Schaatsrapport Mulier

Vergelijkbare documenten
Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Ruimte voor Kunstijs

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

thema 1 Nederland en het water topografie

Haalbaarheidsstudie Kunstijsbaan Hoogeveen

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Examen VBO-MAVO-D. Wiskunde

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

De Elfstedenhal. Fase 1 Haalbaarheidsonderzoek Nieuwe IJshal Leeuwarden. Hoofdrapport. Opdrachtgever: De Elfstedenhal BV

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Rijksmonumenten - nabijheid

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Bezoek cultuurinstellingen

Sterkste groei vacatures in Zeeland

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

De 50 grootste steden van Nederland s nachts van boven bekeken

Vastgoedbericht april 2010

Na Amsterdam is Utrecht de stad met de meeste deelauto s. In deze stad staan meer auto s dan in Den Haag en Rotterdam samen.

Vastgoedbericht juli 2010

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Inhoudsopgave. Bron: brabant.databank.nl donderdag 16 februari

Diversiteit in de Provinciale Staten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vastgoedbericht mei 2010

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Vastgoedbericht augustus 2010

Vastgoedbericht oktober 2010

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Vastgoedbericht september 2010

Als vereniging aan de slag met Inline Skaten. Dick Nap Docent opleidingen KNSB

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Bekendheid Overijsselse regio s

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Vastgoedbericht november 2010

Vastgoedbericht december 2010

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis

(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *)

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie

Persoonlijke gegevens raadsleden

Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017

Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Gemeenteloketten soms te traag

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Verdeelplan PG Jaar 2018

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

t.a.v. Gedeputeerde van onderwijs de heer A.J. van der Maas.

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Persbericht. Werkloosheid daalt

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Hypotheek Index Q1 2018

NEDERLAND VOETBALLAND

Ontwikkeling golfers van

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

1. Inleiding Het schaatsen op kunstijsbanen in Nederland Het topsport en evenementenbeleid van 6 het Ministerie van VWS

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Bijlage verzuimcijfers

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen

Week 10 6 maart 2012 C

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Woon-werkverkeer 2000 naar persoons-, baan- en regionale kenmerken

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Persoonlijke gegevens van wethouders

Het jaar van YouTech.nl in cijfers

Bekendheid Overijsselse regio s

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werklozen in december toegenomen

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Transcriptie:

