Aanvraag puntensysteem groene diensten bij het Groenfonds Midden-Delfland

Vergelijkbare documenten
Aanmeldingsformulier Groenfonds Midden-Delfland 2018 t/m 2023

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 27-II-2006 C(2006) 676. Staatssteun / Nederland - Steunnummer N 33/ Groenfonds Midden-Delfland.

VOOR EEN OPEN EN GROEN MIDDEN-DELFLAND

Audit Groenfonds Midden-Delfland

Bijlage E Samenvatting tarieven landbouwkundige en niet landbouwkundige werkzaamheden uit bijlage L. Prijspeil 2009 ( Opvolger van bijlage E en F van

Subsidies voor landschap & natuur

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Uitvoeringsprogramma Brabantse Delta e.o.

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

Paragraaf 1 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer onder de SNL2013

Een puntensysteem voor groene diensten in Midden-Delfland

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2016 Herstel en aanleg

4 november Afsluiten beheercontracten 2017

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016

Concept Schouwkalender

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

10 oktober Afsluiten beheercontracten 2017

Perceelregistratie bijwerken voor 1 mei 2018

Subsidie groene daken per gemeente 2013:

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016;

Algemene voorwaarden behorende bij beheercontract

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelpact Midden-Delfland

Voorschriften en criteria financiële bijdrage Landschapselementen 2012 Landschap Noord-Holland 2012

Inventarisatie Grondinstrument Midden Delfland

Jaarrekening. Stichting Groenfonds. Midden-Delfland

lil PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad Eerste wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

Toelichting betaalspecificatie

Corsanummer

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

Provinciaal blad RECTIFICATIE. Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

PROVINCIAAL BLAD BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ASBEST ERAF ZONNEPANELEN EROP ZUID-HOLLAND

Bijlage 3 Vergoedingen groenblauwe diensten Limburg 2011

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Laag Holland en gebiedscollectief Water, Land & Dijken

Weidevogelbeheer 2016

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer /26 Nummer

Inleiding. Uitgangspunten Groenblauw Stimuleringskader. Aanleiding stimuleringskader. Provinciale stimuleringsregeling buiten de EHS

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Leefgebieden droge en natte dooradering

In het ANLb is het uitgangspunt dat het collectief bij landschapsbeheer alleen betaald krijgt voor daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten.

Gedeputeerde Staten van Flevoland;

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 1137

Nieuwsbrief nr. 1 September 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer West-Brabant

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019

U bent deelnemer in het Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer onderdeel agrarisch, SNL A.

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL )

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/21

De in deze bijlage genoemde landschappelijke deelgebieden zijn weergegeven op de bij deze bijlage behorende

PROVINCIAAL BLAD. Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016

STIMULERINGSREGELING REEUWIJKSE PLASSENGEBIED, VERSIE Doel van de Stimuleringsregeling Reeuwijkse Plassengebied

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. ir. J.H. Maissan. Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Raadsbesluit Reg. nr :

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Statenvoorstel. Openstellingsbesluit SNL, onderdeel agrarisch natuurbeheer 2018

Samenwerkingsintentie Weidevogelpact Midden-Delfland

Feitenrelaas: beanwoording aanvraag Midden-Delfland aan de criteria

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017

Jaarrekening. Stichting Groenfonds. Midden-Delfland

in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Mei Erf & landschap. Wat zijn uw mogelijkheden?

EemlandE. Weidevogelland

Agrarische Natuurvereniging Brabantse Wal. (Agrarisch) natuurbeheer in ons ANV gebied: activiteiten, resultaten en kansen

Stuur het ingevulde formulier met bijlagen naar:

Controle en handhaving binnen het ANLb 2016 Wat betekent het voor de agrarische collectieven?

PILOT GROENBLAUWE DIENSTEN

Nieuwsbrief nr. 2 November 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer Midden-Brabant

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553

Verantwoording Jaarlijks beheer

Stimuleringsregeling Herstel en aanplant streekeigen landschapselementen

B i j l a g e 6 : R i c h t l i j n e n v o o r h e t v e r- w i j d e r e n v a n h o u t s i n gels

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017

Jaarstukken. Stichting Groenfonds. Midden-Delfland

... BELANGRIJK FLEXIBELBEHEER. Purmerend, 16 augustus 2014

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf

Mei Erf & landschap. Wat zijn uw mogelijkheden?

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Gemeente Renswoude Beleidsvisie Natuur en Landschap

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voorwaarden Werkzaamheden/ Normbedrag normbedrag gebasseerd op is per. terrein (tot broeihoop).

