Versie G5/21 10/2002 PROCEDURE VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN KWALITEITSHANDBOEK VOOR HET PLAATSEN VAN GASLEIDINGEN 1/11
1. INLEIDING In overeenstemming met NBN EN 12007-1, moet een kwaliteitssysteem voor de aanleg van gasleidingen worden opgezet. Voor wat betreft het lassen van stalen leidingen moet, in overeenstemming met NBN EN 12732, hoofdstuk 4, dit kwaliteitssysteem voldoen aan NBN EN 729-1, NBN EN 729-2 en NBN EN 729-3. Voor andere leidingen worden gelijkaardige kwaliteitseisen opgelegd. Het onderhavig document geeft aan welke de elementen zijn van een kwaliteitshandboek dat dit kwaliteitssysteem beschrijft. Gezien de specifieke aard van de constructie van gelaste gasleidingen en gezien de verschillende organisatievormen die mogelijk zijn, dient het kwaliteitshandboek gezamenlijk beheerd te worden door het gasbedrijf / de opdrachtgever enerzijds en de aannemer / constructeur anderzijds. De bedoeling is dat voor de aanvang van de werken en bij afsluiten van het contract wordt afgesproken welke elementen door welke partij worden ingevuld, en dit naargelang de respectieve taken die in het contract werden opgenomen (zie tweede kolom van de tabel van 3). Het gasbedrijf waakt erover dat het handboek volledig is, voor de werken worden aangevat. Het behoudt zich tevens het recht voor om bij de aannemer te controleren of de procedures die de aannemer in het kwaliteitshandboek heeft laten opnemen daadwerkelijk gevolgd en uitgevoerd worden. Hij kan ten allen tijde inzage verlangen in de controledocumenten die de aannemer in dit kader dient bij te houden. In vele gevallen zal het werk worden uitgevoerd in het kader van een raamcontract, waarbij de aannemer een veelvoud van projecten realiseert op verschillende plaatsen. In dit geval zal het kwaliteitshandboek worden opgesteld bij het afsluiten van het contract en voor de eerste opdracht wordt uitgevoerd. In de loop van de duur van het contract zal het handboek gewijzigd en aangevuld worden naargelang de noodzaak, bvb. inzet van nieuwe lassers, ander materieel, 2. NORMEN REFERENTIE NBN EN 12007-1 Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar - Deel 1: Algemene functionele aanbevelingen NBN EN 12732 Gasvoorzieningsystemen - Lassen van stalen leidingen - Functionele eisen NBN EN 729-1 Kwaliteitsborgingeisen voor lassen - Smeltlassen van metallische materialen - Deel 1 : Richtlijnen voor keuze en toepassing NBN EN 729-2 Kwaliteitsborgingeisen voor lassen - Smeltlassen van metallische materialen - Deel 2 : Uitgebreide kwaliteitsborgingeisen NBN EN 729-3 Kwaliteitsborgingeisen voor lassen - Smeltlassen van metallische materialen - Deel 3 : Standaardkwaliteitseisen NBN EN 287-1/A1 NBN EN 719 NBN EN 473 Kwalificatie van lassers - Smeltlassen - Deel 1 : Staal Lascoördinatie - Taken en verantwoordelijkheden Niet-destructief onderzoek - Kwalificering en certificering van personeel voor niet-destructief onderzoek - Algemene principes NBN EN 288 Het beschrijven en kwalificeren van lasprocedures voor metallieke materialen - Deel 1 : Algemene regels voor smeltlassen - 2 -
3. DEFINITIES 3.1. Contract Het geheel van eisen die werden afgesproken tussen gasbedrijf / opdrachtgever en aannemer / uitvoerder. Deze eisen omvatten, naast clausules m.b.t. wettelijke en normatieve voorschriften en financiële verplichtingen van beide partijen, de werkverdeling tussen de beide partijen, de kwaliteitseisen, de wijze van controle van het geleverde werk. 3.2. Aannemer / constructeur / contractant De partij waarmee een opdrachtgever een contract afsluit waarbij deze er zich toe verbindt dat alle eisen die in het contract vervat zijn stipt zullen worden nageleefd, ongeacht of de uitvoering gebeurt door hemzelf, zijn personeel of een derde. De aannemer / constructeur draagt de volledige verantwoordelijkheid voor alle gevolgen te wijten aan eisen van het contract welke niet zouden zijn nageleefd. 3.3. Onderaannemer Partij waarmee de aannemer een contract afsluit met het doel een deel van de opdracht die hem door het gasbedrijf contractueel werd toegekend door deze partij te laten uitvoeren. Dergelijk contract tussen aannemer en onderaannemer ontslaat de aannemer geenszins van zijn verantwoordelijkheid om de contractuele verplichtingen welke hij tegenover het gasbedrijf heeft volledig na te komen. 