vindt u de begeleiders op de woonvorm deskundig in hun werk? n=33 Nooit/Soms (0%) Meestal (27,27%) Altijd (72,73%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (27,27%) 9 Altijd (72,73%) 24 Weet ik niet (meer) 0 60. Gaan de begeleiders gehaast te werk? n=30 Altijd/Meestal (3,33%) Soms (33,33%) Nooit (63,33%) Nooit (63,33%) 19 Soms (33,33%) 10 Meestal (3,33%) 1 Altijd (0%) 0 Weet ik niet (meer) 3 61. Is er voldoende personeel aanwezig op de woonvorm? n=30 Nooit/Soms (16,67%) Meestal (53,33%) Altijd (30%) Nooit (0%) 0 Soms (16,67%) 5 Meestal (53,33%) 16 Altijd (30%) 9 Weet ik niet (meer) 3 Pagina 36

62. Komt het voor dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn? n=28 Ja (28,57%) Nee (71,43%) Nee (71,43%) 20 Ja (28,57%) 8 Weet ik niet (meer) 5 Pagina 37

5.10 Samenhang in de zorg De volgende vragen gaan over de mate waarin de hulp van verschillende zorgverleners op elkaar is afgestemd. 63. Heeft u een vaste contactpersoon op de woonvorm? n=33 Nee (0%) Ja (100%) Nee (0%) 0 Ja (100%) 33 Weet ik niet 0 64. Kunt u met uw vragen of opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon terecht? n=32 Nooit/Soms (0%) Meestal (12,5%) Altijd (87,5%) Nooit (0%) 0 Soms (0%) 0 Meestal (12,5%) 4 Altijd (87,5%) 28 Weet ik niet (meer) 0 65. Hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de hulp die de cliënt nodig heeft? n=30 Altijd/Meestal (0%) Soms (33,33%) Nooit (66,67%) Nooit (66,67%) 20 Soms (33,33%) 10 Meestal (0%) 0 Altijd (0%) 0 Weet ik niet (meer) 3 Pagina 38

66. Krijgt de cliënt ook hulp van andere personen/afdelingen binnen Stichting de Okkernoot? n=29 Nee (17,24%) Ja (82,76%) Nee (17,24%) 5 Ja (82,76%) 24 Weet ik niet (meer) 4 67. Is de hulp van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? n=23 Nooit/Soms (4,35%) Meestal (34,78%) Altijd (60,87%) Nooit (0%) 0 Soms (4,35%) 1 Meestal (34,78%) 8 Altijd (60,87%) 14 Weet ik niet (meer) 1 68. Als de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd? n=30 Nooit/Soms (10%) Meestal (23,33%) Altijd (66,67%) Nooit (0%) 0 Soms (10%) 3 Meestal (23,33%) 7 Altijd (66,67%) 20 Nvt, cliënt is afgelopen 12 maanden niet doorverwezen 2 Weet ik niet (meer) 0 Pagina 39

5.11 Algeheel oordeel De volgende vragen gaan over het algehele oordeel van de respondent. 69. Welk cijfer geeft u de hulp die de cliënt krijgt vanuit de woonvorm? n=33 0 t/m 5 6 t/m 8 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 9 t/m 10 0 t/m 5 0 6 t/m 8 12 9 t/m 10 21 n 33 gemiddeld 8,85 70. Welk cijfer geeft u Stichting de Okkernoot? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 10 0 t/m 5 0 6 t/m 8 11 9 t/m 10 22 n 33 gemiddeld 9,06 71. Zou u Stichting de Okkernoot bij anderen aanbevelen? Beslist niet (0%) n=33 Waarschijnlijk niet (0%) Waarschijnlijk wel (12,12%) Beslist wel (87,88%) Beslist niet (0%) 0 Waarschijnlijk niet (0%) 0 Waarschijnlijk wel (12,12%) 4 Beslist wel (87,88%) 29 Pagina 40

