3 Ondernemingspensioenfondsen

Vergelijkbare documenten
2 Bedrijfstakpensioenfondsen

4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen

3.1.1 Stand van zaken medezeggenschap gepensioneerden

A.1 Is het aantal werknemersvertegenwoordigers ten minste gelijk aan het aantal werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur?

Bijlage 1: vragenlijst bedrijfstakpensioenfondsen

EVALUATIE MEDEZEGGENSCHAP GEPENSIONEERDEN. - eindrapport - drs. R.C. van Geuns drs. K.J.C. Senden drs. E.M. Verveen

Bijlage 1: Nadere toelichting behorende bij paragraaf 3 over de toezeggingen

Meepraten over pensioen

1. Preambule De afspraken en aanbevelingen Continuering van afspraken en aanbevelingen uit het vorige convenant 5. 2.

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

Reactie op het voorontwerp van Wet versterking bestuur pensioenfondsen

PROFIELSCHETS LEDEN VERANTWOORDINGSORGAAN (2014) 1. HET PENSIOENFONDS TNO EN ZIJN BESTUUR

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Transavia Vliegers

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

24 juni Doel van het convenant

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Transavia Grond & Cabinepersoneel

Historische ontwikkeling van de gepensioneerdenvereniging

REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB / 11

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Reglement van het verantwoordingsorgaan

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan

Voorbeeld reglement deelnemersraad van Stichting Pensioenfonds

REGLEMENT DEELNEMERSRAAD STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Stichting Pensioenfonds HAL. Reglement Verantwoordingsorgaan

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC

Deelnemersbijeenkomst

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples.

REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP

V & A s n.a.v. Wet versterking bestuur pensioenfondsen d.d. 24 januari 2014

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Verkiezingsreglement PWRI verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Reglement Verantwoordingsorgaan

2. in dit bredere wetsvoorstel, in te dienen door het Kabinet of vanuit de Tweede Kamer, rekening te houden met de volgende aspecten:

Versie april Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds UWV

REGLEMENT DEELNEMERSRAAD CFK

VERKIEZINGSREGLEMENT voor bestuursleden namens pensioengerechtigden

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het SPAN fonds.

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie

VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland.

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland

Reglement voor het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds ANWB

Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 18 komt te luiden:

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank

VERANTWOORDINGORGAAN

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Apf en van ASR en NN IP/AZL geven inzicht in opzet

Jaarverslag Verantwoordingsorgaan 2017

VERKIEZINGSREGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds British American Tobacco

Reglement verantwoordingorgaan Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

Statuten van de Stichting Pensioenfonds APF gevestigd te Arnhem. De Stichting draagt de naam Stichting Pensioenfonds APF en is gevestigd te Arnhem.

Voorstel van wet houdende wijzigingen van de Pensioenwet in verband met het uitbreiden van de werkingssfeer voor ondernemingspensioenfondsen

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. (versie 3 april 2007)

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Personeelspensioenfonds APG

SPIN. Verkiezingsprocedure Verantwoordingsorgaan SPIN

INFORMATIE OVER DE NIEUWE STRUCTUUR VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRADEN SPOOR EN OPSO EN KANDIDAATSTELLING

Reglement van het verantwoordingsorgaan

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS ERNST & YOUNG ROTTERDAM. 1 juli 2014

In artikel 28, eerste lid, wordt de deelnemersraad vervangen door: de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan.

PROFIELSCHETS VOOR LID VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 2017

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Van start in de ondernemingsraad

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In artikel 28, eerste lid, wordt de deelnemersraad vervangen door: de deelnemersraad of het belanghebbendenorgaan.

Verkiezingsreglement bestuurslid namens pensioengerechtigden

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Verantwoordingsorgaan

4. Bestuurders van de fondsen kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. De werkgever: de aangesloten ondernemingen zoals nader omschreven in de statuten.

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Artikel 1 - Definities

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN Verantwoordingsorgaan

Reglement bestuur. Dagelijks beleid De dagelijkse gang van zaken in de uitvoering van de pensioenregeling, tussen bestuursvergaderingen in;

REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID. Reglement VO bpfbouw

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Reglement Verantwoordingsorgaan

Artikel 1 Begripsbepalingen. Artikel 2 Zetels A en B. Artikel 3 Kiesgerechtigd. Artikel 4 Profielschets

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan.

