onderwijs- en evaluatiereglement

Vergelijkbare documenten
Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen

Centrumreglement Volwassenenonderwijs LBC-NVK : Evaluatiereglement

Beoordelingsreglement voor cursisten van permanente vormingsopleidingen met getuigschrift 1

Beoordelingsreglement voor de opleiding Gedragstherapie bij kinderen en jongeren

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Bijzondere Leergang Pensioenrecht

ACADEMIEJAAR

Inhoudsopgave...2. Inleiding Wanneer wordt er een evaluatie georganiseerd? Hoe wordt een evaluatie georganiseerd?...

EVALUATIEREGLEMENT HBO5 VOLWASSENENONDERWIJS LBC-NVK

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire postgraduaatsopleiding Innoverend Ondernemen voor ingenieurs

EVALUATIEREGLEMENT VOLWASSENENONDERWIJS LBC-NVK

Vrije Technische Instituten van Brugge vzw CVO Vrij Technisch Instituut BRUGGE CENTRUMREGLEMENT MODULE 6

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire masteropleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire opleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

Evaluatiereglement. STUDIEGEBIED HANDEL Opleiding Bedrijfsbeheer

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken academiejaar

Beoordelingsreglement voor de opleiding Prenatale Echografie en Foetale Geneeskunde

Stedelijke nijverheids- en taalleergangen (CVO) - evaluatiereglement

Aanvullend Evaluatiereglement

HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5)

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

Bijzondere examenreglementen

Aanvullend Evaluatiereglement

PROCEDURE/AANVRAAGFORMULIEREN VOOR VRIJSTELLING EVC-EVK (HBO5)

informatiegids vrijstellingen campus Brugge en campus Oostende

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

EXAMENREGLEMENT EPB-VERSLAGGEVER

PROCEDURE VOOR VRIJSTELLING OP BASIS VAN EVC-EVK

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

in Vlaams-Brabant en Brussel ( ) Het hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Addendum bij centrumreglement SVWO voor TKO: specifieke afspraken AAV en beroepsopleiding

Samenwerkingsverband AP HBO5-opleidingen Antwerpen Boom Mechelen Turnhout

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

EVALUATIEREGLEMENT - GROEP T HOGESCHOOL LEUVEN - Evaluatiereglement, 20 november 2000

Examenreglement. Da Vinci College

HBO5 - Erasmus Onderwijs- examenregeling en evaluatiereglement

Commissie Zorgvuldig Bestuur. BETREFT: terugbetaling inschrijvingsgeld in het volwassenenonderwijs

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

EXAMENREGLEMENT Opleiding juridisch / gerechtelijk expert September 2016

Provincieraadsbesluit

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK - EVC) Departement HB. PBA Bedrijfsmanagement: Accountancy-Fiscaliteit in avondonderwijs

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT

Wijzigingen OER-regeling Toelichting (onder)voorzitters examencommissies

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

HBO5 Erasmus Onderwijs- examenregeling en evaluatiereglement

HBO5 OFFICE MANAGEMENT. Crescendo CVO Leopoldstraat Mechelen T

ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie afwezig voor het volledige opleidingsonderdeel.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Opleiding Pastoraal werk(st)er in de zorg

Examenreglement. Da Vinci College

EVALUATIEREGLEMENT CVO VTI LIER - ANTWERPEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen

Gezamenlijke onderwijs- en examenregeling en evaluatiereglement HBO5-opleidingen. Samenwerkingsverband HBO5 AP - HZS. Academiejaar

INTERN CENTRUMREGLEMENT

Centrumreglement HBO in samenwerking met Odisee: onderwijs- en examenreglement. Schooljaar

Centrumreglement HBO in samenwerking met Odisee: onderwijs- en examenreglement. Schooljaar

CENTRUMREGLEMENT DEEL 1 SCHOOLJAAR

Versnelde studievoortgang: vrijstellingsprocedures op basis van EVK, EVC en/of vrijstellingsproef

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

CVO Sint-Lukas Hogere Leergangen Paleizenstraat Brussel tel: 02/ fax:02/

Infobrochure cursisten Balen

Toetsingsreglement Swalef Academie

Aanvullend Evaluatiereglement Koken

HBO5 Erasmus Onderwijs- examenregeling en evaluatiereglement

Richtlijnen voor examentoezicht: examinatoren en surveillanten

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van het toelatingsexamen arts en het toelatingsexamen tandarts

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

Besluit houdende de goedkeuring van het examenreglement van CVO Elishout- COOVI CVO ELISHOUT COOVI EXAMENREGLEMENT

GEZAMENLIJKE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING & EVALUATIEREGLEMENT HBO5-OPLEIDINGEN

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na studies?

Specifieke lerarenopleiding

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

BISDOM ANTWERPEN EXAMENREGLEMENT

Besluit van de Deputatie

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

REGLEMENT PERSOONSGEGEVENS NHV INHOUDSOPGAVE:

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Onderwerp: Goedkeuring Onderwijs- en examenreglement voor interuniversitaire opleidingen. Informatica: implementatie in ICTS afgesproken

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

HANDBOEK VRIJSTELLINGSPROCEDURE (EVC-EVK) INLEIDING

EXAMENREGLEMENT CENTRAAL EXAMEN ENERGIEDESKUNDIGE TYPE A

Examenreglement Van de examendienst van IPC Groene Ruimte BV

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

Centrumreglement HBO Aalst in samenwerking met Odisee: onderwijs- en examenreglement. Deel 1 Schooljaar

Provincieraadsbesluit

CENTRUMREGLEMENT

Aanpassingen OER 14-15

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE

Onderwijs- en evaluatiereglement Hoger onderwijs HBO Howest-IVO

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

Transcriptie:

1 onderwijs- en evaluatiereglement 2016-2017 HBO5 - OPLEIDINGEN [Associate Degree]

2 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 3 Inhoudstafel Vooraf 4 1 Onderwijsreglement 5 1.1 Toelatingsvoorwaarden 5 1.2 Inschrijvingsregels 6 1.3 Studiegeld 8 1.4 Het programma van de individuele student 10 1.5 Vrijstellingen, overname van evaluatiecijfers en studiebewijzen 11 1.6 Maatregelen van studievoortgang 13 2 Evaluatiereglement 14 2.1 Algemene bepalingen 14 2.2 Organisatie van de evaluaties 14 2.3 Deelname aan de evaluaties 16 2.4 Afwijkende evaluatieregelingen 18 2.5 Evaluaties afgelegd in een andere opleiding of instelling 19 2.6 Ombuds 19 2.7 Verloop van de evaluaties 21 2.8 De evaluatiecommissies en hun bevoegdheid 24 2.9 Beraadslaging 26 2.10 Hernemen van evaluaties over opleidingsonderdelen 30 2.11 Evaluatiefraude 30 2.12 Mededeling en bespreking van de evaluatieresultaten 32 2.13 Geschillenregeling en materiële vergissingen 33 3 Algemene regelingen 35 3.1 Rechten en plichten van de student 35 3.2 Rechtsbescherming en behandeling van klachten 39 3.3 Gedragscode met betrekking tot de taalregeling 42 3.4 Tuchtreglement 42 4 Begripsbepalingen 45

