Rapport. Bezonningsonderzoek Rhijnspoorgebouw te Amsterdam. 16 augustus 2013 OO/OO/KS/SAY RA-001

Vergelijkbare documenten
Rapport. Bouwplan Hotel van der Valk te Lent Bezonningsonderzoek. Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Rapport. Bestemmingsplanwijziging De Monarch te Den Haag Bezonningsonderzoek.

Rapport. Viaduct en stationskap Haags Startstation Erasmuslijn Bezonningsonderzoek in relatie tot nabij gelegen woningen.

Figuur 1: Overzicht 3D-model, inclusief de stedenbouwkundige bouwenvelop.

Rapport. Concept. Stedenbouwkundig plan De Monarch te Den Haag Bezonningsonderzoek.

Geactualiseerd rapport

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Mariahoeve, inclusief dakopbouwen.

Rapport. Bezonningsonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Scheveningen Badplaats te Den Haag. Gemeente Den Haag - Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Aanvullend bezonningsonderzoek bestemmingsplan Spuikwartier.

Rapport. Concept. Bezonningsonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Seinpostduin te Den Haag.

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Benoordenhout, inclusief dakopbouwen.

Bezonningsonderzoek Noordgebouw U24 Stationsplein te Utrecht. Invloed van de nieuwbouw op de omgeving

Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Vrederust, inclusief dakopbouwen.

Rapport. Bezonningsonderzoek Schilderswijk Den Haag Optimalisatie. Figuur 1: Overzicht bebouwing Schilderswijk, inclusief aangepaste opbouwen.

Bestemmingsplan Wateringse Veld - Noord te Den Haag

Professor Schoemakerplantage te Delft. Bezonningsonderzoek

Figuur 1: Overzicht 3D-model bestemmingsplan met bestaande omgeving.

Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid. Bezonningsonderzoek

Bouwplan Verhulstplein te Den Haag. Bezonningsonderzoek

Bestemmingsplan Bouwlust Den Haag. Bezonningsonderzoek dakopbouwen.

Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag

Bestemmingsplan Spoorwijk Den Haag. Bezonningsonderzoek dakopbouwen

Rapport. Stedenbouwkundig plan omgeving Amstelstation Aanvullend windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat rondom Blok A.

Rapport. Invloed bouwplan De Hoop op windvang Wittebrinkse Molen te Zelhem. Figuur 1: De Wittebrinkse Molen te Zelhem.

Bestemmingsplan Archipelbuurt. Bezonningsonderzoek dakopbouwen.

Rapport. Winkelcentrum Boven t Y te Amsterdam Bezonningsonderzoek. Rapportnummer: WG Datum: 21 september 2006 AA/OO/WG RA

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg

Geluid in de omgeving ten gevolge van IHC Smit B.V. na wijziging van bebouwing

Rapport. Vlek 3. Plangebied Kanaleneiland Centrum Vlek 3, Utrecht Bezonningsonderzoek. Figuur 1: Maquettefoto.

Rapport. Aanvraag omgevingsvergunning "bouwen" First te Rotterdam: daglichttoetreding

Rapport. ROC ID College Breestraat te Leiden. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

A2203 Albo deuren aanvullende berekeningen U-waarde

Cooltoren te Rotterdam. Bezonningsonderzoek

peutz Bezonningsonderzoek Keiweg Oosterhout Beoordeling bezonning De Doelen na realisatie van de nieuwbouw

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg. Bezonningsonderzoek

Bezonningsonderzoek Forum Rotterdam

Rapport. Actualisatie windklimaatonderzoek Amstelstation Amsterdam

Rapport. Concept. Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor herontwikkeling spoorzone Tilburg Talent Square

Rapport. Invloed nieuwbouw Scheermanlocatie op het windaanbod van de Standerdmolen te Moergestel. Figuur 1: Bouwplan Scheermanlocatie (variant 2).

Rapport. Bepaling warmtedoorgangscoëfficiënt diverse Albo deuren

Zalmhaven Rotterdam. Bezonningsonderzoek

Rapport Zoetermeer Mook Groningen Düsseldorf, Bonn Paris, Lyon London Leuven Zoetermeer

Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor woningbouwontwikkeling Spoorzone Geldrop

Rapport Zoetermeer Mook Groningen Roermond Düsseldorf, Bonn, Berlijn Paris, Lyon London Leuven Sevilla Zoetermeer

Rapport. Invloed geplande bebouwing van bestemmingsplan Dieperhout-Driestar-Diaconessenhuis op de windvang van de direct omliggende molens te leiden.