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel I, onderdeel D, komt artikel 99 te luiden:

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Deelnemersraad

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID

Bestuurt het pensioenfonds Stelt profielschets op voor de leden van het bestuur Kan kandidaat afwijzen indien deze niet aan profielschets voldoet

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Pensioenfonds ANWB concept v2. Degenen die pensioen opbouwt bij Stichting Pensioenfonds ANWB.

Huishoudelijk Reglement VKIG 3 november 2015

Reglement Raad van Toezicht

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan 2018

Reglement verantwoordingsorgaan 2014

Transcriptie:

3 Ondernemingspensioenfondsen 3.1 Medezeggenschap van gepensioneerden Ondernemingspensioenfondsen worden in het convenant opgeroepen om een (wettelijke) raad op te richten of directe bestuursvertegenwoordiging van de geleding van de gepensioneerden te organiseren. In onderstaande tabel staat een overzicht van het aantal ondernemingspensioenfondsen dat een raad en/of bestuursvertegenwoordiging van gepensioneerden heeft. Tabel 3.1a Medezeggenschap gepensioneerden bij ondernemingspensioenfondsen, tussenevaluatie 2005 (N=250) (N=615.490) (N=413.243) met alleen raad 16% 20% 17% met alleen bestuursvertegenwoordiging 44% 43% 47% met zowel raad als bestuursvertegenwoordiging 14% 30% 31% met het plan om een raad of 3% bestuursvertegenwoordiging te organiseren 3% 1% zonder vertegenwoordiging van gepensioneerden 24% 4% 4% Een groot aantal fondsen (74%) heeft enige vorm van medezeggenschap van gepensioneerden gerealiseerd. De fondsen die geen vertegenwoordiging hebben en aangeven dat zij ook niet van plan zijn om dit op korte termijn te gaan realiseren (24%), zijn kleine fondsen. Bij deze fondsen is 4% van de actieve en gepensioneerde van de onderzochte fondsen aangesloten. Een klein aantal fondsen (3%) is van plan om op korte termijn een raad op te richten of bestuursvertegenwoordiging van gepensioneerden te organiseren. Om na te gaan in welke mate de medezeggenschap van gepensioneerden verbeterd is in de loop van de tijd zijn in tabel 3.1b de resultaten van de evaluatie uit 2001 vermeld. 27

Tabel 3.1b Medezeggenschap gepensioneerden bij ondernemingspensioenfondsen, evaluatie 2001 (N=203) (N=509.581) (N=302.174) met alleen raad 17% 31% 21% met alleen bestuursvertegenwoordiging 27% 28% 37% met zowel raad als bestuursvertegenwoordiging 13% 21% 26% met het plan om een raad of bestuursvertegenwoordiging te organiseren 17% 9% 8% zonder vertegenwoordiging van gepensioneerden 26% 11% 8% Bij de tussenevaluatie heeft 74% van de ondernemingspensioenfondsen enige vorm van medezeggenschap voor gepensioneerden. In de evaluatie van 2001 was dit bij 57% van de fondsen het geval. Veel fondsen die in de eerste evaluatie aangaven dat zij van plan waren om de medezeggenschap van gepensioneerden op korte termijn te realiseren, hebben dit daadwerkelijk gedaan. De medezeggenschap lijkt vooral bij de kleinere fondsen moeilijk van de grond te komen. Het percentage fondsen dat geen vertegenwoordiging heeft en dit ook niet op korte termijn gaat instellen, is in de tussenevaluatie iets kleiner dan in de eerste evaluatie, maar het aandeel actieve en gepensioneerde dat is aangesloten bij een fonds zonder medezeggenschap is aanzienlijk kleiner geworden. De genoemde aantallen in tabel 3.1a geven het aantal fondsen dat in deze tussenevaluatie enige vorm van medezeggenschap voor gepensioneerden heeft gerealiseerd. Of deze medezeggenschap voldoende is, kan niet uit deze aantallen worden afgeleid. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de vraag wanneer een ondernemingspensioenfonds voldoende medezeggenschap heeft (voldoet aan het convenant) en in welke mate de ondernemingspensioenfondsen volgens deze tussenevaluatie voldoen aan het convenant. 3.2 Voldoet de medezeggenschap aan het convenant? Om te bepalen wanneer de medezeggenschap van gepensioneerden voldoet aan het convenant, hebben de STAR en het CSO een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan minimaal 65% van de ondernemingspensioenfondsen moet voldoen. De ondernemingspensioenfondsen moeten een wettelijke raad óf directe vertegenwoordiging van de geleding van de gepensioneerden in het bestuur hebben welke aan de onderstaande voorwaarden moet voldoen: Wanneer er sprake is van een raad: Het moet een raad zijn in de zin van de wet: - de bevoegdheden moeten gelijk of ruimer dan de wet zijn. - de verdeling van de zetels moet evenredig zijn aan de verhouding actieve en gepensioneerde. 28