4 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 5 Vooraf Deze reglementen zijn ondergeschikt aan de decretale bepalingen in verband met het volwassenenonderwijs en hun uitvoeringsbepalingen. Alle verwijzingen in dit reglement naar personen en functies slaan zowel op vrouwelijke als op mannelijke personen. Afwijkingen van deze reglementen kunnen alleen worden toegestaan door de Beleidsgroep HBO5 van het samenwerkingsverband VIVES HBO5. 1 Onderwijsreglement 1.1 Toelatingsvoorwaarden Art.1. Algemene toelatingsvoorwaarden Studenten worden toegelaten tot een opleiding binnen het volwassenenonderwijs indien men beschikt over de Belgische nationaliteit of voldoet aan de bepalingen van het wettig verblijf. Verblijfsdocumenten dienen op het moment van inschrijving geldig te zijn. Als specifieke toelatingsvoorwaarde tot het hoger beroepsonderwijs geldt voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht. Een student heeft voldaan aan de deeltijdse leerplicht als hij op het ogenblik van zijn inschrijving 18 jaar is of wanneer hij het voltijds secundair onderwijs met vrucht beëindigd heeft. Indien de inschrijving plaats vindt tussen 1 september en 31 december, dan moet de student 18 worden ten laatste op 31 december van hetzelfde kalenderjaar. Bovendien moet de student in het bezit zijn van één van de volgende studiebewijzen: een studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad van het secundair onderwijs dat minstens 3 jaar behaald is; een diploma van het secundair onderwijs; een certificaat van een opleiding van het secundair onderwijs voor sociale promotie van minimum 900 lestijden; een certificaat van een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs of van het hoger beroepsonderwijs van minimum 900 lestijden; een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie; een diploma van het hoger beroepsonderwijs; een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; een diploma van bachelor of master; een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande diploma s. Wie niet beschikt over één van bovenstaande studiebewijzen, dient te slagen voor een toelatingsproef. De student moet bovendien 18 jaar zijn. Deze proef wordt uiterlijk de vijfde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode georganiseerd en evalueert de geschiktheid van de student voor de opleiding.

6 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 7 Het gaat dus niet over voorkennis maar over de vaardigheden die je nodig hebt in deze hogere opleiding, zoals logisch denkvermogen. De student vraagt deze toelatingsproef aan bij inschrijving. De directie van de opleidingsinstelling oordeelt op basis van deze toelatingsproef of aan de voorwaarden is voldaan. Deze beslissing wordt gemotiveerd opgenomen in het dossier. De toelatingsproef geldt enkel voor de opleiding waarvoor en het samenwerkingsverband waarbinnen de toelatingsproef werd afgelegd. Wanneer een student niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoet zal de opleidingsinstelling de inschrijving weigeren, tenzij de directie hem als vrije student - en dus niet subsidieerbaar - wil aanvaarden. Als vrije student kan men geen officiële studiebewijzen (attesten, deelcertificaten/modulebewijzen of diploma s) behalen. De inschrijving kan geschorst worden indien blijkt dat de student niet aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet. Bij fraude met toelatingsdocumenten worden eventueel behaalde studiebewijzen nietig verklaard, ongeacht het moment waarop de fraude wordt vastgesteld. 1.2 Inschrijvingsregels Studenten worden ingeschreven in de volgorde dat ze zich in orde stellen met de inschrijvingsvoorwaarden. Als de cursus volzet is, wordt een wachtlijst aangelegd. De student is pas volledig geregistreerd wanneer hij: voldoet aan de gestelde toelatingsvoorwaarden; de inschrijvingsfiche ondertekent; zijn identiteitsbewijs voorlegt; een kopie van één van de vereiste studiebewijzen voorlegt of slaagt voor de toelatingsproef; eventueel een attest voorlegt waaruit blijkt dat hij recht heeft op een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld. Art. 4. Recht op inschrijving Wanneer de student voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan de directie van de opleidingsinstelling de inschrijving enkel weigeren: indien de cursus volzet is; omwille van materiële omstandigheden; indien de veiligheid in het gedrang komt; als de student het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar in dezelfde opleidingsinstelling definitief werd uitgesloten; als er nog een openstaand saldo is vanuit eerdere inschrijvingen. Art.2. Algemeen Art. 5. Annulering van de inschrijving Door de inschrijving in een opleidingsinstelling van het samenwerkingsverband VIVES HBO5 wordt een overeenkomst gesloten met rechten en plichten voor instelling en student. De rechten en plichten van de student worden beschreven in afdeling 3 algemene regelingen, 3.1 rechten en plichten van de student. Art. 3. Inschrijven Een student die inschrijft bij een opleidingsinstelling van het samenwerkingsverband VIVES HBO5 is definitief ingeschreven wanneer hij voor het 1/3 moment van het opleidingsonderdeel/de module geregistreerd is bij de administratie, het verschuldigde inschrijvingsgeld betaald heeft en regelmatig aanwezig is geweest. Als de student vaststelt dat hij door omstandigheden de lessen niet zal kunnen starten/bijwonen, dan kan een deel van het betaalde studiegeld teruggekregen worden: wie voor de start van de opleiding annuleert, betaalt 20 euro administratiekosten; wie formeel meldt dat hij de opleiding stopt in de loop van het semester, betaalt enkel het inschrijvingsgeld en de opleidingsgebonden kosten voor de opleidingsonderdelen/de modules die reeds gestart zijn. wie niet opdaagt zonder te verwittigen betaalt het volledige inschrijvingsgeld en de opleidingsgebonden kosten. Wie annuleert, meldt dit per brief aan de directie van de opleidingsinstelling of per mail met ontvangstbevestiging als bewijs.

