WERKBOEK TEAMVORMING. Deel II. voor predikanten en kerkelijk werkers. samenstelling: Kees Waardenburg



Vergelijkbare documenten
Beleidsplan van de Protestantse Tweestromengemeente te Rossum Heerewaarden Hurwenen

Profielschets Predikant Hervormde Gemeente Ingen

Aan de Algemene Kerkenraad GKE Ermelo, 21 april Geachte kerkenraad,

Protestantse Gemeente te Nieuw- en Sint Joosland

EEN NIEUWE PROTESTANTSE GEMEENTE: visie en werkelijkheid

De Zorgzame Kerk. Concept Beleidsplan Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost. November 2014 Bethelkerk Vlaardingen

In kerkordelijke voorstellen

OMMELANDERWIJK-ZUIDWENDING

- gezamenlijke vieringen, missionair werk, vormings-, toerustings- en jeugdwerk

We sluiten deze suggesties af met enkele methodische tips. Als bijlage 1 is een schematische samenvatting opgenomen. Mogelijkheden tot gesprek

Diaconie van de Protestantse Gemeente te Rijswijk.

A. Algemene gegevens. Gereformeerde Kerk Haarlem-West Telefoonnummer: RSIN/Fiscaal nummer: Nog niet bekend

ANBI-transparantie gegevens van de Hervormde Gemeente van Lexmond, gemeente behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Gegevens van de Hervormde Gemeente Nieuwe Tonge als ANBI

Plaatselijke regeling Nieuwe Kerkgemeente Middelburg

Korte toelichting bij de presentatie Kerk 2025 kerkordevoorstellen deel 1 Regio s en kerkelijke presentie

Voorstel inzake wijziging ord. 3 c.a. (wijzigingen i.v.m. HBO-theoloog/kerkelijk werker) 1. Inleiding

Profiel, functieomschrijving en benoeming van de classispredikant

ANBI gegevens gemeente

ANBI Grote Kerk Harlingen Nicolaaskerk - Midlum

Generale regeling voor de kerkelijk werkers. als bedoeld in ordinantie

ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen) informatie van de Evangelisch- Lutherse Gemeente Rotterdam (Diaconie)

PROFIEL PREDIKANT. Dit profiel is gemaakt door een groep gemeenteleden die de volgende clusters vertegenwoordigen: Pastoraat. Eredienst.

Protestantse wijkgemeente Zuid GOEDE HERDERKERK TE HOOGEVEEN. Beleidsplan

Beleidsplan Protestantse gemeente Sneek Inleiding

Diaconie Hervormde gemeente Genemuiden. A: Algemene gegevens. adres Stuivenbergstraat 51

Profielschets protestantse wijkgemeente Dubbeldam

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Aan: Wijkkerkenraden Van: Algemene Kerkenraad Betreft: Discussienotitie beleidsplan Hervormd Dordrecht Datum: mei 2013

Informatie in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Nederlands Gereformeerde Kerken

Generale regeling voor de kerkelijk werkers. als bedoeld in ordinantie

Beleidsplan van de Regenboogkerk te Epe voor 2011 tot en met 2015

ANBI publicatie Christelijke Gereformeerde Kerk te Den Helder

BELEIDSPLAN Gereformeerde Goede Herder Kerk Oldebroek

Beleidsplan Hervormde Gemeente. s Grevelduin- en Vrijhoeve-Capelle

BELEIDSPLAN

A. Algemene gegevens. Protestantse gemeente 1 te Gemert-Boekel Telefoonnummer (facultatief):

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

A. Algemene gegevens. Naam ANBI: Nederlandse Hervormde Gemeente Nijeveen Telefoonnummer (facultatief):

ANBI- gegevens van de. Protestantse gemeente [1] te Rijnsaterwoude. A. Algemene gegevens. Telefoonnummer (facultatief): RSIN/Fiscaal nummer:

ANBI PAGINA GEREFORMEERDE KERK ZWARTSLUIS

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Nederlands Gereformeerde Kerken

EEN NIEUW GELUID EEN NIEUW BEELD. Protestantse gemeente te Hilversum AK /

Anbi verklaring Remonstrantse Gemeente Den Haag

Beleidsplan. Gapinge & Veere. Protestantse Gemeenten

De CGK Den Helder wil een gastvrije gemeente zijn die op basis van de Bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften in de samenleving staat.

Hoe werkt een parochiecluster en wat merken we ervan?

Adres: Zonnebrink 61

ANBI-transparantie Diaconie PKN Woudsend.

Nog niet ontvangen van belastingdienst

PROTESTANTSE GEMEENTE APELDOORN ANBI. A. Algemene gegevens. Protestantse Gemeente Apeldoorn Telefoonnummer (facultatief): RSIN/Fiscaal nummer:

PROTESTANTSE GEMEENTE APELDOORN ANBI. A. Algemene gegevens. Protestantse Gemeente Apeldoorn Telefoonnummer (facultatief): RSIN/Fiscaal nummer:

Protestantse gemeente te Heinkenszand. Protestantse gemeente te Heinkenszand. ANBI informatie Protestantse gemeente te Heinkenszand

Mijn gelijk en ons geluk

ANBI INFORMATIE PROTESTANTSE GEMEENTE TE NOORDWIJKERHOUT EN DE ZILK. Naam ANBI : Protestantse Gemeente te Noordwijkerhout en de Zilk

PREDIKANT (M/V) De gemeente

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de

Postadres: Postbus 22

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)

Notitie voor de Protestantse wijkgemeente Holy te Vlaardingen Door Jack de Koster, gemeentebegeleider

ANBI-transparantie Gegevens van de diaconie van de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Kampen, behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

DoRe Meppel Vledderstraat 20 (geen postadres) Postcode:

Beleidsplan Protestantse Gemeente de Woldkerken te Schildwolde-Overschild-Hellum-Noordbroek

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) Diaconie Hervormde Gemeente Sint-Annaland

Ordinantie Ordinantie voor het verband met andere kerken

Diaconie van de Protestantse Kerk Easterein te Easterein

Protestantse gemeente Exmorra Allingawier (diaconie)

Naar een beleidsplan voor de PG Lemmer

Diaconie Protestantse gemeente te Daarlerveen

A. Algemene gegevens. Postadres: Kerkstraat 20

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Concept. Aangepaste Bestuurlijke Structuur ( 5e) versie 13 april 2016

IV.8. ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET DE PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND (PKN) OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 LID 2 VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT

2017 ANBI-gegevens. protestantse gemeente roosendaal

ANBI-gegevens protestantse gemeente roosendaal

Plaatselijke regeling van de Protestantse wijkgemeente in Apeldoorn noord oost (in wording)

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Protestantse Gemeente te Hoogvliet. Protestantse Gemeente te Hoogvliet. Gemeente in de samenleving

Gegevens diaconie van de Hervormde Gemeente Wijngaarden behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Gegevens in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren door een gemeente behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Werkplan van Kerk 2025 (KS 15-19)

gemeente); Diaconie van de Protestantse Kerk Easterein te Easterein

Protestantse Gemeente Lichtenvoorde

Protestantse gemeente te Nisse

PKN Wijkgemeente Kruiskerk/Gereformeerd West. Jaarplan

ANBI PAGINA GEREFORMEERDE KERK ZWARTSLUIS

Protestantse gemeente Nieuwdorp. Coudorp AH Nieuwdorp. Coudorp AH Nieuwdorp

Streekgemeente Oost Groningen

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een diaconie behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door de Hervormde Gemeente Beekbergen behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Profiel missionair werker (M/V) Project Licht op Zuid. Protestantse gemeente te Rotterdam Zuid. Hervormde wijkgemeente Maranathakerk

Te veel van het goede

RSIN/Fiscaal nummer:

ANBI-gegevens Hervormde gemeente te Zevenhuizen A. Algemene gegevens

Gegevens van de Protestantse Gemeente te Bilthoven in het kader van de ANBI-transparantie

Protestantse gemeente Nieuwdorp. Coudorp AH Nieuwdorp

PUBLICATIE CGK EDE - ANBI-REGELING

ANBI publicatie van de Diaconie van de Protestantse Gemeente te Muiderberg

Transcriptie:

WERKBOEK TEAMVORMING Deel II voor predikanten en kerkelijk werkers samenstelling: Kees Waardenburg Utrecht, juni 2005

