Beleidsnotitie openbare verlichting 2003 t/m 2005 Gemeente Heusden

Vergelijkbare documenten
Steller: J. Maurix Datum: 25 augustus 2003 Portefeuille: ing. A.P.M. van den Hoven B&W: Datum: 26 augustus 2003 Openbaar: Ja Persbericht:

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting in de gemeente Dronten

BIJLAGE 4 TOELICHTING HOE TE VERLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM EN BUITEN DE BEBOUWDE KOM

Aan de Raad. 2.1 Geeft meer veiligheid voor burgers en weggebruikers.

Woongebieden. Foto: Steven van Beusichemlaan, eerst scheen de lamp in het huis, nu met de nieuwe gerichte ledverlichting is dit veel minder.

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting en Borger-Odoorn

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

Beleidsuitgangspunten. openbare verlichting. Midden-Drenthe

*D * D

Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Midden - Drenthe

dhr. T. de Vries - Openbare werken 3. Beheer openbare ruimte

Presentatie Beleidsplan Openbare verlichting

Beleidsnota openbare verlichting 2005 t/m 2014 Gemeente Heusden

Datum 29 september 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Geen.

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Beleidsbeheerplan openbare verlichting 2016 gemeente Boekel

Bijlage 2: Wet- en Regelgeving

Status: Concept Mei 2008 Versie: 1.0. Beleidsplan Openbare Verlichting Periode:

Wegen. Foto: N374 in Borger. Gebiedsontsluitingsweg binnen de kom. Gemeente Borger-Odoorn besluit gemeenteraad: 8 maart 2018; nr. 18.

Voorstel voor de Raad

Beleidsnota Openbare Verlichting

!!!! " #$%&'( ) *! +!$%&$, )!!+#! *!! $%&'(! $%&$, -! $%&'(!*# $%&$, *!.$%&'(!!# $%&$, * *! **!!! #. % 1!!2 1 ) #+2! 2!

Bijlage 1 bij Beleidsplan Openbare verlichting

Fietspad/wandelpad. Openbare Verlichting & Verkeersregelinstallaties. >> Als het gaat om energie en klimaat

Bureau Openbare Verlichting. Lek - Merwede

Openbare verlichting

Bijlage 4 Voorbeeldproject Rijpelberg

Beleid in hoofdpunten Licht in de Openbare Ruimte in de gemeente Dronten

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp Beleidsplan Openbare verlichting (planperiode 10 jaar).

Openbare verlichting provinciale wegen Drenthe

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Openbare verlichting: hoe kan het efficiënter?

Beheerplan Openbare Verlichting 2011

Uitvoeringsplan Openbare Verlichting

Beheerplan Openbare Verlichting Ten Boer ( )

Aan de raad, Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

Beleidsplan Openbare Verlichting. Gemeente Ridderkerk

Kwaliteit & Kosten Verlichting Openbare Ruimte

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis

Notitie LH/01160İVS3. Grootschalige ledvervanging Stormpolder. L. Hoebink R. Briënne

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Wegen. - Erftoegangswegen. Binnen de kom in principe 30 km/uur en buiten de kom in principe 60 km/uur.

Bedrijventerreinen. Veel parkeerterreinen bij bedrijven zijn afgesloten als het bedrijf gesloten is. Toch brandt het licht dan nog volop.

BIJLAGE 3 TOELICHTING ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEBESPARINGSOPTIES

Verantwoord Verlichten. Roger van Ratingen, Consultant Ziut

Samenvatting: Inleiding:

Beheer- en beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Nieuwkoop

Onderwerp : Beleidsplan Openbare Verlichting

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 3 juni 2008 Agendapunt : 13. Opinieronde / peiling

Notitie Fietsvoorzieningen langs de d Oultremontweg / Tuinbouwweg.

Beleidsnota snippergroen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Openbare verlichting led pilot Kom Noord Utrechtse Heuvelrug

LED OP HET LICHT OP STRAAT. Openbare verlichting voor veiligheid maar houdt ook rekening met nachtdieren

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van kenmerk Agendapunt. 16 september 2014 KDK/00318/i Datum: 29 juli 2014 Verzonden: 4 september 2014

Beheer- en beleidsplan

SAMENVATTING INCL. BELEIDSVOORSTELLEN Aanleiding Doel van het beleidsplan Leeswijzer 4 2. FUNCTIES VAN DE OPENBARE VERLICHTING 5

Afweging: het ontwerp Voor het ontwerp van de openbare inrichting hebben de onderstaande zaken als basis gediend:

Beantwoording vragen raadscommissie 2 september 2014 inzake Beleid en beheerplan openbare verlichting

veilig en energiezuinig) 2. Concept raadsbesluit

BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING GEMEENTE ZOETERMEER

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Inhoudsopgave. Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Gulpen-Wittem 2

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

Bestuurlijke Samenvatting. Beleidsplan Openbare Verlichting

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Bebording Routering. Figuur 1: Verkeersbord model K14. : Bebording routering transport gevaarlijke stoffen

Hoofdstuk 15. Straatverlichting

Verlichtingsscan. Gemeente Koggenland. Juli Pagina 1 van 16

Slimme openbare verlichting Tips voor Drentse provincie en gemeente

Experiment toepassen zonne-energie Castellum in Oudheusden

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL)

Actualisering visie en beleid Openbare Verlichting, beleidsperiode

Vraag 4 Wordt er rekening gehouden met de omliggende woningen en is er een regeling voor ontstane schade tgv de bouwwerkzaamheden?

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OORJB05. vaststellen verkeerskundige komgrenzen

Beleidsplan. Openbare Verlichting

Beleidsplan OVL 2013 t/m Gemeente Eijsden-Margraten. Juli Pagina van 68

Reclame. Foto: Wethouder Schoutenweg, verlicht reclamebord aan de lantaarnpaal. Gemeente Culemborg

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 4 SAMENVATTING... 5 INLEIDING... 7

gemeente Bunnik Bijlage 1 Notitie vervanging openbare verlichting

Elke dag verdient een Nacht van de Nacht! Bewonersinitiatief. Alleen licht op straat, niet in de lucht, in groengebieden en boven water.

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

Uitgangspuntennotitie Licht in de Openbare Ruimte gemeente Dronten

Resultaat enquête en uitwerking Voorlopig Onderhoudsplan Mariahoeve

Beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Ridderkerk

Ontwikkelen. Beleidsplan. Openbare verlichting. Gemeente Haren

Addendum bij nota Fietsen in Lelystad: Voldoen de gestelde voorrangsregels aan CROW-richtlijnen

Gemeente Strijen. Beleidsplan Openbare Verlichting 2010 & beheersplan

Verklaring afwijking referentiebudgetten Amsterdam voor openbare verlichting...

Herziening van de huidige definitie van de Maatregeltoets

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost en West Onderzoek Trillingen

Natuur beschermd verlichten met kunstlicht

Ruimtelijke onderbouwing

Rapport: Hillegoms Verkeers- en Vervoerplan (HVVP)

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: burgemeester en wethouders van Nieuwkoop

Beleids- en beheerplan Openbare verlichting

Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

Beleidsplan OVL 2014 t/m 2018

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel Algemene Plaatselijke Verordening)

Duurzaam en Verantwoord Verlichten Verlichtingsplan provinciale wegen Provincie Utrecht

Beleid Openbare verlichting (OVL) Gemeente Stadskanaal. Henk Ensing Beleidsadviseur Team Stadsbeheer Gemeente Stadskanaal

Transcriptie:

Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding... 1 1.1 De aanleiding voor het opstellen van een beleidsnotitie... 1 1.2 Het doel van de beleidsnotitie... 1 2 Wet- en regelgeving, normen/richtlijnen en aanbevelingen... 2 2.1 Aansprakelijkheid wegbeheerder volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek... 2 2.2 Wegenverkeerswet 1994... 2 2.3 Landelijke normen... 2 2.3.1 NPR 13201-1 Richtlijnen voor de Openbare Verlichting... 2 2.3.2 Richtlijnen Politie Keurmerk Veilig Wonen... 3 2.3.3 Seniorenlabel... 3 2.4 Verlichtingskwaliteit... 3 2.5 Verlichtingsmiddelen... 4 3 Doel en functies van de openbare verlichting... 5 3.1 Doel van de openbare verlichting... 5 3.2 Sociale veiligheid... 5 3.3 Verkeersveiligheid... 5 3.4 Leefbaarheid of ruimtelijke inrichting... 6 4 Overige beleidsaspecten... 7 4.1 Inleiding... 7 4.2 Milieu... 7 4.2.1 Afvalstoffen... 7 4.2.2 Energie... 8 4.3 Flora en Faunawet... 8 4.4 Openbaar groen... 9 5 Verlichtingskwaliteit in de gemeente Heusden... 10 5.1 Kwaliteitsbepaling... 10 5.2 Huidige verlichtingskwaliteit in de gemeente Heusden... 11 5.3 Proefgebied... 13 6 Kwaliteit verlichtingsinstallatie in de gemeente Heusden... 14 6.1 Kwaliteitsbepaling... 14 6.2 Huidige kwaliteit verlichtingsinstallatie in de gemeente Heusden... 15 7 Beheer en onderhoud openbare verlichting... 18 7.1 Huidig beheer en onderhoud bovengrondse verlichtingsinstallatie... 18 7.2 Huidig beheer en onderhoud ondergrondse verlichtingsinstallatie... 18 8. Communicatie... 19 9. Financiën... 20 9.1 Huidige budget... 20 10. Conclusie en beslispunten... 23 10.1 Conclusie:... 23 10.2 Beslispunten:... 23 Datum: 28-10-2003

1 Inleiding 1.1 De aanleiding voor het opstellen van een beleidsnotitie De gemeente is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de openbare verlichtingsinstallatie. De burger kan de gemeente op deze verantwoordelijkheid aanspreken. In de jaren 60 is men gestart met het ontwerpen van de openbare verlichting. In de jaren 70 heeft grootschalige woningbouw plaatsgevonden. Gezien de economische levensduur van een lichtmast (30 jaar) is nu het moment aangebroken om de oude verlichtingsinstallatie eens kritisch te bekijken en aan te passen aan de nu geldende richtlijnen. In het najaar van 2001 is opdracht gegeven aan Nobra Technisch Adviesbureau uit Schijndel om een beleidsplan openbare verlichting op te stellen voor de gemeente Heusden. In het voorjaar van 2002 is gestart met dit project. Doordat er binnen de gemeente geen actief beheer van de openbare verlichting wordt gevoerd heeft de inventarisatie van de bestaande verlichtingsinstallatie veel meer tijd gekost dan vooraf was ingeschat. Tweede knelpunt was dat het beleidsplan, opgesteld door Nobra Technisch Adviesbureau, toegespitst is op het herverlichten van de gemeente conform de geldende normen en onvoldoende toegespitst is op de Heusdense situatie. Het plan is feitelijk een technische uitwerking van beleidskeuzen die de gemeenteraad nog moet maken. In januari 2003 is er, na diverse malen overleg, voor gekozen het beleidsplan in eigen beheer op te stellen. Tevens is ervoor gekozen om Nobra Technisch Adviesbureau het herverlichtingsplan uit te laten werken. Dit op basis van het concept wat al was opgesteld in 2002 en op basis van de uitgangspunten in deze beleidsnotitie. Met behulp van de resultaten van het herverlichtingsplan kunnen gefundeerde keuzes voorgelegd worden aan de raad van Heusden. Deze keuzes zullen bepalend zijn voor het in 2004 op te stellen beleidsplan en het in 2005 op te stellen beheerplan. Totdat het beleidsplan vastgesteld is zal er het een en ander geregeld moeten worden voor het beleid en beheer van de Openbare Verlichting. In deze notitie staat beschreven hoe daar mee om te gaan. Tevens staat beschreven welke akties ondernomen moeten worden om in 2004 te komen tot een beleidsplan. 1.2 Het doel van de beleidsnotitie In deze beleidsnotitie wordt ingegaan op: 1. beleidsuitgangspunten bij het ontwerpen van de openbare verlichting ingeval er sprake is van nieuwbouw, reconstructies e.d; 2. de akties die ondernomen moeten worden om te komen tot het opstellen van een beleidsplan voor de jaren 2006 en verder; 3. het onderhoud aan de openbare verlichtingsinstallatie in de jaren 2003, 2004 en 2005; 4. calamiteiten. Het uiteindelijke doel van deze beleidsnotitie is het beleid voor de jaren 2003 t/m 2005 in hoofdlijnen vast te stellen. Verdere uitwerking van het beleid zal plaatsvinden in het in 2004 op te stellen beleidsplan. De vesting Heusden is een speciaal onderdeel van de openbare ruimte binnen de gemeente Heusden. De openbare verlichting, welke een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de sfeer en uitstraling van de vesting verdient dan ook een andere benadering dan de verlichtings.installatie binnen de andere kernen. In 2005 zal een beleidsplan openbare ruimte vesting Heusden worden opgesteld waarin alle onderdelen van die openbare ruimte worden benoemd. Per onderdeel, zoals wegen, verlichting, verkeersveiligheid, parkeren, straatmeubilair, stoepen, bebording en bewegwijzering, bebouwing, waterwerken en plantsoenen, zullen beleidsuitgangspunten worden geformuleerd en worden voorgelegd aan de gemeenteraad. In de onderhavige beleidsnotitie openbare verlichting 2003 t/m 2005 wordt de vesting Heusden dan ook buiten beschouwing gelaten. Datum: 28-10-2003 pagina 1 van 20

2 Wet- en regelgeving, normen/richtlijnen en aanbevelingen 2.1 Aansprakelijkheid wegbeheerder volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek Op basis van de in 1992 verschenen nieuwe versie van het Burgerlijk Wetboek is de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk voor schade als de weg, inclusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert. Vóór 1992 kon de benadeelde slechts beroep doen op de algemene regels omtrent de onrechtmatige daad en diende men aan te tonen dat de wegbeheerder in verwijtbare zin nalatig of onzorgvuldig was geweest. Onder het nieuwe recht is deze schuldverantwoordelijkheid omgezet in een risicoaansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat de weggebruiker niet meer de schuld van de wegbeheerder maar 'slechts' de gevaarlijke toestand van de weg(uitrusting) en het daardoor intreden van het gevaar hoeft aan te tonen. De aansprakelijkheidsbepaling van het Burgerlijk Wetboek heeft alleen betrekking op de verkeersveiligheidsfunctie van de openbare verlichting. De sociale veiligheid en de leefbaarheid blijft buiten beschouwing. De nieuwe bepaling zal sneller aansprakelijkheid van de wegbeheerder met zich mee brengen dan nu het geval is. Het is dan ook van groot belang rekening te houden met het gevaar dat de weg, de weguitrusting en geplaatste obstakels kunnen opleveren voor de weggebruiker. Hoewel wettelijk niet is vastgelegd aan welke kwaliteit de openbare verlichting moet voldoen, mag verwacht worden dat indien de weg overdag geen gevaar oplevert, het gevaar 's nachts mede veroorzaakt kan worden door ondeugdelijke verlichting. De wegbeheerder is niet aansprakelijk als de weg en de openbare verlichting in een staat van onderhoud verkeert, die geen gevaar oplevert voor weggebruikers. Indien echter eenmaal vastgesteld is dat de schade het gevolg is van een gebrek aan onderhoud aan de weg of de weguitrusting, heeft de wegbeheerder slechts beperkte mogelijkheden om aan de aansprakelijkheid te ontkomen. 2.2 Wegenverkeerswet 1994 De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan. 2.3 Landelijke normen In deze paragraaf wordt uiteengezet in welke mate de gemeente het verlichtingsbeleid zelfstandig kan bepalen. Het gemeentelijk beleid op het gebied van de openbare verlichting kan worden beoordeeld in het kader van de bestaande regelgeving zoals de NPR 13201-1 Richtlijnen voor Openbare Verlichting en de normen gepubliceerd door het NNI (Nederlands Normalisatie-instituut). Deze normen kunnen nationale normen (NEN's) en Nederlandse Praktijkrichtlijnen (NPR's) betreffen of Europese normen (EN's) volgens CEN (Comité Européen de Normalisation). 2.3.1 NPR 13201-1 Richtlijnen voor de Openbare Verlichting De Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft in het verleden richtlijnen voor openbare Verlichting opgesteld. Deze richtlijnen worden al door veel gemeenten als leidraad bij de invulling van de openbare verlichting gehanteerd. In het najaar van 2002 zijn deze richtlijnen vervangen door de NPR 13201-1 Richtlijnen voor de Openbare Verlichting (tevens opgesteld door de NSVV). In deze richtlijnen is getracht de verschillende verlichtingseisen op elkaar af te stemmen door onderscheid te maken in: openbare ruimten met een verkeersfunctie, openbare verblijfsruimten en ruimten die beide functies vervullen. Aan de hand van de functie en de kenmerken van de openbare ruimte (te weten bebouwing, functie van de weg, infrastructuur, verkeer, verkeersintensiteit of moeilijkheidsgraad) worden verlichtingsklassen opgesteld. Deze verlichtingsklassen geven aan, aan welke kwaliteitscriteria de openbare verlichting moet voldoen. Deze kwaliteitscriteria hebben betrekking op de verlichtingssterkte en de gelijkmatigheid van de verlichting. De landelijke tendens is om deze richtlijnen tot norm te verklaren, mede doordat steeds meer gemeenten zijn overgegaan tot het hanteren van deze richtlijnen voor het ontwerpen, beheren en onderhouden van de openbare verlichtingsinstallatie (De NPR-13201-1 van de NSVV is als bijlage toegevoegd). Datum: 28-10-2003 pagina 2 van 20