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht

Weidevogelbescherming Eiland van Schalkwijk 2016

Transcriptie:

Aanvraag puntensysteem groene diensten 202-207 bij het Groenfonds Midden-Delfland Schipluiden, 5 december 20 Agrarische Natuurvereniging voor Midden-Delfland e.o. Afdeling Delflands Groen

. Voorgeschiedenis In 2004 hebben agrarische natuurvereniging Vockestaert en LTO-afdeling Delflands Groen een puntensysteem ontwikkeld voor groene diensten. Het systeem behelst duurzame betaling van een groot aantal maatregelen op het gebied van natuur, landschap en cultuurhistorie. De Europese Commissie heeft begin maart 2006 goedkeuring verleend aan belangrijke onderdelen van het puntensysteem. Direct daarna (voorjaar 2006) is de intekening op het puntensysteem geopend. Het puntensysteem is een succes gebleken: de afgelopen jaren is er gemiddeld voor zo n 225.000,- per jaar (excl. uitvoeringskosten) aan diensten gefinancierd, en wel bij 76 deelnemers (gemiddeld een kleine 3.000,- per deelnemer). De deelname is groot, er is een redelijk evenwichtige verdeling (in geld) tussen de onderdelen van het puntensysteem (natuur, landschap, cultuurhistorie en educatie) en er wordt een waardevolle bijdrage geleverd aan beide doelstellingen van het Groenfonds. Er zijn recent twee Alterrarapporten verschenen over het puntensysteem: een audit en een rapport over monitoring en evaluatie. Ook de audit constateert tot onze tevredenheid dat het systeem in zijn algemeenheid goed functioneert. Daarom willen LTO en Vockestaert het systeem op hoofdlijnen graag nogmaals voor een periode van zes jaar continueren. De huidige contracten worden eind 20 beëindigd. Op verzoek van het secretariaat van het Groenfonds heeft de werkgroep groenblauwe diensten van LTO afdeling Delflands Groen en agrarische natuurvereniging Vockestaert de afgelopen maanden twee producten geleverd:. Suggesties voor gewenste wijzigingen in het puntensysteem met het oog op de nieuwe contractperiode. Die zijn vervat in het aparte document Aanbevelingen voor de herziening van het puntensysteem Midden-Delfland van augustus 20. Deze notitie kan tegelijk worden gelezen als een beknopte evaluatie van het puntensysteem. 2. Een intekening op het puntensysteem (aangepast conform de genoemde aanbevelingen) in november 200, resulterend in deze offerte voor de komende zes jaar (202-207). In deze offerte zijn de verbeterpunten van Alterra en de aanbevelingen van Vockestaert en LTO verwerkt. 2. Gehanteerde subsidievoorwaarden Bij de intekening in november 20 zijn de volgende voorwaarden gehanteerd:. Het perceel of element waarom het gaat, bevindt zich in het Reconstructiegebied Midden- Delfland, de Groeneveldse polder of het landelijk gebied van de gemeente Delft. 2. De aanvrager heeft voor de volledige contractperiode van 6 jaar het gebruiksrecht van de gronden of gebouwen waarvoor een bijdrage wordt gevraagd. 3. Uitgezonderd zijn gronden waarvoor al andere financiële dragers bestaan: - gronden in gezoneerde recreatiegebieden; - gronden van Natuurmonumenten; - gronden van het Hoogheemraadschap; - BBL-gronden; - gronden waar vergoedingen voor particulier natuurbeheer of voor Boeren voor natuur van kracht zijn. Hier kan wel worden deelgenomen voor maatregelen die niet aan het grasland raken (zeldzame huisdierrassen, landschaps- en cultuurhistorische elementen). 4. De aanvrager houdt zich aan alle relevante wet- en regelgeving en houdt het land in zogeheten goede landbouw- en milieuconditie, net zoals dat wordt vereist voor het

ontvangen van toeslagrechten en SNL-subsidie. Als de Europese en Nederlandse voorwaarden voor het ontvangen van directe betalingen in 204 veranderen, veranderen de deelnamevoorwaarden voor het puntensysteem mee. 5. De aanvrager is in het bezit van een bedrijfsnatuurplan. Is dit niet het geval, dan komt het opstellen voor eigen rekening. Het plan moet zijn opgesteld door een door Vockestaert erkende organisatie (bijv. Landschapsbeheer Zuid-Holland, SBNL, Larenstein, Van der Helm, Aequator). Bij deelnemers die al een bedrijfsnatuurplan hebben, zal dit actueel worden gehouden door middel van een inlegvel dat bij de controles aan het plan zal worden toegevoegd. 6. Het bedrijf / erf / woning en bijbehorende beplanting zien er representatief (verzorgd, opgeruimd) uit. Dit zal worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: - rijkuilen of stapels grote balen bij voorkeur uit het zicht. Als dat niet mogelijk is, dan in elk geval geen rondslingerende autobanden, plastic e.d.; - geen permanente schots en scheef in het zicht staande werktuigen en wagens; - geen zwerfafval, hopen puin, oud ijzer e.d. in het zicht. Zijn bedrijf en/of erf niet (op tijd) in orde, dan kan Vockestaert besluiten tot hercontrole door een onafhankelijk deskundige en bij in gebreke blijven tot het afzien van betaling. 7. Als er weidevogels aanwezig zijn, neemt de aanvrager deel aan weidevogelbescherming. Daarvoor kiest hij één of meer van de volgende vormen: a. deelname aan SNL-weidevogelbeheer; b. deelname aan mozaïekbeheer, waarbij minimaal in drie fasen (twee maaitrappen) moet worden gemaaid; c. op minimaal 5% van de bedrijfsoppervlakte wordt niet voor juni gemaaid; d. op minimaal 5% van de bedrijfsoppervlakte vindt voorbeweiding plaats tot uiterlijk 7 mei met daarna een rustperiode van 5 weken; e. deelname aan actieve weidevogelbescherming blijkens de inschakeling van een ervaren vogelwachter (aangesloten bij de Weidevogelwacht Schipluiden-Maasland) en de aanwezigheid van een kaart waarop de legsels zijn gemarkeerd. Maatregel b kan uit het puntensysteem worden betaald, maatregel c uit het SNL. De maatregelen worden getroffen op percelen waar daadwerkelijk vogels aanwezig zijn. 8. De aanvrager ontvangt voor de maatregelen die u bij het Groenfonds aanvraagt niet ook subsidie uit andere regelingen (bijv. SAN, SNL, Subsidieregeling onderhoud Landschapselementen, Monumentenregeling). 9. De aanvraag beslaat ten minste 500,- en ten hoogste 7.500,- per bedrijf. 3. Veranderingen ten opzichte van de eerste contractperiode Ten opzichte van de eerste contractperiode (2006-20) is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen, die we hierna beschrijven, zijn waar nodig beoordeeld op hun consequenties voor de Brusselse goedkeuring van het puntensysteem uit 2006. Aan deze goedkeurig is geen einddatum verbonden, zodat we (binnen de naar Brussel opgevoerde fondstermijn van 50 jaar) het puntensysteem niet steeds opnieuw hoeven toetsen. Wijzigingen of nieuwe maatregelen moeten wel worden getoetst, en wel aan de catalogus groenblauwe diensten. Daarvan ligt inmiddels een nieuwe versie (200) ter toetsing in Brussel. Zolang de wijzigingen binnen de catalogus passen, hoeven ze niet opnieuw aan Brussel te worden voorgelegd. De wijzigingen voldoen alle aan de bovengenoemde voorwaarden, zodat nieuwe toetsing niet nodig is. 2