64 Schaatsrapport Mulier sportaccom» december 2016» nummer 4 LANGE AFSTAND (TOT) SCHAATSEN Door Karin Wezenberg-Hoenderkamp en Hugo van der Poel Wanneer sloten, kanalen en meren bevriezen, trekken duizenden Nederlanders de stoute schaatsen aan. Maar wat als het opnieuw een kwakkelwinter is en er geen spiegelende ijsvlaktes zijn waarop in een fraai winterzonnetje wedstrijden kunnen worden geschaatst of toertochten langs wuivende rietkragen kunnen worden gemaakt? Dan kan op de televisie naar schaatsen worden gekeken, of kunnen de ijzers worden ondergebonden in een van de 22 kunstijsaccommodaties die Nederland kent. In het net uitgekomen brancherapport Sportaccommodaties in Nederland is een kaart opgenomen met deze accommodaties, en een tabel met een beschrijving ervan. In dit artikel gaan we in op de vraag welke afstanden in Nederland moeten worden afgelegd om op zo n accommodatie en op de verzorgingsgebieden van deze accommodaties te kunnen schaatsen. We beginnen dit artikel met enkele achtergrondgegevens. Drie procent van de Nederlanders bindt minimaal eens per jaar de schaatsen onder In 2015 waren 34.000 leden aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Schaatsbond (KNSB) verdeeld over circa 200 schaats- en/of skateverenigingen. Deze verenigingen bieden veelal het hele jaar door een activiteiten- en wedstrijdprogramma aan in de disciplines lange en kortebaan, shorttrack, marathon, kunstrijden en/of inlineskaten. Naast deze verenigingen zijn er nog bijna 500 verenigingen die zich vooral richten op het openstellen en onderhouden van (natuur)ijsbanen en het organiseren van toertochten en wedstrijden tijdens perioden met ijs (natuurijsclubs). Hoeveel leden deze natuurijsverenigingen in 2015 precies hebben, is niet bekend (door een gewijzigde registratie bij de KNSB), maar ervan uitgaande dat het totaalaantal leden van de KNSB sinds 2014 niet veel gewijzigd is, ligt dit aantal rond de 45.000 leden. Naast deze verenigingsschaatsers zijn er veel ongeorganiseerde schaatsers die minimaal eens per jaar de schaatsen onder binden. In 2014 deed 3 procent van de Nederlandse bevolking van 6 tot en met 79 jaar dat (OBiN 2014), wat overeenkomt met 450.000 personen. De schaatsende jeugd (6-17-jarigen) bezoekt relatief vaak een overdekte ijsbaan (61 procent), terwijl dit type accommodatie slechts door respectievelijk 44 en 41 procent van de schaatsende 18-49-jarigen en 50-plussers wordt gebruikt. In totaal maakt bijna de helft van de schaatsers gebruik van een overdekte ijsbaan en een kwart van een niet overdekte kunstijsbaan. Op basis van deze cijfers trekken de overdekte kunstijsbanen daarmee in totaal ongeveer 225.000 unieke bezoekers. Natuurijs is juist bij de oudste leeftijdsgroep populair: 61 procent van de 50 79-jarigen trotseert weleens de kou om hierop te schaatsen (tegen respectievelijk 48 en 53 procent van de jeugd en volwassenen). Zestien kunstijsbanen met een 400-meter baan De schaatsers die een of meerdere keren in het jaar gebruikmaken van een kunstijsbaan kunnen hiervoor in het najaar van 2016 terecht op zestien accommodaties met een 400-meter baan,