De raad moet geïnstalleerd zijn: - de leden moeten gekozen zijn. - de voorzitter en secretaris moeten benoemd zijn. - de raad moet tenminste 1 keer bij elkaar zijn geweest. Minimaal één van de in het convenant omschreven faciliteiten moet zijn toegekend aan de leden van de raad: - er is scholing en/of secretariële ondersteuning en/of de mogelijkheid tot deelname aan vergaderingen en/of een onkostenvergoeding. óf Wanneer er sprak is van bestuursdeelname: Er moet sprake zijn van directe bestuursvertegenwoordiging van gepensioneerden, waarbij het bestuurslidmaatschap volwaardig is met alle wettelijke bevoegdheden: - de zetels moeten gelijk gesteld zijn aan werknemerszetels. De vertegenwoordigers van gepensioneerden in het bestuur zijn voorgedragen door gepensioneerden of door een vereniging van gepensioneerden. Een ondernemingspensioenfonds die wel een raad heeft opgericht maar waarin bijvoorbeeld de zetelverdeling niet evenredig is met de aantallen actieve en gepensioneerde, telt als een fonds dat niet voldoet aan de voorwaarden van het convenant. In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van mate waarin de ondernemingspensioenfondsen in deze evaluatie voldoen aan de toetsvraag. Tabel 3.2 Medezeggenschap van gepensioneerden bij ondernemingspensioenfondsen, die voldoet aan het convenant (N=250) (N=615.490) (N=413.243) met een raad die voldoet aan het convenant 16% 23% 22% met bestuursvertegenwoordiging die voldoet aan het convenant 20% 34% 42% met zowel een raad als bestuursvertegenwoordiging die voldoen aan het convenant 4% 14% 13% die geen vertegenwoordiging van gepensioneerden hebben die voldoet aan het convenant 60% 29% 23% Uit deze tabel blijkt dat 40% van de ondernemingspensioenfondsen in dit onderzoek voldoen aan de voorwaarden van het convenant. Bij deze 40% van de fondsen is 71% van de actieve en 77% van de gepensioneerde aangesloten. Het zijn dus vooral de kleinere fondsen waarbij de vertegenwoordiging van de gepensioneerden niet volgens het convenant is geregeld. Een belangrijke oorzaak van het lagere percentage fondsen dat voldoet aan de voorwaarden van het convenant, is de eis die gesteld wordt aan de voordracht van gepensioneerde bestuursvertegenwoordigers, namelijk dat deze door gepensioneerden of een vereniging van gepensioneerden 29

