O16.001265 O16.001265* Uitvoeringsregels tegenprestatie 2017 Omdat iedereen van toegevoegde waarde is
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 2 2. In het kort... 3 3. Het idee en de uitgangspunten... 4 4. Randvoorwaarden en het afwegingskader... 5 5. Achtergrondinformatie... 7 Pagina 2 van 7 O16.001265
2. In het kort Iedereen is van toegevoegde waarde. Ook inwoners met een uitkering hebben mogelijkheden die ze in (kunnen) zetten voor de samenleving. We zetten in op werk. Wanneer werk niet direct binnen handbereik ligt wordt samen met de betrokkene gekeken naar de andere mogelijkheden mee te doen in de samenleving. In dat geval kan vrijwilligerswerk helpen het zelfvertrouwen, netwerk en de kennis en ervaring van de werkzoekende te vergroten. Ook kan iemand op die manier arbeidsritme en regelmaat behouden of opbouwen. De kansen een baan te vinden worden zo weer wat groter. Hoewel we geloven in de meerwaarde van het iets terugdoen voor de samenleving, is het niet geheel vrijblijvend. Wel gaan we uit van positief stimuleren in plaats van verplichten. Vooral wanneer de betrokkene zelf gemotiveerd is biedt dit grote meerwaarde. Meerwaarde voor de persoon zelf, en ook voor de vrijwilligersorganisatie. Deze heeft immers belang bij vrijwilligers die intrinsiek gemotiveerd zijn. Maar als iemand na diverse gesprekken niets wil terugdoen voor de samenleving, kan de tegenprestatie worden opgelegd. Als iemand dan nog steeds niet meewerkt kan een maatregel worden opgelegd. De basis voor de re-integratie, tegenprestatie en het opleggen van maatregelen is te vinden in de reintegratie verordeningen, de verordening tegenprestatie en de afstemmingsverordening van de gemeenten Sudwest-Fryslan en Littenseradiel, het beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein en het uitvoeringsplan participatiewet. De rode draad is steeds dat het gaat om maatwerk, en dat te doen wat voor de klant kan bijdragen aan het participeren en zoveel mogelijk het (op termijn) vinden van regulier werk. Wat voor iemand een passend traject is, is afhankelijk van zijn of haar mogelijkheden en beperkingen. En dat geldt ook voor de tegenprestatie. Pagina 3 van 7 O16.001265
3. Het idee en de uitgangspunten Soms lukt het niet om snel en zelfstandig een baan te vinden. Ontvangt een werkzoekende een uitkering dan ondersteunt de gemeente hem of haar bij het zoeken naar een baan. We zetten in op werk. Wanneer werk niet direct binnen handbereik ligt wordt er samen met de betrokkene gekeken naar de andere mogelijkheden om mee te doen in de samenleving. Zo kan vrijwilligerswerk helpen om het zelfvertrouwen, netwerk en de kennis en ervaring van de vrijwilliger vergroten. Ook kan iemand op die manier arbeidsritme en regelmaat te behouden of op te bouwen. Op die manier kan de betrokkene zijn kansen om een baan te vinden vergroten. Naast de ondersteuning bij het zoeken naar werk is de gemeente verplicht ook invulling te geven aan de tegenprestatie die de betrokkene in ruil voor zijn uitkering moet leveren (zie kader hieronder). Hierbij hebben we een aantal uitgangspunten: Iedereen doet mee. Werk gaat voor. We intensiveren de inzet op werk en re-integratie. Vrijwilligerswerk is tweede. Tegenprestatie is een besmet woord, het gaat om de vraag: kun je iets (terug) doen voor de samenleving? De tegenprestatie moet toegevoegde waarde hebben, ook voor de betrokkene. We gaan uit van positief stimuleren in plaats van verplichten. Is iemand mantelzorger, of doet deze al vrijwilligerswerk, dan levert deze al een (grote) bijdrage aan de samenleving. We leggen zo weinig mogelijk regels vast. Het idee: Werk gaat voor en mensen moeten de tijd hebben en de focus houden om werk te zoeken. Van iedereen met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt verwachten we dat deze zijn tijd gebruikt om werk te vinden. Mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, en mensen die al langer dan 9 maanden een bijstandsuitkering hebben willen we stimuleren om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Heeft iemand zelf een goed en concreet idee hoe hij dat kan doen dan wordt daar op ingezet. Wanneer nodig ondersteunen de gebiedsteammedewerkers de betrokkene daarbij. Heeft iemand zelf geen idee, dan kan de gebiedsteammedewerker daarbij helpen. Bijvoorbeeld door zijn blikveld te verruimen, andere mogelijkheden te noemen of concrete vrijwilligersplekken voor te stellen. Wanneer nodig begeleidt de gebiedsteammedewerker de betrokkene naar de vrijwilligersplek. Het gaat om maatwerk en de toegevoegde waarde die de betrokkene kan hebben voor de samenleving én de toegevoegde waarde van het vrijwilligerswerk voor de betrokkene zelf. En deze werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing van reguliere arbeid. Pagina 4 van 7 O16.001265
4. Randvoorwaarden en het afwegingskader We zetten op de volgende manier in op de sociale activering in het kader van de tegenprestatie: Randvoorwaarden 1. Doelen: a. Inwoner ziet zijn / haar eigen talenten en weet deze in te zetten. b. Vrijwillige inzet voor verenigingen en inwoners van de gemeente stimuleren en faciliteren. 2. De gebiedsteammedewerker kan motiveren en activeren. Het begeleiden van vrijwilligers is meer op zijn plek bij de vrijwilligersorganisaties. 3. Uitgangspunt is de dialoog. Hierbij wordt de intrinsieke motivatie aangesproken, de waarde van het vrijwilligerswerk. Hierdoor zal de participatie zinvol en duurzaam zijn. Ook voor vrijwilligersorganisaties bieden gemotiveerde vrijwilligers de grootste meerwaarde. 4. Werk gaat voor uitkering (en tegenprestatie). Afwegingskader 1. Het gaat om maatwerk; een bijdrage die iemand levert aan de maatschappij naar vermogen 1. De activiteiten sluiten aan bij de mogelijkheden van de klant. 2. Er wordt ingezet op de inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, dat wil zeggen dat de sociale activering (tegenprestatie) bedoeld is voor: a. Mensen die al langer dan 9 maanden een uitkering hebben. b. Mensen die na een traject bij Pastiel zonder een baan of vrijwilligerswerk worden overgedragen aan het gebiedsteam. c. Mensen waarvan direct duidelijk is dat ze een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. 3. Mensen die al vrijwilligerswerk doen, mantelzorger zijn of zorgtaken hebben voor jonge kinderen doen al zeer waardevol werk voor de samenleving. 4. De klant bedenkt samen met de gebiedsteammedewerker wat hij kan bijdragen aan de samenleving. De klant krijgt 3 weken de tijd om zelf iets te regelen voor zijn tegenprestatie. Wanneer direct duidelijk is dat de klant hulp nodig heeft bij de invulling dan wordt deze periode overgeslagen. 5. Wanneer mensen zelf kiezen voor vrijwilligerswerk kunnen ze ook gebruik maken van de vrijwilligersvergoeding als ze aan de voorwaarden voldoen. Zou in het uiterste geval de tegenprestatie opgelegd worden, dan hebben ze geen recht meer op de vrijwilligersvergoeding. 6. Kan iemand echt niet? Of heeft hij al 3 keer zonder succes een traject gevolgd? Dan is een route via maatschappelijk werk of zorgverlening waarschijnlijk logischer. 7. Er wordt gebruik gemaakt van de structuren en mogelijkheden die er zijn, zoals de Stipepunten en eventuele lokale vrijwilligersorganisaties. 8. Er is geen minimumaantal uren waaraan de tegenprestatie moet voldoen 2. Ook de vorm en intensiteit van de tegenprestatie is een vorm van maatwerk. 9. Is er twijfel over of iemand echt mantelzorger of vrijwilliger is? Bij twijfel moet dit aangetoond kunnen worden. 