65 waarvan er acht overdekt zijn, zes semi-overdekt en twee onoverdekt. Daarnaast zijn er nog zes kunstijsbanen zonder 400-meter baan1. De ijsbanen met een 400-meter baan hebben allemaal naast de 400-meter baan nog minimaal één andere ijsvloer om gebruik van te maken. Dit is meestal een ijshockeybaan met een afmeting van 60x30 meter, maar kan (daarnaast) ook een 333-meter baan (Heerenveen), ijsvloer met andere afmetingen (Dronten, s-gravenhage en Heerenveen) en/of krabbelbaan (Haarlem en Amsterdam) zijn. Veel kunstijsbanen gerealiseerd in jaren 60-80 De Nederlandse schaatsaccommodaties met een 400-meter baan kunnen ruwweg in twee groepen verdeeld worden: de oude en de nieuwe banen. De grootste groep bestaat uit de banen die in de jaren 60-80 zijn aangelegd (Amsterdam, Deventer, Heerenveen, Haarlem, Eindhoven, Groningen, Utrecht, Assen, Alkmaar, Den Haag en Sittard-Geleen). De meeste van deze banen zijn in de loop der tijd half of geheel overkapt en de complexen in Utrecht en Den Haag zijn later doorontwikkeld tot multifunctionele complexen waar diverse andere activiteiten kunnen plaatsvinden. De Bonte Wever in Assen is in 2016 gesloten. De eerste van de nieuwe banen opende in 1998: Dronten. Hierop volgden Breda, Hoorn, Enschede, Tilburg en als laatste in 2015 de Elfstedenhal in Leeuwarden. Figuur 1 Overzicht stichtingsjaren schaatsaccommodaties met 400-meter baan (De Bonte Wever is vanaf 2016 gesloten, de overige banen zijn nog in functie) Spreiding van de kunstijsbanen over de provincies wisselend Kijken we naar de verdeling van de kunstijsbanen over de provincies in Nederland dan valt direct op dat de spreiding van de banen wisselend is (tabel 1). Door de sluiting van de ijsbaan in Assen zijn er nu drie provincies zonder eigen ijsbaan met 400-meter baan, te weten Gelderland, Zeeland en Drenthe. In Zeeland en Drenthe zijn ook geen kunstijsbanen zonder 400-meter baan, waardoor inwoners de provinciegrens moeten Tabel 1. Aantal kunstijsbanen per provincie. Provincie Aantal inwoners (2016), x 1 miljoen Aantal kunstijsbanen met 400-meter baan Aantal overige kunstijsbanen Groningen 0,6 1 0 Friesland 0,6 2 0 Drenthe 0,5 0 0 Overijssel 1,1 2 0 Gelderland 2,0 0 1 Utrecht 1,3 1 0 Flevoland 0,4 1 1 Noord-Holland 2,8 4 0 Zuid-Holland 3,6 1 3 Zeeland 0,4 0 0 Noord-Brabant 2,5 3 1 Limburg 1,1 1 0 Nederland 16,9 16 6 1. Flevonice (Biddinghuizen), IJshal Leiden (Leiden), SilverDome (Zoetermeer), Sportboulevard (Dordrecht), Sportiom ( s-hertogenbosch) en Triavium (Nijmegen)