Wijzigingen in de deelnamevoorwaarden Een aantal deelnamevoorwaarden is aangescherpt. De belangrijkste (zie ook 2): - een inperking van de percelen die kwalificeren voor deelname; - een aanscherping van de criteria voor de representativiteit van erf en gebouwen; - een aanscherping van de eisen aan de deelname aan weidevogelbeheer; - introductie van een onder- en bovengrens aan het aangevraagde bedrag. Wijzigingen in de prioritering van aanvragen Omdat er in de komende contractperiode een beperkt budget beschikbaar is (conform de opgave van het Groenfonds gemiddeld 23.000,- per jaar, exclusief uitvoeringskosten), zijn er bij voorbaat prioriteiten gesteld. Daarvoor zijn de volgende spelregels afgesproken:. Het Groenfonds heeft najaar 20 bepaald dat aanvragers voorrang krijgen die het sterkst bijdragen aan de doelen van het Groenfonds: agrarische bedrijven van minimaal 0 NGE die aan weidegang (rundvee, schapen) doen. Voor rundvee is dat als volgt gedefinieerd: het vee loopt minimaal 20 dagen per jaar minimaal 6 uur per dag buiten. Het advies van LTO en Vockestaert was om voor de niet-beweiders (c.q. niet-agrariërs) een separaat deel van het budget te reserveren (maximaal 25%). 2. Om continuïteit van beheer te waarborgen, krijgen deelnemers uit de eerste ronde die hun deelname willen verlengen, voorrang op nieuwe deelnemers. Voorwaarden daarbij zijn: - dat het gaat om dezelfde maatregelen voor dezelfde percelen / elementen. Aanvragen voor nieuwe maatregelen of maatregelen op andere locaties gelden als een nieuwe aanvraag; - dat de maatregel nog steeds effectief is en er nog steeds aan de (vernieuwde) deelnamevoorwaarden wordt voldaan; - dat de aanvrager behoort tot de prioritaire groep zoals die onder punt wordt beschreven. 3. Als er budget overblijft, kunnen ook andere aanvragen worden gehonoreerd: nieuwe aanvragen en aanvragen van niet-agrariërs en agrariërs die geen weidegang toepassen. Als gedurende de looptijd van de nieuwe ronde het budget wordt verruimd, kunnen er tussentijds nieuwe verplichtingen worden aangegaan. Die mogelijkheid doet zich bijvoorbeeld voor als onderdelen van het puntensysteem uit andere bronnen kunnen worden betaald. Voorbeelden: - de provincie ruimere mogelijkheden heeft om in Midden-Delfland landschapselementen te betalen die nu onder het puntensysteem worden gefinancierd. Deze kunnen namelijk in beginsel ook onder het SNL worden betaald, maar de provincie heeft besloten om voorlopig geen nieuwe verplichtingen aan te gaan. Zo fungeert het puntensysteem onbedoeld als vangnet voor provinciale budgetproblemen. Ook heeft de provincie onlangs de Subsidieregeling onderhoud landschapselementen opengesteld, maar deze geldt alleen voor elementen die (geheel of gedeeltelijk) op het erf zijn gelegen. In de contracten voor deze elementen zal de bepaling worden opgenomen dat het contract om deze reden tussentijds kan worden beëindigd, c.q. zal worden omgezet naar een SNL- of SOLovereenkomst; - het onderdeel mozaïekbeheer (weidevogels) kan wellicht worden gefinancierd uit IODSmiddelen of uit de middelen die Vockestaert heeft voor eigen contracten en lastminutebeheer in het kader van het SNL. Wijzigingen in de voorwaarden en vergoedingen per dienst. De voorwaarden voor mozaïekbeheer voor weidevogels zijn aangescherpt met het oog op een betere effectiviteit. 3