8 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 9 Indien de opleidingsinstelling beslist om een opleidingsonderdeel/module te schrappen, dan ontvangt de student de terugbetaling van het inschrijvingsgeld en de opleidingsgebonden kosten. 1.3 Studiegeld Art.6. Algemeen Het studiegeld omvat het inschrijvingsgeld en de opleidingsgebonden kosten. De inschrijving per lestijd bedraagt 1,50 euro, de opleidingsgebonden kosten zijn afhankelijk van de opleiding, het opleidingsonderdeel/de module. Het studiegeld wordt aangerekend voor alle voorziene lestijden ongeacht de organisatievorm (contactonderwijs, afstandsonderwijs, werkplekleren ). Een overzicht van het studiegeld kan de student verkrijgen via het studentensecretariaat. Art. 7. Recht op een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld Een aantal categorieën van studenten kunnen een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van het inschrijvingsgeld krijgen. De volgende personen hebben recht op een volledige vrijstelling van het inschrijvingsgeld (inschrijvingsgeld 0 euro): studenten die het leefloon ontvangen (of ten laste zijn van een persoon met een leefloon); gedetineerden; asielzoekers die materiële hulp ontvangen; inburgeraars die een inburgeringscontract hebben ondertekend of een inburgeringsattest behaald hebben voor de opleidingen Nederlands tweede taal op richtgraad 1 en 2; studenten met een wacht- of werkloosheidsuitkering die een opleiding volgen die door de VDAB erkend is in het kader van een traject naar werk. Dit betekent concreet de studenten die de opleiding volgen met een beroepsopleidingscontract van VDAB; niet-werkende verplicht ingeschreven werkzoekenden die nog geen recht op een beroepsinschakelingsuitkering (wachtuitkering) hebben. De volgende personen hebben recht op een verminderd inschrijvingsgeld van 0,30 euro per lesuur: studenten met een wacht- of een werkloosheidsuitkering: voor alle opleidingen die ze niet volgen in een door de VDAB erkend traject naar werk (of ten laste zijn van een persoon met een wacht- of werkloosheidsuitkering) alle studenten die een van de volgende attesten hebben (of ten laste zijn van een persoon die één van de volgende attesten heeft) - een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, van arbeidsongeschiktheid van ten minste 66%; - een attest dat u recht hebt op een integratietegemoetkoming voor personen met een handicap; - een attest dat verklaart dat u ingeschreven bent bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. alle studenten die tijdens twee opeenvolgende jaren voor ze zich inschrijven in een CVO, een opleiding gevolgd hebben in een centrum voor basiseducatie gedurende ten minste 120 lestijden De attesten die aanleiding kunnen geven tot een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld moeten bij elke nieuwe inschrijving opnieuw ingediend worden op het moment van inschrijving. De attesten mogen op het ogenblik van inschrijven niet ouder zijn dan 1 maand. Er is geen studiegeld verschuldigd voor het opleidingsonderdeel/de module waarvan de student is vrijgesteld op basis van EVK/EVC. Art. 8. Begrenzing inschrijvingsgeld per semester Een student betaalt per semester een maximum van 300 euro inschrijvingsgeld per opleiding van het hoger beroepsonderwijs. De plafonnering per semester is niet overdraagbaar naar een andere opleidingsinstelling. De bewijslast voor de toepassing van de plafonnering per semester en per opleiding ligt bij de student. Art. 9. Betaling De student verbindt er zich toe het inschrijvingsgeld te betalen voor de opgenomen opleidingsonderdelen/modules, evenals alle facturen die betrekking hebben op cursusmateriaal, uitstappen en andere opleidingsgebonden kosten. De facturen dienen betaald te worden ten laatste op de vervaldag. Eventuele onjuistheden op de factuur dienen schriftelijk

10 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 11 gemeld te worden voor de vervaldatum. De rekeningen worden geacht te zijn aanvaard vanaf het verstrijken van de vervaldatum. Wie problemen ondervindt met het betalen van de kostprijs van de opleiding kan op moment van de inschrijving bij de directie een aanvraag indienen voor gespreide betaling. Discrete behandeling van de vraag wordt verzekerd. Wie het studiegeld ook na aanmaning niet betaalt voor de gestelde datum, wordt geschorst als student en kan dus niet verder deelnemen aan de lessen en/of evaluaties. Een eventuele her-inschrijving is slechts mogelijk na het betalen van de verschuldigde bedragen voor de reeds afgewerkte periode. Er worden tot zolang geen studiebewijzen afgeleverd. 1.4 Het programma van de individuele student Art. 10. Samenstelling van het programma voor de individuele student Doordat de opleidingen binnen HBO5 georganiseerd zijn volgens het modulair stelsel, wordt voor elke student een individueel programma samengesteld dat beantwoordt aan het eigen ritme van verwerken, aan de mogelijkheden vanuit de werksituatie en aan het persoonlijk leven, de eigen interesses, de eigen leerwensen en leerbehoeften. Ook de mogelijkheden binnen de opleiding zelf, bepalen deels de invulling van het programma. De trajectbegeleider helpt iedere student bij het opmaken van zijn studieprogramma. Het programma voor studenten wordt opgemaakt bij inschrijving. Art. 11. Wijzigingen van het programma-aanbod Wijzigingen van het programma-aanbod door de opleidingsinstelling hebben ten vroegste uitwerking bij de aanvang van het semester volgend op dat waarin de wijziging is goedgekeurd en gecommuniceerd. De opleidingsinstelling zorgt voor passende overgangsbepalingen. Enkel in geval van overmacht kan het programma-aanbod met onmiddellijke ingang gewijzigd worden. 1.5 Vrijstellingen, overname van evaluatiecijfers en studiebewijzen Art. 12. Vrijstellingen en overname van evaluatiecijfers Een vrijstelling is de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel/module evaluatie af te leggen op basis van een studiebewijs of bewijs van bekwaamheid. Er worden twee vormen van vrijstellingsprocedures gehanteerd: Eerder/elders verworven kwalificatie (EVK): Hierbij doet men aanvraag voor vrijstelling op basis van een binnenlands of buitenlands studiebewijs van minstens hetzelfde onderwijsniveau dat erkend wordt door het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap en aangeeft dat een formeel leertraject met goed gevolg werd doorlopen. Eerder/elders verworven competentie (EVC): Hierbij doet men aanvraag voor vrijstelling op basis van eenvoudige bewijsstukken. Hier kan ook een assessment opgestart worden waarbij de aanvrager aantoont dat hij een competentie of meerdere competenties reeds verworven heeft. Een student die denkt in aanmerking te kunnen komen voor een vrijstelling, dient een vrijstellingsdossier in bij de trajectbegeleider van de opleiding. De te volgen procedure is te raadplegen via de website van de opleidingsinstelling en/of te verkrijgen op het studentensecretariaat. Studenten kunnen vrijstellingen aanvragen voor de start van het opleidingsonderdeel/de module. De vrijstelling gaat pas in nadat de student het officiële bericht van goedkeuring heeft ontvangen. Tot dan volgt de student de lessen. Minimaal twee keer per academiejaar worden EVC/EVK toegekend. Wanneer de directie een student vrijstelling verleent, motiveert hij dit in een beoordelingsverslag, dat samen met de eventuele vrijstellingsproef en/of ander(e) verantwoordingstuk(ken) aan het studentendossier van de betreffende student wordt toegevoegd. Bovendien houdt ook de student zelf zijn verantwoordingsstukken bij. Vrijstellingen worden als dusdanig op het rapport aangegeven. Eerder behaalde evaluatiecijfers worden niet overgenomen.