zijn voorgedragen. Bij veel ondernemingspensioenfondsen is dit niet het geval. Wanneer deze eis niet meegenomen wordt als voorwaarde, komt het aantal fondsen dat vertegenwoordiging volgens de voorwaarden van het convenant heeft op 60% en het percentage actieve en gepensioneerde op 81% resp. 85%. Uit de analyse blijkt dat bij de fondsen die niet zijn aangesloten bij de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) de medezeggenschap van gepensioneerden vaker niet voldoet aan het convenant (81%) dan bij de fondsen die wel bij de OPF zijn aangesloten, waarbij 52% niet aan het convenant voldoet. Bij de ondernemingspensioenfondsen hebben 29 fondsen (van de 109 fondsen die geen vragenlijst hebben teruggestuurd) meegedaan aan de telefonische enquête. Van deze 29 fondsen hebben 5 fondsen (17%) een raad of bestuursdeelname welke voldoet aan het convenant. Het percentage fondsen dat voldoet aan de voorwaarden van het convenant, waarbij ook de resultaten van telefonische enquête zijn meegenomen komt daarmee op 38% (105 van de 279 fondsen voldoen aan de voorwaarden). In tabel 3.3a is te zien hoe de voorwaarden voor de raad van invloed zijn op het al dan niet voldoen aan het convenant. In tabel 3.3b is aangegeven hoeveel actieve en gepensioneerde dit betreft. Tabel 3.3a Aantal ondernemingspensioenfondsen dat wel en niet voldoet aan de voorwaarden van het convenant voor de raad Aantal fondsen=250 Voldoet Voldoet niet Heeft raad 75 175 én bevoegdheden gelijk of ruimer dan de wet 73 +2 én aanwezigheid van één van de genoemde faciliteiten 73 +0 én evenredige zetelverdeling (voor gepensioneerden) 55 +18 én geïnstalleerde raad 50 +5 met raad die voldoet aan het convenant 50 (20%) 200 (80%) Tabel 3.3b Ondernemingspensioenfondsen die voldoen aan de voorwaarden van het convenant voor de raad, naar percentage (N=250) (N=615.490) (N=413.243) Heeft raad 75 (30%) 49% 48% én bevoegdheden gelijk of ruimer dan de wet 73 (29%) 49% 47% én aanwezigheid van één van de genoemde faciliteiten 73 (29%) 49% 47% én evenredige zetelverdeling (voor gepensioneerden) 55 (22%) 43% 40% én geïnstalleerde raad 50 (20%) 37% 35% met raad die voldoet aan het Convenant 50 (20%) 37% 35% Uit deze tabellen blijkt dat vooral een niet evenredige zetelverdeling en het niet geïnstalleerd zijn van de raad de oorzaak zijn dat de raden niet altijd voldoen aan de voorwaarden van het convenant. 30

In tabel 3.4a is te zien hoe de voorwaarden voor bestuursdeelname van de geleding van de gepensioneerden van invloed zijn op het al dan niet voldoen aan het convenant. In tabel 3.4b is aangegeven hoeveel actieve en gepensioneerde dit betreft. Tabel 3.4a Aantal ondernemingspensioenfondsen dat wel en niet voldoet aan de voorwaarden van het convenant voor de bestuursdeelname van de geleding van gepensioneerden 1 Aantal fondsen=250 Voldoet Voldoet niet Heeft bestuursdeelname 122 128 én de zetels zijn gelijkgesteld aan werknemerszetels 2 100 +22 én kandidaten zijn voorgedragen door (een vereniging van) gepensioneerden 3 51 +49 met bestuursdeelname van de geleding van gepensioneerden die voldoet aan het convenant 51 (20%) 199 (80%) Tabel 3.4b Ondernemingspensioenfondsen die voldoen aan de voorwaarden van het convenant voor bestuursdeelname van de geleding van de gepensioneerden, naar percentage (N=250) (N=615.490) (N=413.243) Heeft bestuursdeelname 122 (49%) 53% 59% En de zetels zijn gelijkgesteld aan werknemerszetels 100 (40%) 44% 50% én kandidaten zijn voorgedragen door (een vereniging van) gepensioneerden 51 (20%) 34% 42% met bestuursdeelname van de geleding van gepensioneerden die voldoet aan het convenant 51 (20%) 34% 42% Bij de ondernemingspensioenfondsen met bestuursdeelname van de geleding van gepensioneerden, is deze ook niet altijd volgens de voorwaarden van het convenant. Dit wordt zowel veroorzaakt doordat de zetels niet gelijkgesteld zijn aan werknemerszetels en doordat de kandidaten vaak niet zijn voorgedragen door (een vereniging) van gepensioneerden. Uit bovenstaande gegevens en de resultaten van de non-respons analyse, kan geconcludeerd worden dat voor de ondernemingspensioenfondsen niet voldaan is aan de voorwaarde dat minimaal 65% van de ondernemingspensioenfondsen medezeggenschap van gepensioneerden heeft die voldoet aan het convenant. In de volgende paragraaf geven we een overzicht van de stand van zaken van de medezeggenschap van gepensioneerden in ondernemingspensioenfondsen. 1 die zowel een raad als bestuursdeelname hebben die voldoen aan de toetsvraag, zijn meegenomen bij de fondsen met een raad. In deze tabel staan dus de fondsen vermeld die bestuursdeelname hebben en eventueel een raad maar waarvan de raad niet voldoet aan de toetsvraag. 2 Bij 8% van de fondsen met bestuursdeelname van de geleding van de gepensioneerden is deze vraag niet beantwoord, voor de berekening van het wel of niet voldoen aan de voorwaarden is ervan uitgegaan dan een fonds alleen voldoet als de vraag bevestigend is beantwoord. 3 Bij 6% van de fondsen met bestuursdeelname van de geleding van de gepensioneerden is deze vraag niet beantwoord. Ook bij deze voorwaarde zijn we ervan uitgegaan dat een fonds alleen voldoet aan het convenant als de vraag bevestigend is beantwoord. 31