2.3.2 Richtlijnen Politie Keurmerk Veilig Wonen Het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) is de nieuwe meetlat voor veilig wonen. Het doel van het PKVW is enerzijds de kans op woninginbraak verminderen door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de bebouwde omgeving. Anderzijds wil het PKVW bijdragen aan een verbetering van de sociale veiligheid in de directe woonomgeving en aan semi-openbare ruimten zoals brandgangen, parkeerterreinen en achterpaden. Te denken valt zowel aan het terugdringen van vormen van overlast en delicten (diefstal van auto s en auto-onderdelen, fietsdiefstal en vandalisme) als aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. Verlichting van de openbare ruimte is hier een onderdeel van, echter het PKVW gaat veel verder. Ook inrichting van de groenvoorzieningen, hangen sluitwerk van gebouwen, plaatsen van obstakels in de openbare ruimte, vormgeving van woonwijken, etc. vallen onder de term PKVW. De eisen waaraan moet worden voldaan om voor het PKVW in aanmerking te komen zijn omschreven in twee handboeken. Dit zijn het handboek voor Nieuwbouw en het handboek voor Bestaande Bouw. Het PKVW koppelt een eisenpakket,dat vanaf het eerste begin van planontwikkeling als leidraad kan worden gebruikt, aan een keurmerk dat de bewoners en gebruikers garandeert dat er ook daadwerkelijk rekening is gehouden met de gestelde eisen. Wanneer voldaan wordt aan de NPR 13201-1 wordt ook in grote mate voldaan aan PKVW. Op de uitzonderingen zal in hoofdstuk 5 verder worden ingegaan. 2.3.3 Seniorenlabel Door de vergrijzing van de Nederlandse samenleving is in de afgelopen jaren extra aandacht besteed aan de problematiek waarmee met name de oudere mensen worden geconfronteerd. Voor de verlichting geldt dat het verlichtingsniveau in veel gevallen onvoldoende is gebleken. Vooral op oudere leeftijd blijkt dat de relatieve lichtbehoefte toeneemt. Om dezelfde oogtaak uit te kunnen voeren is de lichtbehoefte als volgt onderverdeelt: Bij 20 jaar 1 Bij 30 jaar 2 Bij 40 jaar 4 Bij 60 jaar 10 Een persoon van 60 jaar heeft dus 10 keer zoveel lichtniveau nodig om de openbare ruimte, op exact dezelfde locatie, hetzelfde te ervaren als een persoon van 20 jaar. Door het instellen van het Seniorenlabel worden bouwers van huizen en inrichters van de openbare ruimte gestimuleerd om aanpassingen te bedenken die het voor de oudere inwoners aantrekkelijk maken om in de eigen omgeving te blijven wonen. Voor openbare verlichting is deze aanpassing het verhogen van het verlichtingsniveau en zorg dragen voor een gelijkmatige lichtverdeling op straat zodat de donkere plekken verdwijnen. T.o.v. de NPR 13201-1 betekent dit dat je binnen de bandbreedte van de NPR 13201-1 het maximale verlichtingsniveau aanhoudt. Concreet betekent dit b.v. een 36 Watt (37 Watt verbruik) lamp i.p.v. een 24 Watt (25 Watt verbruik) lamp. 2.4 Verlichtingskwaliteit Op de kwaliteit van de verlichting is de NPR 13201-1 Richtlijnen voor Openbare Verlichting Deel 1:Kwaliteitscriteria van toepassing. In deze NPR worden de verlichtingsklassen voor wegverlichting gedefinieerd in relatie tot de visuele behoeften van weggebruikers. Ze worden in verband gebracht met de technische aspecten van weggebruik en verkeersgedrag in verschillende verkeerssituaties. Binnen de Comité Européen de Normalisation (CEN) worden op dit moment Europese normen (EN's) opgesteld die kwaliteitseisen vastleggen voor openbare verlichting (inclusief tunnelverlichting). Deze normen zullen bij gereedkomen als nationale normen (NEN-EN's) door het NNI worden gepubliceerd. Datum: 28-10-2003 pagina 3 van 20

Er zijn geen wettelijke of anderszins bindende bepalingen omtrent de verlichtingskwaliteit. De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft echter aanbevelingen opgesteld ("Aanbevelingen voor Openbare Verlichting, deel 1 - Kwaliteitscriteria en aanbevolen waarden").deze Aanbevelingen worden door veel gemeenten als richtlijn gehanteerd. De aanbevelingen richten zich op basis van de functies en de kenmerken van de openbare ruimte op de kwaliteit van de openbare verlichting en de verlichtingsniveaus. De kwaliteitseisen hebben onder andere betrekking op de verlichtingssterkte en de gelijkmatigheid van de verlichting. Al naar gelang het soort openbare ruimte ligt de nadruk op bepaalde kwaliteitscriteria. 2.5 Verlichtingsmiddelen Voor verlichtingsmiddelen worden binnen CEN en CENELEC (Comité Européen de Normalisation Electrotechnique) Europese normen opgesteld voor lichtmasten respectievelijk armaturen. Voor een aantal producten geldt dat deze aan één of meerdere Europese Richtlijnen moeten voldoen. Deze producten mogen alleen dan op de markt worden gebracht als ze voorzien zijn van een CEmerkteken dat aangeeft dat aan de relevante Europese Richtlijnen is voldaan. Het CE-merkteken kan onder andere verkregen worden als het product aan de betreffende gemandateerde Europese normen voldoet. Op basis van ervaringscijfers wordt voor een lichtmast een economische levensduur gehanteerd van 30 jaar. Voor een armatuur wordt een economische levensduur van 15 jaar berekend. Armaturen worden eerder afgeschreven vanwege ontwikkelingen op het gebied van energiebesparing, veranderende wet- en regelgeving en produktontwikkeling. Datum: 28-10-2003 pagina 4 van 20