12 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 13 Art. 13. Studiebewijzen (Attest/Deelcertificaat/ Modulebewijs) 1. Definitie en vastlegging Een studiebewijs bekrachtigt een opleidingsonderdeel/module van een opleiding in het HBO5. Minstens één maal per jaar ontvangt de student een overzicht van de afgelegde opleidingsonderdelen/ modules met de behaalde resultaten. Studiebewijzen vervat in met succes afgeronde opleidingen worden vermeld op het diplomasupplement voor die opleiding. Studiebewijzen voor studenten die de onderwijsinstelling verlaten zonder een bepaalde opleiding af te ronden worden op verzoek van de student afgeleverd door de studentenadministratie. Het studiebewijs wordt niet afgeleverd zolang de student niet heeft voldaan aan de betaling van de vereiste studiegelden. 1.6 Maatregelen van studievoortgang Art. 16. Aantal inschrijvingskansen De student heeft recht op een tweede inschrijving voor dezelfde opleidingsonderdelen/modules als waarvoor hij in het voorafgaand academiejaar was ingeschreven en waarvoor hij geen studiebewijs behaalde. De evaluatiecommissie kan hiervan afwijken. Art. 17. Studieadvies Alle studenten hebben recht op studieadvies. 2. Verwerven Een student verwerft een studiebewijs voor elk opleidingsonderdeel/module waarvoor hij overeenkomstig Art. 49. van het evaluatiereglement geslaagd is, nadat de evaluatiecommissie het resultaat ervan definitief heeft vastgelegd. Dit gebeurt na elke evaluatieperiode. De evaluatiecommissie kan met toepassing van Art. 75. van het evaluatiereglement beslissen dat de student op grond van een begane onregelmatigheid geen studiebewijs verwerft. Uitzonderlijk kan ook beslist worden tot het terugvorderen van vroeger behaalde studiebewijzen. Art. 14. Diploma van gegradueerde Een diploma van gegradueerde bekrachtigt een opleiding in het Hoger Beroepsonderwijs. Het diploma omvat ook het diplomasupplement. Het diploma dient persoonlijk afgehaald te worden en voor ontvangst getekend. Indien de student niet in de mogelijkheid is om zelf het diploma op te halen kan dit door een derde mits het voorleggen van een volmacht. Art. 15. Beroepsmogelijkheid Tegen een beslissing met betrekking tot het verlenen van en de omvang van een bewijs van bekwaamheid of een vrijstelling kan een student beroep instellen zoals bepaald in Art. 71. Interne beroepsprocedure.

14 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 15 2 Evaluatiereglement 2.1 Algemene bepalingen zich strikt aan de vastgelegde evaluatieregeling en de evaluatieroosters. Evaluaties kunnen enkel om zwaarwichtige redenen verplaatst worden. De ombuds oordeelt soeverein over verplaatsing binnen de evaluatieperiode en treft in dit geval een nieuwe regeling. Art.18. Doelstellingen Dit reglement legt de regels vast die een vlot en correct verloop van de evaluaties moeten waarborgen. De taak van de evaluator bestaat erin om na te gaan of een student de leerresultaten of doelstellingen heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die vereist worden ten aanzien van een bepaald opleidingsonderdeel/module. De evaluatiecommissie heeft tot taak na te gaan of een student ten aanzien van de opleiding of het geheel van de opleidingsonderdelen/modules de leerresultaten of doelstellingen heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die noodzakelijk worden geacht om te slagen. Elke evaluatie dient zo te worden georganiseerd dat de student ten volle de kans krijgt de voor het opleidingsonderdeel/module vereiste competenties te bewijzen. Dit vraagt van de evaluator, en van alle ter zake bevoegde organen, een constante zorg om voor elk opleidingsonderdeel/module een optimale evaluatie te garanderen. De studenten worden geacht de procedures in dit reglement te respecteren. 2.2 Organisatie van de evaluaties Art. 19. Evaluatieperiodes Er wordt ten minste voor elk opleidingsonderdeel/module een evaluatie georganiseerd en/of een systeem van gespreide of permanente evaluatie toegepast. De directie bepaalt jaarlijks de exacte data van de evaluatieperiodes. Minstens twee keer per jaar vinden de beraadslagingen en mededelingen van de resultaten plaats. De evaluatieroosters worden ten minste vier weken voor het begin van elke evaluatie aan de studenten meegedeeld. Evaluatoren en studenten houden Art. 20. Deelevaluaties en permanente evaluatie De betrokken lesgever bepaalt, rekening houdend met de te beoordelen competenties, de doelstelling van het opleidingsonderdeel/module, de onderwijsmethode en de vorm van de evaluatie: mondeling en/of schriftelijk, afsluitende evaluatie, gespreide evaluatie en/of permanente evaluatie. De vorm van de evaluatie wordt beschreven in de ECTS-fiche van elk opleidingsonderdeel/module. Een afsluitende evaluatie is de beoordeling van het niveau van de student op het einde van een opleiding of van een opleidingsonderdeel/module door een momentopname waarbij alle competenties getoetst worden. Gespreide evaluatie is het resultaat van de regelmatige beoordeling van de studieprestaties op verschillende tijdstippen tijdens de opleidingsperiode. De evaluatie gebeurt aan de hand van meerdere observaties en/of toetsen. Permanente evaluatie is het resultaat van de continue beoordeling van de progressie van de student tijdens de opleiding. Competenties worden permanent getoetst in praktische oefeningen en toepassingen; de evaluatie gebeurt aan de hand van constante observaties en/of toetsen. De directie kan toestaan dat voor een opleidingsonderdeel/module verschillende manieren van evaluatie gecombineerd worden. Ook kan voor een volledig opleidingsonderdeel/module een vorm van permanente evaluatie goedgekeurd worden. Hierbij wordt in de ECTS-fiche verduidelijkt onder welke aangepaste vorm een tweede evaluatiekans wordt aangeboden, of wordt desgevallend duidelijk vastgelegd dat geen tweede evaluatiekans mogelijk is. Art. 21. Bijwonen van een mondelinge evaluatie De student die dit wenst kan een waarnemer de mondelinge evaluatie laten bijwonen. De waarnemer kan geen student zijn die dit opleidingsonderdeel/ module in dat academiejaar moet afleggen of een student die in datzelfde academiejaar door de betrokken evaluator moet worden ondervraagd. De waarnemer kan evenmin een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad zijn of met de student samenwonen. De student verwittigt ten minste zeven dagen voor de evaluatie de voorzitter van de evaluatiecommissie en de ombuds; deze