Onderzoek naar de geluidbelasting ten gevolge van de HSL-Zuid op de meetlocatie Boskade te Hoogmade

Rapport. Van Berkel Aannemers Leimuiden BV te Leimuiden. Rapportnummer: WG Datum: 9 februari AA/BLi/LvI/WG RA

Rapport. Invloed geplande bebouwing bestemmingsplan Dieperhout e.o. op de windvang van de direct omliggende molens te leiden.

Rapport. Concept. Kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgastransportleiding in het kader van de geplande ontwikkeling Boekweitkamp te Den Haag

Resultaten geluidniveaumetingen rackkoeling systemen

Rapport. Akoestisch onderzoek m.b.t. sportinrichting "Omnistadium" GvL/GvL/LvI/F RA. Rapportnummer F RA d.d.

Rapport. Laboratorium voor Akoestiek. Bepaling van de luchtgeluidisolatie van een verplaatsbare wand type IM 1000 TC, fabrikaat Intermontage BV.

Verplaatsing circuit naar Den Helder Onderzoek met betrekking tot aanvullende maatregelen

Rapport. SvdA/JHa/KS/FA RA. 1. Inleiding

Rapport. Invloed bouwplan De Rikker op het windaanbod van molen De Bataaf te Winterswijk. AA/OO/KS/W RA

Van Ostadestraat 233 Amsterdam. Bezonningsstudie en daglichtonderzoek

Rapport. Geluidmonitoring tijdens de bouwfase van de elektriciteitscentrale van RWE te Eemshaven UIttrekken damwandprofielen d.d.

Woningbouw Zevenhuizerstraat; geluidbelasting vanwege wegverkeer

Spoortoren te Nijmegen, onderzoek inzake de geluidemiissie vanwege parkeren

Onderzoek naar de geluidbelasting vanwege wegverkeer op de gevels van het plan Veenweg 10 te Heerde

Rapport. Voorstel hemelwaterbehandeling nieuwbouw kantoren Achmea Apeldoorn. Rapportnummer: G Datum: 21 januari SvdA/CD/KS/G RA

Rapport. Plan Boekweitkamp / Mariahoeve te Den Haag. Datum: 9 november TKe/MB/HT/HA RA Inleiding

Rapport. Bestemmingsplan Winkelcentrum Zuidplas te Waddinxveen. Akoestisch onderzoek geluidbelasting wegverkeer inzake de Wet geluidhinder

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Venray Rapportnummer: F RA Datum: 23 september 2011 LL/LL/LvI/F RA

Rapport. Geluidmonitoring tijdens de bouwfase van de elektriciteitscentrale van RWE te Eemshaven Intrillen damwandprofielen d.d.

Rapport. Datum: 12 februari RJ/AKo/DSm/FA RA. 1. Geschiedenis

Industrieterrein Smakterheide Venray; Akoestisch onderzoek in het kader van de herzonering ingevolge de Wet geluidhinder

Rapport. Windklimaatonderzoek Rhijnspoorgebouw Amsterdam. 4 september 2013 OO/OO/HT/SAY RA-001

Classificatie rapport nr:

Rapport. Eenhoorngebied Amsterdam Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Rapport. Viaduct en stationskap Haags Startstation Erasmuslijn Windklimaatonderzoek in relatie tot nabij gelegen bebouwing La Fenêtre.

Rapport. Akoestisch onderzoek met betrekking tot het geprojecteerde 150 kv-station Boxtel, fase 2

Rapport. First te Rotterdam: (karakteristieke) geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie

Rapport. Opdrachtgever: RWE, Essen (Duitsland) Rapportnummer: FB RA Datum: 30 september 2011 GL/PKu/AvdS/FB RA

Rapport. Bouwplan Hotel van der Valk te Lent Windklimaatonderzoek. Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Project "Richterslaan" te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5 mei 2011 Referentie

Rapport. Concept. Windklimaatonderzoek hoogbouw Leeghwaterplein te Den Haag. Gemeente Den Haag - Dienst Stedelijke Ontwikkeling OO/OO/KS/WC RA

Onderzoek naar de invloed van de geprojecteerde hoogbouw bij het Expo Center te Hengelo op straalpaden van telecommunicatieverbindingen

Rapport Laboratorium voor Akoestiek Roomdividers, fabrikaat Brakels Acoustic Solutions B.V. Zoetermeer Mook Groningen Roermond

Woonbestemming loodsen Valendrieseweg 82 te Wijchen; beoordeling akoestische inpasbaarheid

Rapport. Geluidaspecten horecagelegenheid Delftse Hout. Beschouwing ten behoeve van vaststelling van bestemmingsplan Delft-Oost (Delftse Hout)

Rapport. Geluidonderzoek project St. Sebastianusstraat- Waterstraat te Herpen

In voorliggend rapport worden de meetresultaten weergegeven en beoordeeld.