3.4. Gekwalificeerd persoon (gekwalificeerd personeel) Een persoon welke de kennis en de kunde heeft verworven via instructies, door vorming of door praktijkervaring met betrekking tot het domein waarin hij werkzaam is. 3.5. Constructie Synoniem van product, structuur; in de context van de gasdistributie of -transport, een gasleiding met eventueel daarbij horende apparatuur zoals afsluiters, filters, regelaars, ontspanningsposten, ). 3.6. Gasbedrijf / opdrachtgever Beheerder van een gasdistributie- of transportinstallatie. Het gasbedrijf sluit met een aannemer een contract af met het doel de gasinstallatie uit te breiden of te wijzigen. - 3 -
4. INHOUD VAN HET KWALITEITSHANDBOEK Onderwerp Verplichtingen voor aannemer / opdrachtgever 4.1. Contractuele bepalingen Dit deel van het kwaliteitshandboek moet steeds door de aannemer ingevuld worden. Eventueel kan dit gebeuren door het invullen van een checklist. De aannemer geeft aan : - dat hij kennis genomen heeft welke reglementeringen en normen er dienen gevolgd te worden. Een lijst hiervan wordt in het handboek opgenomen. Hij bevestigt dat hij deze documenten in bezit heeft; - dat hij de toe te passen, goedgekeurde lasprocedures van zodra deze beschikbaar zijn in bezit heeft en de draagwijdte ervan begrepen heeft. Dat hij eveneens weet welke procedure zal gevolgd worden voor de controles tijdens de uitvoering van het werk; - dat hij weet welke stappen dienen ondernomen te worden indien er nog lasprocedures moeten gekwalificeerd worden; - dat hij weet welke de bepalingen zijn in verband met de kwalificatie van personeel voor alle aspecten van het werk en tijdens de verschillende fasen; - dat hij weet welke bepalingen moeten gevolgd worden in verband met de identificatie van uitvoerders m.b.t. de lassen, de materialen, enz - dat hij weet welke delen van het kwaliteitshandboek hij moet vervolledigen en volgen en dat hij weet welke eventuele controles door een controleorganisme of een door de opdrachtgever aangeduide instantie zullen uitgevoerd worden en welke procedure hierbij moet gevolgd worden; - dat hij weet aan welke overige eisen hij moet voldoen m.b.t. de kwaliteit, bvb. steekproefsgewijze controle van de elektroden, controle van het ter beschikking gesteld materiaal (buizen, onderdelen) voor verwerking, - dat hij weet welke maatregelen hij moet nemen om de invloed van de omgeving op de kwaliteit van het werk uit te sluiten, bvb. bescherming tegen regen; - welke delen van het werk hij zal uitgeven aan onderaannemers en hoe hij de kwaliteit van hun werk zal controleren; - welke procedure hij heeft ingesteld om te reageren wanneer afwijkingen vastgesteld worden. De aannemer garandeert de authenticiteit van de documenten opgenomen in het kwaliteitshandboek. - 4 -
Voor staal : zie NBN EN 729-3, 4.2 4.2. Concept De aannemer wordt verondersteld vertrouwd te zijn met de algemene conceptie van gasleidingen. Indien van toepassing, controleert de aannemer (bvb. door middel van een checklist) : - of hij alle nodige inlichtingen m.b.t. de omvang en de lokalisatie van het werk, de drukklasse, de eventuele speciale eisen, van de opdrachtgever ontvangen heeft. - of hij vertrouwd is met het volledig tracé van de aan te leggen leiding. Dit tracé moet door de aannemer volledig gekend zijn. Hij signaleert aan de opdrachtgever elk vastgesteld element dat er zou kunnen op wijzen dat het voorgestelde tracé moeilijkheden zou kunnen opleveren bij de uitvoering. Hij vergewist zich ervan dat hij beschikt over de nodige informatie i.v.m. de aard van de wegbedekking, de aard van de bodem, de toegankelijkheid van het tracé, de aanwezigheid van andere ondergrondse leidingen, kabels of hindernissen - of hij over personeel beschikt dat gekwalificeerd is om dit werk zonder problemen te kunnen uitvoeren. Voor speciale werken, die niet expliciet in de opdracht omschreven zijn, zal de contractant een detailstudie uitvoeren, die goedgekeurd moet worden door de bouwheer, alvorens de uitvoering ervan aan te vangen. Deze studie zal conform de bestaande veiligheidswetgeving uitgevoerd worden (veiligheidscoördinator, risico analyse ). Voor stalen leidingen zal hij controleren of het voorgestelde basismateriaal en de uit te voeren lasnaden wel degelijk in overeenstemming zijn met de afgesproken lasprocedures. Hij zal aantonen dat hij begrepen heeft welke de eisen zijn die bij controle aan de afgewerkte lasnaden gesteld worden. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 4.3 4.3. Onderaanneming Wanneer de aannemer een deel van het werk in onderaanneming aan een derde toevertrouwt dient hij daarvan de opdrachtgever voorafgaandelijk te verwittigen. Bovendien moet hij aantonen dat : - hij aan de onderaannemer alle documenten heeft overhandigd zodat deze volledig op de hoogte is van alle eisen die aan zijn werk worden gesteld; - hij van de onderaannemer alle documenten eist die nodig zijn om het constructiedossier te vervolledigen volgens de eisen van het contract; - hij aan de onderaannemer een kopie van het relevante deel van dit kwaliteitshandboek heeft overhandigd en dat hij heeft nagegaan dat de onderaannemer in de mogelijkheid is en verklaard heeft alle kwaliteitseisen die op zijn werk betrekking hebben te zullen naleven; - 5 -
- hij heeft nagegaan of de onderaannemer over gekwalificeerd personeel beschikt om dit werk zonder problemen te kunnen uitvoeren. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 5 4.4. Personeel 4.4.1. Algemeen De aannemer moet beschikken over het nodige gekwalificeerd personeel. Hij zal daarom een lijst opgeven van het personeel, met hun kwalificaties, dat normaal voor het werk zal worden ingezet. Hij zal dit tevens doen voor het leidinggevend personeel en voor onderaannemers. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 6.1 4.4.2. Lassers - staal Alle lassers moeten gekwalificeerd zijn volgens de NBN EN 287-1, en dit volgens de lasprocedure(s) van toepassing voor dit werk. Het attest van kwalificatie moet duidelijk alle elementen vermelden zoals geëist door het lastenboek. Minimaal vermeldt het: de naam van de lasser, het uniek identificatienummer, het bedrijf van de lasser, de lasprocedure waarvoor hij werd goedgekeurd, de geldigheidsdatum, de gebruikte lasfoutbeoordeling indien afwijkend van standaard NBN EN 287-1, het organisme welke de kwalificatie heeft afgenomen en de geldigheidsdatum. 4.4.3. Lassers polyethyleen Alle lassers moeten een opleiding gevolgd hebben in een opleidingsinstituut dat door de opdrachtgever erkend is. Zij zullen in het bezit zijn van een geldige toelating, conform aan de vereiste lasmethode (stuiklas en/of elektrolas). De toelating dient minimaal de volgende gegevens te bevatten: naam lasser, uniek identificatienummer, bedrijf van de lasser, de lasprocedure waarvoor hij werd goedgekeurd en de geldigheidsdatum. Een kopie van de kwalificatie van elke lasser moet in het kwaliteitshandboek worden opgenomen. Geen enkel personeelslid mag lassen op het werk indien zijn kwalificatie niet in het handboek is opgenomen. Een lasser mag slechts lassen volgens een lasprocedure waarvoor hij gekwalificeerd werd. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 6.2 4.4.4. Lascoördinator Voor het werk wordt een lascoördinator met specifieke laskennis aangeduid. Deze lascoördinator moet minstens volgende kwalificatie hebben : - voor MD A en B en lage druk : een lasserploegleider met verschillende jaren ervaring, - voor MD C : - 6 -
ofwel een Europees lasspecialist (EWS) volgens NBN EN 719 (specifieke opleiding vereist), ofwel een Europees lastechnicus (EWT) volgens NBN EN 719 (specifieke opleiding vereist), - voor HD : een Europees lasingenieur (EWE) volgens NBN EN 719. De lascoördinator moet in staat zijn duidelijke aanwijzingen te geven aan het uitvoerend personeel m.b.t. de toepassing van de lasprocedure en alle uitvoeringsdetails. Hij moet de uitvoering kunnen controleren en hij moet in staat zijn het uitgevoerde werk te controleren. Hij moet op de hoogte zijn van de procedure die moet gevolgd worden wanneer een anomalie wordt vastgesteld. Hij moet over voldoende gezag beschikken om onmiddellijk effectief te kunnen ingrijpen. In het kwaliteitshandboek moet de naam van de lascoördinator worden opgenomen, evenals zijn opdracht en taakomschrijving. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 6.3 4.5. Personeel belast met controle en beproevingen 4.5.1. Algemeen In het kwaliteitshandboek wordt de naam opgenomen van de persoon verantwoordelijk voor de organisatie van de controle (visueel, NDT of andere) en de beproevingen. Deze persoon moet hiervoor gekwalificeerd zijn. Er wordt beschreven welke controles en beproevingen voorzien zijn voor het werk, wanneer deze moeten uitgevoerd worden en door wie. Hij moet in staat zijn om het verloop van de werken te volgen om tijdig de nodige controles te kunnen plannen en te laten uitvoeren. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 7.1 4.5.2. Uitvoerder niet destructieve controle (stalen leidingen) Alle uitvoerders voor niet-destructieve controles moeten gekwalificeerd zijn in overeenstemming met NBN EN 473. De uitvoerder mag evenwel gekwalificeerd zijn volgens een habilitatie van de exploitant van het net voor de activiteiten die hem zijn toevertrouwd.indien deze uitvoerders geen personeelslid zijn van een erkend keuringsorganisme, dient een kopie van het attest van kwalificatie in het kwaliteitshandboek opgenomen te worden. Voor de interpretatie van de radiografische opnamen (of andere NDT onderzoeken) wordt beroep gedaan op gekwalificeerd personeel onafhankelijk van de aannemer. In het kwaliteitshandboek wordt beschreven hoe het NDT onderzoek en de interpretatie ervan georganiseerd is (bvb. kopie van de bestelling aan een onafhankelijk organisme) en volgens welke norm de interpretatie van de lasfouten dient te gebeuren. Voor HD leidingen dient dit verplicht te gebeuren door een erkend keuringsorganisme. - 7 -
4.5.3. Uitvoerder controles (polyethyleen leidingen) De controles in verband met de lasprocedure of de uitgevoerde las, zoals beschreven in het lastenboek, worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, onafhankelijk van de aannemer. Dit kan een afgevaardigde van het gasbedrijf zijn, gekwalificeerd voor deze taak of een afgevaardigde van een erkend keuringsorganisme. De naam van deze persoon wordt opgenomen in het kwaliteitshandboek, evenals een referentie naar zijn kwalificatie indien hij geen personeelslid is van een erkend keuringsorganisme. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 7.2 4.6. Materiaal 4.6.1. Uitrusting voor uitvoering van de werken Het handboek moet al het essentieel materieel vermelden dat op het werk zal ingezet worden. In deze lijst kunnen opgenomen worden : - stroombronnen en lastoestellen, - materiaal voor lasvoorbereiding, inclusief snijgereedschap, - hijswerktuigen, kranen en graafwerktuigen, - individuele beschermingsmiddelen en andere veiligheidsuitrusting, - toestellen voor het drogen en verwarmen van electroden, - uitrusting voor destructief en niet-destructief onderzoek. De opdracht bepaalt de minimuminhoud van deze lijst. Van al dit materiaal zal vermeld worden, naargelang van toepassing: het merk, het type, het identificatienummer, veiligheidscertificaten, karakteristieken, afmetingen en verder alle gegevens die nodig zijn om te kunnen beoordelen of het materieel volstaat en geschikt is om het werk vakkundig te kunnen uitvoeren. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 8.1 en 8.2 4.6.2. Aangepast materieel en onderhoud van het materieel Voor al de uitrusting waarvoor wettelijke vereisten van toepassing zijn zullen de kopieën van de documenten of een volledige lijst van de apparatuur, met de verwijzing naar de certificaten en de geldigheidsdatums in het kwaliteitshandboek worden opgenomen, bv attesten van veiligheidskeuring. Voor de uitrusting waarvoor een regelmatig onderhoud en/of keuring noodzakelijk is, zal een onderhoud-en/of keuringsschema aan het handboek worden toegevoegd. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 8.3-8 -
4.7. Lasactiviteiten 4.7.1. Planning Voor zover de omvang van de individuele werf het vereist zal een planning worden opgemaakt welke rekening houdt met de beschikbare productiemiddelen zoals deze in het handboek werden opgenomen. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 9.1 4.7.2. Kwalificatie van de lasprocedures (stalen leidingen) Zie ook 3.1. De lasprocedures zijn volgens NBN EN 288 gekwalificeerd en moeten in het kwaliteitshandboek opgenomen worden vooraleer met het lassen mag worden aangevangen. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 9.2 4.7.3. Instructies Indien aan het personeel nog andere schriftelijke instructies worden gegeven behalve de lasprocedure en de veiligheidsvoorschriften, dan zullen ook deze instructies in het handboek worden opgenomen. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 9.3 4.8. Stockage van elektroden (stalen leidingen) In het handboek zal worden aangegeven hoe en waar de elektroden zullen bewaard worden. Dit zal in overeenstemming zijn met de stockeringsvoorwaarden zoals deze door de fabrikant van de elektroden worden opgegeven. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 10 4.9. Stockage van materialen Voorschriften m.b.t. de stockage van de overige materialen zullen in het handboek worden opgenomen voor zover nodig. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 11 4.10. Controles, beproevingen en nazicht De opdrachtgever heeft steeds het recht om controles uit te voeren. Teneinde het mogelijk te maken om de controles en beproevingen te organiseren, wordt voorafgaandelijk een procedure afgesproken zodanig dat de opdrachtgever op het gepaste ogenblik verwittigd wordt om de vooropgestelde controles te kunnen uitvoeren of te laten uitvoeren. Deze procedure wordt in het handboek opgenomen. Bij de aanvang van het werk wordt gecontroleerd of : - 9 -
- de kwalificaties van de lassers in het handboek zijn opgenomen en nog steeds geldig zijn, - de lasprocedure aangepast is aan het werk, - de geleverde materialen in goede staat zijn en overeenstemmen met de vereisten van het werk/lastenboek, - de elektroden overeenstemmen met de lasprocedure en geleverd en bewaard werden in overeenstemming met de stockage voorschriften, - het nodige materieel aanwezig is om de lasvoorbereiding behoorlijk te kunnen uitvoeren (volgens de lasprocedure), om de uitlijning en de tijdelijke bevestiging van de stukken te kunnen realiseren, - de omgevingsvoorwaarden vervuld zijn om het werk behoorlijk te kunnen uitvoeren, bvb. de werkomgeving van de lassers, regenbescherming, In het kwaliteitshandboek wordt bepaald wie instaat voor de controle tijdens het lassen, bvb. de lascoördinator, en met welke frequentie bepaalde controles dienen te gebeuren, o.a. : - controle van de lasparameters, - controle van de zuiverheid van de te lassen oppervlakken. Tevens voor staal : - controle van aantal en volgorde van de passen, - controle van het correcte gebruik en de behandeling van de elektroden, - controle van de warmtehuishouding, - eventuele andere noodzakelijke controles. Voor het beëindigen van de werf moet worden nagegaan of alle controles die voorzien waren (o.a. niet-destructief onderzoek) wel degelijk werden uitgevoerd. In het kwaliteitshandboek zal worden vermeld welke elementen minstens in het eindverslag van de werf dienen opgenomen te worden, zie ook 3.14. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 13 4.11. Niet-conformiteiten en correctieve acties In het kwaliteitshandboek wordt beschreven hoe moet worden omgegaan met afwijkingen en correctieve acties. Zo moet worden beschreven wanneer lassen mogen gerepareerd worden en welke moeten worden uitgesneden. Er moet worden aangegeven welke procedure moet worden gevolgd m.b.t. bijkomende controles indien uit onderzoek blijkt dat een las moet worden afgekeurd. Er moet worden vermeld welke controles moeten uitgevoerd worden op gerepareerde lassen. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 14-10 -
4.12. Ijking Voor zover noodzakelijk wordt beschreven hoe en wanneer de meetinstrumenten voor de controle geijkt zullen worden. Voor staal : zie NBN EN 729-2, 15 4.13. Identificatie en naspeurbaarheid In het handboek moet worden beschreven in welke mate en hoe identificatie van de stukken en uitvoerders moet toegepast worden. Voor staal : zie NBN EN 729-3, 15 4.14. Documentatie In het kwaliteitshandboek moet de lijst worden vermeld van alle documenten die in het as-built dossier moeten worden opgenomen. Deze moeten omvatten : - toegepaste lasprocedures en hun kwalificatie, - kwalificatie-attesten van de lassers, - rapporten van controle en niet-destructief onderzoek, - processen verbaal van reparaties en de controle daarop, - identificatie van de lassers, - uitvoeringsplans (as built), - proces-verbaal van drukbeproeving, Volgende documenten kunnen eveneens opgenomen worden indien nodig : - materiaalcertificaten - certificaten van de elektroden - proces-verbaal van dauwpuntsmeting in de leiding - proces-verbaal van elektrische weerstandsmeting voor de isolerende bekleding van stalen leidingen Voor staal : zie NBN EN 729-3, 16-11 -