3.3 Stand van zaken medezeggenschap gepensioneerden In deze paragraaf gaan we nader in op de medezeggenschap van gepensioneerden bij ondernemingspensioenfondsen. Eerst volgen enkele algemene gegevens over de ondernemingspensioenfondsen, vervolgens bespreken we in paragraaf 3.3.1 de kenmerken van de raden en in paragraaf 3.3.2 de kenmerken van de bestuursvertegenwoordiging van de geleding van de gepensioneerden in de onderzochte ondernemingspensioenfondsen. Volgens het convenant dient de keuze voor een raad of een directe bestuursvertegenwoordiging te worden voorgelegd aan de gepensioneerde. In tabel 3.5 staat vermeld hoeveel van de 184 ondernemingspensioenfondsen die een raad en/of bestuursvertegenwoordiging hebben, deze keuze hebben voorgelegd aan de gepensioneerde. In tabel 3.6 is aangegeven hoeveel pensioenfondsen die de keuze aan de gepensioneerde hebben voorgelegd, gehoor hebben gegeven aan deze keuze. Tabel 3.5 Aantal ondernemingspensioenfondsen dat de keuze voor de vorm van medezeggenschap voorgelegd heeft aan de gepensioneerde (N=184) (N=569.306) (N=393.170) Keuze voorgelegd aan gepensioneerde 41% 50% 37% Keuze niet voorgelegd aan gepensioneerde 59% 50% 63% Tabel 3.6 Aantal ondernemingspensioenfondsen dat gehoor heeft gegeven aan de keuze van de gepensioneerde (N=284.069) (N=146.545) Gehoor gegeven aan keuze 84% 94% 88% Geen gehoor gegeven aan keuze 5% 4% 4% Niet ingevuld 11% 2% 8% Minder dan de helft van de fondsen (41%) heeft de keuze tussen een raad of bestuursvertegenwoordiging voorgelegd aan de gepensioneerde. Bijna alle fondsen die de keuze hebben voorgelegd aan de gepensioneerde hebben ook gehoor gegeven aan de keuze van de gepensioneerde. 3.3.1 Kenmerken raad Het convenant roept de ondernemingspensioenfondsen op om, voor een adequate medezeggenschap van gepensioneerden, een (wettelijke) raad in te stellen of directe vertegenwoordiging van de geleding van de gepensioneerden in het bestuur te realiseren. In deze paragraaf gaan we nader in op de stand van zaken met betrekking tot de raden. 32