5.12 Persoonlijke gegevens ouder/cliëntvertegenwoordiger Onderstaande vragen gaan over de persoonlijke gegevens van de ouder/cliëntvertegenwoordiger die deze vragenlijst heeft ingevuld. 73. Bent u een man of vrouw? n=33 Man (21,21%) Vrouw (78,79%) Man (21,21%) 7 Vrouw (78,79%) 26 74. Wat is uw leeftijd n=33 18 t/m 24 jaar (0%) 25 t/m 34 jaar (0%) 35 t/m 44 jaar (6,06%) 45 t/m 54 jaar (18,18%) 55 t/m 64 jaar (36,36%) 65 t/m 74 jaar (39,39%) 75 jaar of ouder (0%) 18 t/m 24 jaar (0%) 0 25 t/m 34 jaar (0%) 0 35 t/m 44 jaar (6,06%) 2 45 t/m 54 jaar (18,18%) 6 55 t/m 64 jaar (36,36%) 12 65 t/m 74 jaar (39,39%) 13 75 jaar of ouder (0%) 0 Pagina 41

75. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen? Slecht (0%) n=33 Matig (6,06%) Goed (63,64%) Zeer goed (21,21%) Uitstekend (9,09%) Uitstekend (9,09%) 3 Zeer goed (21,21%) 7 Goed (63,64%) 21 Matig (6,06%) 2 Slecht (0%) 0 76. Wat is uw hoogste voltooide opleiding? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Geen opleiding (3,03%) Lager onderwijs (0%) Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (15,15%) Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (30,3%) Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (21,21%) Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (12,12%) Hoger beroepsonderwijs (18,18%) Wetenschappelijk onderwijs (0%) Anders, namelijk... (0%) Geen opleiding (3,03%) 1 Lager onderwijs (0%) 0 Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (15,15%) 5 Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (30,3%) 10 Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (21,21%) 7 Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (12,12%) 4 Hoger beroepsonderwijs (18,18%) 6 Wetenschappelijk onderwijs (0%) 0 Anders, namelijk... (0%) 0 Pagina 42

77. Wat is het geboorteland van uzelf? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nederland (93,94%) Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) Suriname (0%) Marokko (0%) Turkije (0%) Duitsland (0%) Nederlands Antillen (0%) Aruba (0%) Anders, namelijk... (6,06%) Nederland (93,94%) 31 Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) 0 Suriname (0%) 0 Marokko (0%) 0 Turkije (0%) 0 Duitsland (0%) 0 Nederlands Antillen (0%) 0 Aruba (0%) 0 Anders, namelijk... (6,06%) 2 78. Wat is het geboorteland van uw vader? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nederland (93,94%) Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) Suriname (0%) Marokko (0%) Turkije (0%) Duitsland (0%) Nederlands Antillen (0%) Aruba (0%) Anders, namelijk... (6,06%) Nederland (93,94%) 31 Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) 0 Suriname (0%) 0 Marokko (0%) 0 Turkije (0%) 0 Duitsland (0%) 0 Nederlands Antillen (0%) 0 Aruba (0%) 0 Anders, namelijk... (6,06%) 2 Pagina 43

79. Wat is het geboorteland van uw moeder? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nederland (87,88%) Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) Suriname (0%) Marokko (0%) Turkije (0%) Duitsland (0%) Nederlands Antillen (0%) Aruba (0%) Anders, namelijk... (12,12%) Nederland (87,88%) 29 Indonesië/voormalig Nederlands-Indië (0%) 0 Suriname (0%) 0 Marokko (0%) 0 Turkije (0%) 0 Duitsland (0%) 0 Nederlands Antillen (0%) 0 Aruba (0%) 0 Anders, namelijk... (12,12%) 4 80. In welke taal praat u thuis het meeste? n=33 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nederlands (75,76%) Fries (0%) Nederlands dialect (21,21%) Indonesisch (0%) Sranan (surinaams) (0%) Marokkaans-Arabisch (0%) Turks (0%) Duits (0%) Papiaments (Nederlandse Antillen) (0%) Anders, namelijk... (3,03%) Nederlands (75,76%) 25 Fries (0%) 0 Nederlands dialect (21,21%) 7 Indonesisch (0%) 0 Sranan (Surinaams) (0%) 0 Marokkaans-Arabisch (0%) 0 Turks (0%) 0 Duits (0%) 0 Papiaments (Nederlandse Antillen) (0%) 0 Anders, namelijk... (3,03%) 1 Pagina 44