16 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 17 laatste brengt de betrokken evaluator tijdig op de hoogte. De waarnemer kan enkel schriftelijke notities nemen. De evaluator kan in overleg met de directie een lid van het onderwijzend personeel vragen een evaluatie bij te wonen. Een niet-afgelegde evaluatie wordt beschouwd als een opgenomen evaluatiekans. De ECTS-fiche vermeldt voor welk opleidingsonderdeel/module waarover de student op grond van de aard van dit opleidingsonderdeel/ module slechts eenmaal per jaar kan worden geëvalueerd. Art. 24. Hernemen van evaluaties na de eerste evaluatiekans 2.3 Deelname aan de evaluaties Art. 22. Voorwaarde om aan evaluaties deel te nemen 1. Wanbetaling Een student kan slechts deelnemen aan een evaluatie als hij het verschuldigde studiegeld betaald heeft. Als niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt de inschrijving geschorst. Zolang de schorsing niet herroepen wordt, worden de eventueel reeds behaalde resultaten als niet bestaande beschouwd en ontvangt de student geen studiebewijs voor de betrokken opleidingsonderdelen/modules. 2. Verplichtingen per opleidingsonderdeel/module De toegang tot een evaluatie kan onderworpen zijn aan voorwaarden zoals een aanwezigheidsplicht met betrekking tot praktische onderdelen, voldoende deelname aan groepsverplichtingen of het tijdig indienen van werkstukken. Deze voorwaarden, en wat de weerslag van het niet naleven van deze voorwaarden op de evaluatiebeoordeling is, worden duidelijk vermeld in de ECTS-fiche van het desbetreffende opleidingsonderdeel/module. De evaluatiecommissie kan bepalen dat de student die niet voldoet aan de gestelde voorwaarden een nul-score of een niet geslaagd krijgt voor het betrokken opleidingsonderdeel/module of een deel ervan. 3. Controle van de identiteit De student moet op de evaluatie op onweerlegbare wijze zijn identiteit kunnen bewijzen. Een student die daarom verzoekt ontvangt een bewijs van deelname aan de evaluatie. Art. 23. Beperkingen inzake deelname Een student mag per academiejaar over een ingeschreven opleidingsonderdeel/module niet meer dan tweemaal geëvalueerd worden. De directie bepaalt jaarlijks de exacte data van de tweede evaluatiekans. De evaluatieroosters worden ten minste 4 weken voor het begin van elke evaluatieperiode aan de student meegedeeld. De directie kan, na advies van de evaluatiecommissie, afwijkingen toestaan voor bepaalde opleidingsonderdelen/modules. Deze afwijkingen moeten bij het begin van het academiejaar of ten laatste bij inschrijving aan de betrokken studenten meegedeeld worden. De directie kan studenten die in de eindfase van hun opleiding zitten, toestaan reeds in een volgende evaluatieperiode opnieuw evaluaties af te leggen over welbepaalde opleidingsonderdelen/modules waarover ze reeds in een eerdere evaluatieperiode werden geëvalueerd en die ze moeten of wensen te hernemen. Art. 25. Inhalen van evaluaties uit een bepaalde evaluatieperiode binnen het academiejaar Een student die om een zwaarwichtige reden niet kan deelnemen aan een evaluatie tijdens een bepaalde evaluatieperiode, kan vragen om hierover in een volgende evaluatieperiode binnen één academiejaar evaluatie af te leggen. De directie beslist, na advies van de ombuds, en legt na overleg met de evaluator de evaluatievorm vast. Art. 26. Gewettigde afwezigheid Enkel afwezigheden bij evaluaties, stages of andere onderwijsactiviteiten met verplichte deelname of afwezigheid wegens ziekte of ongeval, gestaafd door een medisch attest, of wegens overmacht waarover de ombuds of met toestemming van de directie oordeelt, zijn wettig. Als de student tijdens de evaluatieperiode gewettigd afwezig is of verhinderd is wegens overmacht, dan wordt dat uiterlijk dezelfde dag gemeld aan het studentensecretariaat. De bewijsstukken moeten uiterlijk de 3de dag na de

18 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 19 evaluatie zijn ingediend, dit fysiek of elektronisch. Een medisch attest moet gedateerd zijn op de eerste dag van de toegestane afwezigheid. 2.5 Evaluaties afgelegd in een andere opleiding of instelling 2.4 Afwijkende evaluatieregelingen Art. 27. Bijzondere regelingen in individuele omstandigheden Op grond van uitzonderlijke individuele omstandigheden kan aan studenten een spreiding van evaluaties tussen verschillende evaluatieperiodes toegestaan worden. De spreidingsmogelijkheden worden vastgelegd door de directie en de student kan hiervan verder niet op eigen initiatief afwijken. De spreiding kan onder meer voor studenten die: een ernstige functiebeperking hebben; een ernstige medische reden hebben; erkend zijn als topsporter of kunstenaar; het statuut hebben van student-ondernemer. Spreiding kan ook voor studentenvertegenwoordigers, voor zover hun vertegenwoordigend werk rechtstreeks zou interfereren met deelname aan de normale evaluatiereeks of evaluatiemodaliteiten. Omwille van religieuze feesten van de in België erkende godsdiensten kunnen afwijkende evaluatieregelingen toegestaan worden. Het toestaan van evaluatiespreiding impliceert echter niet automatisch de mogelijkheid voor afwijkingen van uitdrukkelijk verplicht gestelde aanwezigheden of van de gebruikte werk- en evaluatievormen. Waar dit uitzonderlijk toch nodig blijkt, wordt met de betrokken ombuds een concrete regeling uitgewerkt. Dit gebeurt in elk geval voor studentenvertegenwoordigers voor wie een uitzonderlijke regeling gerechtvaardigd is. Aanvragen worden ingediend bij de directie uiterlijk één week na bekendmaking van de evaluatieroosters. Art. 28. Tijdstip en plaats van evaluaties Wanneer een student opleidingsonderdelen/modules volgt in een andere opleiding of aan een andere binnen- of buitenlandse instelling van hoger onderwijs, wordt de evaluatie over deze opleidingsonderdelen/modules afgenomen op het tijdstip, de plaats en onder de voorwaarden bepaald door die opleiding of betrokken instelling. Art. 29. Beraadslaging Indien nodig wordt het resultaat van een evaluatie afgelegd aan een andere instelling van hoger onderwijs, onder toezicht van de beperkte evaluatiecommissie omgezet overeenkomstig de ECTS-richtlijnen. De student is voor zijn vertrek geïnformeerd over de omzettingsregels. Art. 30. Vervanging door een equivalent opleidingsonderdeel De directie kan studenten die geen studiebewijs behaalden voor een opleidingsonderdeel, omdat zij daarvoor niet slaagden in de evaluatie dat zij aflegden aan een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs, toestemming verlenen om in een volgende evaluatieperiode van hetzelfde academiejaar in de opleidingsinstelling evaluatie af te leggen voor een equivalent opleidingsonderdeel. Dit geldt enkel indien de student niet de mogelijkheid heeft om tijdens zijn uitwisselingsperiode een tweede evaluatiekans te benutten in de buitenlandse instelling. 2.6 Ombuds Art. 31. Opdracht, aanstelling en beschikbaarheid De ombuds bemiddelt tussen evaluatoren en studenten. Hij moet zijn bemiddelingsrol in volle onafhankelijkheid kunnen vervullen. Per groep van studenten wordt in elk academiejaar door de directie, na advies van de permanente evaluatiecommissie, ten laatste 14 dagen na de start van een