In tabel 3.7 staat vermeld hoeveel ondernemingspensioenfondsen een raad hebben. Tabel 3.7 Ondernemingspensioenfondsen die een raad hebben (N=250) (N=615.490) (N=413.243) Wel raad 30% 49% 48% Geen raad 70% 51% 52% Van de ondernemingspensioenfondsen heeft 30% een raad. In deze fondsen zijn rond de 50% van de actieve en de gepensioneerde vertegenwoordigd. Slechts 1 van de 75 fondsen geeft aan dat de raad niet in de statuten is opgenomen. Bij alle 75 fondsen hebben zowel werknemers als gepensioneerden zitting in de raad. Om te voldoen aan het convenant dient de raad geïnstalleerd te zijn. Dat wil zeggen dat de leden van de raad al gekozen moeten zijn, dat de voorzitter en de secretaris benoemd moeten zijn en dat de raad tenminste 1 keer bij elkaar is geweest. In onderstaande tabel is te zien bij hoeveel fondsen de raad daadwerkelijk geïnstalleerd is. Tabel 3.8 Aantal ondernemingspensioenfondsen waarvan de raad is geïnstalleerd (N=303.389) (N=198.123) Deelnemersraad is geïnstalleerd 91% 87% 90% Deelnemersraad is niet geïnstalleerd 9% 13% 10% Meestal (7%) is de raad nog niet geïnstalleerd omdat de secretaris en/of de voorzitter nog niet benoemd zijn. Bij 1% is de raad niet geïnstalleerd omdat de nog niet bij elkaar zijn geweest en bij 1% omdat de leden van de raad nog niet gekozen zijn. Bij een raad die aan de voorwaarderen van het convenant voldoet dienen de bevoegdheden van de raden minimaal gelijk te zijn aan de wet. Bij 97% fondsen met een raad is dit het geval, zoals te zien is in tabel 3.9. Tabel 3.9 Bevoegdheden van de raad (N=303.389) (N=198.123) Gelijk aan de wet (art. 6b-d PSW) 75% 50% 58% Ruimer dan de wet (art. 6e PSW) 23% 50% 41% Minder dan de wettelijke bevoegdheden 3% 0% 1% 33

De zetelverdeling tussen de vertegenwoordigers van gepensioneerden en die van de werknemers in de raad dient, om te voldoen aan het convenant, evenredig te zijn aan de getalsverhouding tussen gepensioneerden en actieve verzekerden. In tabel 3.10 staat aangegeven bij hoeveel fondsen de zetelverdeling evenredig is. Tabel 3.10 Zetelverdeling van de leden van de raad (N=303.389) (N=198.123) Evenredige zetelverdeling 75% 87% 83% Geen evenredige zetelverdeling 25% 13% 17% In de tabel is te zien dat driekwart van de fondsen met een raad een evenredige zetelverdeling binnen deze raad heeft. Een kwart van de ondernemingspensioenfondsen met een raad voldoet derhalve niet aan de voorwaarde dat de zetelverdeling evenredig moet zijn. In het convenant wordt de fondsen aanbevolen om de leden van de raad bepaalde faciliteiten te bieden. Het gaat daarbij om scholing, secretariële ondersteuning, het in staat stellen van de om vergaderingen bij te wonen en/of onkostenvergoedingen. In tabel 3.11 staat een overzicht van de aanwezigheid van deze faciliteiten bij de onderzochte ondernemingspensioenfondsen. (N=303.389) Tabel 3.11 Aanwezigheid van faciliteiten bij de ondernemingspensioenfondsen met een raad (N=198.123) Scholing 88% 98% 98% Secretariële ondersteuning 79% 90% 79% Toestemming voor actieve om aan vergaderingen deel te nemen 95% 99% 99% Onkostenvergoedingen 91% 99% 99% Alle 75 fondsen met een raad hebben minimaal één van deze faciliteiten toegekend aan de leden van de raad. 34

In tabel 3.12 geven we aan of de vertegenwoordiging van gepensioneerden in de raad tot stand is gekomen middels enkelvoudige kandidaatstelling of verkiezingen. (N=303.389) Tabel 3.12 Totstandkoming van de vertegenwoordiging van gepensioneerden in de raad (N=198.123) Enkelvoudige kandidaatstelling 29% 27% 39% Verkiezingen 68% 70% 59% Niet ingevuld 3% 2% 2% De meeste fondsen (68%) hebben verkiezingen gehouden. Bij de fondsen die gebruik hebben gemaakt van enkelvoudige kandidaatstelling (29%) zijn relatief veel gepensioneerde (39%) aangesloten. De vertegenwoordigers in de raad kunnen door verschillende partijen worden voorgedragen. In onderstaande tabel staat beschreven door wie de vertegenwoordigers in de raad zijn voorgedragen. Tabel 3.13 Voordracht van de vertegenwoordigers in de raad door: Aantal fondsen een vereniging van gepensioneerden 25 CSO of bij CSO aangesloten organisatie 2 gepensioneerden van het eigen pensioenfonds 35 één of meer vakorganisaties 4 het bestuur 13 de ondernemingsraad 5 de raad 5 ze hebben zichzelf kandidaat gesteld 13 er zijn geen kandidaten voorgedragen 6 In totaal zijn er 53 (71%) fondsen waarbij de kandidaten zijn voorgedragen door een vereniging van gepensioneerden, het CSO of een bij het CSO aangesloten organisatie, een vakorganisatie of door gepensioneerden van het eigen pensioenfonds. 35