66 Schaatsrapport Mulier sportaccom» december 2016» nummer 4 overgaan om op kunstijs te kunnen schaatsen. De provinciegrens mag dan voor de meeste mensen geen belemmering zijn om te gaan schaatsen, de af te leggen afstand (en de bijbehorende tijd die men onderweg is) is dat wel. De KNSB stelt in haar strategisch plan De KNSB op weg naar 2020 dat de reisafstand naar schaatsbanen in Nederland vaak als lang wordt ervaren. Nederlander vindt gemiddeld binnen 24 kilometer een kunstijsbaan met een 400-meter baan Om inzicht te verkrijgen in deze afstanden is met behulp van een GIS-analyse berekend hoe ver mensen naar de dichtstbijzijnde kunstijsbaan moeten reizen. Deze analyse is tweemaal uitgevoerd: eenmaal met alleen de kunstijsbanen met een 400-meter baan en eenmaal met de toevoeging van de kunstijsbanen zonder 400-meter baan. Het mag duidelijk zijn dat in deze laatste situatie vooral Zuid-Holland, en verder Noord-Brabant, Flevoland en Gelderland profiteren, omdat dit de provincies zijn waar de overige kunstijsbanen zich bevinden. In de analyse zijn, vanwege het ontbreken van gegevens, geen kunstijsbanen in het buitenland meegenomen. In theorie kan het zo zijn dat voor een aantal mensen een ijsbaan net over de grens dichterbij is dan eentje in eigen land. Gemiddeld kan de Nederlander binnen 19 kilometer bij een kunstijsbaan komen, maar voor een kunstijsbaan met een 400-meter baan moet gemiddeld bijna vijf kilometer verder worden gereisd. Deze afstand laat zich niet vergelijken met andere typen sportaccommodaties waarvan soortgelijke kentallen bekend zijn. Zo is de gemiddelde afstand tot een voetbalaccommodatie slechts 1,6 kilometer en hoeven Nederlanders gemiddeld niet verder dan 6,3 kilometer naar een golfbaan te reizen. Het mag duidelijk zijn dat het regionale karakter van kunstijsbanen de verdere reisafstand verklaart. De afstandsanalyse laat zien dat het verschil in af te leggen afstand sterk varieert tussen de provincies (tabel 2). De inwoners van de provincie Zeeland moeten gemiddeld 89 kilometer (76 minuten ) reizen tot de dichtstbijzijnde kunstijsbaan, terwijl mensen in Noord-Holland gemiddeld nog geen twaalf kilometer van een kunstijsbaan wonen. Als ook de zes kunstijsbanen zonder 400-meter baan worden meegenomen, blijft de afstand voor de inwoners van Zeeland het langste (88 kilometer), en die voor de inwoners van Noord-Holland het kortste (11,5 kilometer). De inwoners van Gelderland gaan er bijna zestien kilometer op vooruit, terwijl de Zuid-Hollanders en Noord-Brabanders respectievelijk tien en vijf kilometer minder ver hoeven te reizen. Voor de mensen die in Flevoland wonen treedt Tabel 2. Gemiddelde reisafstand naar dichtstbijzijnde kunstijsbaan, per provincie (in kilometer). Kunstijsbanen met 400-meter baan (N = 16) Alle kunstijsbanen (N = 22) Groningen 18,5 18,5 Friesland 18,4 18,4 Drenthe 44,2 44,2 Overijssel 20,6 20,3 Flevoland 22,1 21,4 Gelderland 38,9 23,1 Utrecht 16,5 16,2 Noord-Holland 11,6 11,5 Zuid-Holland 23,3 13,3 Zeeland 88,9 88,4 Noord-Brabant 18,7 13,8 Limburg 25,8 24,7 Nederland 23,7 18,8 2. De gemiddelde reistijden zijn berekend door per afstandscategorie het meest gebruikte vervoermiddel en de bijbehorende gemiddelde snelheid te gebruiken. Deze gegevens zijn afkomstig van het CBS (Onderzoek Verplaatsingen in Nederland).

