1
2
Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom van jurisprudentie op btw-gebied van het HvJ heeft de manoeuvreerruimte van de lidstaten verder ingeperkt. Een belangrijke reden voor de harmonisatie van de btw binnen de EU zijn de EU eigen middelen, de contributie van de lidstaten aan de EU. Een deel van die eigen middelen wordt vastgesteld op basis van de btw inkomsten van de verschillende lidstaten. Hierdoor is het van belang dat de btw-heffing in alle lidstaten dezelfde reikwijdte heeft. Overigens bedragen de btw-middelen nog maar zo n 5% van de jaarlijkse NL-afdracht aan Brussel. 3
Ik zoek zo te zien naar een pen. Deze pen kan ik van u lenen. Stel nu eens dat blijkt dat ik tien pennen in mijn zak heb zitten? En stel dat ik de pen gebruik om iets onder mijn schoen vandaan te halen? U geeft mij een pen omdat u meent dat ik deze nodig heb om even iets op te schrijven. Maar het was vermoedelijk niet uw bedoeling dat ik de pen zo zou gebruiken. 4
Aldus maak ik niet alleen misbruik van uw vertrouwen, maar maak ik ook misbruik van de door u ter beschikking gestelde pen. U heeft een pen uitgeleend omdat u in de veronderstelling verkeerde dat ik deze nodig had om even iets op te schrijven. Ik ga er iets heel anders mee doen. Ik neem aan dat u de pen terug wilt hebben (of wellicht liever niet), maar in ieder geval mij niet nogmaals een pen uitleent. Ik mag de pen wel gebruiken, maar alleen voor het doel waarvoor u de pen heeft verstrekt. Hetzelfde kan voor regels gelden. Net zoals een pen, kan ook regelgeving misbruikt worden, het referentiekader is dan het doel van de regelgever. 5
6
7
8
Het misbruik moet bestaan uit rechtshandelingen. Een samenstel van transacties. In Emsland-Stärke noemt het HvJ: een geheel van objectieve omstandigheden. (waaruit blijkt dat, in weerwil vande formele naleving van de door de gemeeenschapsregeling opgelegde voorwaarden, het door deze regeling beoogde doel niet werd bereikt. Op btw-gebied kan een dergelijk door het Unierecht toegekend voordeel bestaan uit een recht op aftrek, zoals het HvJ in zijn arrest de zaak Halifax overwoog. In het arrest in de zaak Part Service bestond het voordeel uit het verkrijgen van een btw-vrijstelling. In Weald Leasing was sprake van een voordeel dat bestond uit het uitstellen van het tijdstip waarop btw verschuldigd werd. HvJ 21 februari 2006, zaak C-255/02 (Halifax), NTFR 2006/360. HvJ 21 februari 2008, zaak C-425/06 (Part Service), punt 59. HvJ 22 december 2010, zaak C-103/09 (Weald Leasing), punt 31. 9
10
Bij het vaststellen van het wezenlijke doel kan de nationale rechter het kunstmatige karakter van de handelingen in aanmerking nemen alsmede juridische, economische en/of persoonlijke banden tussen de betrokken ondernemingen. Andere (ondergeschikte) doelen op het vlak van bijvoorbeeld marketing, organisatie en garantie doen daar niet aan af. Part Services, punt 62. Het wezenlijke doel lijkt aldus een condicio sine qua non voor de structuur. 11
Het constateren van misbruik leidt tot een verplichting tot terugbetaling van het ten onrechte verkregene. Het leidt als zodanig niet tot een sanctie, waarvoor een afzonderlijke rechtsgrondslag is vereist. Belastingplichtige moet in de situatie worden gebracht die zou gelden zonder de transacties die een misbruik inhouden, Halifax, punt 95 e.v. De fiscus mag met terugwerkende kracht terugbetaling vorderen afgezet tegen de btw die zonder het misbruik niet betaald zou zijn. 12