81. Heeft iemand u geholpen om deze vragenlijst in te vullen? n=33 Ja (3,03%) Nee (96,97%) Nee (96,97%) 32 Ja (3,03%) 1 82. Hoe heeft die persoon u geholpen? Hij/zij heeft de vragen voorgelezen (0%) Hij/zij heeft mijn antwoorden opgeschreven (0%) Hij/zij heeft de vragen in mijn plaats beantwoord (0%) Hij/zij heeft de vragen in mijn taal vertaald (0%) Anders, namelijk... (100%) Hij/zij heeft de vragen voorgelezen (0%) 0 Hij/zij heeft mijn antwoorden opgeschreven (0%) 0 Hij/zij heeft de vragen in mijn plaats beantwoord (0%) 0 Hij/zij heeft de vragen in mijn taal vertaald (0%) 0 Anders, namelijk... (100%) 1 Pagina 45

6. Verbeterscores Om inzichtelijk te maken welke aspecten van de zorgverlening verbeterd kunnen worden, zijn verbeterscores berekend. Deze verbeterscores zijn berekend op basis van de antwoorden op de vragen uit de vragenlijst en de zogenaamde belangscores. Tijdens de ontwikkeling van het sectorspecifieke CQI meetinstrument is er tevens een belangenvragenlijst ontwikkeld en afgenomen bij de pilotgroep. Deze belangenvragenlijst meet hoe belangrijk de respondent een bepaalde vraag uit de vragenlijst vindt. Bijvoorbeeld: Vraag uit de CQI vragenlijst: Staat de zorginstelling open voor uw wensen? Vraag uit de belangenvragenlijst CQI: Vindt u het belangrijk dat de zorginstelling open staat voor uw wensen? De antwoordmogelijkheden voor de belangenvragenlijst zijn: niet belangrijk, eigenlijk wel belangrijk, belangrijk, heel erg belangrijk. Door aan elk van deze antwoorden een score te koppelen (1=niet belangrijk, 2=eigenlijk wel belangrijk, 3=belangrijk, 4=heel erg belangrijk) kan een belangscore worden berekend. Deze belangscore is dan het gemiddelde van de antwoorden van de cliënten (uit de pilot) samen, en ligt dus tussen de 1 en 4. Hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker de vraag is voor de cliënten. Anders gezegd: hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker het betreffende aspect van de zorgverlening is. Om tot de verbeterscore te komen wordt de belangscore vermenigvuldigd met het percentage negatieve antwoorden dat gegeven is op de corresponderende vraag uit de CQI vragenlijst (ter illustratie: de paarse staaf in het staafdiagram). Pagina 46

Als de belangscore afgezet wordt tegen het percentage negatieve ervaringen ontstaat de volgende figuur waarin 4 verschillende kwadranten te onderscheiden zijn. De vier kwadranten van een verbeterkwadrant hebben elk een eigen betekenis. Deze is als volgt: II. III. IV. I. Hoewel het belang van de vragen in dit kwadrant hoog is, is er weinig tot geen verbetering nodig omdat relatief weinig cliënten een negatief antwoord hebben gegeven. Het zijn de pluspunten van de zorginstelling en het advies is om deze op peil te houden. Dit zijn de verbeterpunten met een hoge prioriteit. Er valt veel winst te behalen door met de vragen in dit kwadrant aan de slag te gaan. Ze kennen een hoog belang en relatief veel cliënten hebben een negatieve ervaring. Vanwege een laag belang van deze vragen en een laag percentage negatieve antwoorden is weinig verbetering nodig. Een laag belang en relatief veel negatieve antwoorden: Verbetering is mogelijk maar de prioriteit van deze verbeterpunten is laag. De indeling van de kwadranten is gemaakt aan de hand van de gemiddelde belangscore en de gemiddelde score van de negatieve ervaringen. Dit gemiddelde is berekend door alle belangscores binnen een thema bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door het aantal vragen binnen dat thema. De uitkomst hiervan bepaalt waar de assen in het diagram worden geplaatst. De gemiddelde belangscore verschilt per thema uit de vragenlijst en is af te lezen van de verticale as. Het gemiddelde van de negatieve ervaringen verschilt eveneens per thema uit de vragenlijst wat te zien is aan de horizontale as in de navolgende diagrammen. In bijlage 1 vindt u een overzicht van alle verbeterscores van hoog naar laag. Pagina 47