3 Doel en functies van de openbare verlichting 3.1 Doel van de openbare verlichting Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis (circa 4100 uur per jaar = 47% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met de openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verlichting wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang. 3.2 Sociale veiligheid Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waar men zich zonder direct gevoel voor dreiging of gevaar voor overlast van derden kan bewegen. De wijze van inrichting is voor een belangrijk deel bepalend voor de ervaring van het veiligheidsgevoel. Sociale veiligheid heeft te maken met alle (overige) openbare ruimten waar mensen verblijven. Verlichting en sociale veiligheid staan in nauwe relatie met elkaar. Bij duisternis is eerder sprake van vandalisme, openlijke bedreiging, geweld e.d. dan op klaarlichte dag. Met het oog op de sociale veiligheid moet de openbare verlichting het mogelijk maken om tegemoet komende personen op een redelijke afstand te herkennen. Hierbij speelt zowel de herkenning van het gezicht als het onderscheid van de kleur van de kleding een grote rol. Dit stelt specifieke eisen aan de openbare verlichtingsinstallatie. Deze eisen kunnen verschillen van de eisen die vanuit de verkeersveiligheid worden gesteld. Tijdens het onderzoek, dat in de afgelopen periode in de gemeente Heusden heeft plaatsgevonden, zijn een aantal plekken bezocht die gekenmerkt worden als sociaal onveilig. Als voorbeelden zijn hiervoor te noemen: Hangplekken; Uitgaansgebieden; Plantsoenen; Parkeerterreinen; Speelplaatsen nabij scholen en sportaccommodaties. Overigens zijn niet alle problemen op te lossen door het aanleggen of het verbeteren van de openbare verlichting. In veel gevallen ligt hier een rol voor de stedenbouwkundige weggelegd. Deze plekken verdienen continue aandacht en er zal adequaat gereageerd moeten worden op signalen bij verplaatsing van kleine criminaliteit. 3.3 Verkeersveiligheid Onder verkeersveiligheid, en dan met name buiten de bebouwde kom, wordt afhankelijk van de situatie een veilige, gepaste en vlotte afwikkeling van het verkeer verstaan. Veilig verkeer bij nacht is moeilijk zonder straatverlichting te realiseren. De weg moet zodanig verlicht worden dat de situatie in de rijrichting te overzien is. De verkeersdeelnemers moeten het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen kunnen waarnemen. Met name bij ingewikkelde wegsituaties zoals kruispunten, rotondes en obstakels (verkeersdrempels) is dit van groot belang. De eigen verlichting van auto's of fietsen verlicht slechts een klein weggedeelte en geeft pas in een laat stadium aan in welke richting de weg loopt. Het 'grootlicht' van auto's kan dit bezwaar ondervangen, maar kan hoogst zelden worden gebruikt in verband met verblinding van tegenliggers. Verkeersveiligheid binnen de bebouwde kom is een totaal ander begrip door het feit dat de snelheden van de verkeersdeelnemers meestal lager zijn dan buiten de bebouwde kom. Door lichtmasten op verantwoorde afstanden van elkaar te plaatsen verkrijgt men een grote mate van gelijkmatigheid van het licht waardoor een duidelijk zicht op acceptabele afstand wordt verkregen. Openbare verlichting vergroot aan de ene kant de verkeersveiligheid, aan de andere kant kunnen de lichtmasten bij verkeersongevallen een gevaar vormen voor de weggebruikers. Bij de materiaalkeuze van de openbare verlichting en de plaats van de lichtmast moet hier dan ook terdege rekening worden gehouden. Een goede wegmarkering hieraan toegevoegd kan de veiligheid extra ondersteunen. Datum: 28-10-2003 pagina 5 van 20

In CROW-publicatie 177 Integrale toegankelijkheid van de openbare ruimte is gesteld dat de openbare ruimte zo ingericht moet worden dat zo veel mogelijk mensen er zonder problemen gebruik van kunnen maken. De aanwezigheid van vele obstakels levert problemen op voor de minder valide weggebruiker (in enkele gevallen versperren obstakels de toegang voor rolstoelgebruikers, voor slechtziende mensen zijn de obstakels slecht zichtbaar). 3.4 Leefbaarheid of ruimtelijke inrichting Leefbaarheid heeft betrekking op het bevorderen van de herkenbaarheid, sfeer of het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte. Openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij het tot zijn recht komen van de openbare ruimte. Het bijzondere karakter van een plek kan met behulp van de openbare verlichting tot uitdrukking worden gebracht. Hierbij kan gedacht worden aan het verlichten van een monumentaal bouwwerk, het plaatsen van klassieke lantaarns in een klassiek stadspark of de plaatsing van eigentijds vormgegeven lichtmasten op een stedelijk plein. De sfeer wordt in belangrijke mate beïnvloed door de gekozen lichtsoort en de mate waarin de omgeving wordt 'meeverlicht'. Bij lage verlichtingsniveaus (lampen 24 Watt/36 Watt) in verblijfsgebieden wordt 'warm-wit' licht als aangenamer ervaren dan 'koel-wit' licht. Bij het verlichten van de weg kan rekening gehouden worden met de aanwezige bebouwing, de eventuele groenvoorzieningen, de straatnaamborden en huisnummers in die zin dat deze 'mee' verlicht worden. Bij het verlichten van de omgeving moet de instraling in de woningen en het verblinden van weggebruikers tot een minimum worden beperkt. Bij de realisatie van een meer decoratief georiënteerde verlichtingsinstallatie zal de ter plaatse vereiste functionele verlichtingskwaliteit uitgangspunt blijven. Datum: 28-10-2003 pagina 6 van 20

4 Overige beleidsaspecten 4.1 Inleiding Op dit moment wordt gewerkt aan het opzetten van een beleid voor het beheer van de openbare ruimte (BOR). Dit betekent dat bij iedere actie in de openbare ruimte, zowel bovengronds als ondergronds, alle disciplines betrokken dienen te zijn om te komen tot een aanvaardbaar product voor alle partijen. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat er gewerkt zal worden met een integraal beheerplan voor de openbare ruimte, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden op elkaar zijn afgestemd. Het wegbeleidsplan, het groenbeleidsplan, het GVVP en het GRP 2 zijn reeds door de raad vastgesteld. Het ontbreekt echter nog aan de benodigde beleidsstukken om BOR te kunnen doorvoeren. Er zal een plan moeten worden opgesteld waarin het beheer en onderhoud van wegen, groen, openbare verlichting en riolering, etc. op elkaar wordt afgestemd. Daarnaast zal ook nieuwe aanleg, renovatie en reconstructie van de bestaande openbare ruimte (groen en grijs), zowel boven als onder de grond, samen met het bovenstaande moeten worden bezien. Tevens is het noodzakelijk aan te geven welke invloeden al deze onderdelen binnen de openbare ruimte op elkaar hebben. Naast het beleidsplan Openbare Verlichting wordt er op dit moment gewerkt aan een studie naar de mogelijkheden van afkoppelen van verhard oppervlak (per kern) en een beleidsplan Overige Voorzieningen. Al deze plannen hebben invloed op beheer en inrichting van de openbare ruimte. Uiteindelijk zal het beleid voor de openbare verlichting een plaats krijgen in zowel het beleid voor de ondergrondse als bovengrondse ruimte. Voor dit plan en toekomstige plannen betekent het dat zoveel mogelijk rekening gehouden moet worden met de volgende factoren: Afstemmen Openbare Verlichtingsbeleid op overig aanwezig of toekomstig beleid voor de openbare ruimte; De uitvoering van maatregelen afstemmen op overige uitvoeringsprogramma s voor de openbare ruimte. 4.2 Milieu Het beleidsveld milieu speelt in de gemeente een belangrijke rol. Derhalve dient nadrukkelijk te worden gekeken in hoeverre openbare verlichting een bijdrage levert aan de milieuproblematiek. Milieuaspecten van de openbare verlichting zijn enerzijds de uitstoot van milieubelastende stoffen vanwege het energieverbruik en anderzijds de hoeveelheid afvalstoffen die ontstaan bij zowel de fabricage van de verlichtingsmaterialen als bij het eind van de technische levensduur van deze materialen. Het is dan ook noodzakelijk dat de fabrikant in de toekomst kan garanderen dat de huidige toegepaste materialen volledig recyclebaar zijn, zonder daarmee extra belasting toe te brengen aan het milieu. Vanuit de afdeling milieu zijn 2 beleidsvoornemens aangereikt welke van grote invloed zijn op het ontwerpen (installeren) en onderhouden van de openbare verlichtingsinstallatie. Het eerste beleidsvoornemen is het terugdringen van het energieverbruik met 10% na uitvoering van de complete herverlichting van de gemeente (zie 4.2.2) en 10% afname van de hoeveelheid afvalstoffen welke vrijkomen bij het renoveren van de verlichtingsinstallatie (zie 4.2.1.). 4.2.1 Afvalstoffen Het huidige beleid is erop gericht de hoeveelheid vrijkomende afvalstoffen met 10% te reduceren. Er dient dus bij zowel het ontwerp als bij het onderhouden van de openbare verlichtingsinstallatie met beleidsvoornemen rekening te worden gehouden. Bij het installeren van een openbare verlichtingsinstallatie wordt met bovengenoemd beleidsvoornemen rekening gehouden door: het toepassen van milieuvriendelijk geproduceerde materialen; de levensduur van de toe te passen materialen; de recyclemogelijkheden van de toe te passen materialen; Datum: 28-10-2003 pagina 7 van 20