Inhoudsopgave pagina A. Introductie Werkboek Teamvorming Deel II B. Toelichting op de Bijlagen 1-4 C. Bijlagen 1. De kerkorde 1.1 De toekomst voor de kerk? 5 (lezing van prof dr. Gerben Heitink voor classis Barendrecht 1.2 Interne notitie breed ministerie (gemeente Assen) 13 2. Beleidsplan, werkplan, taakverdeling: een samenhangend geheel 2.1 Rapportage van Team in Oprichting aan AK (gemeente Arnhem) 15 2.2 Taakgroep communicatie (gemeente Enschede) 17 3 Verdeling (AK)taken 3.1Verdeling AK taken (gemeente Enschede) 18 4. Persoonlijk ontwikkelingsplan 4.1 Tijd en planning (Werkvorm Gerard Groener) 20 5. Evaluatie als instrument voor het ontwikkelen van beleid 5.1 Succesfactoren van een team 21,22 6. Het kerkordelijk verschil in positie van de kerkelijk werker en de predikant (zie toelichting op de bijlagen pag 3) 7. Teamoverleg en agendering 7. 1Brief aan teamleden als uitgungspunt voo rteamvorming 23 7.2 Werkprotocol Team in Oprichting (gemeente Arnhem) 24 7.3 Agenda teamoverleg (gemeente Assen) 25 8. Werkgemeenschap en teamvorming 8.1 Lezing op instructiedag vertegenwoordigers werkgemeenschappen 27 (door dr Jan Bruin) (fragment) 8.2 Samen kun je meer dan alleen. Projectmatig samenwerken 31 van kerkenraden en predikanten (gemeente Nieuwkoop) 9. Team en spiritualiteit 9.1Teamvorming en spiritualiteit, lezing Gerard Groener(fragment) 34 9.2 Openbare liturgische afsluiting van een teamvergadering 37 (gemeente Nieuwkoop) 10. Teambegeleiding: een aanbod van de Werkbegeleiding voor predikanten en kerkelijk werkers 10.1 Programma onderdelen tweedaagse teamtraining 10.2 Training teamvorming Hydepark 10.3 Telefonische coaching 38,39

Werkboek Teamvorming Deel II Voor predikanten en kerkelijk werkers Juni 2005, 2 e versie A. Introductie. Deze digitale uitvoering van Werkboek Teamvorming Deel II is het vervolg op Werkboek Teamvorming, herziene uitgave juni 2003. Dit nieuwe Werkboek Teamvorming Deel II bestaat uit een verzameling Bijlagen die thematisch zijn geordend. Het verbindende principe is de teamvorming van beroepskrachten in de PKN. Het Werkboek wil stimuleren tot het zoeken van een methodisch doordachte vorm van teamvorming. Aan dit Werkboek liggen drie uitgangspunten ten grondslag: - Teamvorming staat ten dienste van Gemeenteopbouw. - De Kerk is een lerende gemeenschap. - Het team is een verbijzondering van die lerende gemeenschap. Het Werkboek is bestemd voor teams in alle soorten en maten: in grote steden, in middelgrote steden, in dorpen, en in streekgemeenten. In gemeenten met en zonder een Algemene Kerkenraad. Overal waar twee of meer beroepskrachten bijeen zijn om samen te werken, spreek ik gemakshalve van een team. Het Werkboek is te gebruiken in alle fasen van het proces van teamvorming. Langer lopende teams kunnen het gebruiken om zich zelf als team tegen het licht te houden ( waar zijn we mee bezig? ). Startende teams kunnen het gebruiken voor het verwerven van teaminzicht. De Bijlagen zijn producten van anderen. De informanten, met naam en adres, hebben daar uitdrukkelijk toestemming voor gegeven. Men kan contact met hen opnemen. Mij staat voor ogen: een kennisnetwerk teamvorming. Dat betekent dat kennis kan worden opgehaald (downloaden) en kan worden aangeleverd. Voor vragen over deze digitale communicatie kunt u terecht bij het secretariaat van de werkbegeleiding: Truus Biermans. tel: 030-8801517 (ma,di,vrij) e-mail: g.biermans@pkn.nl Voor de aanlevering van nieuwe documenten moet u zijn bij ondergetekende. Het is de bedoeling dat dit Werkboek door de aanwas van nieuwe (gedocumenteerde) ervaringen met teamvorming een regelmatige verjongingskuur ondergaat. Het Werkboek schiet zijn doel voorbij wanneer ideeën van elders worden overgenomen zonder analyse van de eigen (team)situatie. Teamvorming begint met de onontkoombare vraag: waarom en waartoe willen we eigenlijk teamvorming? Het niet negeren van deze (veelal)lastige vraag is het allereerste begin van nadenken over teamvorming. Wanneer deze fase wordt overgeslagen gaat zich dat vroeg of laat wreken. Voor mij is een levend(ig) kennisnetwerk een netwerk van geven en ontvangen. Als Werkbegeleiding stellen we ons ten doel om daarin te bemiddelen. Deze bemiddeling vindt niet plaats vanuit een bureau. Deze bemiddeling en begeleiding vindt plaats vanuit een team van werkbegeleiders dat ook zelf de voor- en nadelen van teamvorming aan den lijve ondergaat: individueel werkenden met een eigen regio, specialisatieafspraken die ook gelden voor het gebied van de ander, een niet geheel doorzichtige verhouding tot de aansturende en beleidsbepalende organen, onderlinge alertheid om de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid ook gemeenschappelijk te houden. Tenslotte: een agendering van onze teamvergadering die ons bij dit doel bepaalt. Tot op heden overwegen de voordelen. Dit Werkboek is wat mij betreft daarvan de vrucht. Kees Waardenburg e mail: c.waardenburg@pkn.nl Juni 2005 tel. mobiel: 06 23226847

B. Toelichting op de Bijlagen 1. De Kerkorde In ord. 4-9-4 is vermeld wat de taken en bevoegdheden zijn van een WK en wat de taken en bevoegdheden zijn van een AK. Dat zijn tenminste de vier velden die worden aangeduid met de streepjes. Maar het kunnen er meer zijn wanneer de WK(en) dat toevertrouwen aan de AK. Daarmee zijn het dan taken geworden die in het beleidsplan van de AK worden behandeld en worden vastgelegd. De term bovenwijkse taken is gangbaar, maar kerkordelijk gezien dus niet juist. Het zijn taken van de WK(en) die aan de AK zijn toevertrouwd en vastgelegd zijn in een plaatselijke regeling. Tegen deze achtergrond worden ze in dit Werkboek AK taken genoemd. Het ministerie bestaat niet meer. Wanneer een AK iets van de predikanten wil of verwacht zal ze dat compleet nieuw moeten formuleren, want er is geen kerkordelijke figuur die predikanten functioneel samenbindt. Ook wanneer de classis de betreffende gemeente-met-wijkgemeenten heeft aangewezen als een gebied voor een werkgemeenschap, is die werkgemeenschap nog lang niet automatisch zoiets als het oude (breed) ministerie; om nog maar te zwijgen van een team. De gemeenschappelijke regeling in ord.4-11 zou teamvorming in centrale gemeenten c.q streekgemeenten mogelijk kunnen maken. Maar daarvoor moet dus een nieuw plaatselijk reglement worden opgesteld. Bijlage 1.1 De toekomst van de kerk (lezing van prof.d.r Gerben Heitink voor classis Barendrecht) zie pag 5 Bijlage 1.2: Interne notitie breed ministerie (gemeente Assen). zie pag 13 2. Beleidsplan, werkplan, taakverdeling: een samenhangend geheel. Het profiel van een (centrale) gemeente wordt zichtbaar in een beleidsplan. Evenals de WK(en) maakt ook de AK een beleidsplan. Het beleidsplan wordt niet alleen vastgesteld, maar ook geëvalueerd (ordinantie 4.7.1). Het beleidsplan (voor een periode van vier jaar) wordt vertaald in een werkplan (voor een periode van een a twee jaar.) In het werkplan worden de in het beleidsplan geformuleerde kernfuncties geconcretiseerd in beleidsvoornemens/doelen. De activiteiten met het oog hierop zijn vast te leggen in taakomschrijvingen. In een centrale gemeente hebben de taakomschrijvingen dus zowel betrekking op wijkgebonden taken, als op de AK taken. Veelal betreffen wijkgebonden taakomschrijvingen de terreinen: eredienst, pastoraat, vorming en toerusting (waaronder catechese). De AK taken verschillen al naar gelang de context van gemeente tot gemeente. Ondersteunende literatuur: Bronnen van Beleid, Werkboek voor beleidsontwikkeling, 2 e herziene druk, augustus 2004. Samenstelling: Peet Valstar. Uitgave PLD, brochureverkoop@pkn.nl In het nadenken over de verdeling van taken moeten twee processen niet door elkaar lopen a) het proces waarin de wijkkerkenraden besluiten welke van hun taken zij (cf. 4 9 4) aan de AK toevertrouwen. b) het proces waarin de predikanten en kerkelijk werkers zich bezinnen op de vraag welke professional welke taak gaat uitvoeren uit deze (dan) AK-taken. Het is aan te bevelende verantwoordelijkheid voor de interne en externe communicatie te delegeren aan een taakgroep communicatie. Bijlage 2.1 Rapportage van Team in Oprichting aan AK (gemeente Arnhem) Zie pag. 15 Bijlage 2.2 Taakgroep communicatie (gemeente Enschede) pag. 17 Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 1