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Woning 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v09 v10 v11 v12 v13 v14 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 9. Biedt de woonvorm genoeg privacy? 3,4 0,00% 0,00 10. Is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de cliënt? 3,7 5,56% 0,21 11. Heeft de cliënt genoeg ruimte om zijn/haar spullen op te bergen? 3,4 3,13% 0,11 12. Is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot genoeg om bezoek te ontvangen? 3,1 0,00% 0,00 13. Heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte) zelf kunnen inrichten? 3,3 0,00% 0,00 14. Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm? 3,9 0,00% 0,00 Pagina 48

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Zelf kunnen kiezen 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v15 v16 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 15. Bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? 2,1 41,38% 0,87 16. Bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat? 2,4 6,25% 0,15 Pagina 49

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Gezondheid 4 hoog belang 0% 3,5 20% 40% 60% 80% 100% 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v18 v20 v21 v22 v23 v24 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 18. Helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is? 3,9 6,25% 0,24 20. Helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel? 3,7 16,67% 0,62 21. Zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt beweging krijgt? 3,6 36,00% 1,30 22. Krijgt de cliënt minimaal een half uur beweging per dag? 3,6 15,38% 0,55 23. Helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging? 3,8 21,43% 0,81 24. Ziet de cliënt er schoon en verzorgd uit? 3,8 0,00% 0,00 Pagina 50

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Sociale relaties 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v25 v26 v28 v29 v30 1 laag belang vraag belangscore % negatieve ervaringen verbeterscore 25. Kan de cliënt goed omgaan met de andere bewoners? 3,5 10,71% 0,38 26. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners? 3,4 9,09% 0,31 28. Besteden de begeleiders aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag door 3,9 13,04% 0,51 andere bewoners? 29. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie? 3,3 28,00% 0,92 30. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden? 3,1 18,52% 0,57 Pagina 51

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Activiteiten 4 hoog belang 3,5 0% 20% 3 40% 60% 80% 100% 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v31 v32 v33 v34 v35 v36 v37 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 31. Zorgen de begeleiders van de woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft 3,4 18,75% 0,64 in zijn/haar vrije tijd? 32. Mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar vrije tijd? 2,9 3,13% 0,09 33. Leert de cliënt nieuwe dingen op de woonvorm? 3,2 51,85% 1,66 34. Helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen? 3,3 28,57% 0,94 35. Neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? 2,9 30,00% 0,87 36. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten 3,0 21,74% 0,65 in de buurt of in het dorp/de stad? 37. Organiseert de zorginstelling uitstapjes voor de cliënt? 3,4 26,67% 0,91 Pagina 52

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Zorgafspraken 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v38 v39 v40 v41 v42 v43 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 38. Heeft de cliënt een ondersteuningsplan? 3,6 6,90% 0,25 39. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken besproken met de cliënt? 3,3 0,00% 0,00 40. Kan de cliënt meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan? 3,1 8,70% 0,27 41. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met u besproken? 3,7 11,11% 0,41 42. Wordt de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan geboden? 3,7 0,00% 0,00 43. Sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt? 3,8 3,85% 0,15 Pagina 53

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Informatievoorziening 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v44 v45 v46 v47 v48 v49 1 laag belang vraag belangscore % negatieve ervaringen verbeterscore 44. Zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de 3,6 20,69% 0,74 cliënt? 45. Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat? 3,7 3,13% 0,12 46. Wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm? 3,4 28,13% 0,96 47. Weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent? 3,4 9,38% 0,32 48. Heeft de organisatie een cliëntenraad? 3,2 0,00% 0,00 49. Krijgt u informatie over de cliëntenraad? 3,1 23,33% 0,72 Pagina 54

