LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. 10 april 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Dit tentamen bestaat uit 31 vragen. De vragen 25, 30 en 31 zijn open vragen, de rest is meerkeuze. Geef een beknopt antwoord op de open vragen. Een periodiek systeem is bijgevoegd. Veel succes! 1. Welk van de volgende processen is scheikundig? a) het verdampen van alcohol b) het stollen van kaarsvet c) de verbranding van papier d) het opstijgen van een heliumballon 2. Het bromide-ion (Br - ) ontstaat als een broomatoom a) een elektron opneemt b) een elektron afstaat c) een proton opneemt d) een proton afstaat 3. Isotopen verschillen in a) kernlading b) aantal neutronen c) aantal elektronen d) aantal protonen 4. De correcte verhoudingsformule voor het zout aluminiumoxide (13Al, 8O) is a) AlO b) Al2O c) AlO3 d) Al2O3 5. Diethylether ( ether ) is een zeer brandbare vloeistof met een karakteristieke geur ( ziekenhuislucht ), die vroeger als bedwelmingsmiddel werd gebruikt. De chemische formule is CH3-CH2-O-CH2-CH3. Welke bewering is correct? a) ether lost goed op in water, want ether is polair b) ether lost slecht op in water, want ether is polair c) ether lost goed op in water, want ether is apolair d) ether lost slecht op in water, want ether is apolair 6. Welk orgaan speelt een belangrijke rol bij het uitscheiden van zuur? a) longen b) hersenen c) dikke darm d) lever 1
7. De ph in de maag is a) hoger dan 9 b) iets lager dan 7 c) ongeveer 7 d) ongeveer 2 8. Bloedarmoede wordt veroorzaakt door ijzertekort. Waarvan is precies sprake bij bloedarmoede? a) te weinig bloedplaatjes b) te weinig hemoglobine c) te weinig bloed d) te weinig witte bloedcellen 9. Welke bewering is niet juist? a) enzymen zijn eiwitten die chemische omzettingen versnellen b) onze enzymen werken het best bij een temperatuur van 37 graden Celcius c) enzymen worden iedere dag in grote hoeveelheden door de nieren uitgescheiden d) enzymen worden vaak aan wasmiddelen en gootsteenontstoppers toegevoegd 10. Wie is de schrijver van het wereldberoemde boekje Basiscursus Chemie? a) Karl Noten b) Yolanthe Cabau van Kasbergen c) Han Vermaat d) Piet Paulusma 11. Waarom is Na2S een vaste stof maar H2S een gas? a) atoombindingen zijn sterker dan ionbindingen b) vanderwaalskrachten zijn sterker dan ionbindingen c) ionbindingen zijn sterker dan vanderwaalskrachten d) ionbindingen zijn sterker dan atoombindingen 12. Welke coëfficiënt hoort thuis op de plaats van het vraagteken in de (nog niet kloppende) vergelijking N2H4 + H2O2 N2 +?H2O a) 1 b) 2 c) 4 d) 6 13. Hypoventilatie leidt tot a) respiratoire acidose b) respiratoire alkalose c) metabole acidose d) metabole alkalose 14. Hoe kan het lichaam reageren op de toestand die ontstaat door hypoventilatie? a) compensatie door de nieren: vasthouden van H + b) compensatie door de nieren: vasthouden van HCO3 - c) compensatie door de nieren: extra uitscheiding van HCO3 - d) compensatie is niet mogelijk 2
15. H2SO4 +? 2H2O + SO4 2- Wat hoort op de plaats van het vraagteken te staan? a) H2+O2 b) H2O c) O 2- d) 2OH - 16. Welke formule is incorrect? a) waterstof: H2 b) fluor: F2 c) zuurstof: O2 d) neon: Ne2 17. Welke bewering is correct? a) koolstof vormt bij voorkeur 5 (covalente) bindingen met andere atomen b) zuurstof vormt bij voorkeur 2 bindingen c) de edelgassen vormen bij voorkeur 1 binding d) stikstof vormt bij voorkeur 4 bindingen 18. Het massapercentage zuurstof in H2O (massa s: H=1, O=16) bedraagt a) 16% b) 33% c) 89% d) 99% 19. Welke deeltjes spelen de belangrijkste rol bij het handhaven van de ph van bloed? a) HCO3 - / H2CO3 b) PO4 3- /HPO4 2- c) H + /OH - d) H + /H - 20. Waar werd uw docent op 9 februari jl. op heterdaad betrapt tijdens het nuttigen van een uiterst voedzame lunch ter waarde van 4,95? a) Club LUMC b) Sangs loempiapaleis, achter het station c) hamburgertempel Burger King op station Leiden Centraal d) in de koffiekamer, het tosti-apparaat bedienend 21. Adrenaline wordt wel aan middelen voor plaatselijke verdoving, zoals lidocaïne, toegevoegd, vanwege zijn vaatvernauwend effect. Hierdoor wordt het anestheticum minder snel afgevoerd en blijft dus langer in de weefsels actief. Vanwege de zeer sterke werking wordt het voor deze toepassing altijd sterk verdund. Een 1 g/ml oplossing van adrenaline wordt 100.000 keer verdund en vervolgens wordt hier een monster van 0,5 ml uitgenomen. Wat is de hoeveelheid adrenaline in dit monster? a) 2 microgram b) 5 microgram c) 10 microgram d) 0,1 milligram 3