3. Verdeling AK taken Wanneer het ministerie een voorstel van taakverdeling voorlegt aan de AK zijn de volgende vragen van belang: 1) zijn de juiste taken als AK gedefinieerd? 2) is er sprake van een evenwichtige inzet van predikanten en kerkelijk werkers over de AK taken? 3) sluit de AK taakverdeling aan bij de (aanwezige) kwaliteiten c.q. sterke punten van de vrijgestelde beroepskrachten? Het proces van verdeling van AK taken bevat globaal de volgende stappen; 1) inventariseren van de feitelijke AK taken, inclusief de benodigde werktijd. Deze feitelijke inventarisatie kan verdeeld worden over gemeente/classis/land, 2) het overwegen van de vraag welke WK activiteiten iedere beroepskracht gemeentebreed zou willen aanbieden, inclusief een schatting van de benodigde werktijd, 3) het stellen van prioriteiten door aan te sluiten bij de in het beleidsplan omschreven functies/doelen, 4) het verkenning van opties over mogelijke verdeling over personen (dus: mee denken met elkaar), 5) de (nieuwe) AK taken kort omschrijven in termen van het beleidsplan, 6) de AK vragen zich uit te spreken over het voorstel, 7) zich bereid verklaren mee te denken in door AK ingestelde commissies op welke wijze in verband met de beschikbare werktijd - WK taken beperkt kunnen/moeten worden. Het is duidelijk dat wijkgebonden predikanten hierdoor in conflict kunnen komen met zich zelf, met de eigen wijk of met beide. De wijkgebonden predikant kan in een positie verzeild raken waarin hij/zij als wijkgebonden predikant (mede) leiding moet geven aan een veranderingsproces bij gemeenteleden van wie de moeite met dit proces ook zijn/haar moeite is. Daarom is het van belang dat ambivalenties bij dit veranderingsproces in teamverband niet worden overruled, door anderen of door zich zelf, maar worden erkend en benoemd. Het moet voor de beroepskrachten zelf duidelijk zijn wat men ziet als meerwaarde van samenwerken in teamverband. Een duidelijke en doorleefde visie is uiteindelijk de enige werkelijk motiverende kracht tot verandering. De eindverantwoordelijkheid voor de verdeling van taken berust bij AK c.q. WK. Het team van beroepskrachten vervult een zgn. indirecte functie ten aanzien van de ontwikkeling van visie en beleid bij de verdeling van taken. Het team als alternatieve kerkenraad is een valkuil. Bijlage 3.1 Verdeling(AK) taken (gemeente Enschede) Zie pag. 18 4. Persoonlijk Ontwikkelings Plan Om het voorstel tot taakverdeling concreet te maken kan iedere beroepskracht een soort Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) opstellen en koppelen aan de vernieuwde taakomschrijving. Ook deze POP moet in tijd gekwantificeerd worden. Dus: wat (tijd, middelen) heb ik nodig om mij verder te bekwamen in deze door mij/ons gewenste richting. Een POP is altijd contextueel van aard: in deze gemeente, met deze medeberoepskrachten en met deze eigen kwaliteiten. Het spreekt vanzelf dat de arbeidsvreugde voor een redelijk groot deel door deze ontwikkelingsmogelijkheid vergroot wordt. Het is een doorgroeien in een richting die overeenkomt met de reden waarom voor het beroepsmatig werken in de kerk indertijd is gekozen. Ook dit POP moet aan de AK ter goedkeuring worden voorgelegd. Het profiel van de individuele werker wordt hierdoor pregnanter. De functieprofilering van de dienstdoende beroepskrachten maakt het de AK c.q. WK mogelijk een scherper functieprofiel op te stellen voor nieuw aan te trekken beroepskrachten. Bijlage 4.1 Tijd en planning (Werkvorm Gerard Groener) Zie pag. 20 5. Evaluatie als instrument voor het ontwikkelen van beleid. Evaluatie is pas op de plaats maken om vast te stellen in welke mate bereikt is wat men zich had voorgenomen. 1) In de brochure Evaluatiegesprekken voor predikanten en kerkelijk werkers wordt een handreiking gedaan voor het voeren van evaluatiegesprekken met de beroepskrachten door een door AK (WK) ingestelde commissie.. De verslagen van deze gesprekken ondersteunen beleidsontwikkeling. 2) Evaluatie is ook een essentieel onderdeel van het teamproces. De evaluatie betreft de inhoud (is het doel bereikt?) en het proces (hoe is het doel bereikt?) Bijlage 5.1 Succesfactoren van een team. Zie pag 21,22 Toegankelijke werkvormen: Werkboek Teamvorming voor predikanten en kerkelijk werkers, herziene uitgave juli 2003, p. 15 18 en p. 25. Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 2

De beide Brochures zijn via de website van de Werkbegeleiding te downloaden. Ook te bestellen via brochureverkoop@pkn.nl 6. Het kerkordelijk verschil in positie van de kerkelijk werker en de predikant. De predikant is verplicht deel te nemen aan de Werkgemeenschap, de kerkelijk werker kan uitgenodigd worden. De predikant is lid van de kerkenraad (een van de predikanten moet ook lid zijn van het moderamen van de AK), de kerkelijk werker kan uitgenodigd worden als adviserend lid zonder stemrecht. Voor de predikant zijn evaluatiegesprekken louter evaluatiegesprekken zonder rechtspositionele consequenties, voor de kerkelijk werker hebben evaluatiegesprekken de status van functioneringsgesprekken van een werknemer met een werkgever. Deze kerkordelijke verschillen bepalen bewust of onbewust niet alleen de wijze waarop de beroepskrachten in hun werk staan, maar ook waarop men tegenover elkaar staat in het teamoverleg. In de samenwerking van predikanten en kerkelijk werkers is dan ook duidelijkheid en zorgvuldigheid geboden. De duidelijkheid komt primair tot uiting in het verwerven van een gedeeld inzicht in de functie van het team (het verwerven van teaminzicht; zie Werkboek Teamvorming 2003, p. 10.) Het team is een functionele eenheid die zelf voor een groot deel bepaalt wat voor soort team men wil zijn en op wat voor wijze de eigen expertise in het team wordt ingebracht. In de bijdrage aan dit teamdoel zijn de beroepskrachten aan elkaar principieel gelijkwaardig (een functionele gelijkheid). In positie zijn predikanten en kerkelijk werkers kerkordelijk aan elkaar ongelijk. De zorgvuldigheid komt primair tot uiting in de evaluatieve momenten waarop men met elkaar bespreekt in welke mate de kerkordelijke ongelijkheid in positie invloed uitoefent op het functioneren in het teamberaad. Verdoezelen van het verschil in positie is kenmerk van onzorgvuldigheid. 7. Teamoverleg en agendering Het starten van het proces van teamvorming kan niet zorgvuldig genoeg plaats vinden. Teamvorming begint met de vraag: waarom en waartoe teamvorming? Op grond van het antwoord op deze vraag vormt men zich een beeld wat voor soort team men wil zijn (zie bijlage 7.1). Een werkprotocol is de operationalisering van de visie van het team op zich zelf (zie bijlage 7.2) De agenda ordent de beschikbare tijd overeenkomstig het vastgestelde doel van de vergadering (zie bijlage 7.3). De voorzitter heeft de rol de vergadering bij dit vastgestelde doel te houden en de vergadering heeft de taak de voorzitter bij deze rol te bepalen. Het verloop van de vergadering stoelt op een gedeeld inzicht in het doel van het overleg. De afgesproken procedure leidt de vergadering naar dit doel. Men kan kiezen tussen: een roulerende voorzitter (de secretaris is de voorzitter van de volgende vergadering) of een vaste voorzitter en vaste secretaris gedurende een bepaalde periode. Beide vormen hebben voordelen en nadelen. Bij een roulerend voorzitterschap, verdeeld over alle teamgenoten, worden allen beurtelings in de rol van voorzitter bepaald bij de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de teamvorming. Methodisch werken daagt uit tot duidelijkheid.in een doordacht samenwerkingsverband etting durft men eerder risico s te nemen in het onderzoeken wat (in het werk) op het spel staat. Onderzoek van de eigen argumentatie in teamverband is een vorm van je gezicht laten zien. Geen creativiteit zonder het nemen van risico. De beschikbare tijd van de vergadering wordt verdeeld over drie aspecten van het teamoverleg: verdiepen, regelen en evalueren. Een terminering in tijd per onderdeel dynamiseert het overleg. Vergaderen wordt op deze manier niet iets wat er ook nog bij komt. Een (verkorte) vorm van intervisie volgens model 1 van het Werkboek Intervisie voor pastores, uitgave PLD is een adequaat middel tot verdieping van de bespreking. ( Dit Werkboek is te downloaden van de website van de Werkbegeleiding of via de Brochure verkoop te bestellen.) De status van het gesprek moet duidelijk zijn: brainstormen, een besluit voorbereiden, een besluit nemen, of terug kijken op het effect van het genomen besluit. Ook per onderdeel van de vergadering moet de status van het gesprek voor ieder duidelijk zijn. Bijlage 7.1 Brief aan teamleden als uitgungspunt voor teamvorming. p 23 Bijlage 7.2 Werkprotocol Team in Oprichting (gemeente Arnhem) p 24 Bijlage 7.3 Agenda teamoverleg (gemeente Assen) p 25 Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 3