20 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 21 semester een lid van het onderwijzend personeel of een ander personeelslid met relevante ervaring in onderwijsmateries tot ombuds en een ander tot plaatsvervangende ombuds aangesteld, die deze functie uitoefenen gedurende alle evaluatieperiodes van dat academiejaar. Art. 32. Bevoegdheden en betwistingen Waar nodig bemiddelt de ombuds over de datum, plaats, vormen en voorwaarden waarin een evaluatie wordt afgelegd, onverminderd de in andere artikels vastgelegde specifieke bevoegdheden. Om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft de ombuds, ook vóór de beraadslaging van de evaluatiecommissie, vanuit zijn bemiddelingsrol recht op inlichtingen betreffende elke evaluatie. De ombuds is tot geheimhouding verplicht. De ombuds is geen lid van de evaluatiecommissie, maar neemt met raadgevende stem aan de beraadslagingen deel. Hij neemt ook als waarnemer deel aan de besprekingen in de beperkte evaluatiecommissie. De directie waakt over de bevoegdheid en de onafhankelijkheid van de ombuds. Betwistingen omtrent de bevoegdheid van de ombuds of omtrent zijn onafhankelijkheid kunnen op elk moment door de ombuds en door elke evaluator worden voorgelegd aan de directie die omtrent de betwisting een beslissing neemt. Art. 33. Onverenigbaarheid De ombuds mag in geen geval de studenten voor wie hij optreedt als ombuds, zelf evalueren. Indien uitzonderlijk de ombuds toch voor een opleidingsonderdeel/module aan de evaluatie van een student heeft meegewerkt, treedt de plaatsvervangend ombuds voor deze student in zijn plaats. Art. 34. Verslag Na de laatste evaluatieperiode van elk academiejaar bezorgt de ombuds de directie een verslag over de werkzaamheden. 2.7 Verloop van de evaluaties Art. 35. Evaluator Elke evaluatie of deel van een evaluatie wordt afgenomen door de titularissen van het opleidingsonderdeel/module of door diegene die de titularis voor het doceren van de betreffende opleidingsonderdeel/module vervangen heeft. In geval van bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad tussen een student en evaluator, in geval van samenwonen van beide partijen of in geval van overmacht in hoofde van de evaluator, verzoekt de evaluator de voorzitter van de evaluatiecommissie een plaatsvervanger aan te wijzen. Indien er verscheidene docenten voor één opleidingsonderdeel als evaluator optreden terwijl elke student slechts door enkelen van hen wordt beoordeeld of indien slechts één titularis van een aantal cotitularissen elke student beoordeelt, wordt ten laatste één maand voor aanvang van de betrokken evaluatie bekendgemaakt welke docenten welke studenten evalueren. Evaluaties over andere onderwijsleeractiviteiten dan hoorcolleges kunnen afgenomen worden door evaluatoren die geen titularis zijn, voor zover zij inhoudelijk mee instonden voor de organisatie van de onderwijsactiviteit. De titularis blijft volledig verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. Evaluaties over opleidingsonderdelen/modules of onderwijsleeractiviteiten die gedoceerd werden door gastdocenten, worden bij hun afwezigheid afgenomen door een andere evaluator, aangewezen door de directie. Een externe deskundige die deelneemt aan de evaluatie van een student voor een opleidingsonderdeel/module, kan nooit als eindverantwoordelijke voor een opleidingsonderdeel/module optreden. Art. 36. Informatie over de evaluaties en inleveringstermijn van werkstukken De ECTS-fiches geven voor elk opleidingsonderdeel/module gedetailleerde informatie over de inhoud en de doelstellingen ervan, de evaluatiematerie en de wijze van evalueren, inclusief de weging van eventuele onderdelen waarvoor een deelcijfer wordt toegekend en inclusief de gevolgen van het niet deelnemen aan een onderdeel van de evaluatie. Indien, uitzonderlijk, de evaluatiematerie of de evaluatiemethoden van de ene tot de andere evaluatieperiode verschillen, wordt dit in de ECTS-fiche meegedeeld.

22 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 23 Wanneer er voor het indienen van een werkstuk een bepaalde inleveringstermijn is vastgelegd, moet deze duidelijk vermeld staan in de ECTS-fiche. De opleiding kan in haar reglementering bepalen dat, indien de inleveringstermijn niet gerespecteerd wordt, het werkstuk als niet-ingeleverd wordt beschouwd en dat de student voor deze opdracht een nul krijgt of als niet deelgenomen wordt beschouwd. Deze sanctie moet in dat geval in de ECTS-fiche worden vermeld. Als deze sanctie is voorzien, geldt ze ook wanneer een nieuw toegestane termijn niet wordt nageleefd. Art. 37. Niet-naleven van stageverplichtingen De opleiding kan in haar reglementering bepalen dat, wanneer een student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen opgelegd door een stage-overeenkomst niet naleeft, de overeenkomst stopgezet wordt. Zij bepaalt ook of de student voor dit opleidingsonderdeel/module een andere quotatie krijgt of dat dit opleidingsonderdeel/module als niet deelgenomen wordt beschouwd. Deze sanctie moet in dat geval in de ECTS-fiche worden vermeld. In dit geval heeft de student geen recht op een alternatieve opdracht. Art. 38. Evaluatievorm, evaluatieduur en hulpmiddelen De vorm van de evaluatie wordt bepaald naar de doelstellingen van het opleidingsonderdeel/module en de onderwijsmethode. De evaluatievorm wordt vastgelegd door de docent. De laatst goedgekeurde evaluatievorm blijft gelden zolang niet anders wordt beslist. Tenzij uitdrukkelijk anders meegedeeld aan de studenten, gebeurt elk evaluatie zonder het gebruik van enig hulpmiddel. In het geval van een individuele verplaatsing van een evaluatie, kan de vorm van een evaluatie anders zijn dan standaard vastgelegd. Bij een mondeling of deels mondelinge evaluatie wordt normaal een schriftelijke voorbereidingstijd van ten minste vijftien minuten toegestaan. Uitzondering kan hierbij gemaakt worden voor mondelinge evaluaties waarbij de directe communicatievaardigheden en andere vaardigheden getoetst worden. De toepassing van deze uitzonderingen wordt, in overleg met de betrokken evaluatoren via de evaluatieregeling en -roosters door de directie uitgewerkt. De student kan van een schriftelijke voorbereidingstijd afzien. Bij een mondeling of deels mondelinge evaluatie voorziet de evaluator verschillende vragenreeksen. Bij toewijzing van een vragenreeks aan een student moet het element toeval gegarandeerd zijn. Om zwaarwichtige redenen kan een student aan de ombuds vragen om evaluaties op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. De directie beslist hierover na advies van de ombuds. Personen met onderwijs- en evaluatiefaciliteiten kunnen een beroep doen op de trajectbegeleiders/ ombuds om de nodige praktische maatregelen te nemen die hen toelaten op een aangepaste en volwaardige wijze aan de evaluaties deel te nemen. Een evaluatie die bestaat uit een beoordeling op één bepaald moment mag maximaal een halve dag ca. vier uur in beslag nemen. Art. 39. Beoordeling Elk opleidingsonderdeel/module wordt beoordeeld. Het resultaat wordt in getallen uitgedrukt. De directie kan beslissen dat voor een opleidingsonderdeel/module een beoordeling plaatsvindt onder de vorm van een geslaagd/niet-geslaagd-beslissing. De vermelding wordt opgenomen in de ECTS-fiche. Voor elk opleidingsonderdeel/module binnen een opleiding vindt één of meerdere evaluatieactiviteiten plaats. Er zijn twee mogelijkheden: een opleidingsonderdeel/module met één onderwijsleeractiviteit en één score; een opleidingsonderdeel/module met meerdere onderwijsleeractiviteiten en slechts één score voor de volledige opleidingsonderdeel/module. De beoordeling voor een onderwijsleeractiviteit kan uit verschillende evaluatieonderdelen bestaan, elk met een eigen score. Eventuele scores voor evaluatieonderdelen worden door de titularis vóór de beraadslaging omgezet in één eindscore. Als de student aan één van deze evaluatieonderdelen niet deelneemt, wordt voor dit evaluatieonderdeel een 0-score toegekend. Als de student geen enkel evaluatieonderdeel aflegt, dan wordt de evaluatieactiviteit beoordeeld als niet deelgenomen (ND). Deze ND-score leidt tot een ND-score voor het opleidingsonderdeel/module. Afwijkende slaagcriteria worden vermeld in de ECTS fiches.