Bij het onderhouden van een installatie wordt met het milieu rekening gehouden door: het toepassen van milieuvriendelijk geproduceerde materialen; het toepassen van milieuvriendelijke oppervlaktebescherming en/of oppervlaktebehandeling van stalen masten; de vrijkomende materialen zoveel mogelijk te hergebruiken; defecte gasontladingslampen af te voeren naar een erkende verwerker; het uitwisselen van lampen niet via groepsvervanging uit te voeren; Sinds 01-01-2002 is er een Europese Afvalstoffenlijst, de zogenaamde EURAL, van kracht. Deze lijst is de vervanger van het Besluit Aanwijziging Gevaarlijke Afvalstoffen (BAGA). Gasontladingslampen (TL-, spaar-, kwik- en natriumlampen) behoren tot het chemisch afval en moeten worden afgevoerd naar erkende verwerkingsbedrijven of gekwalificeerde inzamelaars. Aan de afvoer van lampen zijn kosten verbonden, welke in het beheerplan 2005 zullen worden opgenomen. 4.2.2 Energie De tijd dat er alleen uit kostenoverwegingen aan energiebesparing werd gedaan is definitief voorbij. Het Nationaal Milieubeleids Plan (NMP), de Nota's Energiebesparing en het Milieu Actie Plan (MAP) van de energiebedrijven maken dat duidelijk. Energiebesparing is een volwaardig onderdeel geworden van het nationale milieubeleid. Het opstellen van een energiebeleidsplan, al of niet in het kader van het gemeentelijk milieubeleid, is inmiddels in veel gemeenten een belangrijke activiteit. In de gemeente Heusden is in 1997 het energiebeleidsplan 1997-2002 vastgesteld. Een van de beleidsuitgangspunten in dit energiebeleidsplan is het terugdringen van het energieverbruik van de openbare verlichting. De systematiek die voor het opstellen van een gemeentelijk energiebeleidsplan wordt toegepast is de door Novem ontwikkelde GEA (Gemeentelijke Energiebesparings Aanpak). Bij de uitvoering van dit beleid wordt er van uitgegaan dat vanuit het gemeentelijk apparaat initiatieven worden ontwikkeld om te komen tot energiebesparing in diverse sectoren van de samenleving. De gemeente heeft daarbij het voordeel dat zij dicht bij de eindverbruikers staat en dat zij een goed inzicht heeft in de bijzondere aspecten van de diverse sectoren. Daarnaast beschikt zij over diverse beïnvloedingsmogelijkheden. Van het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen, waarvoor de gemeente zelf de energierekening betaalt, neemt de openbare verlichting een fors deel voor haar rekening. Besparingsmogelijkheden bij de openbare verlichting verdienen derhalve bijzonder aandacht. Het beleidsvoornemen is dan ook om 10% van de energiekosten te besparen door de huidige verlichtingsinstallatie om te bouwen naar een energiezuinige installatie. Na uitvoering van alle benodigde werkzaamheden zal deze reductie van energiekosten moeten zijn behaald. Op dit moment wordt de energie ingekocht bij NUON. Er is een contract afgesloten van 1 januari 2002 t/m 31 december 2003 waarbij de gemeente groene energie inkoopt voor de openbare verlichting voor de prijs van grijze energie. Hoewel dit geen energiebesparing oplevert in directe energieverbruik levert het wel een besparing op bij de opwekking van energie. 4.3 Flora en Faunawet De flora en fauna wet is vanaf 1-4-2002 verweven in de Nederlands Wet. Deze wetgeving stelt eisen aan verlichtingsniveaus en beperking van lichthinder in gebieden met een natuurwaarde grenzend aan de bebouwde kom en delen van het buitengebied. Ook binnen de gemeente Heusden komen gebieden voor waar deze wet van invloed kan zijn op het installeren van openbare verlichting. Deze gebieden zijn bijvoorbeeld het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen, stiltegebieden rondom de diverse eendenkooien binnen de gemeente, gebieden van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS), enz. Bij het maken van verlichtingsplannen zal een vast onderdeel van het vooronderzoek de toets aan de Flora en Faunawet moeten zijn. Dit dient te worden ingevoerd in de projectvoorbereiding. Datum: 28-10-2003 pagina 8 van 20

4.4 Openbaar groen Heusden is een gemeente die rijk is aan natuurlijk groen. Bij het installeren en onderhouden moet met bestaand groen rekening worden gehouden. Omgekeerd moet bij cultuurtechnische werkzaamheden rekening worden gehouden met de openbare verlichting. Door een vroegtijdige afstemming kan worden voorkomen dat de beleidsuitgangspunten van de openbare verlichting en de groenvoorziening met elkaar in conflict komen. Men dient te voorkomen dat de lichtmast en armatuur te dicht bij de boom komen te staan. De kans bestaat dan dat het licht niet of slechts in beperkte mate op het wegdek terecht komt. Hierdoor worden er verkeersonveilige situaties en mogelijk sociaal onveilige situaties gecreëerd nabij plantsoenen. Het is mogelijk dat er donkere plekken ontstaan die door het plaatsen van openbare verlichting voorkomen zouden worden. Onlangs zijn op de Bosscheweg te Drunen lichtmasten geplaatst met extra lange uitleggers. De aanwezige bomen hinderen op deze manier niet de lichtspreiding. In verband met onderhoudswerkzaamheden aan openbaar groen verdient het de voorkeur om, indien er sprake is van beplanting, de lichtmast aan de rand van de groenstrook te plaatsen. Indien er sprake is van een gazon, moet men ernaar streven om de lichtmast in de verharding te plaatsen. Datum: 28-10-2003 pagina 9 van 20