8. Werkgemeenschap en teamvorming. Aan de werkgemeenschap van predikanten ligt geen bepaalde gemeenschap van gemeenten ten grondslag. De werkgemeenschap wordt gezien als een instrument van de Classicale Vergadering ter bevordering van saamhorigheid en bezinning van predikanten. Deze relatering aan de CV betekent dat er geen verband bestaat tussen de werkgemeenschap en de werkplekken van de beroepskrachten. Het karakter van de werkgemeenschap is daarmee bepaald als een oefenplaats in collegialiteit zonder samenwerkings-verplichting. In tegenstelling tot de werkgemeenschap veronderstelt teamoverleg van beroepskrachten een onderliggend team van (wijk)gemeenten dat in de (Algemene) Kerkenraad samenkomt. Het karakter van een team is daarmee bepaald als oefenplaats in collegiaal samenwerken met een samenwerkings-verplichting. Bijlage 8.1 Lezing op de instructiedag vertegenwoordigers werkgemeenschappen (door dr Jan Bruin) Zie pag. 27 Bijlage 8.2 Samen kun je meer dan alleen. Projectmatig samenwerken van kerkenraden en predikanten (gemeente Nieuwkoop) pag. 31 9. Team en spiritualiteit. De teamvorming staat ten dienste van de opbouw van de gemeente. Teamvorming is dus geen doel in zich zelf. Kerkelijke dienst is collegiaal van structuur. Op grond hiervan staan pastores, juist als beroepskrachten, ook in een persoonlijke verhouding ten opzichte van elkaar. Dus: eerst de kerkelijke dienst, dan de functie en dan de persoon. Het Z/zakelijke is persoonlijk. Bijlage 9.1 Teamvorming en spiritualiteit, lezing Gerard Groene.(fragment). Zie pag. 34 Bijlage 9.2 Openbare liturgische afsluiting van een teamvergadering (gemeente Nieuwkoop) pag. 37 10. Team-begeleiding: een aanbod van de Werkbegeleiding voor predikanten en kerkelijk werkers. Er kan gekozen worden uit het volgende aanbod: 1) Consult (telefonisch/pld/eigen werkplek); 2) Consult op basis van een in het team beantwoorde vragenlijst; 3) Begeleiding op basis van contract; 4) Teamtraining (maximaal twee dagen) op zelf te bepalen locatie; 5) Tweedaagse team training in kader van PAO op Hydepark. (13/14 maart 2006). Bijlage 10.1 Programma onderdelen tweedaagse teamtraining Bijlage 10.2 Tekst PAO folder Bijlage 10.3 Telefonische coaching Zie pag. 38,39 Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 4

C. Bijlagen Werkboek Team deel II De kerkorde Bijlage 1.1 Onderwerp: kleine gemeenten in relatie tot teamvorming beroepskrachten Status: lezing voor classis Barendrecht Datum: februari 2005 Informatie bij: Prof.dr. G.Heitink (G.Heitink@quicknet.nl) Bijlage 1.1 De Toekomst voor de kerk? De vraag die vanavond aan de orde is werd mij voorgelegd als een praktisch probleem. Ik kan het in één zin formuleren: Hoe moet het verder met kleine gemeenten die nu of op den duur geen eigen predikant meer kunnen betalen? Deze vraag heeft een hoge mate van urgentie en vraagt kerkelijk beleid, zowel op plaatselijk niveau als regionaal op het niveau van de classis. Ons op de situatie bezinnen, zoals vanavond, vind ik belangrijk. Maar voor mijn besef gaat het om meer dan alleen een praktisch probleem. Hierbij is ook onze visie op de kerk in de moderne samenleving en op het werk van de predikant in het geding. Daarom wil ik mij in mijn inleiding niet tot de praktische vragen beperken maar ook op de achterliggende historische en maatschappelijke ontwikkelingen ingaan. Praktisch probleem Maar ik begin bij de praktische vragen. Gemeenten worden te klein en predikanten te duur. 1. Wat de gemeenten betreft geef ik enkele cijfers. De tot de PKN behorende kerken verliezen jaarlijks maar liefst 2% van hun leden, dat zijn er meer dan 60.000. Zo n zestig grote gemeenten dus. En dat nu al jaar in, jaar uit. Over 2003 bedroeg het aantal zelfs 75000, zo werd onlangs bekendgemaakt. En over 2004 zal het percentage explosief hoger zijn gezien de afsplitsing van de Hersteld Hervormde Kerk en enkele gereformeerde kerken. Dat mensen de kerk verlaten wil overigens niet zeggen dat ze daarmee meteen ongelovig worden. Het merkwaardige is dat terwijl nog slechts ongeveer 35% van de bevolking lid van een kerk is, tegelijk meer dan tweederde van de Nederlanders zegt op een op andere manier gelovig te zijn. Geloof en kerk vallen niet langer samen. Daar ligt een kloof tussen. Je vindt ook veel geloof buiten de kerk en daar tegenover ook twijfel en ongeloof binnen de kerk. Anders gezegd: Kerkelijke en buitenkerkelijke mensen gaan qua beleving steeds meer op elkaar lijken. Voor steeds meer mensen behoort het lid zijn van een kerkelijke gemeente niet meer tot de kern van hun bestaan. De mondige geïndividualiseerde mens heeft minder behoefte aan gemeenschapsverbanden. Daarnaast spelen demografische factoren zoals vergrijzing een belangrijke rol. In veel gemeenten in de Randstad bestaan de kerkgangers merendeels uit vijftig- of zestigplussers. Daar is op zich niks mis mee. Ernstiger is dat jongeren op steeds jeugdiger leeftijd afhaken omdat de kerk hun blijkbaar weinig te bieden heeft. Nieuwbouwwijken vertonen weliswaar een florissanter beeld, maar ook nieuwe wijken verouderen tamelijk snel. Kerken die enkele decennia geleden gebouwd werden worden nu soms al niet meer gebruikt. Waar Samen op Weg heeft geleid tot het samengaan van gemeenten op plaatselijk niveau is de kerk voller, althans in het begin, maar al spoedig blijkt dat 1 + 1 geen 2 is en dat bij samengaan ook velen afhaken, vanwege het verlies van het kerkgebouw of van de vertrouwde eigen kerkelijke cultuur. Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 5