10. De tegenprestatie moet in alle gevallen voldoen aan het criterium dat er geen verdringing van werkzaamheden mag plaatsvinden 3 11. Evt. kosten bij de uitvoering van de maatschappelijk nuttige activiteiten zijn voor de aanvrager (organisatie die de vrijwilligersvacature aanbood). 1 Hierbij wordt in ieder geval gekeken naar de aard, plaats, duur en werktijden van de activiteiten in relatie tot de mogelijkheden, werkervaring, opleiding en gezinssituatie van de betrokkene. 2 De tegenprestatie moet wanneer hij opgelegd wordt beperkt zijn qua duur en omvang. Jurisprudentie wijst uit dat 32 uren per week te veel is. 3 Dit is een belangrijk criterium. Het moet in ieder geval gaan om werkzaamheden waarvoor in deze tijd en op deze plaats geen enkele bereidheid bestaat om daar een geldelijke beloning voor te betalen. Pagina 5 van 7 O16.001265
12. Weigert de klant voor de tweede keer om iets terug te doen voor zijn uitkering terwijl hij daar wel de mogelijkheden toe heeft? Dan wordt de tegenprestatie opgelegd en kan na een volgende weigering een maatregel worden opgelegd. Probeer dit wel vroegtijdig te voorkomen, dus de dialoog blijven aangaan en zoeken naar een oplossing. 13. Sluit voor een passende maatregel aan bij de regels die daarover zijn gesteld in de afstemmingsverordening. Zeker als het gaat om het opleggen van maatregelen is het 4 ogen principe belangrijk. Pagina 6 van 7 O16.001265
5. Achtergrondinformatie Verdringing voorkomen De kans op verdringing moet minimaal zijn. Dit kan worden bereikt als bij de uitvoering wordt gelet op een aantal inhoudelijk en een aantal procedurele punten, bijvoorbeeld: Bij voorkeur gaat het om vrijwilligersplekken bij maatschappelijke organisaties die geen winstoogmerk hebben. Gaat het om organisaties die wel een winstoogmerk hebben, dan kan er waarschijnlijk betaald worden voor het werk. Hier is dus in principe sprake van verdringing. Is er een goede reden om toch vrijwilligerswerk toe te staan, kijk dan extra kritisch naar de volgende punten. Het gaat om activiteiten waar evident geen betaling tegenover staat. Het mag daarom niet gaan om activiteiten waarvoor belanghebbende of een ander normaal gesproken betaald wordt, of eerder (minder dan één jaar geleden) nog betaald werd. Dit is bijvoorbeeld het geval als eerder bestaande arbeidsplaatsen met vergelijkbare werkzaamheden binnen deze periode zijn wegbezuinigd bij de betreffende (overheids-)organisatie. Er mag geen vacature openstaan voor dezelfde of bijna dezelfde activiteiten als die bij de tegenprestatie zouden worden uitgevoerd. Het verdient de voorkeur om de activiteiten die in het kader van de tegenprestatie worden verricht binnen de maatschappelijke organisatie veel te laten wisselen en/of de mensen te laten rouleren over afdelingen en organisatie onderdelen. Dit benadrukt het incidentele karakter van de activiteiten en kan voor belanghebbende bovendien extra leerzaam zijn. Ook als belanghebbende zelf een voorstel doet voor de invulling van de tegenprestatie is een toets daarvan op verdringing nodig. Mogelijke maatschappelijk nuttige activiteiten Het kan gaan om klussen die door verenigingen, bedrijven en maatschappelijke instellingen worden aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan: helpen bij organisatie van een festival leesouder op school opknappen van speelplekken in de wijk schoonhouden van de openbare ruimte werkzaamheden in de groenvoorziening taalmaatje voor inburgeringsplichtigen scheidsrechter bij de voetbalvereniging vervoeren van ouderen in een taxibusje sneeuwschuiven activiteiten in een wijkcentrum respijtzorger koffie schenken of maaltijden uitdelen in een verzorgingshuis of wijkhuis Er is aandacht nodig voor: de begeleiding van vrijwilligers het in kaart hebben van vrijwilligersplekken beschikbare vrijwilligersplekken voor de doelgroep Pagina 7 van 7 O16.001265