22. De ph van een 0,01 M KOH-oplossing bedraagt (onder standaardomstandigheden) a) 2 b) 7 c) 10 d) 12 Bloed-hersenbarrière De hersenen worden beschermd door de bloed-hersenbarrière, die ervoor zorgt dat niet alle stoffen die zich in de bloedsomloop bevinden zomaar de hersenen kunnen bereiken. De barrière bestaat uit een laag dicht op elkaar gepakte endotheelcellen, waardoor alleen moleculen die celmembranen kunnen passeren toegang hebben tot de hersenen. 23. Wat zijn de belangrijkste bouwstenen van zo n membraan? a) koolhydraten b) hormonen c) vetten d) collageen 24. Welk type deeltjes kost het de minste moeite om deze celmembranen passeren? a) eiwitten b) hormonen c) kleine, polaire moleculen d) kleine, apolaire moleculen In geval van een bacteriële infectie of tumor in hersenen of centraal zenuwstelsel is de aanwezigheid van deze barrière niet altijd even handig. 25. Bedenk hiervoor een reden. Fentanyl (zie structuurformule) en van fentanyl afgeleide stoffen zijn sinds de jaren 60 in gebruik als potent narcosemiddel. Tijdens een aanslag op een theater in Moskou, enkele jaren geleden, zou fentanyl verspreid zijn om de bezoekers te bedwelmen. 26. Welke bewering is correct? a) fentanyl heeft geen OH- en NH-groepen en is ongeladen; het heeft daardoor een korte inwerkingsduur b) fentanyl heeft geen OH- en NH-groepen en is ongeladen; het duurt daardoor lang voordat de werking als narcosemiddel begint c) fentanyl is sterk polair; het heeft daardoor een korte inwerkingsduur d) fentanyl is sterk polair; het duurt daardoor lang voordat de werking begint 4
GHB GHB werd vroeger als slaapmiddel gebruikt, maar is nu onder het pseudoniem liquid ecstasy een beruchte rape-drug. In lage doseringen veroorzaakt het euforie, verhoogd libido en een roes vergelijkbaar met dronkenschap. Hogere doseringen leiden tot misselijkheid, duizeligheid, bewustzijnsverlies, convulsies en zelfs ademstilstand. De structuurformule is 27. Welke bewering is correct? a) GHB is een zuur, want het kan H + opnemen b) GHB is een zuur, want het kan H + afstaan c) GHB is een base, want het kan H + opnemen d) GHB is een base, want het kan H + afstaan 28. Met hoeveel GHB komt een dosis van 1,5 g overeen (C=12, H=1, O=16)? a) 14,4 mmol b) 15,4 mmol c) 1,54 mol d) 6,93 mmol Tsjernobyl Na de kernramp in Tsjernobyl kwamen grote hoeveelheden cesium-137 en strontium-90 vrij. Cesium- 137 is een voor het milieu zeer gevaarlijke isotoop vanwege zijn hoge radioactiviteit en lange halfwaardetijd (30 jaar). Het vervalt onder uitzending van betadeeltjes tot Ba-137m. Ba-137m vervalt vervolgens zeer snel tot Ba-137. 29. Wat ontstaat bij de omzetting van Ba-137m tot Ba-137? a) alfadeeltjes b) elektronen c) energie d) betadeeltjes Ook Sr-90 is een betastraler. Een aanvullend gevaar van Cs-137 en Sr-90 is dat biologische systemen deze isotopen verwarren met respectievelijk kalium en calcium. Ze worden daardoor gemakkelijk opgenomen in het menselijk lichaam. 30. Gebruik het periodiek systeem om aannemelijk te maken dat cesium-137 aangezien kan worden voor kalium en strontium-90 voor calcium. Cs-137 wordt tamelijk snel weer uitgescheiden, in tegenstelling tot strontium-90: deze laatste isotoop brengt schade toe aan met name beenmergcellen en kan uiteindelijk leukemie veroorzaken. 31. Geef een mogelijke verklaring. (Laat zien waarom Sr-90 nauwelijks uitgescheiden wordt én waarom juist beenmergcellen aangedaan worden. Gebruik de gegevens bij opgave 30.) [EINDE] 5
Antwoordblad NAAM: 1 A B C D 18 A B C D 2 A B C D 19 A B C D 3 A B C D 20 A B C D 4 A B C D 21 A B C D 5 A B C D 22 A B C D 6 A B C D 23 A B C D 7 A B C D 24 A B C D 8 A B C D 25 9 A B C D 10 A B C D 26 A B C D 11 A B C D 27 A B C D 12 A B C D 28 A B C D 13 A B C D 29 A B C D 14 A B C D 30 15 A B C D 16 A B C D 31 17 A B C D 6
7