2. Als tweede punt noemde ik het duurder worden van de predikanten. Voor alle duidelijkheid: dit houdt niet in dat predikanten meer zijn gaan verdienen, want een predikant moet het nog altijd doen met een modaal leraarssalaris. Het duurder worden zit voor kleine gemeenten hierin dat per 1 januari een nieuwe traktementsregeling is ingegaan. Afgezien van overgangsmaatregelen betekent dit dat alle predikanten voor een gemeente even duur worden, namelijk 64000 Euro, voor een deel af te dragen aan het landelijk traktementsfonds. Iedere gemeente betaalt een basistraktement en de jaarlijkse periodieken worden betaald vanuit de landelijke kas. Op deze wijze hoopt men de mobiliteit in het beroepingswerk te bevorderen en tevens de beschikbare predikanten eerlijker over de kerken te verdelen. In een rijke gemeente staat nu soms een volle predikant voor 300 leden, terwijl in een andere gemeente een predikant de zorg heeft over het vijfvoudige, zo n 1500 leden. Bij een eerlijker verdeling zou een gemiddelde predikantsplaats ruim duizend gemeenteleden tellen. In grote steden waar de problematiek het zwaarst is, is ook de kaalslag het hevigst. Er zijn hele wijkgemeenten die nu al niet meer over een predikant kunnen beschikken. De nieuwe regeling is dus niet onbillijk maar wel ingrijpend, omdat het verschijnsel kandidaatsgemeente hierdoor op den duur verdwijnt. In een kleine gemeente het vak leren is er niet meer bij. Jonge predikanten met weinig dienstjaren zijn niet langer goedkoper. Wat moeten we doen? Tegen deze achtergrond staan kleine gemeenten voor de vraag: Wat moeten we doen? Dan tekenen zich twee mogelijkheden af. De eerste is het beroepen van een parttime predikant of een kerkelijk werker. De tweede is de weg van regionalisering door het aangaan van een samenwerkingsverband met een of enkele andere gemeenten door samen een of enkele predikanten te beroepen. Dit laatste binnen de mogelijkheden die de kerkorde hiervoor biedt. De keuze is niet eenvoudig. Beide uitwegen tellen voor en nadelen. 1. De keuze voor een deeltijdpredikant heeft als voordeel dat het eigen vertrouwde kerkelijk leven in stand gehouden wordt, of beter gezegd misschien langer wordt gerekt. Uit een onlangs gehouden onderzoek onder parttime predikanten in de PKN 1 blijkt dat een deeltijdpredikant in overleg met de kerkenraad prioriteiten moet stellen. Deze prioriteiten zijn met name het voorgaan in de eredienst en in gelegenheidsdiensten bij rouw en trouw en het uitoefenen van het pastoraat aan de kerngemeente. Een deeltijdpredikant komt als regel niet toe aan innovatie, het opzetten van nieuw werk, voor bijvoorbeeld jongeren of op missionair en diaconaal gebied. En aan bovenplaatselijk werk buiten de eigen gemeente, bijvoorbeeld binnen de classis, blijkt zo n predikant al helemaal geen boodschap te hebben. Ik wil hiermee niet zeggen dat alle uitvoerend werk bij de predikant berust, we zijn geen domineeskerken, maar wel dat deze er in veel gevallen de motor van is. Kiezen voor een deeltijdpredikant betekent helaas in veel gevallen het begin van het einde. De kerngemeente wordt kleiner en binnenkerkelijker en de predikant wordt meegezogen in deze neerwaartse spiraal. Het kan misschien anders wanneer een gemeente over een flink kerkelijk kader beschikt, waardoor groepen gemeenteleden als liturgiecommissie, als werkgroep pastoraat, als jeugdraad of missionair team zelf het initiatief nemen en de uitvoering van het werk voor hun rekening nemen, waarbij de predikant meer optreedt als toeruster in de tweede lijn ter instructie van de vrijwilligers. Maar dat vraagt een andere invulling van het predikantschap en daarvoor zijn veel predikanten onvoldoende opgeleid. In dat geval zou misschien eerder gedacht moeten worden aan een agogisch geschoolde theoloog in de persoon van een kerkelijk werker, als een gespecialiseerde functie. Een kerkelijk werker heeft als voordeel dat deze meer flexibel is en niet via het bekleden van een ambt blijvend aan de kerk verbonden wordt, maar de functie is zeker niet bedoeld om op een meer bescheiden niveau Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 6

alle taken van een predikant op zich te nemen. Een kerkelijk werker is geen gemankeerde dominee, maar beschikt over een eigen professionaliteit. 2. De andere weg is die van regionalisering (een woord dat de voorkeur verdient boven schaalvergroting 2 ). Het nadeel hiervan is dat het vertrouwde kringetje van de eigen gemeente doorbroken wordt, wat gepaard kan gaan met een verweesd gevoel bij een bepaalde groep gemeenteleden, maar daar staat tegenover het grote voordeel dat een gemeente meer volume krijgt. Om jongerenwerk op te zetten moet een gemeente een flink aantal jongeren tellen, een kring waarin jongeren leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten. In kleine gemeenten hebben we per leeftijdscategorie als regel te maken met te kleine aantallen. Om meer naar buiten gericht te zijn en diaconale en missionaire activiteiten op te zetten heb je als gemeente eveneens meer volume nodig. Met andere woorden: in regionaal verband is het mogelijk in onderling overleg alle functies van het kerk-zijn te blijven uitoefenen en de vicieuze cirkel van een sterfhuisgevoel te doorbreken. Een bijkomend voordeel is dat een predikant collega s krijgt. Op regionaal niveau kan het predikantschap in teamverband worden uitgeoefend. Men kan afwisselend in de verschillende gemeenten voorgaan en taken beter onderling verdelen. De ene predikant is goed in catechese, de ander in ouderenwerk, een derde in gemeenteopbouw, een vierde in diaconaat, een vijfde in public relations. Werkend in teamverband kunnen ieders gaven en specialisatie beter tot hun recht komen. Op de achtergrond speelt mee dat het predikantswerk inmiddels zoveel taken kent dat niet ieder in alles goed kan zijn en een gematigde specialisatie daarom voor de hand ligt. Ook hier valt meer over te zeggen, maar dat komt straks misschien nog wel. Ik meen de praktische vraag van het begin (hoe om te gaan met kleiner wordende kerken en duurder worden dominees?) enigszins beantwoord te hebben. Het moge duidelijk zijn dat mijn voorkeur uitgaat naar regionalisering. De volgende vraag is dan of de kerkorde van de PKN hiervoor mogelijkheden biedt. De kerkorde Bij de beantwoording van deze vraag laat ik mij leiden door een artikel dat ds. Jan Bruin, scriba van Noord Holland, aan deze materie heeft gewijd. 3 Terecht gaat hij er van uit dat kerkordelijk gezien voor een samenwerkingsverband van predikanten een samenwerken van gemeenten noodzakelijk is. Welke mogelijkheden biedt de kerkorde? De eerste is die van een combinatie van gemeenten, waarbij gemeenten hun predikanten delen, op basis van een met instemming van de classis gesloten samenwerkingsovereenkomst (zie ord. 2-15). Als tweede kent de PKN de zo geheten gemeenschappelijke regeling (ord. 4-11). Deze houdt in dat kerkenraden taken die beter gemeenschappelijk kunnen worden uitgevoerd overdraagt een commissie, uiteraard met goedvinden van de classis. De derde mogelijkheid is de streekgemeente. Deze bestaat uit zelfstandige gemeenten die een aantal zaken onder gemeenschappelijke verantwoordelijkheid brengen, waartoe een streekkerkenraad wordt ingesteld. Tot een streekgemeente kunnen ook huisgemeenten behoren (zie ord. 2-17). De vierde mogelijkheid is de gemeente met wijkgemeenten (ord. 2-16), vergelijkbaar met een streekgemeente, waarbij een aantal taken onder de algemene kerkenraad vallen. Hierbij kan ook sprake zijn van wijkgemeenten van bijzondere aard, op basis van modaliteit of andere omstandigheden. Een team van predikanten kan dan beschouwd worden als een ambtelijke werkgroep die werkt onder verantwoordelijkheid van de algemene kerkenraad. Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 7

De vijfde mogelijkheid is de federatie, een samenwerkingsverband van gemeenten van verschillende tot de PKN behorende kerken (zie ord. 2-11-6). Een laatste mogelijkheid is de vereniging (ord. 2-12) of samenvoeging (ord. 2-14) van gemeenten. In deze volgorde, van samenwerkingsovereenkomst tot fusie, is sprake van steeds hechtere vormen van samenwerking tussen gemeenten en predikanten, waarbij geen, dan wel een deel, dan wel de volledige verantwoordelijkheid wordt overgedragen van plaatselijk naar bovenplaatselijk niveau. Ik kan me hierbij ook een groeimodel voorstellen. De classis als grondvergadering van de kerk zou het initiatief kunnen nemen om een plan te maken dat voor alle gemeenten in haar ressort de beste toekomstperspectieven biedt. Tot zover de kerkorde die voldoende mogelijkheden tot samenwerking biedt, zij het allemaal op basis van het territoriale principe. Mijn uitgesproken voorkeur voor regionalisering wordt mede gevoed door ontwikkelingen in kerk en samenleving waar ik in het vervolg van mijn verhaal nu wat dieper op wil ingaan door het schetsen van enkele historische en maatschappelijke lijnen. Historische ontwikkelingen Allereerst het historisch perspectief. 4 Als we over kerk spreken hebben we historisch gezien te maken met verschillende typen van geloofsgemeenschap. Meestal onderscheidt men drie typen. Het eerste is dat van de publieke kerk, soms ook volkskerk genoemd en in verschillende landen bekend als de staatskerk. Het is een kerk die zoveel mogelijk heel de samenleving en alle mensen omvat. Kerk en samenleving vormen één geheel. Het ambtelijk spreken en sacramentele handelen staan binnen dit kerktype centraal, maar het godsdienstig besef van de leden is vaak een dun vernisje. De Hervormde kerk heeft zichzelf heel lang verstaan als een Christus belijdende volkskerk. Het tweede type is dat van de vrije kerk, gedragen door de leden zelf, een meer besloten gemeenschap, een op zichzelf staand kerkgenootschap of denominatie, een sociaal verband dat zich onderscheidt van zijn omgeving, eisen stelt aan lidmaatschap en net als een vereniging onderscheid maakt tussen leden en niet-leden. Dit type hecht grote waarde aan de mondige gemeente, het priesterschap van alle gelovigen en de onderlinge gemeenschap. De Gereformeerde Kerken waren tot voor kort echte verenigingskerken. Het derde type is het mystieke, spirituele of charismatische type, dat de nadruk legt op het individu, op bekering en wedergeboorte. De persoonlijke beleving, de mystieke ervaring, staat voorop en de organisatie en ambtelijke structuur zijn secundair. Eerder manifesteert dit type zich als een beweging, zoals de basisbeweging of de evangelische beweging. Deze drie typen -het individuele, het sociale en het publieke type van geloofsgemeenschap-, hebben altijd naast elkaar bestaan. Want het christelijk geloof kent vanaf zijn bijbelse wortels individuele gestalten, sociale gestalten en publieke gestalten. Individuele gestalten, want Jezus roept mensen op tot bekering en navolging. Sociale gestalten, want het evangelie roept op tot broederschap en zusterschap, binnen een gemeente als lichaam van Christus. Publieke gestalten, want het gaat in het evangelie om de komst van het Rijk van God dat veel breder is dan de kerk en heel de samenleving omvat vanuit een diep verlangen naar vrede en gerechtigheid. In elk kerktype staat één van deze geloofsgestalten centraal. Maar er is niet alleen sprake van een naast elkaar, ook van een na elkaar. Althans in Nederland. Nederland kende eeuwenlang een publieke kerk van het eerste type sinds Willem van Oranje in 1573 voor het calvinisme koos. Ik zeg publieke kerk, want Nederland kende geen staats- of volkskerk, daarvoor was de aanhang te gering. Maar vrijwel iedereen werd gedoopt en kon binnen de kerk een huwelijk aangaan. De Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 8