2. De oorspronkelijk voorgestelde (maar nooit toegepaste) koppeling tussen de premie voor oud grasland en de probleemgebiedenvergoeding, vervalt definitief. 3. Enkele landschapselementen (knotbomen, hoogstamfruit, natuurvriendelijke oevers) zijn duidelijker gedefinieerd. 4. Er is één dienst geschrapt: gebruik van de wildredder. Deze dienst is bij de huidige maaipraktijk weinig effectief meer. De eventuele omissie wordt meer dan gecompenseerd door de aanscherping van de bepalingen voor weidevogelbescherming (deelnamevoorwaarde) en mozaïekbeheer., 5. Er zijn enkele nieuwe diensten of elementen van diensten toegevoegd: - aanleg en onderhoud van een houtril op het erf. Deze is ondergebracht onder het kopje erfbeplanting zonder vast subsidiebedrag (op begroting); - bij zeldzame huisdierrassen is ook MRIJ-vee meegenomen (met dezelfde eisen aan bloedvoering als de andere rassen); - aanleg en onderhoud van zogeheten vliegende (tijdelijke) wandelpaden. 6. Voor enkele diensten zijn de vergoedingen aangepast aan de markt- en prijsontwikkelingen. Het gaat om de vergoeding voor oud grasland (van 60,- naar 85,- per ha) en de vergoedingen voor educatie / ontvangst van groepen en voor openstelling / publieksactiviteiten. De overige vergoedingen bleken na zes jaar nog steeds op een adequaat niveau te zijn (vergeleken met de catalogus en met andere subsidieregelingen). 4. De aanvragen nader toegelicht In november 20 zijn er 70 aanvragen binnengekomen voor een groot aantal elementen. Onderstaande tabel laat de verdeling van de aanvragen over de verschillende elementen zien, inclusief de daarmee gemoeide subsidiebedragen. Aanvragen Groenfonds najaar 20 (bedragen afgerond op hele euro s) Element aantal aanvragers Natuur / biodiversiteit. Mozaïekplanning weidevogels 2. Instandhouden oud grasland 3. Beweiding met zeldzame huisdierrassen - rundvee - schapen Subtotaal natuur 3 57 2 6 elementen (stuks, meter, ha) n.v.t..062,66 ha 60 st 26 st bedrag ( ) 5.000 90.24 6.000 4.320 25.56 Landschapselementen. Geriefhoutbosjes 2. Houtsingels 3. Elzensingels 4. Hagen en heggen 5. Knotbomen 6. Leibomen: - < 0 cm - > 0 cm 7. Hoogstamfruitbomen (jaarlijkse snoei) 8. Erfbeplanting 9. Rietkragen / rietlandjes - <.000 m 2 - > 2.500 m 2 29 2 6 29 62 6 8 58 48 2 2,46 ha,234 ha 5,5 m 7,2 m 3.774 st 8 st 56 st 908 st. n.v.t. 0,23 ha 9.225 4.628 42 685 8.870 450 2.800 3.620 48.000 25 4

0. Natuurlijke oevers: - jaarlijks beheer - afrastering. Terrastaluds: - jaarlijks beheer - afrastering 2. Poelen: - < 75 m 2-75 75 m 2 Subtotaal landschap 2 2 2 0,03 ha 600 m 30 m 2 st st 6 300 65 00 80 99.546 Cultuurhistorische elementen. Historisch hoofdgebouw: - woongedeelte - stalgedeelte 2. Historische bijgebouwen: - karakteristiek van steen - karakteristiek van hout - regulier van steen - regulier van hout 3. Karakteristieke bijzondere bijgebouwen: - open hooiberg: beton/staal - open hooiberg: hout - boenhok - karnmolen steen - karnmolen hout - melkhuisje steen - melkhuisje hout - bakhuisje - zomerhuisje - prieel - buiten-wc - melkbocht - originele waterput - lage betonsilo - rieten dak 4. Karakteristieke elementen erf/landschap: - boerentuin - oude klinkerbestrating - erfverharding met grind - stenen heultje - stalen weidemolen Subtotaal cultuurhistorie 43 4 32 34 4 8 4 6 7 2 7 25 3 2 46 23 22 4 6 44 st 42 st 39 st 5 st 5 st st 8 st 5 st st st 7 st 2 st st st 2 st st 7 st 35 st 9 st 2.32 m 2 47 st 638,5 m 2 379, m 2 5 st 2 st 5.400 5.20 4.680 3.900 75 250 270 900 220 40 700 30 80 20 200 50 560 88 95 464 4.700.277 758 25.050 5.52 Openstelling en toegankelijkheid Openstelling en vliegende wandelpaden 30 n.v.t. 0.000 TOTAAL 286.259 Voor de onderdelen mozaïekplanning, erfbeplanting en openstelling zijn stelposten opgenomen op basis van het verwachte budgetbeslag. De stelposten voor mozaïekplanning en openstelling beslaan een totaal van 25.000,-, die voor erfbeplanting 48.000,- (hier wordt de vergoeding vastgesteld naar aanleiding van de controle). 5