Nieuwbouw Sportzaal Kikkerpolder, Groene Maredijk 1A, sectie P3173, Leiden.

Rapport. Meeuwensingel 101 te Capelle a/d IJssel Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Uitbreiding Da Vinci College, Kagerstraat 7, sectie P3356, Leiden. Invloed geplande uitbreiding op de windvang van de direct omliggende molens.

Rapport. Kwantitatieve risicoanalyse LPG-tankstation De Kroon te Nieuwegein vanwege de geplande windturbines van Windpark Nieuwegein

Luchtkwaliteitsaspecten uitbreiding winkelcentrum Wesselerbrink te Enschede

Beoordelingsrapport. Woningscheidende wanden met een Bohebiflex Inbouw wandgoot

Te verwachten trillingniveaus als gevolg van railverkeer in geprojecteerde woningen van plan Woongebied West te Oisterwijk

Rapport. Bouwplan Rijnsburgerblok te Leiden Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Luchtkwaliteitsonderzoek Hart van Hoograven - 't Goylaan Zuid te Utrecht

Rapport. Concept. Figuur 1: Maquette in de windtunnel. Ontwikkelingsmaatschappij De Monarch B.V. te Den Haag

Luchtkwaliteitonderzoek plan Groeneweg Midden: totale optredende concentraties, toetsing bijlage 2 Wet milieubeheer

Rapport. Concept. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai voor nieuwbouwwoningen aan de Plasweg 6 te Waddinxveen

Rapport. Bestemmingsplan De Waranda te Wageningen akoestisch onderzoek inzake de geluidbelasting op de gevels

Transcriptie:

5 Lid NLingenieurs ISO-9001 gecertificeerd Rapport Bezonningsonderzoek Rhijnspoorgebouw te Amsterdam. Rapportnummer -001 d.d. 16 augustus 2013 Peutz bv Paletsingel 2, Postbus 696 2700 AR Zoetermeer Tel. (079) 347 03 47 Fax (079) 361 49 85 info@zoetermeer.peutz.nl Lindenlaan 41, Molenhoek Postbus 66, 6585 ZH Mook Tel. (024) 357 07 07 Fax (024) 358 51 50 info@mook.peutz.nl Oosterweg 127, Haren (Gn) Postbus 7, 9700 AA Groningen Tel. (050) 520 44 88 Fax (050) 526 31 78 info@groningen.peutz.nl Montageweg 5 6045 JA Roermond Tel. (0475) 324 333 info@roermond.peutz.nl www.peutz.nl Peutz GmbH Düsseldorf, Dortmund, Berlijn info@peutz.de www.peutz.de Peutz SARL Paris, Lyon Info@peutz.fr www.peutz.fr Opdrachtgever: Hogeschool van Amsterdam Rapportnummer: -001 Datum: 16 augustus 2013 Ref.: OO/OO/KS/-001 Peutz bv London info@peutz.co.uk www.peutz.co.uk Daidalos Peutz bvba Leuven Info@daidalospeutz.be www.daidalospeutz.be Peutz Sevilla info@peutz.es www.peutz.es Köhler Peutz Geveltechniek bv Zoetermeer Info@gevel.com www.gevel.com Opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd volgens De Nieuwe Regeling 2011 BTW identificatienummer NL004933837B01 KvK: 12028033

Inhoud pagina 1. INLEIDING 3 2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 2.1. Normstelling 2.2. Opzet van het onderzoek 4 4 4 3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 3.1. Bezonning woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat 3.2. Bezonning woningen Huddekade 3.3. Bezonning woningen Spinozastraat 6 8 11 13 4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 15 2