24 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 25 Art. 40. Administratieve verwerking De evaluatoren delen zo spoedig mogelijk na de evaluatie hun evaluatiebeoordeling mee aan de bevoegde administratieve dienst. Deze mededeling gebeurt voor elke evaluatieperiode in de voorgeschreven vorm uiterlijk binnen de week na het einde van het opleidingsonderdeel/ module en uiterlijk binnen twee werkdagen voor de beraadslaging. 2.8 De evaluatiecommissies en hun bevoegdheid Art. 41. Samenstelling Er wordt voor elke opleiding een beperkte evaluatiecommissie en een evaluatiecommissie opgericht. De directie is voorzitter van elke evaluatiecommissie. Hij bepaalt de samenstelling van de evaluatiecommissie en duidt een secretaris aan. De secretaris kan ook een niet-evaluator zijn, maar nooit de ombuds. De directie bepaalt voor elke opleiding het aantal leden van de evaluatiecommissie. Hij bepaalt ook hoe de leden worden aangewezen en of er plaatsvervangers kunnen optreden. De evaluatiecommissie is representatief samengesteld. Zij bestaat uit ten minste zes leden, behalve in opleidingen waar alle evaluatoren samengenomen, met inbegrip van de voorzitter en de secretaris van de commissie, dat aantal niet halen. De ombuds neemt deel met raadgevende stem aan de evaluatiecommissie voor de opleiding waarvoor hij is aangesteld en woont elke bijeenkomst van de evaluatiecommissie of de beperkte evaluatiecommissie bij. Art. 42. Bevoegdheden van de beperkte evaluatiecommissie De voorzitter en de secretaris van de evaluatiecommissie vormen de beperkte evaluatiecommissie, in aanwezigheid van de ombuds die een raadgevende stem heeft. De beperkte evaluatiecommissie legt, na elke evaluatieperiode de resultaten van de evaluaties over de opleidingsonderdelen/modules definitief vast, met uitzondering van de resultaten van de studenten die na de evaluatieperiode kunnen afstuderen. Zij bereidt de beraadslaging door de evaluatiecommissie als geheel voor. Voor inschrijvingen voor een beperkt aantal opleidingsonderdelen/modules met het oog op het verwerven van individuele studiebewijzen, legt zij de resultaten definitief vast met het oog op het al dan niet uitreiken van een studiebewijs. Zij legt de resultaten vast van uitwisselingsstudenten waarvoor de resultaten laattijdig de opleidingsinstelling bereiken. De beperkte evaluatiecommissie treedt op in de gevallen bepaald in Art. 47. met betrekking tot de hoorplicht en het hoorrecht van studenten en evaluatoren. Zij corrigeert de materiële vergissingen die geen invloed hebben op slagen voor een opleidingsonderdeel/module of een opleiding of de graad van verdienste, zoals bepaald in Art. 57. Art. 43. Bevoegdheden van de evaluatiecommissie De evaluatiecommissie heeft tot taak na te gaan of een student ten aanzien van de opleiding of opleidingsonderdelen/modules de leerdoelstellingen/ competenties heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die noodzakelijk worden geacht om daarvoor te slagen. Na elke evaluatieperiode legt de evaluatiecommissie van de opleiding per student de evaluatiecijfers definitief vast en bepaalt of een student geslaagd is voor een opleiding en eventueel met welke graad van verdienste. De vastgestelde resultaten kunnen enkel nog worden gewijzigd in het nadeel van de student als een ernstige onregelmatigheid wordt vastgesteld. Zij kunnen nog worden gewijzigd overeenkomstig de procedure en binnen de termijn vastgelegd in Art. 36. betreffende materiële vergissingen. Na elke evaluatieperiode beslist de evaluatiecommissie over studenten voor wie overmacht of andere bijzondere omstandigheden in rekening kunnen worden gebracht. De beslissing van de evaluatiecommissie in dergelijke gevallen wordt zorgvuldig gemotiveerd.

26 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 27 De evaluatiecommissie heeft ook het recht om ten aanzien van individuele studenten adviezen te geven en/of om aan individuele studenten bijzondere maatregelen van studievoortgang op te leggen. 2.9 Beraadslaging Art. 44. Aanwezigheid De leden van de evaluatiecommissie nemen aan de beraadslaging deel en ondertekenen de presentielijst. De evaluatiecommissie beslist geldig wanneer ten minste de helft van de leden of in voorkomend geval hun plaatsvervanger aanwezig is. Een lid dat wettig verhinderd is, deelt dit zo spoedig mogelijk aan de voorzitter van de evaluatiecommissie mee. Als bepaalde studenten zich tijdens de beraadslaging ter beschikking van de evaluatiecommissie moeten houden, worden zij hiervan op initiatief van de voorzitter van de evaluatiecommissie op voorhand verwittigd. Art. 45. Geheimhouding De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. De leden zijn dus tot geheimhouding over de beraadslaging en de stemming verplicht. Art. 46. Stemgerechtigden Alle leden van de evaluatiecommissie hebben een gelijkwaardige, beslissende stem. Leden van de evaluatiecommissie nemen geen deel aan de beraadslaging over beslissingen ten aanzien van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad of ten aanzien van studenten van wie ze een persoonlijk belang hebben. Leden van de evaluatiecommissie waarover voorgesteld wordt dat een door hen toegekend cijfer aan een individuele student of een groep studenten kennelijk onredelijk is, nemen geen deel aan de beraadslaging over deze student of deze groep studenten. De ombuds neemt aan de beraadslaging deel met raadgevende stem. Art. 47. Consultatie van niet-leden door de evaluatiecommissie Elke evaluator die geen lid is van de evaluatiecommissie kan op zijn verzoek steeds gehoord worden door de (beperkte) evaluatiecommissie. Hetzelfde geldt voor elke student over wie door de evaluatiecommissie een beslissing zal genomen worden. In geval van evaluatiefraude moet de beperkte evaluatiecommissie de evaluator van het opleidingsonderdeel/module waarbij de evaluatiefraude werd vastgelegd, horen. De evaluatiecommissie moet ook de betrokken student horen, in aanwezigheid van de ombuds. Als de beperkte evaluatiecommissie oordeelt dat het door een evaluator voorgesteld cijfer voor een individuele student of voor een groep studenten kennelijk onredelijk is, moet zij, voor de evaluatiecommissie een beslissing kan nemen, de evaluator horen. De evaluatiecommissie zelf kan steeds beslissen om een evaluator die geen lid is van de evaluatiecommissie, te horen over een door haar voorgestelde beslissing. Art. 48. De evaluatiecommissie als college en haar beslis- en stemregels De evaluatiecommissie handelt als college. Een beslissing over een student wordt door de evaluatiecommissie bij gewone meerderheid, dat is meer dan de helft van de aanwezige leden, vastgesteld. Op voorstel van de voorzitter of als een lid van de commissie of de ombuds erom verzoekt, wordt er over een beslissing, zowel tijdens als op het einde van de opleiding, geheim gestemd. Bij de stemmingen worden ongeldige stemmen en onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen geldt het voor de student meest gunstige voorstel als beslissing van de commissie. Art. 49. Criteria voor het slagen voor een opleidingsonderdeel/module De student slaagt voor een opleidingsonderdeel/module als hij ten minste de helft van de punten of de beoordeling geslaagd behaalt. In beide gevallen verwerft de student een studiebewijs tenzij hij het studiegeld niet tijdig zou