Als we de aanvragen nader onder de loep nemen en daarbij het onderdeel openstelling en toegankelijkheid even buiten beschouwing laten, valt het volgende op: a. Voor bijna alle elementen uit het puntensysteem zijn aanvragen binnengekomen. Dat is opnieuw een goede score en betekent dat het puntensysteem nog steeds representatief is voor het gebied. b. Het aantal aanvragen is iets teruggelopen: er zijn 4 deelnemers die niet meer hebben aangevraagd en er zijn 8 nieuwe aanvragers bijgekomen. De vrees dat het aantal aanvragen en het aangevraagde budget sterk zouden toenemen, is niet bewaarheid. c. De verhouding tussen de drie onderdelen van het puntensysteem (natuur/biodiversiteit 45%, landschap 35% en cultuurhistorie 20%) laat een verschuiving zien van landschap naar natuur, maar is niet rigoureus gewijzigd. Die verschuiving is vooral veroorzaakt door de toegenomen belangstelling voor zeldzame huisdierrassen en de gestegen vergoeding voor oud grasland. d. Bij de natuurmaatregelen komt driekwart van het aangevraagde budget voor rekening van oud grasland; het andere kwart is gelijkelijk verdeeld tussen mozaïekplanning en zeldzame huisdierrassen. e. In de categorie landschapselementen is een bont scala aan elementen aangevraagd, met een budgettair accent op erfbeplanting, knotbomen en hoogstamfruit. f. Ook bij cultuurhistorie gaat het om een breed scala aan aangevraagde elementen, maar met een budgettair accent op historische hoofd- en bijgebouwen en op boerentuinen. g. Openstelling en vliegende wandelpaden zijn opgenomen als één begrotingspost. Er zal pas van het onderdeel vliegende wandelpaden gebruik worden gemaakt als de separate aanvraag voor de investeringscomponent hiervan is gehonoreerd. Budgetbeslag en prioritering De aanvragen en gehanteerde stelposten beslaan een totaalbedrag van 286.259,-. Na aftrek van overschrijdingen van de maximum bijdrage van 7.500,- per bedrijf resteert een bedrag van 284.525,-, gemiddeld zo n 4.000,- per aanvrager. Dat is een overschrijding van het beschikbare bedrag met 53.525,- (23%). Om een prioritering te kunnen toepassen aan de hand van de kenmerken van de aanvragers, moeten we de stelposten voor mozaïekplanning en openstelling à 25.000,- even buiten beschouwing laten en ons richten op het bedrag van de huidige aanvragen. De verdeling van dit bedrag over de verschillende categorieën aanvragers, van belang voor de prioritering van aanvragen, is weergegeven in onderstaande tabel. totaal aangevraagd na aftrek van overschrijdingen oude deelnemers met weidegang oude deelnemers zonder weidegang oude deelnemers, te laat ingediend oude deelnemers met weidegang, nieuwe onderdelen aanvraag* oude deelnemers zonder weidegang, nieuwe onderdelen aanvraag* bedrag ( ) 26.259 259.525 80.270 42.700 2.25 49.82 4.50 nieuwe deelnemers met weidegang 7.243 nieuwe deelnemers zonder weidegang 7.062 * hier is nog geen onderscheid gemaakt tussen extra aangevraagd budget door toedoen van gestegen vergoedingen en dat als gevolg van nieuwe elementen of uitbreiding van oppervlakte. Dat onderscheid zal bij de uiteindelijke prioritering wel worden aangebracht. 6