1. INLEIDING In opdracht van de Hogeschool van Amsterdam is een bezonningsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot het Rhijnspoorgebouw op de Amstelcampus te Amsterdam. De geplande bouwhoogte bedraagt maximaal circa 54 meter. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de mogelijke invloed van de hoogbouw op de bezonning van de omliggende bestaande woonbebouwing. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een 3D-computermodel van het plan met de stedenbouwkundige omgeving. Een groot deel van het model is aangeleverd door de opdrachtgever. De modellering is ten behoeve van het onderzoek verder aangevuld. In de rapportage wordt de volgende indeling gehanteerd. In hoofdstuk 2 worden de normstelling en de opzet van het onderzoek toegelicht. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In hoofdstuk 4 is een samenvatting betreffende het onderzoek opgenomen en worden conclusies gegeven. Figuur 1: Situatie geplande nieuwbouw en omgeving. 3

2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 2.1. Normstelling Binnen Nederland worden er geen formele eisen gesteld aan de bezonning van woningen of andere bouwwerken. Gemeenten zijn dus vrij om hun eigen eisen te stellen aan de bezonning. Wel bestaan er de zogenaamde 'lichte' en 'strenge' TNO-norm voor bezonning van woonkamers. Deze vinden hun oorsprong in het woonwaarderingsstelsel uit 1962. Volgens de lichte TNO-norm is er sprake van een voldoende bezonning bij tenminste 2 mogelijke bezonningsuren/dag in de periode van 19 februari t/m 21 oktober (gedurende 8 maanden) ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam. Volgens de strenge TNO-norm is er sprake van een goede bezonning bij tenminste 3 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 21 januari t/m tot 22 november (gedurende 10 maanden) ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam. Er zijn ons geen gemeenten bekend die de strenge TNO-norm hanteren. Gemeenten met eigen bezonningseisen hebben deze meestal gebaseerd op de lichte TNO-norm. Zo stelt de gemeente Den Haag de eis van tenminste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 19 februari tot 21 oktober, uitgaande van een zonshoogte van meer dan 10. De bezonningsduur aan de voor- en achterzijde van de woning mag hierbij worden opgeteld. Voor zover ons bekend worden door de gemeente Amsterdam geen specifieke criteria gesteld waaraan de bezonning moet voldoen. Derhalve is in algemene zin de impact van de schaduwwerking van de hoogbouw inzichtelijk gemaakt. 2.2. Opzet van het onderzoek Het onderzoek is gebaseerd op de rekenkundige bezonning van het 3D-model van de geplande bebouwing. Om een duidelijk beeld te verkrijgen van de invloed van de geplande bebouwing op de bezonning bij de omliggende woonbebouwing is de aanwezige begroeiing niet in het model meegenomen. In figuur 1 is de situatietekening opgenomen. De onderwijsgebouwen en bedrijfsgebouwen in de omgeving van de nieuwbouw vallen buiten het onderzoek. Met behulp van binnen Peutz ontwikkelde programmatuur binnen het softwarepakket Radiance is met een interval van 5 minuten berekend of bezonning mogelijk is. De rekenresultaten worden gecombineerd, zodat de totale mogelijke bezonningsduur op de gevels bepaald kan worden. De totaal mogelijke bezonningsduur op de onderzochte data wordt met kleurcontouren op de woonbebouwing weergegeven. Indien sprake is van 4

schaduw van de nieuwbouw wordt daarnaast de afname van de bezonning op een soortgelijke wijze grafisch aangegeven. Op deze wijze is onderzoek verricht naar de bezonningssituatie op de data 19 februari, 21 april en 21 juni (langste dag). Doordat de zonnebaan in de tweede jaarhelft in omgekeerde volgorde vrijwel gelijk is aan die in de eerste jaarhelft (met verschuiving van een uur door de zomertijd) zijn de resultaten van het onderzoek van april eveneens representatief voor augustus en die van februari voor oktober. De onderzoeksresultaten geven derhalve met een interval van 2 maanden een beeld van de bezonningssituatie gedurende een groot deel van het jaar, overeenkomend met de periode volgens de lichte TNO-norm. De bezonningssituatie in het grootste deel van de winterperiode wordt, overeenkomend met de lichte TNO-norm, niet in het onderzoek meegenomen. Deze periode is qua bezonning minder relevant. In het onderzoek wordt uitgegaan van de theoretisch mogelijke bezonning. In figuur 2 wordt het theoretisch mogelijke en het ten gevolge van bewolking gemiddelde werkelijke aantal uren zonneschijn per dag voor 2 meteostations weergegeven. Figuur 2: Aantal bezonningsuren op twee meteostations. 5