5 Verlichtingskwaliteit in de gemeente Heusden 5.1 Kwaliteitsbepaling In paragraaf 2 is beschreven welke wet- en regelgeving van toepassing is op de openbare verlichtingsinstallatie. Tevens zijn de op dit moment in Nederland gebruikelijke normen en richtlijnen beschreven. Hieronder treft u een overzicht aan van de verschillen tussen de NSVV Aanbevelingen voor openbare verlichting, de NPR 13201-1 Richtlijnen voor Openbare Verlichting en het Politiekeurmerk. De NPR 13201-1 Richtlijnen voor Openbare Verlichting is in het najaar 2002 vastgesteld en vervangt de richtlijnen van de NSVV Aanbevelingen voor openbare verlichting. In de NPR 13201-1 zijn de verschillende verlichtingsklassen gerelateerd aan de wegcategorie, de hoofdgebruiker en de snelheid. Hierbij is tevens rekening gehouden met voortschrijdende technische ontwikkelingen (bijv. dimmen van verlichting). De NPR 13201-1 is dus veel gedetailleerder dan de oude NSVV Aanbeveling. Een onderdeel van het Politiekeurmerk is de openbare verlichting. Het Politiekeurmerk conformeert zich aan de NPR 13201-1, met uitzondering van de achterpaden en parkeerterreinen die niet aan de openbare weg zijn gelegen. Voor achterpaden en dergelijke parkeerterreinen zijn specifieke eisen opgenomen in het Politiekeurmerk. De gemeente Heusden heeft afgesproken bij nieuwbouw het Politiekeurmerk zoveel mogelijk te implementeren. Voor bestaande omgevingen wordt per situatie bekeken of het Politiekeurmerk wordt toegepast. Wij stellen in deze beleidsnotitie voor om in de gemeente Heusden de NPR 13201-1 te hanteren. In de NPR 13201-1 worden geen eisen gesteld omtrent de kleur van de verlichting. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat geel licht zorgt dat de verkeersdeelnemer beter contrasten ervaart (verkeersveiligheid). Wit licht zorgt voor een betere herkenbaarheid van personen en kleuren (sociale veiligheid). Voor wat betreft achterpaden en parkeerterreinen die niet aan de openbare weg zijn gelegen stellen wij voor de eisen in het Politiekeurmerk te volgen. De functie van de openbare ruimte in de NPR 13201-1 is gerelateerd aan de functietoekenning van de weg conform het op 10 januari 2001 vastgestelde Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP), laatstelijk gewijzigd op 18 september 2001 in verband met de huidige en toekomstige functie van de Tuinbouwweg. De volgende typen openbare ruimten kunnen we, conform het GVVP, als volgt beschrijven: 1. Ruimten buiten de bebouwde kom: - stroomweg (Rijksweg A59); - gebiedsontsluitingsweg IIA (Provinciale weg N267); - gebiedsontsluitingsweg IIB (toekomstige Parallelstructuur); - verblijfsgebied. 2. Ruimten binnen de bebouwde kom: - gebiedsontsluitingsweg IIB (Statenlaan, Spoorlaan); - verblijfsgebied (+) IIIA, soms meer dan 3000 motorvoertuigen per etmaal (mvt/e); - verblijfsgebied IIIB, altijd minder dan 3000 mvt/e; - Vesting-Heusden 3. Bedrijventerreinen en industrieterreinen; 4. Winkelcentra; 5. Fietspaden en wandelpaden; 6. Overige openbare ruimten (bijv. parken, parkeerterreinen, achterpaden); Datum: 28-10-2003 pagina 10 van 20

Samengevat heeft de openbare verlichting in iedere ruimte 1 of meerdere functies en doelen: Openbare ruimten Sociale Verkeersveiligheid Leefbaarheid veiligheid Buiten de bebouwde kom - Stroomweg (Rijksweg A59) +++ - Gebiedsontsluitingsweg IIA +++ (Provinciale weg N267) - Gebiedsontsluitingsweg IIB + +++ - Verblijfsgebied ++ +++ + Binnen de bebouwde kom - Gebiedsontsluitingsweg IIB ++ +++ - Verblijfsgebied (+) IIIA +++ ++ ++ - Verblijfsgebied IIIB +++ + +++ - Vesting-Heusden +++ + +++ Bedrijventerreinen ++ ++ Winkelcentra +++ +++ Fiets- en wandelpaden +++ + Overige openbare ruimten +++ +++ *de plusjes geven aan welk doel de openbare verlichting binnen een aandachtsgebied heeft, met daaraan gekoppeld de mate van belangrijkheid uitgedrukt in aantal plusjes. Aan de hand van de funktie van de openbare ruimte, wordt in de NPR 13201-1 bepaald welke lichtopbrengst in dat specifieke geval gewenst is. 5.2 Huidige verlichtingskwaliteit in de gemeente Heusden De gemeente Heusden is op 1 januari 1997 ontstaan door de samenvoeging van de voormalige gemeenten Drunen, Heusden en Vlijmen. De drie voormalige gemeenten hadden ieder een eigen beleid voor het ontwerp, beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Dit manifesteert zich door de grote diversiteit van toegepaste schakeltijden, lichtkleuren en lichtniveaus. Voormalige gemeente Heusden (Oudheusden, Herpt, Doeveren, Heesbeen, Hedikhuizen): - In de kernen Oudheusden, Herpt, Doeveren, Heesbeen en Hedikhuizen is zowel de lichtkwaliteit als de gelijkmatigheid onvoldoende; - In de voormalige gemeente Heusden brandt s nachts slechts de helft van de verlichting. De NPR 13201-1 gaat uit van een gelijkmatige verlichting voor zowel s avonds als s nachts. Daarbij maakt de NPR 13201-1 geen onderscheid in de verlichtingskwaleit voor s avonds of s nachts. Doordat slechts de helft van de verlichting brandt wordt niet voldaan aan de NPR 13201-1. Dit is niet conform de NPR 13201-1; - Vrijliggende fietspaden in de gebieden buiten de bebouwde kom hebben alleen oriëntatieverlichting wat voor de gebruiker een sociaal onveilige situatie creëert (bijv. fietspaden Haarsteeg-Heusden, Abt van Engelenlaan, Heesbeen-Doeveren). Voormalige gemeente Drunen (Giersbergen, Fellenoord, Drunen, Elshout): - De verlichtingskwaliteit in de voormalige gemeente Drunen is voldoende; - Bij het ontwikkelen van het plan Venne West is destijds in Drunen gekozen voor het hanteren van de richtlijnen van de NSVV. Vanaf die tijd heeft men bij uitbreidingsplannen en reconstructies de richtlijn toegepast (Venne West 1 en 2, Mariëndonkstraat, fietspad Elshoutseweg, Burg van der Heijdenstraat, Halvezolenlijntje en de Lindehof). In deze straten is zowel de lichtkwaliteit als de gelijkmatigheid voldoende; - Inmiddels is in enkele straten reeds de openbare verlichting gerenoveerd conform de NSVV (de straten ten noorden van de Prins Hendrikstraat en de straten in de omgeving van de Abraham Kuyperhof); - In de voormalige gemeente Drunen brandt s nachts 95% van de verlichting, waarvan 60% na 24.00 uur in een dimstand brandt. Dit is niet conform de NPR 13201-1. - Vrijliggende fietspaden in de gebieden buiten de bebouwde kom hebben alleen oriëntatieverlichting wat voor de gebruiker een sociaal onveilige situatie creëert. Datum: 28-10-2003 pagina 11 van 20