predikant vervulde een openbaar ambt in een publieke kerk en was met de kerkenraad belast met de uitoefening van de kerkelijke rechtspraak (tucht). Maar omdat de gereformeerde religie met zijn nadruk op uitverkiezing zich moeilijk verdroeg met een kerk voor iedereen, werd lange tijd onderscheid gemaakt tussen lidmaten en liefhebbers van de gereformeerde religie. De lidmaten traden toe tot de avondmaalsgemeenschap en stelden zich onder de kerkelijke tucht. De liefhebbers waren meer de zondagse toehoorders, die geloof en kerk een warm hart toedroegen maar geen overtuigde calvinisten waren. Zo was er sprake van een belijdende maar open kerk met een publieke uitstraling. In de 19 de eeuw ontstond door de scheiding van kerk en staat een tweede heel ander kerktype. Door de vrijheid van godsdienst kregen alle kerken, ook de katholieke, gelijke rechten en werd de voormalige publieke kerk een denominatie naast andere. Belangrijker is dat de kerken nu uitgroeiden tot een eigen sociaal verband, een gemeenschap die betrekkelijk los kwam te staan van de samenleving. De kerk werd een vereniging, een kerkgenootschap. Ze ontwikkelde een eigen taal, een eigen cultuur en raakte op den duur van grote groepen van de bevolking en van de samenleving vervreemd. De kerk raakte naar binnen gericht. Sociologen noemen dit de verkerkelijking van het christendom. Zo groeide er langzaam een onderscheid tussen binnen- en buitenkerkelijken. Want de kerk bepaalde wie er bij hoorden en dat betekent dat velen afvielen. De buitenkerkelijken, aanvankelijk een kleine minderheid, groeiden langzaam in aantal, een eeuw geleden nog nauwelijks 1% maar in onze tijd zo n 65% (tweederde) van de bevolking. Dat betekent dat de kerk vanaf de 19 de eeuw heel bewust aan kerstening en evangelisatie moest gaan doen om wie er buiten vielen weer binnen te halen en een rol te blijven spelen op diaconaal en sociaal gebied. Binnen dit kerktype krijgt de predikant een heel andere rol. Laat ik dat wat uitwerken, want aan het werk van de predikant kun je die verkerkelijking van het christendom het beste aflezen. Van een publiek ambt wordt het een binnenkerkelijk beroep, dat zich ontwikkelde tot het bekende schaap met vijf poten. Door de scheiding van kerk en staat wordt de predikant om te beginnen verantwoordelijk voor het godsdienstig onderricht, aanvankelijk op de scholen op de hiervoor vrijgeroosterde woensdagmiddag, en later voor de kerkelijke catechese, daarvoor taken van de schoolmeester. In de 19 de eeuw komt ook het individuele pastoraat op, als vrucht van het proces van individualisering en subjectivering, want een mens is meer dan kerkmens. De zorg voor mensen, hun individuele vragen en noden, het bezoek van zieken en de kerkelijke begrafenis worden belangrijke taken van de predikant. Voor die tijd waren er ziekentroosters terwijl de schoolmeester tevens begrafenisdienaar was, want lijkpredicatiën waren volgens de Dordtse Kerkorde, zijnde Rooms stoutigheden, verboden. Aan een begrafenis kwam meestal geen predikant te pas. Behalve leraar en herder werd de predikant vanaf de 20 ste eeuw ook liturg. Nog in de 19 de eeuw werd de voordienst verzorgd door de voorlezer en voorzanger, als regel eveneens de schoolmeester. Daarna pas kwam de predikant binnen die zich beperkte tot de preek en het grote gebed, meestal zonder enige relatie met de voor zijn binnenkomst gelezen schriftgedeelten. Veel geletterde kerkgangers bezochten alleen dit deel van de dienst. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de kerkelijke gemeenschap meer en meer een problematische organisatie waardoor de predikant een nieuwe taak krijgt op het gebied van gemeenteopbouw. Hij of zij wordt meer manager. En in de jongste tijd, nu geloven moeilijker wordt en mensen snakken naar ervaring, spreken we ook wel over de predikant als mystagoog, iemand die mensen inwijdt in de geheimenissen van het geloof, dat is wat we sinds enkele decennia spiritualiteit noemen. Zo groeide in deze periode het predikantschap uit van een betrekkelijk eenvoudig ambt tot een overcomplex beroep. Predicator, Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 9

leraar, pastor, liturg, agoog, geestelijk begeleider, kortom schaap met vijf of zes poten. Nog altijd het dominante type van de dominee m/v, in een poging die gemeenschapskerk overeind te houden. Zo zien we dat een andere samenleving als gevolg van de scheiding van kerk en staat leidt tot een ander kerktype en daarmee een andere invulling van het predikantschap. Dit kerktype kwam tot grote bloei in de periode 1850-1960. Nederland werd een zeer kerkelijk land. Er ontstonden hechte kerkelijke gemeenschappen met een grote mate van betrokkenheid en de predikant als spil van de gemeenschap. Ik heb dit tweede type wat uitvoerig geschetst, want dit is de manier van kerk-zijn waarin de ouderen onder ons, ook ikzelf, zijn groot geworden. En als we spreken over achteruitgang van de kerk hebben we met name de teloorgang van dit kerktype voor ogen. Nederland was nooit zo n kerkelijk land als in de eeuw die ongeveer omstreeks 1960 eindigde. De culturele revolutie van de jaren zestig van de vorige eeuw betekende een radicale breuk met de gemeenschapskerk. Van de kerk van Christus belijden we dat de poorten der hel haar niet zullen overschaduwen, maar dat zegt nog niets over het wegvallen van een historisch kerktype, zoals de verenigingskerk waar in een geïndividualiseerde samenleving nog maar weinig jongeren warm voor lopen. We leven voor mijn besef in een overgangsperiode waarin we afscheid nemen van de verenigingskerk maar een goede vorm voor een meer geïndividualiseerd kerktype en een andere invulling van het predikantschap nog niet gevonden hebben. Voorlopig lijkt het derde type, dat nadruk legt op persoonlijk geloof en overgave aan Jezus, minder onder de crisis te lijden. Er is veel belangstelling voor groepen en cursussen rond spiritualiteit en levensverdieping. Ook de evangelische beweging is sterk gegroeid en kent bloeiende geloofsgemeenschappen. Daarbinnen treedt de predikant op als een charismatisch leider met een persoonlijk geloofsgetuigenis. We kunnen in de traditionele kerken heel wat leren van de wijze waarop men hier aansluiting vindt bij de jeugdcultuur, bijvoorbeeld in de keuze van muziek en liederen. Het probleem is echter dat veel moderne gelovigen zich hier niet bij thuis voelen omdat zij als kinderen der Verlichting het geloof minder verstaan als blijdschap en zekerheid, maar meer als twijfel en aanvechting, wat ook een heel andere spiritualiteit met zich meebrengt. Zij denken pluraler over het geloof en minder exclusief over de persoon van Jezus. De praktische vraag waarbij ik inzette kan ik nu ook anders formuleren. Aldus: Hoe kunnen in zichzelf gekeerde geloofsgemeenschappen van het sociale type een meer open kerk worden, met aandacht voor de belevingswereld van het individu en een dienende rol binnen het publieke domein? Het maatschappelijk perspectief Om deze vraag te beantwoorden moeten we ons ook rekenschap geven van maatschappelijke ontwikkelingen. Ik noem er vier, allereerst het proces van individualisering. Individualisering heeft grote gevolgen voor de kerk als gemeenschap, met name voor het 19 de eeuwse verenigingsmodel. Naarmate mensen individualiseren beleven ze lidmaatschap als knellend en nemen ze afscheid van de kerk. Dit heeft consequenties voor je kerkmodel. Een kerk die zich alleen richt op haar meelevende leden verschrompelt; een kerk zal zich meer als een open kerk moeten richten op alle mensen in haar omgeving, het dorp, de buurt, en proberen aan te sluiten bij algemeen menselijke behoeften van zingeving, geborgenheid, educatie en zorg. Daar is religie goed voor. Denken vanuit de behoeften van mensen vraagt een omkering in het kerkelijk denken door van buiten naar binnen denken. Ik noem als tweede het proces van pluralisering. Mensen leven in toenemende mate in verschillende werelden, als gevolg van hun opleiding of studie, hun vaak gespecialiseerde beroep, de culturele kringen waarin ze zich bewegen. Ze hebben daardoor ook heel verschillende belevingswerelden. Niet alleen de samenleving, ook de Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 10