67 Kaart 1. Verzorgingsgebieden per kunstijsbaan met 400-meter baan. Kaartvervaardiging en analyse: Mulier Instituut 2016. Figuur 2. Omvang verzorgingsgebied kunstijsbanen (x miljoen inwoners).

68 Schaatsrapport Mulier sportaccom» december 2016» nummer 4 gemiddeld niet veel verschil op, de te overbruggen gemiddelde afstand neemt met slechts een kleine kilometer af tot 21 kilometer. Verzorgingsgebieden kunstijsbanen lopen uiteen van 300 duizend tot bijna 3 miljoen inwoners Nemen we niet de provincies als uitgangspunt maar de kunstijsbanen zelf, dan is het mogelijk om potentiële verzorgingsgebieden in kaart te brengen. Een verzorgingsgebied is hierbij gedefinieerd als het gebied rondom een kunstijsbaan waarvoor geldt dat voor de inwoners de betreffende kunstijsbaan de dichtstbijzijnde is. Kaart 1 geeft deze verzorgingsgebieden per kunstijsbaan weer, waarna in figuur 2 de verzorgingsgebieden getalsmatig zijn weergegeven. Belangrijk hierbij is dat het theoretische verzorgingsgebieden betreft en dat in de praktijk ijsbanen ook bezoekers uit verzorgingsgebieden van andere ijsbanen kunnen trekken, bijvoorbeeld door aantrekkelijkere tarieven, betere of meer faciliteiten of betere bereikbaarheid. Het blijkt dat De Uithof in Den Haag met 2,9 miljoen inwoners het grootste verzorgingsgebied heeft, gevolgd door de Vechtsebanen in Utrecht (2,0 miljoen inwoners). De kunstijsbanen de Westfries (Hoorn) en ijsbaan De Meent (Alkmaar) hebben de kleinste verzorgingsgebieden (respectievelijk 0,3 en 0,4 miljoen). Ruim vier miljoen Nederlanders wonen binnen tien kilometer van een kunstijsbaan Om meer waarde te kunnen hechten aan deze uitkomsten is het interessant om de omvang van het verzorgingsgebied af te zetten tegen de reisafstand. Zo heeft de kunstijsbaan in Breda een relatief groot verzorgingsgebied, maar bestaat dit gebied ook uit veel inwoners die een (te) lange reisafstand hebben. Het is niet bekend hoe ver mensen bereid zijn om naar een kunstijsbaan te reizen, maar verondersteld wordt dat verreweg de meeste bezoekers binnen een straal van 30 kilometer van een kunstijsbaan wonen. In figuur 3 is voor elke kunstijsbaan aangegeven hoeveel mensen binnen een straal van 10, 20 en 30 kilometer wonen. Hierbij treedt overlap tussen kunstijsbanen op, waarbij iemand bijvoorbeeld zowel binnen 20 kilometer van de Jaap Edenbaan in Amsterdam woont als ook binnen 30 kilometer van De Vechtsebanen in Utrecht. Uit figuur 3 zou geconcludeerd kunnen worden dat het grootste deel van de Nederlanders binnen 30 kilometer op een kunstijsbaan terecht kan, maar dat is niet het geval. Door de hiervoor genoemde overlap blijkt dat toch nog 18 procent van de Nederlanders hemelsbreed verder dan 30 kilometer moet reizen en als wordt uitgegaan van afstanden over de weg, is dit percentage zelfs 30 procent. Conclusies De schaatsliefhebber die graag een of meer rondjes schaatst op een 400-meter kunstijsbaan kan hiervoor terecht op zestien kunstijsbanen in Nederland. Hoewel dit aantal doet vermoeden dat aan kunstijsbanen geen gebrek is, blijkt de spreiding over het land verre van evenredig. Zo zijn de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant samen al goed voor bijna de helft van alle kunstijsbanen (zeven van de zestien) en hebben Gelderland, Drenthe en Zeeland geen enkele 400-meter kunstijsbaan binnen hun provinciegrenzen. Niet zo vreemd is het dan ook, dat 30 procent van de Nederlanders meer dan 30 kilometer moet reizen en dat Zeeland, Drenthe en Gelderland de provincies zijn waar relatief gezien het grootste deel van de inwoners deze afstand minimaal moet overbruggen (99, 78 en 73 procent). Ook Zuid-Holland scoort als provincie in de Randstad opmerkelijk, ruim een miljoen inwoners in deze provincie (32 procent) vindt geen kunstijsbaan binnen 30 kilometer. Ter vergelijk, in Noord- Holland en Utrecht geldt dit voor slechts respectievelijk drie en acht procent van de inwoners. Tegelijkertijd constateren we dat de omvang van verzorgingsgebieden van kunstijsbanen (zoals hiervoor gedefinieerd) sterk varieert, waarbij sommige kunstijsbanen duidelijk in elkaars verzorgingsgebied liggen waardoor ze mensen moeten verleiden om naar hun ijsbaan te komen, ook als die (iets) verder weg ligt dan een andere ijsbaan. Voor andere ijsbanen, zoals die in Geleen en Groningen, geldt deze concurrentie veel minder, omdat er geen andere ijsbanen dicht in de buurt liggen. Tegelijkertijd is de bevolkingsdichtheid in deze gebieden veel lager dan in de Randstad, waardoor er weer andere uitdagingen liggen om voldoende bezoekers te trekken. Vervolgonderzoek kan meer inzicht verschaffen in de relatie tussen verzorgingsgebieden en bezoekersaantallen, schaatsdeelname en tarieven. Kaart 2 maakt de gebieden in Nederland zichtbaar waar mensen meer dan 30 kilometer van een ijsbaan wonen. Voor deze gebieden kunnen de grootste bevolkingsconcentraties worden geïdentificeerd, waarmee zichtbaar wordt waar in Nederland nog kunstijsbanen kunnen worden gebouwd die niet bovenmatig hoeven te concurreren met het bestaande aanbod. Door op die plaatsen kunstijsbanen te realiseren wordt schaatsen toegankelijker voor mensen die nu niet worden bediend vanwege de te grote afstand tot de dichtstbijzijnde schaatsaccommodatie.

69 Kaart 2. Afstand (over de weg) tot kunstijsbanen naar afstandscategorie (km). Kaartvervaardiging en analyse: Mulier Instituut 2016. Figuur 3. Aantal inwoners binnen straal van 10, 20 en 30 kilometer van kunstijsbaan met 400-meter baan (hemelsbrede afstanden).