Als we het hiervoor uiteengezette EU-antimisbruikbeginsel vergelijken met het oude NL fraus legis, dan moeten we concluderen dat de reikwijdte van het EUmisbruikbeginsel ruimer is. Onder het EU-beginsel wordt bijvoorbeeld het enkele recht op aftrek al aangemerkt als een belastingvoordeel. Volgens de Hoge Raad kon het recht op aftrek geen belastingvoordeel opleveren, althans voor zover de belastingplichtige de betreffende omzetbelasting ook daadwerkelijk heeft betaald. Een ander verschil is dat in het EU-beginsel van misbruik niet de beperking kent die de Hoge Raad heeft aangebracht in zijn arrest van 8 juli 1992, BNB 1992/308: aangenomen moet worden dat als de wetgever deze voor de hand liggende ontgaansmogelijkheid had willen uitsluiten, hij daarvoor een regeling zou hebben getroffen. 13
Het voorgaande is wellicht een wat academische discussie geworden omdat de Hoge Raad inmiddels in zijn arrest van 10 februari 2012 misbruik van toepassing heeft verklaard op een btw-zaak. In zijn arrest van 30 maart 2012 (BNB 2012/202: Misbruik van recht. Sale-and-lease-back van schoolgebouw door gemeente met oogmerk om een omzetbelastingvoordeel te behalen punt 5.1.2.) heeft de Hoge Raad in dit verband aangegeven voortaan aan te sluiten bij de arresten van het HvJ en dus het beginsel van fraus legis uit te leggen conform het door het HvJ geconstateerde anti-misbruikbeginsel. Het resultaat van een dergelijke HvJ-conforme uitleg van fraus legis stemt overeen met het resultaat van en een rechtstreekse toepassing van het HvJ-antimisbruikbeginsel. 14
Het beginsel dat geen beroep bestaat op Unierecht geldt ook als sprake is van fraude. Het HvJ heeft een en ander nader uitgewerkt in het arrest Kittel en Recolta (2006) en Mecsek-Gabona (2012). In deze arresten heeft het HvJ onder meer bepaald dat enkel fraude in de handelsketen in aanmerking wordt genomen en bovendien sprake moet zijn van een belastingplichtige die van deze fraude wist of had moeten weten. 15
Een recht op aftrek wordt door de richtlijn verleend. AG Poiares Maduro constateerde dat in zijn conclusie in de Halifax-procedure (punt 81). Lidstaten hebben geen discretionaire bevoegdheid bij de uitvoering van dit recht, maar zijn min of meer willoos uitvoerder. De Hoge Raad is hiervan nog niet overtuigd. Nadien heeft het HvJ dit ook nog expliciet bevestigd in de arresten inzake btwfraude, waar overigens hetzelfde beginsel van EU-recht in het geding is. De Hoge Raad denkt hier anders over, getuige zijn overwegingen in het recente arrest waarin de Hoge Raad concludeerde tot het stellen van prejudiciële vragen (Italmoda). 16
17
18
In het arrest Newey 20 juni 2013 komt het HvJ met een light variant van het misbruikleerstuk bij handelingen die enkel zijn bedoeld om belastingvoordeel te verkrijgen. Als sprake is van een contractuele bepalingen die een zuivere kunstmatige constructie inhouden en niet overeenstemmen met de economische en commerciële realiteit van de handelingen, dan moeten deze bepalingen zodanig worden geherdefinieerd dat de situatie wordt hersteld zoals zij zou zijn geweest zonder de handelingen die dit misbruik vormen (punt 50). Vergeleken met toepassing van het misbruikleerstuk geldt hier niet de eis dat het voordeel in strijd met doel en strekking van de betreffende bepaling is verkregen. Aldus lijkt sprake van een herkwalificatie van de feiten in plaats van een inperking van de reikwijdte van de regeling. Het laten prevaleren van de economische realiteit in situaties waarin evident een belastingvoordeel wordt nagestreefd zou men als misbruik light kunnen aanmerken. 19
20
21