Deel 2: HDO 1 ORGANOGRAM 2 STATISTISCHE GEGEVENS. Jaarverslag

Vergelijkbare documenten
Deel 3: JEZ11 1 ORGANOGRAM VAN JEZ11 2 STATISTISCHE GEGEVENS JEZ11. Jaarverslag

Deel 2: HDO 1 ORGANOGRAM 2 STATISTISCHE GEGEVENS. Jaarverslag

DEEL 3: JEZ11 1 ORGANOGRAM VAN JEZ11 2 STATISTISCHE GEGEVENS JEZ11. Jaarverslag

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Vereniging Ons Tehuis voor Zuid-West-Vlaanderen: jaarverslag Deel 3: JEZ11. Residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Jaarverslag Vereniging Ons Tehuis

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) De Hummeltjes

Berg INteressante Cijfers

WONOzo! in cijfers

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

Deel 5: Opvoedingsondersteuning

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Analyse van de informatie in de dossiers van de jeugdrechtbank met focus op minderjarigen met psychiatrische stoornissen.

Deel 5: Opvoedingsondersteuning

Contextbegeleiding kortdurend intensief. Onthaalbrochure - 12 jarigen. Dit boekje is van:

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor ouders

Handleiding modulering Jongerenwelzijn

VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor jongeren. Deze brochure is van:

Contextbegeleiding breedsporig. Onthaalbrochure voor ouders

We zien toch nog redelijk wat registratiefouten, voornamelijk bij de datumvelden. Waar mogelijk werden deze gecorrigeerd (duidelijke typfouten).

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

enter MultiFunctioneel Centrum Meetjesland Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. Een initiatief van VZW Blij Leven tel...

Infobrochure Samenwerkingspartners DE WANT

Info avond. Pleegzorg Oost-Vlaanderen Kortrijksepoortstraat 252 B 9000 Gent 0471/

Algemene situering. rapportperiode. opgestart. afgesloten. lopende. (komt bij opgestart én afgesloten)

Dagcentrum 't Spant. Dagcentrum voor gezins- en jongerenbegeleiding binnen de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp 'T SPANT

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Vergelijkende studie BZW-CBAW. Korte termijnopdracht

Contextbegeleiding kortdurend intensief. Onthaalbrochure voor ouders

Gasten verrassen! Themafiche: Pleeggasten in 2017!

JAARVERSLAG t Pasrel vzw Maatschappelijke zetel: Bergensesteenweg 570A 1070 ANDERLECHT - Ondernemingsnummer

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Jongerenzorg. Jaarverslag Ambulante en mobiele begeleiding Schoolaanvullende dagopvang Verblijf Kortdurende ondersteuning

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

Voorstel maatregelen jeugdrechtbank EMK (n.a.v. bespreking met jeugdrechters op 16 en 19 april 2013)

Anker kracht. Verankering in de maatschappij door intensieve multi-disciplinaire begeleiding

Een kind als geen ander!

Begeleiden als bepalende kerntaak

De moeizame zoektocht naar hulpverlening op maat in de Bijzondere Jeugdbijstand:

Contextbegeleiding laagintensief

Algemene situering. rapportperiode. opgestart. afgesloten. lopende. (komt bij opgestart én afgesloten)

CIJFERGEGEVENS THUISBEGELEIDING. I.1. Van aanmelding tot verwijzing

Contextbegeleiding laagintensief. Onthaalbrochure voor jongeren

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Jaarverslag De Spiegel 2014

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

HET LEVEN ZOALS HET IS EEN VRIJDAGOCHTEND MET EEN CRISISVRAAG

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

Bijzondere Jeugdbijstand Op verwijzing van CBJ en JRB. Kind en Gezin Gezinsondersteunende pleegzorg

I.1. Van aanmelding tot verwijzing

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

PERS MAP. Jongerenwelzijn

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

JEZ11 in beeld. Hoe schrijf je een boek over een werking binnen BJZ? En wat doet dit met de werking?

Modules in vzw Beaufort

Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden

CKG JAARCIJFERS Een blik op het aanbod

Over onze leerlingen 2017

Contextbegeleiding i.f.v. positieve heroriëntering

In deze brochure beschrijven we wat video-hometraining inhoudt en welke gezinnen hiervoor in aanmerking komen.