Voormalige gemeente Vlijmen (Nieuwkuijk, Vlijmen, Haarsteeg): - De verlichtingskwaliteit in de voormalige gemeente Vlijmen is voldoende; - Men heeft voor de herindeling gekozen om het niveau van de verlichtingskwaliteit en gelijkmatigheid, wat later blijkt, boven de richtlijnen van de NSVV te realiseren. Dit heeft tot gevolg dat met name de verblijfsgebieden binnen de bebouwde kom overbelicht zijn. Het is op dit moment dus mogelijk om met het naar beneden brengen van de verlichtingsniveaus nog altijd te voldoen aan de NPR 13201-1, zodat door het toepassen van deze richtlijnen een energiebesparing van ca. 50% te realiseren is voor de verblijfsgebieden. Het gaat hierbij om ca. 1500 stuks armaturen, met name in de verblijfsgebieden welke ouder zijn dan 15 jaar en welke aan het einde van zowel hun technische als economische levensduur zijn. In bijlage 2 is de onderbouwing hiervan weergegeven. - Bij de aanleg van het plan Vijfhoeven heeft men gekozen voor een lager lichtniveau in de wijk (enigszins vergelijkbaar met de NSVV norm). - Vanaf de herindeling is er bij het ontwerpen van verlichtingsplannen altijd rekening gehouden met de richtlijnen van de NSVV. Hierdoor voldoen de uitbreidingsplannen welke in deze periode zijn gerealiseerd (Zuiderpark, Nieuwkuijk Noord, Kluiterbroek, Meliepark, Vlaemsche Hoeve) al aan de richtlijnen. - In de voormalige gemeente Vlijmen brandt s nachts 33% van de verlichting. De NPR 13201-1 gaat uit van een gelijkmatige verlichting voor zowel s avonds als s nachts. Daarbij maakt de NPR 13201-1 geen onderscheid in de verlichtingskwaleit voor s avonds of s nachts. Doordat maar 33% van de verlichting brandt wordt niet voldaan aan de NPR 13201-1. - Vrijliggende fietspaden in de gebieden buiten de bebouwde kom hebben alleen oriëntatieverlichting wat voor de gebruiker een sociaal onveilige situatie creëert. Sportvoorzieningen: - Momenteel is er geen beleid omtrent de verlichting op de verschillende sportvelden binnen de gemeente. Tijdens de planperiode van dit beleidsplan dient samen met Educatie en Welzijn e.e.a. onderzocht te worden. Bedrijventerreinen: - Op de bestaande bedrijventerreinen staan onvoldoende lichtpunten om een goede kwaliteit van lichtverdeling te verkrijgen. Tevens is met de bestaande lampkleur (geel licht) kleurherkenning niet goed mogelijk, wat problemen kan veroorzaken met de beveiliging van de bedrijventerreinen. Achterpaden: - De verlichting in de achterpaden, welke geen eigendom van de gemeente zijn, worden niet beschouwd als openbaar terrein. Derhalve wordt deze verlichting niet zonder meer aangesloten op het net van de openbare verlichting. Volgens Essent dient er aan het begin van de brandgang een schakelkast geplaatst te worden. In een aparte notitie zal de gemeenteraad hieromtrent geïnformeerd worden. - Op verzoek van Stichting Woonveste is in de kern Oudheusden gestart met het verlichten van de achterpaden. Deze paden zijn eigendom van Stichting Woonveste en derhalve bekostigen zij dit project. De verlichting is niet uitgevoerd conform de richtlijnen van de NSVV, maar maakt wel onderdeel uit van het PKVW. Hoewel de geplaatste hoeveelheid licht minder bedraagt dan de richtlijnen van de NSVV aangeven en alleen het plaatsen van openbare verlichting niet voldoende is om aan het PKVW te voldoen zijn de burgers zeer tevreden over het resultaat. Het geeft de burger een gevoel van veiligheid doordat de donkere hoeken zijn verdwenen uit de achterpaden wat tevens bijdraagt aan een betere leefomgeving. - In 1999 is gestart om in de wijk Vliedberg in Vlijmen de achterpaden te gaan verlichten. Dit is niet uitgevoerd conform de richtlijnen van de NSVV maar maakt wel onderdeel uit van het PKVW. Hoewel de geplaatste hoeveelheid licht minder bedraagt dan de richtlijnen van de NSVV aangeven en alleen het plaatsen van openbare verlichting niet voldoende is om aan het PKVW te voldoen zijn de burgers zeer tevreden over het resultaat. Het geeft de burger een gevoel van veiligheid doordat de donkere hoeken zijn verdwenen uit de achterpaden wat tevens bijdraagt aan een betere leefomgeving. Door dit succes is inmiddels ook gestart met Datum: 28-10-2003 pagina 12 van 20

het verlichten van enkele achterpaden in de kern Nieuwkuijk-Noord, dit in samenwerking met Stichting Woonveste. 5.3 Proefgebied Het doel van het proefgebied is om visueel te maken wat de verschillen zijn tussen de huidige verlichtingskwaliteit en de maximale en minimale verlichtingskwaliteit conform de NPR 31201-1. Het proefgebied omvat de Acacialaan, Meidoornstraat en de Lijsterbesstraat te Nieuwkuijk. Hieronder staat per straat beschreven wat de verlichtingskwaliteit is. Acacialaan In de Acacialaan zijn armaturen gebruikt met daarin een 24 Watt lamp (25 Watt verbruik). De straat is verlicht conform de NPR 13201-1, maar dan wel aan de minimale kant van de bandbreedte. Meidoornstraat De armaturen hier zijn uitgerust met een 36 Watt lamp (37 Watt verbruik). Ook deze straat is verlicht confomr de NPR 13201-1, maar dan aan de maximale kant van de bandbreedte. Dit is de gewenste verlichtingskwaliteit volgens de eisen van het seniorenlabel. Lijsterbesstraat De lijsterbes is verlicht conform het voormalige Vlijmense niveau. Dit niveau ligt boven de NPR 13201-1 norm. Het zijn HPL lampen van 50 Watt (60 Watt verbruik). Datum: 28-10-2003 pagina 13 van 20

6 Kwaliteit verlichtingsinstallatie in de gemeente Heusden 6.1 Kwaliteitsbepaling De kwaliteit van de huidige verlichtingsinstallatie kan worden bepaald aan de hand van de navolgende criteria: - Leeftijd van de lichtmasten. De gemiddelde economische levensduur van een lichtmast bedraagt 30 jaar; - Leeftijd van de armaturen. De gemiddelde economische levensduur van een armatuur bedraagt 15 jaar; - Onderzoek. Het is mogelijk om een stabiliteitstest uit te voeren om de lichtmasten in de gemeente Heusden te meten. Daarnaast kan doormiddel van een visuele inspectie bepaald worden wat de kwaliteit van de lichtmasten en/of de uitleggers is. Stabiliteitstest Door middel van stabiliteitsmetingen op oudere lichtmasten (steeksproefsgewijs) in de gemeente wordtvoorkomen dat goede masten onnodig worden vervangen. Uit ervaringscijfers blijkt dat 5% van de geteste lichtmasten de stabiliteitstest niet doorstaan en dus onmiddellijk vervangen moeten worden. Het onderzoek zal uitgevoerd worden op lichtmasten ouder dan 25 jaar en jonger dan 35 jaar (dit is c.a. 34% van het totale lichtmasten bestand). Van deze groep lichtmasten zal, steeksproefgewijs, c.a. 5% getest worden. Dat zijn afgerond 160 stuks (34%*9000 = 3060 * 5% = 153). Van de lichtmasten die goed uit deze stabiliteitstest komen kan gegarandeerd worden dat deze zeker nog vijf jaar mee gaan. Uit ervaring van andere gemeenten blijkt dat, van de masten die op basis van visuele inspectie afgekeurd worden, nog 80% minimaal 5 jaar kan blijven staan. Van het totaal aantal lichtmasten is c.a. 17% ouder dan 30 jaar en jonger dan 35 jaar (1530 masten). Als 80% van deze masten 5 jaar langer kan blijven staan, dan dat de visiuele inspectie aangeeft, betekent dit een besparing op het planmatig onderhoud. Visuele inspectie Bij de stabiliteitstest worden de uitleggers niet gemeten. Het is dan ook van belang om de uitleggers visueel te inspecteren alvorens men de mast onderwerpt aan een stabiliteitstest. Uit ervaring blijkt namelijk dat de uitleggers het zwakste punt zijn in de lichtmast. De resultaten van de visuele inspectie en de stabiliteitstest worden geëxtrapoleerd naar vergelijkbare masten, waardoor een indruk verkregen wordt van de restlevensduur van de lichtmasten en de benodigde onderhoudsmaatregelen. Deze gegevens kunnen gebruikt worden voor planmatig onderhoud. Materiaal Ambtelijk is reeds enige tijd geleden gekozen om de in de gemeente Heusden aluminium lichtmasten te plaatsen. Hieronder treft u de overwegingen aan waardoor men tot deze keuze is gekomen. - Verkeersveiligheid. Aluminium lichtmasten leveren minder gevaar op bij aanrijdingen. Een aluminium mast breekt af, terwijl een stalen mast zich in de auto boort. In het slechtste geval valt de aluminium mast op de auto. Aangezien aluminium zeer licht is, wordt er nagenoeg geen schade aangericht. - Milieu. Stalen lichtmasten zijn thermisch verzinkt. Indien deze masten niet regelmatig geschilderd worden, verdwijnen zinkresten in de bodem. Vanuit milieukundig oogpunt is dit niet gewenst. - Onderhoud. Stalen lichtmasten dienen iedere 7 jaren geschilderd te worden. Aluminium masten behoeven dit type onderhoud niet. Ingeval van schade aan de lichtmast zullen stalen lichtmasten gaan roesten, terwijl bij aluminium masten de corrosielaag ervoor zorgt dat de mast niet wordt aangetast. Dit komt de levensduur van de masten ten goede. Het is van belang om de verscheidenheid van lichtmast- en armatuurtypen binnen de gemeente Heusden beperkt te houden. Dit komt de effectiviteit en de snelheid van onderhoud ten goede. Datum: 28-10-2003 pagina 14 van 20