kerk wordt steeds pluraler. Want dat mensen er heel verschillende belevingswerelden op nahouden, betekent ook dat er binnen één kerk grote verschillen in geloofsbeleving optreden. De leefwereld van de een ziet er heel anders uit dan die van de ander en dus ziet ook de geloofswereld van de een er anders uit dan van de ander. Niet iedereen zal zich in een plaatselijke, territoriaal gevormde, gemeente thuis voelen. Zo n gemeente met één predikant is te eenvormig. Ik noem als derde het proces van mobilisering. Mensen zijn mobiel geworden. Ze verplaatsen zich met hun auto over grote afstanden, brengen een deel van het jaar door op de camping of overwinteren aan een warme Costa, waar ze hun eigen kerkelijk leven organiseren. Dat heeft een ontbindend effect op gemeenschapsverbanden in de eigen omgeving, de buurt, de kerk. De nabije gemeenschap maakt plaats voor een netwerk van vrienden en relaties op afstand, wereldwijd soms, maar via de e-mail onder handbereik. Dat heeft consequenties voor de zondagse kerkgang. Gemeenteleden zullen minder regelmatig de diensten in de eigen gemeente bezoeken. Ze worden meer gelegenheidskerkgangers. Onze kerkdiensten veronderstellen continuïteit van week tot week in de tred van het kerkelijk jaar. Maar gelegenheidskerkgangers komen voor de kick. Ze moeten op dit moment geraakt worden, aangesproken. Dat veronderstelt een andere orde van dienst en wellicht ook een ander soort prediking of een speciaal charisma van de voorganger om mensen hier en nu te kunnen inspireren. Gelegenheidsdiensten bij doop, huwelijk en uitvaart zijn al veel meer op de beleving van gelegenheidskerkgangers en buitenstaanders ingesteld. Ik noem als vierde het proces van intensivering van het leven, met name door de prestatiedwang, de opgevoerde werkdruk, de consumptiedwang door het aanschaffen van nieuwe gebruiksgoederen en de stress die dit alles met zich meebrengt, vooral in een gezin waar zowel vader als moeder een volledige en drukke baan hebben. Dan heb je het weekend hard nodig om op adem te komen. We kennen natuurlijk ook de bijwerkingen: stress, overspannenheid, relatieproblemen, opvoedingsproblemen, depressies, burnout. We rennen onszelf voorbij en bepalen daarvoor een hoge prijs. Ook de intensivering van het leven heeft invloed op de kerk. Mensen hebben het door de week zo druk dat ze het weekend hard nodig hebben om bij te komen en eindelijk aan elkaar en hun gezin toe te komen. Dan schiet de kerkdienst erbij in. Ook vergaderingen door de week vormen een belasting en een kerkelijke functie als die van ouderling helemaal. Velen willen zich voor een bepaald project best een paar maanden inzetten, maar vraag hen niet voor een ambtsperiode van vier jaar. Predikanten hebben daardoor minder ervaren kader om zich heen en moeten meer zelf doen. Samenvattend moet ik concluderen dat ontwikkelingen in de samenleving grote invloed hebben op ontwikkelingen in de kerk, zowel in haar organisatie als op de wijze waarop mensen hun lidmaatschap beleven. Een andere tijd vraagt een andere kerk. Een andere kerk Ik kom nu weer terug bij het praktische probleem waarmee ik begon. Wat ik schetste aan historische en maatschappelijke ontwikkelingen pleit mijns inziens voor een open kerk die tevens een veelvormige kerk is. Ik geef hiervan een korte profielschets met keuzemogelijkheden. Open gemeenten hebben een midden, een kern, de gemeenschap met God en met elkaar, die tot uitdrukking komt in de viering van het heil, maar ook in een brede uitstraling naar heel verschillende vormen van gemeenschap en dienst. Zo n gemeente staat open voor de behoeften van buitenstaanders. Haar zorg voor mensen wordt niet begrensd tot de eigen gemeente maar richt zich op de buurt, de wijk, de regio. Ze vormt kringen waar gelovigen en mensen met een andere religie en levensbeschouwing elkaar ontmoeten, heeft aandacht voor de vragen van jongeren, draagt bij aan Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 11

maatschappelijke problemen in de eigen omgeving en schuwt daarbij de publiciteit niet. Voor zo n gemeente is zieltjes winnen geen vies woord, omdat zij zich visser van mensen weet en beseft dat de groei van de gemeente vooral van buitenaf moet komen. Zo n gemeente heeft affiniteit met nieuwe media. Ze onderhoudt een website, een emailadres. De predikant schrijft een column in het huis-aan-huis blad. De gemeente verzorgt een kerkcafé en heeft aandacht voor levensverdieping en spiritualiteit. Ik noem maar voor de vuist weg een aantal mogelijkheden waarmee een gemeente zich als een open gemeenschap met een publieke uitstraling kan manifesteren. Zo n veelvormige kerk doorbreekt de grenzen van de kleine plaatselijke gemeente, overstijgt de mogelijkheden van een enkele predikant, zeker van een parttimer. Zo n gemeente vraagt professionele en theologische ondersteuning van een team van predikanten en kerkelijk werkers. Vandaar dat ik stelde dat regionalisering naast teamwork van predikanten voor mij de sleutels zijn die passen op de gemeente van de toekomst. Daar valt uiteraard meer over te zeggen, maar daarvoor is de discussie, waarvoor ik naar ik hoop voldoende stof heb aangedragen. Er is toekomst voor de kerk, ook in onze cultuur, daar ben ik van overtuigd. Bennebroek, februari 2005. Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 12

Bijlage 1.2 interne notitie breed ministerie (gemeente Assen) Onderwerp: verhouding Algemene Kerkenraad en Predikantenoverleg Status: voorbereiding ministerie vergadering; interne notitie Datum januari 2005 Informatie bij ds. Harry. Harmsen Assen e mail: harry.harmsen@hccnet.nl tel: 0 592 344570 1. In de kerkorde is er niets geregeld m.b.t. verhouding AK-ministerie. Predikanten maken via de wijkkerkenraad deel uit van de AK. Omdat in Assen de samenstelling van de AK zodanig is dat er slechts 2 predikanten inzitten, moet er op gelet worden dat het standpunt van de predikanten niet afhankelijk van deze twee predikanten klinkt in de AK. 2. Wanneer een AK iets van de predikanten wil of verwacht zal hij dat dus compleet nieuw moeten formuleren, want voor een gemeente met meer predikanten is er geen kerkordelijke figuur die predikanten functioneel samenbindt. 3. De predikanten hebben een eigen deskundigheid m.b.t. allerlei zaken in de kerk. De AK zou van die deskundigheid moeten willen profiteren, bijvoorbeeld door advies te vragen aan het ministerie of door een ongevraagd advies ter harte te nemen. De AK is overigens niet verplicht het ministerie om advies te vragen of iets met adviezen van het ministerie te doen. 4. Het ministerie kan voor de predikanten de plek zijn waar zij hun verantwoordelijkheid voor het stedelijke beleid inhoud en vorm geven. Daarvoor is in elk geval nodig: - dat het ministerie geïnformeerd wordt over zaken die spelen in de AK, hetzij door de in de AK zitting hebbende predikanten, hetzij via schriftelijke informatie vanuit de AK; - dat het ministerie een vrijplaats kan zijn voor de predikanten om zo onbeperkt mogelijk te kunnen brainstormen, nadenken, praten, overleggen enz. over allerlei zaken; - dat er vooraf duidelijkheid geschapen wordt over de status van een gespreksonderwerp (gaat het om vrijblijvende gedachtevorming, om meedenken, wordt een concreet advies verwacht?). 5. Eventuele (gevraagde of ongevraagde) adviezen van het ministerie aan de AK hoeven niet gebaseerd te zijn op eenstemmigheid in het ministerie. 6. Zogenaamde bovenwijkse taken voor de predikanten zijn -als het goed is- rechtstreeks afgeleid van het beleidsplan van de AK. Dat impliceert dat er een regeling moet komen m.b.t. - de vaststelling van deze taken; - de verdeling van deze taken onder de predikanten; - de evaluatie van de uitvoering van deze taken, waarin de verantwoordelijkheden van AK en ministerie zullen worden benoemd. 7. Een concept van de scriba AK voor de plaatselijke regeling luidt aldus: Het moderamen van de algemene kerkenraad overlegt tenminste één keer per jaar met het Ministerie van Predikanten over o.a. het beleidsplan, evaluatiegesprekken etc. Dit overleg wordt door de scriba tenminste zeven dagen van tevoren bijeengeroepen onder vermelding van de zaken op de agenda, die aan de orde zullen komen. Van dit overleg wordt een verslag gemaakt en ter vaststelling aan de algemene kerkenraad aangeboden in de eerste vergadering na dit overleg. Een overleg wordt ook door de scriba bijeengeroepen binnen veertien dagen op verzoek van het Ministerie met vermelding van de te behandelen zaken. Vragen hierbij: - is in dit concept de verhouding AK - ministerie voldoende geregeld? - is het beleidsplan een goed uitgangspunt voor het overleg? - behoeft de inhoud van het overleg meer concretisering? - is de termijn van 7 dagen voor de scriba en van 14 dagen voor het ministerie juist? - is het wel juist dat de AK het verslag van het overleg vaststelt? Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 13