In onderstaande tabel staat aangegeven over welke onderwerpen aan de raden van de onderzochte ondernemingspensioenfondsen in de afgelopen anderhalf jaar advies is gevraagd. Tabel 3.14 Onderwerpen waarover advies is gevraagd aan de raad (in de periode 1-1-2004 tot 1-7-2005) Aantal fondsen Jaarverslag 69 Indexering 50 ALM-studie 16 Maatregelen van algemene strekking 28 Wijziging van de statuten en/of reglementen van het fonds 63 Overdracht van de verplichtingen van het fonds 7 Verlenen van toeslagen, die geen verband houden met een wijziging van statuten en/of reglementen van het fonds 5 Liquidatie van het fonds 2 Andere genoemde onderwerpen waarover meerdere raden om advies is gevraagd zijn: Aanpassing VPL. Fusies. Financieringsovereenkomst. ABTN. Beleggingsbeleid. Communicatiebeleid. 3.3.2 Kenmerken bestuursvertegenwoordiging Het convenant roept de ondernemingspensioenfondsen op om, voor een adequate medezeggenschap van gepensioneerden, een (wettelijke) raad in te stellen óf directe vertegenwoordiging van de geleding van de gepensioneerden in het bestuur te realiseren. In deze paragraaf gaan we nader in op de stand van zaken met betrekking tot de bestuursvertegenwoordiging. In tabel 3.15 staat vermeld hoeveel ondernemingspensioenfondsen directe bestuursvertegenwoordiging hebben. Tabel 3.15 Ondernemingspensioenfondsen met bestuursdeelname door vertegenwoordigers van gepensioneerden (N=250) (N=615.490) (N=413.243) Wel bestuursdeelname 58% 73% 78% Geen bestuursdeelname 42% 27% 22% Er zijn 144 ondernemingspensioenfondsen (58%) met bestuursdeelname door vertegenwoordigers van gepensioneerden. Bij deze fondsen is 73% van de actieve en 78% van de gepensioneerde aangesloten. 36

Bij bestuursvertegenwoordiging die aan de voorwaarderen van het convenant voldoet, dienen de zetels voor de gepensioneerden gelijkgesteld te zijn aan werknemerszetels, met dezelfde bijbehorende wettelijke bevoegdheden (art 6 lid 3 PSW). In tabel 3.16 staat bij hoeveel ondernemingspensioenfondsen met bestuursvertegenwoordiging dit het geval is. Tabel 3.16 Wettelijke bevoegdheden van de zetels voor gepensioneerden (N=144) (N=448.583) (N=321.869) Zetels gelijkgesteld aan werknemerszetels 85% 87% 89% Zetels niet gelijkgesteld aan werknemerszetels 7% 4% 4% Niet ingevuld 8% 9% 7% Bij 85% van de ondernemingspensioenfondsen zijn de zetels gelijkgesteld aan werknemerszetels. Tabel 3.17 Stemrecht voor de vertegenwoordigers van gepensioneerden in het bestuur (N=144) (N=448.583) Als de zetels gelijkgesteld zijn aan werknemerszetels, betekent dit dat de gepensioneerden ook stemrecht hebben. Het komt echter ook voor dat de zetels niet gelijkgesteld zijn aan werknemerszetels maar dat de vertegenwoordigers van gepensioneerden in het bestuur wel stemrecht hebben. In tabel 3.17 is namelijk te zien dat bij een hoger percentage fondsen de vertegenwoordigers stemrecht hebben dan het percentage fondsen waarbij de zetels gelijkgesteld is aan werknemerszetels. (N=321.869) Wel stemrecht 92% 92% 93% Geen stemrecht 4% 1% 2% Niet ingevuld 4% 7% 5% Bij de vertegenwoordiging van gepensioneerden in het bestuur is een evenredige zetelverdeling (gebaseerd op de verhouding tussen gepensioneerde en actieve ) geen voorwaarde om aan het convenant te voldoen. In tabel 3.18 staat aangegeven in welke mate de zetelverdeling evenredig is, bij de onderzochte ondernemingspensioenfondsen met bestuursvertegenwoordiging. 37