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Leemwinning. toelichting. Info-avond oktober Jeugdzorg Emmaüs 1

Dagcentrum de Teuten

juni 2018 Agentschap Jongerenwelzijn SAM vzw

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

26/06/2017. Subtitel. Crisisteam De Schelp

Aalst CKG. Lierde. Zottegem BEGELEIDING AAN HUIS OUDERTRAINING IN GROEP AMBULANTE OPVANG RESIDENTIËLE OPVANG

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig

Jeugdhulpregie. Nieuwe hulpvragen

Contextbegeleiding i.f.v. positieve heroriëntering

VZW De Overstap Den Overstap Samberstraat Antwerpen

Veurne Diksmuide Ieper Poperinge

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

De Sociale plattegrond

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Naamsesteenweg Heverlee (in te vullen door sociaal assistent)

Pleegzorg West-Vlaanderen vzw

Opgenomen kunnen worden: (jonge)vrouwen vanaf 18 jaar, alleenstaand of met kinderen.

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

Huis Sofia 22 november 2011

Jaarverslag De Cocon 2017

AANBEVELINGEN. pagina 1 van 6

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

Gezinsplaatsing Sociaal Centrum Opvang Kinderdienst De Mutsaard

Verslag van het intakegesprek familie JayJay

Transcriptie:

Deel : HDO ORGANOGRAM STATISTISCHE GEGEVENS Jaarverslag 9

ORGANOGRAM Directeur Adjunct-directeur Zorgcoördinatoren Moduleverantwoordelijke "Verblijf & Autonoom Wonen" Moduleverantwoordelijke "Dag- en Contextbegeleiding" Hoofdbegeleider Leefgroep Het Vijverhuis Hoofdbegeleider Leefgroep De Sneppe Hoofdbegeleider Leefgroep Hagekant Hoofdbegeleider KTC en CBAW Hoofdbegeleider Dag- & Contextbegeleiding Antenne Wervik Hoofdbegeleider Contextbegeleiding Begeleiders Begeleiders Begeleiders (Woon)begeleiders (Context)begeleiders Contextbegeleiders Huishoudelijk Logistiek Medewerker Huishoudelijk Logistiek Medewerker Huishoudelijk Logistiek Medewerker Huishoudelijk Logistiek Medewerker Huishoudelijk Logistiek Medewerker Huishoudelijk Logistiek Medewerker Jaarverslag

Aantal STATISTISCHE GEGEVENS. Cliënt.. Leeftijd bij opname Figuur 7: Leeftijd bij opname Verblijf (N = ) 6 5 5 Aantal interne opnames Aantal externe opnames - - 5 6-8 9 - Leeftijd - 5-7 8 - We maken een onderscheid tussen interne en externe opnames. Interne opnames betreffen schakelingen d.w.z. dat jongeren al in begeleiding waren van de VOT, maar in een andere module dan in de module verblijf. Externe opnames betreffen opnames waar er voorheen geen hulp werd geboden door de VOT. In waren er 7 interne opnames en 6 externe opnames. In waren er slechts 8 opnames in de verticaal gemengde leefgroepen en het kamertrainingscentrum. Het aanvoelen is er dat de omvorming naar een multifunctionele organisatie, een sterkere inzet op de contextbegeleiding en de herprofilering van de leefgroepen een positief effect hebben op de mobiliteit van kinderen en jongeren in de leefgroepen. Jaarverslag

Aantal Aantal Figuur 8: Leeftijd bij opname Contextbegeleiding (N = 6) 9 8 8 7 6 5 5 Aantal interne opnames Aantal externe opnames - - 5 6-8 9 - - 5-7 8 - Leeftijd Volledigheidshalve geven we de tabel leeftijd bij opname bij contextbegeleiding mee. Dit geeft niettemin een vertekend beeld gezien de aanmelding binnen de contextbegeleiding slechts op naam van het kind in het gezin mag staan. Vaak wordt het dossier geplaatst op het jongste kind. Er waren 5 interne opnames of schakelingen en externe opnames. De 6 plaatsen die we ter beschikking hebben voor IKT (intensief kortdurende thuisbegeleiding), waarbij er maximaal voor 6 maanden begeleiding wordt aangeboden, zorgt er mede voor dat de mobiliteit binnen contextbegeleiding groot is. De interne opnames zijn een rechtstreeks gevolg van de hogere inzet van de contextbegeleiding binnen de module verblijf en het deblokkeren van dossiers in verblijf. Figuur 9: Leeftijd bij opname Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen CBAW (N = 5) Aantal interne opnames Aantal externe opnames - - 5 6-8 9 - Leeftijd - 5-7 8 - Voor // kon er enkel ingestapt worden in het (vroegere) begeleid zelfstandig wonen nadat men in het kamertrainingscentrum werd begeleid. Vanaf // kan er rechtstreeks ingestapt worden in de module CBAW. Jaarverslag