Plaatsing Bij het kiezen van een lokatie om de lichtmast te plaatsen moet men ervoor zorgen dat aanrijschade wordt voorkomen. Dit betekent in het algemeen dat de lichtmasten aan de buitenkant van het trottoir geplaatst worden (dus niet aan de wegzijde) of in dezelfde rij als waar de bomen geplaatst worden/zijn. Bovendien komen we hiermee tegemoet aan de wensen van het gehandicaptenplatform om obstakels buiten de looproute te plaatsen. In verband met onderhoudswerkzaamheden aan openbaar groen verdient het de voorkeur om, indien er sprake is van beplanting, de lichtmast aan de rand van de groenstrook te plaatsen. Indien er sprake is van een gazon, moet men ernaar streven om de lichtmast in de verharding te plaatsen De openbare verlichting wordt, indien mogelijk, geplaatst aan één zijde van de weg. Hierdoor krijg je een rustig (gelijkmatig) straatbeeld en bovendien functioneert de openbare verlichting dan tevens als geleiding voor de weggebruiker. 6.2 Huidige kwaliteit verlichtingsinstallatie in de gemeente Heusden In de gemeente Heusden vindt men een grote diversiteit van toegepaste lichtmasttypen en armatuurtypen. Om te kunnen komen tot een effectief en efficiënt beheer en onderhoud van de openbare verlichting is het gewenst meer uniformiteit in de genoemde zaken te krijgen. Datum: 28-10-2003 pagina 15 van 20

Uit onderstaande grafiek kunt u o.a. opmaken dat 8% van de lichtmasten in de gemeente Heusden ouder zijn dan 40 jaar en dat 17% van de masten ouder is dan 30 jaar. In totaal staan er in de gemeente Heusden 9000 masten. Indien we ervan uitgaan dat 25% (gezien de economische levensduur) vervangen moet worden, spreken we over het vervangen van 2250 masten. Indien u besluit de NPR 13201-1 te hanteren, moet u rekening houden met het plaatsen van extra masten in de voormalig gemeente Drunen en Heusden. In sommige straten is zelfs sprake van een verdubbeling van het aantal masten. Leeftijd lichtmasten 10% 7% 3% 8% 17% 1955-1965 1965-1975 1975-1980 1980-1985 1985-1990 1990-1995 17% 17% 1995-2000 2000-2003 21% figuur 1. leeftijdsopbouw lichtmasten De leeftijdsopbouw van de armaturen laat zien dat er een achterstand is in het vervangen van armaturen die aan het einde van zowel de technische als economische levensduur zijn. Gevolg is dat de lichtkwaliteit en lichtkwantiteit terug lopen doordat de lichttechniek in het armatuur en de kap op het armatuur verouderen. In onderstaand figuur is de leeftijdsopbouw van de armaturen weergegeven. Leeftijd armaturen 14% 10% 5% 49% > 20 jaar 15-20 jaar 10-15 jaar 5-10 jaar 22% < 5 jaar figuur 2. leeftijdsopbouw armaturen Datum: 28-10-2003 pagina 16 van 20

Voormalige gemeente Heusden (Herpt, Oudheusden, Hedikhuizen, Doeveren, Heesbeen) : - Stalen lichtmasten in de voormalige gemeente Heusden zijn technisch aan het einde van hun levensduur. Masten breken bij storm (windkracht 9 of meer) spontaan af, maar zijn dan ook ouder dan 40 jaar. We spreken hier over ca. 120 stuks lichtmasten. Voormalige gemeente Drunen (Elshout, Drunen, Giersbergen): - Een gedeelte van de wijk Braken-Oost (gelegen tussen de Prins Hendrikstraat-Stationsstraat- Wilhelminastraat-Dillenburgstraat), welke op dit moment lichtmasten heeft van 40 jaar die het einde van hun technische levensduur ruimschoots hebben overschreden, moet op korte termijn worden gerenoveerd. Voormalige gemeente Vlijmen (Nieuwkuijk, Vlijmen, Haarsteeg): - In de voormalige gemeente Vlijmen zijn c.a. 1500 armaturen, waarvan geconstateerd is dat deze in slechte staat zijn en op korte termijn vervangen moeten worden. De armaturen kunnen vervangen worden door een nieuw armatuur met een 24 of 36 Watt lamp (met een verbruik van 25 of 37 Watt), in plaats van de huidige 50 Watt lamp (met een verbruik van 60 Watt). De 36 Watt lamp wordt toegepast bij rondstralers c.q. paaltopjes op woonerven e.d. De investering is gedeeltelijk terug te verdienen door besparing van energiekosten en exploitatiekosten voor deze gebieden; Diverse lokaties: - De nog toegepaste TLEM-lampen zijn, vanwege nieuwe milieu-eisen, per 1-1-2002 uit de markt genomen en worden niet meer geleverd. In totaal hebben we op diverse locaties binnen de gemeente ca. 280 stuks armaturen met een TLEM lamp op korte termijn te vervangen, omdat andere lampen niet in een dergelijk armatuur passen. Datum: 28-10-2003 pagina 17 van 20

7 Beheer en onderhoud openbare verlichting 7.1 Huidig beheer en onderhoud bovengrondse verlichtingsinstallatie Op dit moment worden slechts storingen en klachten aan de openbare verlichting verholpen. Voor het planmatig onderhoud (vervangen van lichtmasten waarvan de restlevensduur op is) is niets geregeld. Wel is er een inventarisatie uitgevoerd van de complete installatie zodat bekend is wat er op dit moment aan verlichting aanwezig is in de gemeente. In de gemeente wordt organisatiebreed het WFM meldingsregistratiesysteem gebruikt. Er is een vaste klachtenprocedure, waarbij binnengekomen klachten en overige meldingen over de openbare buitenruimte worden geregistreerd en binnen een afgesproken termijn worden opgelost. De meldingen worden sinds 2001 in alle kernen op eenduidige wijze opgelost. Dit betekent dat er in de ene week de kernen Drunen en Elshout worden geschouwd op storingen en de week daarna de kernen Vlijmen, Haarsteeg, Heusden, Herpt, Hedikhuizen en Doeveren. De week na de schouw worden de geconstateerde storingen gerepareerd. De huidige manier van het oplossen van storingen, zoals vanaf 1-1-2001 wordt uitgevoerd, voldoet om de openbare verlichting op peil te houden. Dit betekent eens per twee weken een schouwronde en een onderhoudsronde voor het oplossen van de voorkomende klachten. Lampen en/of armaturen welke defect zijn worden dan vervangen. Na het vaststellen van het beleidsplan openbare verlichting wordt er in 2005 een beheerplan openbare verlichting opgesteld. Tot die tijd zullen de uitgangspunten voor wat betreft beheer en onderhoud, zoals heden worden gehanteerd, blijven gelden. Eveneens wordt in het beheerplan ingegaan op de verschillende organisatiemodellen van beheer en onderhoud, namelijk: Beheer wordt uitgevoerd door de eigen organisatie; Beheer wordt uitbesteed aan een adviesbureau; Beheer wordt uitbesteed aan een aannemer; Onderhoud wordt uitgevoerd door de eigen organisatie; Onderhoud wordt uitbesteed aan een aannemer; Iedere combinatie van bovengenoemde opties. 7.2 Huidig beheer en onderhoud ondergrondse verlichtingsinstallatie Het ondergrondse deel van de openbare verlichtingsinstallatie is vooralsnog in eigendom, beheer en onderhoud van de netwerkbeheerder. In Heusden is dit Essent Netwerk te Tilburg. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten onderzoekt momenteel of e.e.a. rechtmatig is verkregen door de netwerkbeheerder. Wellicht dat de uitkomsten van dit onderzoek verwerkt kunnen worden in het in 2005 op te stellen beheerplan openbare verlichting. Datum: 28-10-2003 pagina 18 van 20