Op basis van bovenstaande zullen we ons gesprek voortzetten, zo stel ik voor. Daarbij m.i. zou de vraagstelling moeten zijn: - herken je jezelf voldoende in bovenstaande? - wat zou je eventueel willen wijzigen, schrappen, aanvullen? - kunnen we op grond van bovenstaande een concept voor de plaatselijke regeling ontwerpen waarin de verhouding AK - ministerie voldoende geregeld is? Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 14

2. Beleidsplan, werkplan, taakverdeling: een samenhangend geheel Bijlage 2.1 Rapportage van Team in Oprichting aan AK (Gemeente Arnhem). Onderwerp: voortgangsrapportage van TIO aan AK Status: brief aan AK Datum december 2004 Informatie bij ds. Pierre Eijgenraam Arnhem e mail: j.p.eijgenraam@12move.nl tel: 0 26 3519531 Aan de leden van de Algemene Kerkenraad, Van: predikantenteam in oprichting Betreft: voortgangsrapportage en enkele vragen Geachte leden van de kerkenraad, In de beleidsvisie 2004-2008 hebt u als kerkenraad uitgesproken: Dynamische wijken en het Vijfde Kwadrant, gecombineerd met wijkpredikanten die naast hun eigen wijk ook nog een bijzonder aandachtsgebied hebben, zullen naar verwachting en hoop een stimulans zijn voor de ontwikkeling van de predikantengroep tot een predikantenteam. Een goede teamspirit is belangrijk voor de onderlinge ondersteuning en voor de bloei van de gemeente (Beleidsvisie 2004-2008, blz 31) Aangespoord door deze woorden zijn wij onder de naam Team In Oprichting (TIO) met elkaar hierover in gesprek gegaan. Een werkbegeleider in dienst van de PKN, heeft ons het afgelopen half jaar in dit proces begeleid. Zoals in het tijdschema achterin de beleidsvisie is aangegeven, verwacht u als kerkenraad in deze maand een rapportage over de weg die wij zijn gegaan. Het bleek niet heel eenvoudig te zijn om met een zo grote groep tot een gemeenschappelijk resultaat te komen. Allerlei zaken zijn dan ook nog lang niet uitgekristalliseerd. Wel kunnen we zeggen, dat er in een half jaar tijd veel in gang is gezet, en dat wij allen daar positief tegenover staan. De belangrijkste afspraken die wij met elkaar hebben gemaakt, vindt u in het werkprotocol, dat als bijlage aan deze brief is toegevoegd. Wij zien als voordelen van teamvorming: -minder versnippering van de werkzaamheden -verdeling van de werkzaamheden -persoonlijke uitdaging -gezamenlijke verantwoordelijkheid -onderling stimuleren en motiveren -versterking van het besef dat wij deel uitmaken van een stedelijk geheel -meer aandacht voor zaken die in de traditionele taakverdeling tot nu toe onderbelicht zijn gebleven Wij constateerden als (mogelijke) knelpunten voor de predikanten: - gehecht zijn aan de eigen wijk -eigenheid van elke pastor cq werkgebied -moeite met loslaten Wij constateerden als (mogelijke) knelpunten voor de PGA: -Hoe verhoudt het werk van het predikantenteam zich tot de samenwerking met de oecumenische partners? -Hoe wordt omgesprongen met de huidige norm van..betalende leden voor 1 fte als álle pastores zich voor het groter geheel van de PGA inzetten? Een verdeling in wijkgemeenten lijkt op gespannen voet te staan met een stedelijke taakopvatting van de predikanten. Het lijkt ons goed om hier t.z.t. nog eens met elkaar over te spreken. -Welk percentage van de werktijd (voltijd en deeltijd) wordt een predikant geacht in te zetten voor bovenwijkse taken? Zeer waarschijnlijk zullen wij op deze en andere punten u t.z.t. met vragen, ideeën en voorstellen benaderen. Voor dit moment vragen wij u zich uit te spreken over de volgende zaken: -Bent u het eens met de huidige samenstelling van het team? Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 15

Vindt u dat de predikanten van de.. (wel vertegenwoordigd) en.(-nog- niet vertegenwoordigd) behoren te participeren? Hoe denkt u over het meedoen van de pastores van stadspastoraat en studentenpastoraat? -Met het oog op dit laatste is het voor ons een handicap dat de gedachten omtrent het vijfde kwadrant in zijn verhouding tot de wijkgemeenten, en omtrent de rol en functie van de predikanten in dit geheel, tot op heden nog erg onduidelijk zijn gebleven. We hopen dat u hier spoedig meer helderheid over kunt verschaffen. -Wat verwacht u van het team? Kunt u zich vinden in de functieomschrijving die wij in ons werkprotocol hebben aangegeven? -Hoe, wanneer, aan wie en waarvan legt het team verantwoording af? -Hoe groot is de speelruimte van het team om een eigen beleid uit te zetten, en welke rol spelen de AK, de wijkkerkeraden en de betrokken besturen hierbij? Wij zien uit naar uw reactie! Met vriendelijke groet, namens het TIO, Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 16

Bijlage 2.2 Onderwerp: taakgroep communicatie interne en externe communicatie Status: voorstel aan AK Datum: februari 2005 Informatie: Jaco Zuurmond, Enschede ( jaco.zuurmond@hetnet.nl) Communicatie als taak van het predikantenteam Het beleid van de Algemene Kerkenraad Het opstellen, vaststellen en uitvoeren van het beleidsplan is een taak van de AK. Het predikantenteam weet zich verantwoordelijk om de AK inhoudelijk te ondersteunen in het ontwikkelen van beleid. Ondersteuning kan in concreto worden geboden bij: Beschrijving plus analyse van de huidige situatie. Daarbij signaleren van de vragen die aan de orde zijn zouden moeten komen. Visieontwikkeling Expliciteren van alternatieven alsmede van de consequenties van de verschillende alternatieven. Het stellen van prioriteiten, cq. concentratie van taken Inzet van mensen en middelen Evaluatie Daarnaast kan het predikantenteam de AK ondersteunen in zijn externe communicatie: Begeleiden van beleidsgesprek en beleidscommunicatie in wijkkerkenraden, wijkgemeentes, Classis, Citypastoraat etc. Structurering en concentratie van het beleidsgesprek (Hoe voer je met zo veel partijen, met alle hun eigenbelang, een samenhangend en constructief beleidsgesprek. Wat zijn de prioriteiten in het beleidsgesprek, opdat niet alles overal tegelijk besproken wordt etc.). Het predikantenteam attendeert de AK op het belang van een goede publiciteit (PR). Wij zien dat niet als een predikantentaak. Interne communicatie In een team worden taken verdeeld. Maar alle taken blijven een verantwoordelijkheid van het gehele team. Goede communicatie en informatie is derhalve van groot belang. Binnen het predikantenteam ziet de commissie communicatie de kwaliteit van de onderlinge communicatie in het team als belangrijk aandachtspunt. Het is zaak dat alle leden goed op de hoogte zijn en kunnen zijn van de verschillende activiteiten die door de leden namens het team worden ondernomen. Vooral ziet de commissie het als haar taak om te werken aan helder overzicht inzake beleid, besluiten en uitvoering op alle werkvelden van het team. Zodat relevante informatie m.b.t. álle teamtaken éénvoudig en overzichtelijk toegankelijk is voor álle teamleden. Werkboek Teamvorming deel II juni 2005 (2 e versie) PKN werkbegeleiding predikanten en kerkelijk werkers tel: 030-8801517 17