Thuisaspiratie Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige 6 december 2012
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 2
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 3
Inleiding Hoesten is belangrijk om de luchtwegen vrij te houden van slijmen. Bij patiënten met tracheostomie en/of zwakke ademhalingspieren is deze hoestfunctie verstoord. De patiënten kunnen moeilijk hun slijm ophoesten en moeten geaspireerd worden. Door deze aspiratie wordt de ventilatie en de gasuitwisseling geoptimaliseerd. 4
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 5
Fysiologie van het hoesten Hoesten bestaat uit drie verschillende fasen Inspiratoire fase Contractie fase Expiratoire fase 6
Fysiologie van het hoesten Inspiratoire fase Ongeveer 50% à 90% van de totale longcapaciteit wordt ingeademd Contractie fase Deze fase duurt ongeveer 0,2 sec. De glottis wordt gesloten, de expiratoire spieren trekken samen. Hierdoor stijgt de druk in de thorax. Expiratoire fase Opening van de glottis Expiratoire luchtstroom doorheen de luchtpijp Secreties worden verwijderd 7
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Mogelijke complicaties 8
Wanneer aspireren Een bewuste patiënt tracht in de meeste gevallen te hoesten of geeft aan dat fluimen moeten geaspireerd worden. Bij aanwezigheid van grote hoeveelheden secretie in de trachea en/of canule deze verwijderen. Er kunnen ook secreten rond de canule zijn. Indien de patiënt geventileerd wordt, zal het toestel een hoge druk alarm geven. 9
Wanneer aspireren OPMERKING! NIET uitzuigen van slijmen wanneer het nodig is kan ernstige complicaties als gevolg hebben. Atelectase Pneumonie ziekenhuis opname!!!!! Vormen van plugs verstikking!!!! 10
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 11
Benodigdheden Aspirator Draagbaar (op batterij) Functioneert op batterij, welke oplaadbaar is Gemakkelijk te transporteren 12
Benodigdheden Aspirator Vast toestel Functioneert enkel op netstroom Grotere zuigkracht 13
Benodigdheden Aspiratiesonde type nelathon cathter ch 14 met laterale opening Niet steriele handschoenen 14
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 15
Handeling Voorbereiding Was en ontsmet de handen. Doe niet-steriele handschoenen aan. Connecteer het toestel en de leidingen Zet het aspiratietoestel aan. Controleer de zuigkracht door afknikken van de leiding. Lees de toename van de druk op de manometer af. 16
Handeling Uitvoering Stel u naast de patiënt. Open de verpakking en neem de aspiratiesonde vast, min. 10 cm van de top. Manipuleer de sonde zo weinig mogelijk en vermijd contaminatie. Knik de aspiratiesonde af en breng ze in de tracheacanule. 17
Handeling Ga ongeveer 10 cm diep. Afhankelijk van de toestand en noodzaak van de patiënt kan de sonde dieper ingebracht worden Ondiep: juist in de canule Afgemeten: juist de lengte van de canule Diep:voorbij de lengte van de canule, er kan een hoest reflex optreden 18
Handeling Los de knik in de aspiratiesonde en verwijder al zuigend met een draaibeweging de sonde langzaam uit de canule. Aspireer nooit langer dan 10 seconden. Herhaal zo nodig de procedure na recuperatie van de patiënt. Observeer de patiënt tijdens de procedure (uitzicht patiënt, ademhalingswijze, hoestreflex) Observeer het aspect van de secreten (viscositeit, hoeveelheid speeksel, bloederig, voeding/sondevoeding). Correleer dit aan de eventuele aanwezigheid van een losse of opgeblazen cuff. 19
Handeling 20
Handeling De belangrijkste regels bij aspireren: Goede hygiëne: vooraf en nadien de handen wassen Zuigkatheter rustig inbrengen Voorkom vastzuigen tegen de luchtpijpwand 21
Handeling Nazorg Deconnecteer de aspiratiesonde van de aspiratieslang, trek de handschoen erover en gooi deze weg na elke aspiratie. Zuig wat water op om de aspiratieslang te reinigen. Zet vacuüm uit. Koppel zo nodig de patiënt terug aan kunstneus, zuurstof of bevochtiging. Ontsmet uw handen. Observeer de patiënt na de procedure. 22
Aspireren 23
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 24
Opleiding Het aspireren van een patiënt via de canule is een taak die niet alleen voor de thuisverpleegkundige is maar ook voor de mantelzorgers. Een goede aspiratie laat een adequate gasuitwisseling toe, hierdoor kan een ziekenhuis opname uitgesteld worden. Het adequaat aspireren zal het comfort van de patiënt verhogen. 25
Opleiding De personen die de patiënt thuis zullen verzorgen : Moeten in het ziekenhuis, voor ontslag van de patiënt, leren aspireren! Dit eerst onder toezicht, nadien op eigen verantwoordelijkheid 26
Opleiding Communicatie Training Overige factoren Eigenlijk ontslag Ziekenhuis Thuissituatie 27
Opleiding Communicatie Informeren wie zal aspireren Uitnodigen voor theoretische opleiding Training Bij de patiënt op de hospitalisatie afdeling Verpleegkundige toont de handeling voor Mantelzorg/thuisverpleegkundige/. voert de handeling uit Opvolgen of iedereen de handeling goed uitvoert 28
Opleiding Overige factoren Schriftelijke handleiding bezorgen over verschillende aspiratie toestellen Uitleg geven bij wie reserve materiaal kan verkregen worden Telefoonnummer meegeven waar men met vragen terecht kunnen Algemene Informatie: wanneer leidingen te vernieuwen Onderhoud van de toestellen 29
Opleiding Eigenlijk ontslag Nagaan of iedereen goed kan aspireren Eventueel vragen beantwoorden Meegegeven materiaal noteren 30
Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren? Praktisch: Benodigdheden Handeling Opleiding Meest frequente complicaties 31
Meest frequente complicaties Naast slijm wordt ook bloed opgezogen : Mogelijke oorzaken : Beschadiging aan de tracheawand door vastzuigen van de katheter. Beschadiging van de luchtpijp door veelvuldig hoesten. Beschadiging van de luchtpijp bij het inbrengen van de canule. Infectie van de luchtweg. Slechte positie van de canule, de canule ligt niet centraal. Wanneer het opzuigen van bloed aanhoudt, dient men te overleggen met de arts. 32
Meest frequente complicaties Weerstand bij het inbrengen van de zuigkatheter, Mogelijke oorzaken : De canule raakt de wand van de trachea De canule opnieuw positioneren De canule dreigt verstopt te raken door overvloedig slijm/plugs De binnencanule reinigen en herplaatsen Contact opnemen met behandelende arts 33
34