28 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 29 betaald hebben of er een onregelmatigheid is vastgesteld waarvoor de student een sanctie krijgt. Art. 50. Weging Voor het vaststellen van het behaald percentage over een gehele opleiding worden de punten behaald voor elk opleidingsonderdeel/module gewogen volgens het aantal studiepunten/lestijdengewicht dat ermee verbonden is. De opleidingsonderdelen/modules die beoordeeld worden volgens het model geslaagd/niet-geslaagd, worden in de berekening van het percentage niet meegeteld. Art. 51. Afrondingsregels Voor de toepassing van Art. 52., Art. 53. en Art. 54. worden de samengetelde resultaten van de student afgerond naar het onderliggend percentage voor de decimalen 0,1-0,4 en naar boven voor de decimalen 0,5-0,9. Art. 52. Criteria voor het slagen voor een opleiding Mits het inschrijven voor één opleidingsonderdeel/module slaagt een student voor een opleiding als hij voor alle opleidingsonderdelen/modules van de opleiding is vrijgesteld of geslaagd is met de helft van de punten of met de beoordeling geslaagd. Een niet-geslaagde student wordt uitgesteld of afgewezen. Art. 53. Criteria voor het behalen van een diploma of getuigschrift en een graad van verdienste grote onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 77 % van de punten behaalt; grootste onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 85 % van de punten behaalt; grootste onderscheiding en de gelukwensen van de evaluatiecommissie, op voorwaarde dat hij ten minste 90 % van de punten behaalt. De berekening gebeurt op de evaluatieresultaten van het geheel van de opleiding. Er wordt geen graad van verdienste toegekend aan studenten waarvan het feitelijk opgenomen studieprogramma minder dan 5% bedraagt. Aan een individuele student die niet voldoet aan de criteria voor het behalen van een bepaalde graad van verdienste kan deze graad van verdienste toch worden toegekend, indien de evaluatiecommissie: overmacht vaststelt; of, op gemotiveerde wijze daartoe beslist. Deze motivering wordt opgenomen in het beraadslagingsverslag. Op voorstel van de voorzitter of als een lid van de evaluatiecommissie of de ombuds erom vraagt, wordt daarover geheim gestemd. Art. 54. Beraadslagingsverslag Het beraadslagingsverslag wordt opgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de evaluatiecommissie. Het bevat de presentielijst en vermeldt voor elke student de beslissing of de vaststelling zoals bepaald in Art. 50. en Art. 51. Het verslag bevat de evaluatiecijfers of verwijst naar de evaluatiecijfers die als bijlage aan het verslag worden toegevoegd of in een beveiligd elektronisch bestand zijn opgenomen. Het beraadslagingsverslag bevat in voorkomend geval ook de gemotiveerde beslissingen genomen op grond van andere artikelen uit het evaluatiereglement. De student die geslaagd is voor een opleiding overeenkomstig de criteria vastgelegd in Art. 52., behaalt het diploma of getuigschrift van de opleiding. Aan een student die het diploma van graduaat behaalt, kan de volgende graad van verdienste toegekend worden: op voldoende wijze, als hij minder dan 68 % van de punten heeft behaald; onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 68 % van de punten behaalt;

30 ONDERWIJS- EN EVALUATIEREGLEMENT 2016-2017 / HBO5-OPLEIDINGEN 31 2.10 Hernemen van evaluaties over opleidingsonderdelen Art. 55. Algemeen principe Een student kan per inschrijving over eenzelfde opleidingsonderdeel/module maximaal tweemaal en niet meer dan tweemaal evaluatie afleggen. Een niet-hernomen of niet-afgelegde evaluatie wordt beschouwd als een opgenomen evaluatiekans. De ECTS-fiche vermeldt het als de student op grond van de aard van het opleidingsonderdeel/module slechts eenmaal per jaar kan worden geëxamineerd. In uitzonderlijke gevallen kan aan een student die zich in de eindfase van een opleiding bevindt door de directie de toelating tot een derde evaluatiekans worden gegeven, onverminderd Art. 1. Art. 56. Hernemen van evaluaties over opleidingsonderdelen/modules binnen het academiejaar Na de eerste evaluatiekans beslist de student of hij voor de evaluaties waarop hij een onvoldoende haalde, een tweede evaluatiekans opneemt. Hij moet, volgens een procedure vastgelegd door de opleidingsinstelling, meedelen welke evaluaties hij herneemt in de tweede evaluatiekans. Een tweede evaluatiekans vindt niet noodzakelijk plaats onder dezelfde evaluatievorm, dit wordt eveneens vermeld in de ECTS-fiche. Het cijfer van de eerste evaluatiekans blijft behouden als het hoger is dan het resultaat dat de student behaalt in de tweede evaluatiekans. 2.11 Evaluatiefraude Art. 57. Definities Als evaluatiefraude wordt beschouwd elk gedrag van een student in het kader van een evaluatie waardoor deze het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van hemzelf dan wel van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of poogt te maken. Plagiaat is een vorm van evaluatiefraude die bestaat uit elke overname van het werk, ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding. Art. 58. Procedures Elk personeelslid dat evaluatiefraude vaststelt of vermoedt, informeert zo spoedig mogelijk de voorzitter van de evaluatiecommissie over elke bij een evaluatie of evaluatie begane vorm van evaluatiefraude die de uiteindelijke beslissing van de evaluatiecommissie kan beïnvloeden. De beperkte evaluatiecommissie of de evaluatiecommissie hoort alle betrokkenen. De student kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze en/of een raadsman die geen personeelslid of student van de opleidingsinstelling kunnen zijn en/of door de ombuds. De beperkte evaluatiecommissie of de evaluatiecommissie formuleert indien nodig een voorstel van evaluatietuchtbeslissing. In geval van een inbreuk die mogelijk als plagiaat kan worden beschouwd, onderzoekt de beperkte evaluatiecommissie of er plagiaat is gepleegd. Zij onderzoekt ook de ernst van de overtreding en rapporteert aan de evaluatiecommissie. In afwachting van een uitspraak door de evaluatiecommissie mag de student de evaluatie- en evaluatiereeks verder afwerken, met inbegrip van de evaluatie in kwestie, zij het, wat dit laatste betreft, desgevallend na inbeslagname van de betwiste stukken en de reeds aangemaakte kopij. De beperkte evaluatiecommissie of de evaluatiecommissie hoort de student vóór elke beslissing van de evaluatiecommissie over een begane evaluatiefraude. Art. 59. Sancties Op grond van een bij een evaluatie begane evaluatiefraude kan de evaluatiecommissie bij de beraadslaging beslissen dat de student: een aangepast cijfer krijgt op de evaluatie of het werkstuk; een 0 krijgt op de evaluatie of het werkstuk van het opleidingsonderdeel/ module of een onderdeel ervan;