Aantal Figuur : Leeftijd bij opname Dagbegeleiding (N = 5) Aantal interne opnames Aantal externe opnames - - 5 6-8 9 - - 5-78 - Leeftijd Met de reorganisatie is het aantal plaatsen dagbegeleiding gedaald van naar 7. In waren er interne en externe opnames. Dagbegeleiding wordt nu zowel in Wervik als in Ieper aangeboden. Zo kan vlotter op bestaande noden ingespeeld worden.... Evolutie verhouding leeftijd bij opname Figuur : Evolutie verhouding leeftijd bij opname Verblijf (N = ) Leeftijd 5 6 7 8 9 t.e.m. t.e.m. 5 6 t.e.m. 8 9 t.e.m. 5 t.e.m. 5 5 5 t.e.m. 7 6 6 8 5 5 7 8 t.e.m. De verdeling +-jarigen () en jarigen () is evenwichtig te noemen. We blijven heel wat jonge kinderen opnemen. Op vraag van de verwijzende instanties werd met de hervorming dan ook een leefgroep ingericht voor jonge kinderen. Het is frappant dat die leefgroep continu boven de voorziene plaatsen draait. Figuur : Evolutie verhouding leeftijd bij opname Contextbegeleiding (N = 6) Leeftijd t.e.m. 6 6 5 t.e.m. 5 7 5 6 6 t.e.m. 8 8 9 t.e.m. 9 9 7 t.e.m. 6 8 5 t.e.m. 7 5 9 8 t.e.m. 6 6 Indicatief geven we de evolutie mee. We verbinden er geen conclusies aan gezien binnen de contextbegeleiding vaak het dossier op naam van het jongste kind wordt geplaatst. Jaarverslag

Figuur : Evolutie verhouding leeftijd bij opname CBAW (N = 5) Leeftijd 5 6 7 8 9 5 t.e.m. 7 6 6 7 8 t.e.m. Figuur : Evolutie verhouding leeftijd bij opname Dagbegeleiding (N = 5) Leeftijd 5 6 7 8 9 t.e.m. 5 6 t.e.m. 8 9 t.e.m. t.e.m. 5 t.e.m. 7 8 t.e.m. De erkenning van het dagcentrum (tot //) was voor jongeren met leeftijd vanaf 6 tot 8.... Moedertaal bij opname/start begeleiding Figuur 5: Moedertaal bij opname/start begeleiding Verblijf (N = ) 6 5 8 8 6 Nederlands Moedertaal Frans Opvallend vast te stellen dat er 8 Franstalige dossiers opgestart werden. Het is echter het eerste dat we dit cijfer registreren. Een tweetal zorgcoördinatoren en een aantal contextbegeleiders hebben zich ondertussen gespecialiseerd in Franstalige begeleidingen. Jaarverslag

Aantal Figuur 6: Moedertaal bij opname/start begeleiding Contextbegeleiding (N = 6) 5 5 5 Nederlands Moedertaal Frans Figuur 7: Moedertaal bij opname/start begeleiding CBAW (N = 5) Nederlands Frans Swahili Afgaans Moedertaal Beide jongeren die niet het Nederlands als moedertaal hebben, zijn in aanraking gekomen met de bijzondere jeugdbijstand vanuit het statuut van niet-begeleide minderjarige asielzoeker. Jaarverslag 5