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. De begeleiders 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 1 laag belang hoog % negatieve ervaringen v50 v51 v52 v53 v54 v55 v56 v58 v59 v60 v61 v62 vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 50. Nemen de begeleiders de cliënt serieus? 3,8 0,00% 0,00 51. Zijn de begeleiders beleefd tegen de cliënt? 3,6 0,00% 0,00 52. Luisteren de begeleiders van de woonvorm aandachtig naar de cliënt? 3,7 0,00% 0,00 53. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt? 3,8 9,09% 0,35 54. Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? 3,7 6,25% 0,23 55. Houden de begeleiders op de woonvorm zich aan de afspraken? 3,8 0,00% 0,00 56. Leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit? 3,8 0,00% 0,00 58. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? 3,3 9,09% 0,30 59. Vindt u de begeleiders op de woonvorm deskundig in hun werk? 3,8 0,00% 0,00 60. Gaan de begeleiders gehaast te werk? 3,8 3,33% 0,13 61. Is er voldoende personeel aanwezig op de woonvorm? 3,8 16,67% 0,63 62. Komt het voor dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn? 3,7 28,57% 1,06 Pagina 55

laag % negatieve ervaringen TRIQS B.V. Samenhang in de zorg 4 hoog belang 3,5 3 2,5 2 1,5 hoog % negatieve ervaringen v63 v64 v65 v67 v68 1 laag belang vraag belangscore % negatieve verbeterscore ervaringen 63. Heeft u een vaste contactpersoon op de woonvorm? 3,6 0,00% 0,00 64. Kunt u met uw vragen of opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon 3,7 0,00% 0,00 terecht? 65. Hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte 3,8 0,00% 0,00 zijn van de hulp die de cliënt nodig heeft? 67. Is de hulp van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? 3,8 4,35% 0,17 68. Als de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd? 3,7 10,00% 0,37 Pagina 56

7. Kwaliteitsdimensies De bevraagde onderwerpen zijn in te delen in een aantal dimensies van kwaliteit van zorg. Om de kwaliteitsdimensies vast te kunnen stellen zijn er bij de ontwikkeling van het meetinstrument betrouwbaarheidsanalyses uitgevoerd om te bepalen in welke mate de vragen hetzelfde concept meten. Op basis van deze analyses is vastgesteld of de dimensie een schaal vormt en betrouwbaar is of niet. Voor de vragenlijst voor cliëntvertegenwoordigers van cliënten wonen zijn elf kwaliteitsdimensies te berekenen uit een aantal vragen uit de vragenlijst. In onderstaande tabel is af te lezen welke vragen uit de vragenlijst onderdeel zijn van de verschillende dimensies. Dimensie Vraagnummers 4.1 Psychisch welbevinden 19, 22, 23, 24 4.2 Belangen 44, 45, 46, 47 4.3 Persoonlijke ontwikkeling 31, 33, 34 4.4 Zorgafspraken 41, 42, 43 4.5 Zelfbepaling 13, 15, 16, 32 4.6 Kwaliteit van medewerkers 58, 59, 60, 61 4.7 Samenhang in de zorg 64, 65, 67, 68 4.8 Lichamelijk welbevinden 21, 22, 24 4.9 Sociale relaties 26, 29, 30 4.10 Participatie 35, 36, 37 4.11 Materieel welzijn 9, 10, 11, 12 Voor elke dimensie wordt de gemiddelde verdeling weergegeven en de gemiddelde score. De gemiddelde verdeling laat zien hoe de antwoorden van respondenten op alle vragen behorende tot de betreffende kwaliteitsdimensie, verdeeld zijn over de antwoordcategorieën. De verschillende vragen die onderdeel zijn van een kwaliteitsdimensie worden dus samengevat in één grafiek (staafdiagram). Bij het berekenen van de gemiddelde verdeling worden alleen respondenten meegenomen die meer dan de helft van de vragen per dimensie beantwoord hebben. De gemiddelde score laat zien hoe er gemiddeld genomen gescoord wordt op de vragen die onderdeel zijn van een kwaliteitsdimensie. Om de gemiddelde score te berekenen zijn er aan de antwoordopties punten toegekend (zie tabel hieronder). Vervolgens is per respondent berekend hoe hij/zij gemiddeld scoort op de vragen behorende tot de kwaliteitsdimensies. Het gemiddelde van deze respondentscores is de gemiddelde score voor een kwaliteitsdimensie. Pagina 57