3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK In bijlage I is in een bovenaanzicht de schaduwwerking in de geplande bebouwingssituatie voor de onderzochte data weergegeven. Aan de hand van deze afbeeldingen kan de richting en de lengte van de slagschaduw van de hoogbouw worden vastgesteld. Gedurende het jaar wijzigt het verloop van de zonnebaan, waardoor schaduw bij de omliggende bebouwing zich steeds op een andere plaats manifesteert. Een voorbeeld van één van de afbeeldingen van de schaduwwerking is onderstaand opgenomen in figuur 3. Tevens is hierin bij benadering het invloedsgebied van de schaduw in de verschillende onderzochte maanden aangegeven. Uit deze gegevens volgt onder meer dat de schaduw van de nieuwbouw in alleen februari cq oktober door de lagere zonnestanden kortstondig reikt tot de woningen aan de Spinozastraat. Op de onderzochte data 19 februari en 21 april, representatief voor de situatie in het voor- en najaar, is bij de woningen aan de Huddekade sprake van een zekere afname van de bezonning ten gevolge van de hoogbouw. In juni is in de vroege ochtend schaduw te verwachten op de woninggevels aan de Mauritsstraat en de Swammerdamstraat. februari februari / april 3 2 1 juni Figuur 3: Voorbeeld schaduwweergave; invloedsgebieden per maand; aanzichten. Ten einde de invloed van de schaduwwerking meer inzichtelijk te maken is de potentiële bezonningsduur op de woninggevels berekend voor de bestaande en de geplande 6

situatie. Vervolgens is rekenkundig de afname van de bezonning, het verschil tussen de bezonningsduur in de twee situaties, bepaald. In onderstaande paragrafen 3.1 t/m 3.3 zijn afbeeldingen van de bezonning van de woningen in de omgeving voor drie verschillende aanzichten opgenomen. Het betreft respectievelijk een aanzicht van de woningen aan de Swammerdamstraat / Mauritsstraat, de Huddekade en de Spinozastraat, zoals in figuur 3 schematisch met pijlen aangeduid. De woningen ten oosten van de Wibautstraat zijn gelegen achter de onderwijsgebouwen waardoor daar vrijwel geen schaduwwerking te verwachten is. De bezonning ter plaatse van deze woningen is derhalve niet nader onderzocht. 7

3.1. Bezonning woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat Sw am m er da m st ra at rit au M t ss at ra 1 Figuur 4: woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat, aanzicht 1. Middels aanzicht 1 (zie figuur 4) wordt de bezonningssituatie ter plaatse van de woninggevels aan de Swammerdamstraat en de Mauritsstraat inzichtelijk gemaakt. De visualisaties in de figuren 5 t/m 7 laten de potentiële bezonningsduur in de geplande bebouwingssituatie zien. Op de toetsingsdata 19 februari en 21 april is er geen schaduwwerking op deze gevels vastgesteld waarmee de weergegeven situatie overeenkomt met de bestaande bebouwingssituatie. De mate van teruggang van de mogelijke bezonningsduur op 21 juni wordt in figuur 8 grafisch weergegeven. Er is bij een aantal woningen is sprake van circa 2 uur afname van de bezonningsduur, waarmee op deze datum nog circa 3 tot 5 uur zon resteert op de betreffende gevels. 8

Figuur 5: Bezonning woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat 19 februari. Figuur 6: Bezonning woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat 21 april. 9

Figuur 7: Bezonning woningen Swammerdamstraat en Mauritsstraat 21 juni. Figuur 8: Afname bezonning Swammerdamstraat en Mauritsstraat op 21 juni. 10

3.2. Bezonning woningen Huddekade Huddekade 2 Figuur 9: Woningen Huddekade, aanzicht 2. In figuur 9 wordt het aanzicht van de woningen aan onder meer de Huddekade aangegeven, gesitueerd ten noord/noordwestzijde van de bouwlocatie. In de figuren 10 t/m 12 wordt de potentiële bezonningsduur ter plaatse van deze woningen gevisualiseerd voor de geplande bebouwingssituatie. Op de onderzochte data 19 februari en 21 april is bij een deel van de woningen in de loop van de ochtend sprake van 1 à 1,5 uur schaduw van de nieuwbouw (figuren 13 en 14). Er blijft ondanks deze afname in ruime mate bezonning mogelijk op de vermelde data. De afstand tussen de hoogbouw en de woningen van minimaal circa 85 meter maakt dat met de hoge zonnestanden in de zomer geen schaduw op de woninggevels te verwachten is. Figuur 10: Bezonning woningen Huddekade 19 februari. 11