Aangezien het Groenfonds uitgaat van een jaarlijks budget van 23.000,-, betekent dit dat er moet worden geprioriteerd. We stellen voor om dat als volgt te doen: - als eerste vervallen de aanvragen die te laat zijn ingediend. Daarmee is een bedrag gemoeid van 2.25,-; - als tweede vervallen de aanvragen van nieuwe deelnemers die geen weidegang toepassen. Hiermee is een bedrag gemoeid van 7.062,-; - als derde vervallen nieuwe (elementen in) aanvragen van oude deelnemers die geen weidegang toepassen. Hiermee is een bedrag gemoeid van 4.50,-; - als vierde vervallen aanvragen van nieuwe deelnemers met weidegang. Hiermee is een bedrag gemoeid van 7.243,-; - en ten slotte vervallen (nieuwe elementen in) aanvragen van oude deelnemers met weidegang. Hiermee is een bedrag gemoeid van 49.82,-. Wij stellen het Groenfonds voor om in te stemmen met deze prioritering en Vockestaert deze vervolgens naar eigen inzicht te laten toepassen binnen het beschikbare budget. Daarnaast bestaat wellicht de mogelijkheid om onderdelen van het puntensysteem uit andere bronnen te financieren. Concreet geldt dat wellicht voor het onderdeel mozaïekbeheer (zie 3). Budget 202 en volgende jaren Deze aanvraag in beginsel voor 6 kalenderjaren: 202 tot en met 207. We vragen dus in feite om een bedrag van.386.000,-, verspreid over een periode van 6 jaar. Zodra er meer financieringsruimte komt, zal Vockestaert in overleg met het Groenfonds alsnog overgaan tot het honoreren van niet-gehonoreerde (onderdelen van) aanvragen en/of een nieuwe openstelling organiseren. 5. Uitvoering In de periode 202-207 zal het puntensysteem opnieuw worden uitgevoerd door Vockestaert. De vereniging is inmiddels gecertificeerd onder het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) door middel van een groepscertificaat. Ook heeft de audit door Alterra de uitvoering beoordeeld als rechtmatig. Er vinden periodieke accountantscontroles plaats. Tezamen vormt dit een solide kwaliteitswaarborg. Beoordeling aanvragen Eind 20, begin 202 zal Vockestaert alle aanvragers bezoeken en de aanvragen beoordelen: voldoet het bedrijf aan de deelnamevoorwaarden, zijn de aangevraagde elementen aanwezig, zijn ze van voldoende landschappelijke of cultuurhistorische betekenis, etc.? Als Vockestaert ter plekke geen goede beoordeling kan maken of om andere redenen vraagtekens houdt, is de procedure als volgt: - de vraagtekens worden besproken in de werkgroep van Vockestaert en LTO; - als die er ook niet uitkomt, worden ze voorgelegd aan specialisten van Landschapsbeheer Zuid-Holland en/of Restauro BV, een cultuurhistorisch architectenbureau. Vragen op het gebied van natuurbeheer kunnen eventueel ook worden voorgelegd aan de Werkgroep natuurbeheer van Vockestaert. Beschikkingen, contracten en betalingen Zodra de (eventueel aangepaste) aanvragen zijn goedgekeurd, ontvangt de aanvrager een beschikking en één of meer contracten voor zes jaar. Op basis van de contracten zal Vockestaert jaarlijks de uitbetaling verzorgen. Om dat bijtijds te kunnen doen, zal Vockestaert met het Groenfonds een jaarlijks betalingsritme overeenkomen. 7

Controle en sanctionering Vockestaert heeft operationele controle- en sanctieprotocollen. De controle richt zich op de naleving van de contractbepalingen en vindt elk jaar steekproefsgewijs plaats. De sancties op het niet of onvoldoende naleven van contractbepalingen variëren van een officiële berisping via gehele of gedeeltelijke terugvordering van betalingen tot algehele uitsluiting van deelname aan het puntensysteem. Verantwoording aan Groenfonds Vockestaert zal het Groenfonds jaarlijks een rapportage doen toekomen met: - de bestede gelden; - de maatregelen waaraan die zijn besteed; - de controleresultaten; - overige activiteiten in het kader van het Groenfonds. Monitoring en evaluatie Monitoring en evaluatie liggen primair bij de financier en zullen niet door Vockestaert, maar door een onafhankelijke partij worden uitgevoerd. Communicatie en werving Bij de intekening op het puntensysteem 202-207 hebben Vockestaert en LTO Delflands Groen de volgende middelen ingezet: - informatie en oproep op de website, in de nieuwsbrief en op de najaarsvergadering van Vockestaert; - informatie en oproep in de plaatselijke pers (De Schakel) en in de regionale edities van het Algemeen Dagblad (AD); Voor de meer gedetailleerde informatievoorziening is een folder opgesteld, die op aanvraag beschikbaar was en die op de najaarsvergadering van Vockestaert is uitgedeeld. Ook gedurende de looptijd van de nieuwe contractperiode (202-207) zal Vockestaert zorgdragen voor diverse vormen van communicatie: - naar de deelnemers toe: op de hoogte houden van de vorderingen en van eventuele wijzigingen in het puntensysteem, werving van nieuwe deelnemers (bij groei van het budget); - naar de buitenwacht: in samenspraak met het Groenfonds zullen publieksgerichte activiteiten worden georganiseerd (persberichten, open dagen bij deelnemers etc.). Ook blijft Vockestaert op zijn website aandacht besteden aan het puntensysteem. Werkgroep Vockestaert en LTO De begeleiding van het puntensysteem is in handen van de werkgroep groenblauwe diensten van Vockestaert en LTO. De herziene werkgroep zal zich vooral buigen over: - uitvoeringsproblemen van het puntensysteem; - aanpassing van het puntensysteem aan gewijzigde beleidsomstandigheden; - inhoudelijke vernieuwing van het puntensysteem, bijv. door het ontwikkelen van nieuwe modules. Uitvoeringskosten en betalingsritme Vockestaert denkt op basis van de ervaring in de afgelopen jaren het puntensysteem te kunnen uitvoeren voor een bedrag van gemiddeld 5.000,- per jaar, met een incidentele verhoging met 5.000,- in het eerste en laatste jaar van de looptijd, als er relatief hoge 8

kosten moeten worden gemaakt voor contractering resp. verslaglegging. Het totaalbedrag aan uitvoeringskosten komt daarmee op 20.000,-, ofwel 8,5% van de contractomzet. 6. Begroting De begroting voor de periode 202-207 ziet er als volgt uit:. Betalingen puntensysteem.386.000,00 2. Uitvoeringskosten 20.000,00 Totaal.506.000,00 Voor het kalenderjaar 202 verzoeken wij het Groenfonds om het volgende bedrag:. Betalingen puntensysteem 23.000,00 2. Uitvoeringskosten (25% van totaal) 30.000,00 Totaal 26.000,00 9