(N=144) (N=448.583) Tabel 3.18 Zetelverdeling gebaseerd op verhouding tussen gepensioneerde en actieve verzekerden (N=321.869) Wel evenredige zetelverdeling 26% 48% 33% Geen evenredige zetelverdeling 67% 43% 60% Niet ingevuld 6% 8% 7% De zetelverdeling is vaak niet gebaseerd op de verhouding tussen de actieve en gepensioneerde verzekerden. Slechts bij 26% van de fondsen is de zetelverdeling evenredig. Als de zetelverdeling evenredig is, gaat het meestal om fondsen waarbij relatief weinig gepensioneerde zijn aangesloten zodat relatief weinig zetels voor een evenredige verdeling zorgen. In tabel 3.19 geven we aan of de vertegenwoordiging van gepensioneerden in het bestuur tot stand is gekomen middels enkelvoudige kandidaatstelling of verkiezingen. Tabel 3.19 Totstandkoming van de vertegenwoordiging van gepensioneerden in het bestuur (N=144) (N=448.583) (N=321.869) Enkelvoudige kandidaatstelling 55% 61% 71% Verkiezingen 38% 32% 23% Niet ingevuld 7% 8% 6% De meeste fondsen (55%) hebben gebruik gemaakt van enkelvoudige kandidaatstelling. De vertegenwoordigers van gepensioneerden in het bestuur kunnen door verschillende partijen worden voorgedragen. Wil de bestuursvertegenwoordiging van gepensioneerden voldoen aan de voorwaarden van het convenant, dan dienen de vertegenwoordigers te zijn voorgedragen door een vereniging van gepensioneerden, het CSO of een bij het CSO aangesloten organisatie, een vakorganisatie of door gepensioneerden van het eigen pensioenfonds. In tabel 3.20 staat vermeld bij hoeveel fondsen dit het geval is. Tabel 3.20 Voordracht van de vertegenwoordigers van gepensioneerden in het bestuur door: Aantal fondsen (N=144) een vereniging van gepensioneerden 25 CSO of bij CSO aangesloten organisatie 1 gepensioneerden van het eigen pensioenfonds 41 één of meer vakorganisaties 9 het bestuur 51 de ondernemingsraad 18 de raad 13 ze hebben zichzelf kandidaat gesteld 4 er zijn geen kandidaten voorgedragen 4 38

In totaal zijn er 66 fondsen (46%) waarbij de kandidaten zijn voorgedragen door een vereniging van gepensioneerden, het CSO of een bij het CSO aangesloten organisatie, een vakorganisatie of door gepensioneerden van het eigen pensioenfonds. 3.4 Conclusie Op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd heeft 74% van de ondernemingspensioenfondsen enige vorm van medezeggenschap voor gepensioneerden. Bij deze fondsen zijn In de evaluatie van 2001 was dit bij 57% van de fondsen het geval. Echter, niet al deze fondsen voldoen aan de voorwaarden van het convenant. Van de ondernemingspensioenfondsen voldoet 40% aan de voorwaarden van het convenant. Bij deze fondsen is 71% van de actieve en 77% van de gepensioneerde aangesloten. Het zijn dus vooral de kleinere fondsen waarbij de vertegenwoordiging van de gepensioneerden niet volgens het convenant is geregeld. De belangrijkste oorzaken voor het niet voldoen aan de gestelde voorwaarden zijn: Bij een groot aantal van de fondsen met bestuursvertegenwoordiging door gepensioneerden, zijn deze niet voorgedragen door een vereniging van gepensioneerden of gepensioneerden van het fonds. Bij een aantal ondernemingspensioenfondsen met een raad is de verdeling van de zetels niet evenredig aan de verhouding tussen de actieve en gepensioneerde. Een aantal fondsen heeft een raad die nog niet geïnstalleerd is. Uit deze tussenevaluatie kan geconcludeerd worden dat, ondanks een sterke toename van het aantal ondernemingspensioenfondsen met een raad en/of bestuursdeelname, op dit moment niet voldaan is aan de voorwaarde dat minimaal 65% van de ondernemingspensioenfondsen medezeggenschap van gepensioneerden heeft die voldoet aan het convenant. 39