Figuur 11: Bezonning woningen Huddekade 21 april. Figuur 12: Bezonning woningen Huddekade 21 juni. Figuur 13: Afname bezonning woningen Huddekade op 19 februari. Figuur 14: Afname bezonning woningen Huddekade op 21 april. 12

3.3. Bezonning woningen Spinozastraat Spinozastraat 3 Figuur 15: Woningen Spinozastraat, aanzicht 3. De figuren 16 t/m 18 representeren de potentiële bezonningsduur op de woningen ten noordwesten van de bouwlocatie, onder meer gelegen aan de Spinozastraat. Gezien de aanzienlijke afstand is alleen bij zeer lage zonnestanden schaduw van de hoogbouw te verwachten. Deze situatie doet zich op de onderzochte data in beperkte mate voor op 19 februari, zie figuur 19. Het betreft een afname van circa 20 minuten ter plaatse van enkele woningen aan de Spinozastraat. Gedurende het overgrote deel van de dag is op deze gevels volop bezonning mogelijk (figuur 16). Figuur 16: Bezonning woningen Spinozastraat 19 februari. 13

Figuur 17: Bezonning woningen Spinozastraat 21 april. Figuur 18: Bezonning woningen Spinozastraat 21 juni. Figuur 19: Afname woningen Spinozastraat op 19 februari. 14

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In opdracht van de Hogeschool van Amsterdam is een bezonningsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot het Rhijnspoorgebouw op de Amstelcampus te Amsterdam. De geplande bouwhoogte bedraagt maximaal circa 54 meter. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de mogelijke invloed van de hoogbouw op de bezonning van de omliggende bestaande woonbebouwing. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een 3D-computermodel van het plan met de stedenbouwkundige omgeving. Een groot deel van het model is aangeleverd door de opdrachtgever. De modellering is ten behoeve van het onderzoek verder aangevuld. Het onderzoek is gebaseerd op binnen Peutz ontwikkelde programmatuur binnen het softwarepakket Radiance. Hiermee is de potentiële bezonningsduur, de afname van de bezonning alsmede de schaduwwerking inzichtelijk gemaakt op de data 19 februari, 21 april en 21 juni (langste dag), hetgeen tevens representatief is voor de maanden augustus en oktober. De onderzoeksresultaten geven derhalve met een interval van 2 maanden een beeld van de bezonningssituatie gedurende een groot deel van het jaar, overeenkomend met de periode volgens de lichte TNO-norm. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Ter plaatse van de woningen aan onder meer de Swammerdamstraat, de Mauritsstraat, de Huddekade en de Spinozastraat is een zekere mate van schaduw van de nieuwbouw te verwachten. Gedurende het jaar wijzigt het verloop van de zonnebaan, waardoor schaduw bij de omliggende bebouwing zich steeds op een andere plaats manifesteert. Hierbij geldt dat in de Swammerdamstraat / Mauritsstraat alleen in de vroege ochtend in de zomer schaduw ondervonden zal worden, later in de ochtend komt de schaduw, met uitzondering van de zomer, tot aan de Huddekade en in de middag reikt de schaduw alleen in februari/oktober tot aan de woningen aan de Spinozastraat. De vastgestelde schaduwduur ter plaatse van de woningen varieert van plaatselijk circa 2 uur in aan de Swammerdamstraat / Mauritsstraat en maximaal 1,5 uur aan de Huddekade tot 20 minuten aan de Spinozastraat. Er blijft ook in de geplande bebouwingssituatie in ruime mate bezonning mogelijk. De woningen ten oosten van de Wibautstraat zijn gelegen achter de onderwijsgebouwen waardoor daar vrijwel geen schaduwwerking te verwachten is. De bezonning ter plaatse van deze woningen is derhalve niet nader onderzocht. 15

Aangezien, voorzover bekend, door de gemeente Amsterdam geen specifieke bezonningsnorm is vastgesteld kan geen verdere beoordeling van de situatie gegeven worden. Als zou worden getoetst aan de veelal gehanteerde lichte TNO-norm van 2 mogelijke zonuren in de periode van 19 februari t/m 21 oktober, is bij geen van de omliggende woningen sprake van een dusdanige teruggang van de bezonning dat aan deze grenswaarden niet meer voldaan kan worden. Mook, Dit rapport bestaat uit: 16 pagina's Bijlage I: afbeeldingen schaduwwerking (5 pagina's). 16

BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.1

BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.2

BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.3

BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.4

BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.5