Bijlage: toelichting op de maatregelen van het puntensysteem groene diensten Maatregelen voor natuur / biodiversiteit maatregel wat houdt het in? wat levert het op?. Mozaïekbeheer voor weidevogels - graslandplan opstellen met Vockestaert - graslandgebruik registreren in broedseizoen - rijsnelheid bij maaien, schudden en wiersen: 6 km/u, slechts één maaier (geen frontmaaier) gebruiken - in mei minimaal één maaitrap met minimaal 7 dagen tussentijd; per trap minimaal 25% van het maailand - de tweede keer wordt een vrij te bepalen deel (binnen de grenzen die de eerste en derde maaibeurt stellen) gemaaid - de derde keer wordt minimaal 0% van het te maaien land gemaaid - bij het maaien wordt van binnen naar buiten gemaaid - planvorming 200,- per bedrijf - maaitrappen: eigen mechanisatie 35,- per ha maailand, - 220,- per extra maaitrap 2. Instandhouding oud grasland 3. Beweiding met zeldzame huisdierrassen - het grasland moet ouder zijn dan 0 jaar - instandhouden van het perceel grasland - geen graslandvernieuwing - alleen pleksgewijze bestrijding van probleemonkruiden - beweiding met zeldzame rassen (rundvee en schapen) - beweiding minimaal 50 dagen per jaar - veebezetting max. 2,5 gve/ha 85,- per ha oud grasland 00,- per rund 20,- per schaap Toelichting bij enkele natuurmaatregelen:. Mozaïekbeheer: - land met uitgestelde maaidatum (SNL-pakketten, -jarig BBL-land), vluchtheuvels, plas-dras of last-minutebeheer kan niet meedoen; - voor het maaien is de deelnemer verplicht dit te melden aan de veldmedewerker van Vockestaert. Wordt dit te laat gemeld, dan wordt niet uitbetaald; - de deelnemer is verplicht om op de dag voor het maaien 3 plastic zakken per ha aan een stok te bevestigen en in het land te plaatsen. 2. Beweiding met zeldzame huisdierrassen. Het gaat om de volgende rassen: - rundvee: Maas-Rijn-IJssel (MRIJ), Fries-Hollands rundvee (FH), Lakenvelder, blaarkop, brandrood rund, alle met een bloedvoering van minimaal 87,5%. Geen dikbilvarianten; - schapen: o.a. Blauwe Texelaar, Schoonebeeker, Zeeuws/ Fries melkschaap, zwartbles. 0

Maatregelen voor onderhoud van landschapselementen maatregel wat houdt het in? wat levert het op?. Geriefhoutbosjes - eens per 0 jaar afzetten op max. 3.750,- per ha 0,5 m boven de grond 2. Houtsingels 3. Elzensingels 4. Hagen en heggen 5. Knotbomen 6. Leibomen 7. Hoogstamfruit 8. Erfbeplanting 9. Rietkragen / rietlanden 0. Natuurlijke oevers. Terrastaluds 2. Poelen - eens per 0 jaar afzetten op max. 0,5 m boven de grond - eens per 0 jaar afzetten tussen 0, en 0,3 m boven de grond - eens per 4-6 jaar snoeien - eens per 3 jaar afzetten, direct boven de stobbe - jaarlijks snoeien - jaarlijks snoeien - bijzonder onderhoud - minimaal 90% jaarlijks maaien en afvoeren - moerasstrook jaarlijks maaien en afvoeren - strook afrasteren voor vee - moerasstrook jaarlijks maaien en afvoeren - strook afrasteren voor vee - poel op diepte houden en schonen - eens per 0 jaar groot onderhoud (incl. baggeren) 3.750,- per ha 80,- per 00 m 40,- per 00 m 5,- per boom stam < 0 cm: 25,- per boom stam > 0 cm: 50,- per boom 5,- per boom op begroting tot.000 m 2 : 2.040,- per ha;.000 2.500 m 2 :.560,- per ha; > 2.500 m 2 :.080,- per ha 2.040,- per ha 50,- per 00 m 2.040,- per ha 50,- per 00 m tot 75 m 2 : 50,- per poel 75-75 m 2 : 80,- per poel Toelichting bij de maatregelen voor landschapselementen:. Bij alle elementen geldt de volgende aanvullende bepaling: in of in de directe omgeving van het element vinden geen werkzaamheden plaats die het element kunnen schaden, zoals toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen en meststoffen, branden of begrazen van het element. 2. Bij alle houtige elementen en bij rietkragen/rietlanden moet het onderhoud worden verricht tussen september en april. Bij poelen moet het onderhoud worden verricht tussen september en 5 oktober. 3. Knotbomen: - afzetten elke 3 à 4 jaar, dus ook niet vaker; - bij een enkele rij minimaal 2 meter uit elkaar; - bij een dubbele rij minimaal 3 meter uit elkaar; - de stamhoogte moet minimaal,25 m zijn, vrijstaand, dus niet langs geriefbosje of houtsingel. 4. Hoogstamfruit: - -jonge bomen moeten minimaal 5 meter uit elkaar staan;

- de minimale stamhoogte van jonge bomen moet,50 m zijn. 5. Erfbeplanting: - aanwezigheid van vrijstaande hoge bomen; - aanwezigheid van andere elementen met een landschappelijk belang zoals ligusterheg, houtril van minimaal 0 m, grasveld of boomgaard (50 m 2 ) met veel sneeuwklokjes; - voor solitaire bomen, hagen en heggen geldt verplichte snoei en verwijdering van dood hout, en bij kap een herplantplicht. Hebt u bedrijf, erf en beplanting niet (op tijd) in orde, dan kan Vockestaert besluiten tot hercontrole door een onafhankelijk deskundige en bij in gebreke blijven tot het afzien van betaling. 6. Alle genoemde vergoedingen zijn op jaarbasis, ook al vindt het onderhoud soms slechts eens in de 0 jaar plaats. 2

Maatregelen voor cultuurhistorische elementen maatregel wat houdt het in? wat levert het op?. Historisch hoofdgebouw a. woongedeelte b. stalgedeelte - jaarlijks goten schonen, pannen rechtleggen, nokken en schoorstenen controleren - vierjaarlijks schilderwerk - twaalfjaarlijks: plaatselijk voegwerk en gevelherstel a. 350,- b. 360,- (incl. kozijnen, ramen, deuren) 2. Historisch bijgebouw a. karakteristiek, steen b. karakteristiek, hout c. regulier, steen d. regulier, hout 3. Hooiberg a. betonpalen of stalen kap b. houten roeden en kap 4. Boenhok 5. Karnmolen a. steen b. hout 6. Melkhuisje a. steen b. hout 7. Bakhuisje 8. Zomerhuisje 9. Prieel 0. Buiten-wc. Melkbocht 2. Waterput - jaarlijks goten schonen, pannen rechtleggen, nokken controleren - periodiek schilderwerk (hout: driejaarlijks; steen: vijfjaarlijks) - twaalfjaarlijks (hout) resp. vijftienjaarlijks (hout) herstel van voegwerk en gevel (incl. kozijnen, ramen, deuren) - tienjaarlijks behandelen tegen houtworm, boktor, schimmels - vierjaarlijks algemeen conserverend onderhoud - tweejaarlijks onderhoud houten onderdelen - achtjaarlijks herstel constructie, gedeeltelijke vervanging hout - tienjaarlijks onderhoud en conservering (o.a. bakoven, waterfornuis) - buitenkant vierjaarlijks schilderwerk en ander conserverend onderhoud - binnenkant vierjaarlijks (hout) resp. vijfjaarlijks (steen) conserverend onderhoud - als bij karnmolen (5) - als bij karnmolen steen (5) - als bij karnmolen steen (5) - als bij karnmolen hout (5), maar alles eens per 3 jaar - buitenkant eens per 4 jaar - interieur eens per 8 jaar - geteerd houten gebouw: eens per 6 jaar conserverend onderhoud - jaarlijks: verharding en omheining - tienjaarlijks algemeen conserverend onderhoud - vijfjaarlijks algemeen conserverend onderhoud a. 20,- b. 260,- c. 35,- d. 250,- a. 5,- b. 60,- 20,- a. 40,- b. 00,- a. 5,- b. 80,- 20,- 20,- 00,- 50,- 80,- 2,50 3

3. Lage betonsilo 4. Rieten daken 5. Boerentuin (> 50 m 2 ) 6. Oude klinkerbestrating 7. Erfverharding grind 8. Stenen heultje 9. Metalen haaltje 20. Stalen weidemolen - vijfjaarlijks opstoppen en inboeten - jaarrond onderhoud - vijfjaarlijks herbestraten of ophalen bestrating - jaarlijks bijhouden en aanvullen grind - tienjaarlijks herstel van metsel- en voegwerk - zesjaarlijks schilderen en conserveren staal - jaarlijks smeren - zesjaarlijks herstel;- en schilderwerk - jaarlijks extra slootonderhoud (op diepte houden) 5,- 0,20 per m 2 00,- 2,- per 0 m 2 2,- per 0 m 2 25,- 30,- 50,- Toelichting bij de cultuurhistorische elementen:. Alleen elementen met voldoende cultuurhistorische betekenis komen in aanmerking. Dit zal worden getoetst door een onafhankelijke deskundige. De elementen waarvoor in 2005 subsidie voor eenmalig opknapwerk is verstrekt, komen in elk geval in aanmerking. 2. De subsidie dekt de volledige meerkosten van onderhoud van cultuurhistorische elementen, dus het verschil tussen onderhoud van een regulier element en een karakteristiek of historisch element. 3. Net als bij de landschapselementen is de vermelde subsidie op jaarbasis, ook al vindt het onderhoud vaak maar eens in de paar jaar plaats. 4