Aantal Aantal Figuur 8: Moedertaal bij opname/start begeleiding Dagbegeleiding (N = 5) 5 Nederlands Moedertaal Frans Dagbegeleiding antenne Wervik heeft met zijn locatie tegen de Franse grens wel vaker Franstalige begeleidingen. Een aantal begeleiders van het dagcentrum volgden in het verleden al cursussen hulpverlening in het Frans.... Verblijfplaats voor opname Figuur 9: Verblijfplaats voor opname Verblijf (N = ) 5 6 5 Natuurlijke ouder Familie 6 Residentieel Residentieel bijzondere buiten jeugdzorg jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Ziekenhuis Verblijfplaats voor opname Pleeggezin Andere mb. De buren In was er geen enkel kind of jongere dat rechtstreeks vanuit de thuissituatie werd geplaatst in de module verblijf. Opvallend is dat er in 6 kinderen en jongeren vanuit de thuissituatie instroomden. De verklaring is te vinden in de herprofilering van de leefgroepen. De leefgroep perspectief zoekend maakt het mogelijk dat kinderen en jongeren tijdelijk uit huis worden geplaatst tot de draagkracht van het gezin voldoende hersteld is. Via intensieve contextbegeleiding en geregelde thuiscontacten wordt getracht de verblijfsduur in de module verblijf zo kort mogelijk te houden. Jaarverslag 6

Aantal Aantal Figuur : Verblijfplaats voor opname Contextbegeleiding (N = 6) 5 5 5 Natuurlijke ouder Familie Residentieel bijzondere jeugdzorg Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Ziekenhuis Pleeggezin Verblijfplaats voor opname Contextbegeleiding is de lichtste vorm van hulpverlening binnen de bijzondere jeugdbijstand. Vaak is het de eerste vorm van hulpverlening waar jongeren binnen een problematische leefsituatie mee in contact komen. Via het schakelen vanuit verblijf is er een instroom van een tweetal jongeren vanuit de residentiële bijzondere jeugdzorg. Figuur : Verblijfplaats voor opname CBAW (N = 5) Natuurlijke ouder Familie Residentieel bijzondere jeugdzorg Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Verblijfplaats voor opname Ziekenhuis Pleeggezin Andere mb: Asielcentrum Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen is nog vaak een logisch vervolg op kamertraining. Sinds echter begeleiden we in deze hulpverleningsvorm ook externe jongeren, d.w.z. jongeren die voorheen nog geen begeleiding kregen vanuit de VOT. In kwam jongere rechtstreeks vanuit het gezin en vanuit een asielcentrum ingestroomd. Jaarverslag 7

Hulpverleningsgeschiedenis Aantal Figuur : Verblijfplaats voor opname Dagbegeleiding (N = 5) 5 Natuurlijke ouder Familie Residentieel bijzondere jeugdzorg Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Verblijfplaats voor opname Ziekenhuis Pleeggezin... Hulpverleningsgeschiedenis van de jongere voor opname Meerdere opties konden per dossier aangekruist worden. Pleeggezin zit vervat onder residentieel bijzondere jeugdzorg Figuur : Hulpverleningsgeschiedenis van de jongere voor opname Verblijf (N = ) Psychiatrie Semi-residentieel niet bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel niet bijzondere jeugdzorg Residentieel bijzondere jeugdzorg 5 5 Semi-residentieel bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel bijzondere jeugdzorg (bv 5 5 5 Jaarverslag 8

Hulpverleningsgeschiedenis Hulpverleningsgeschiedenis Figuur : Hulpverleningsgeschiedenis van de jongere voor opname Contextbegeleiding (N = ) Psychiatrie Semi-residentieel niet bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel niet bijzondere jeugdzorg 8 Residentieel bijzondere jeugdzorg Semi-residentieel bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel bijzondere jeugdzorg (bv 6 6 8 Figuur 5: Hulpverleningsgeschiedenis van de jongere voor opname CBAW (N = ) residentieel niet bijzondere jeugdzorg (asielcentrum) Psychiatrie Semi-residentieel niet bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel niet bijzondere jeugdzorg Residentieel bijzondere jeugdzorg Semi-residentieel bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel bijzondere jeugdzorg (bv Hulpverleningsgeschiedenis Jaarverslag 9

Leeftijdsverdeling Hulpverleningsgeschiedenis Figuur 6: Hulpverleningsgeschiedenis van de jongere voor opname Dagbegeleiding (N = 6) Psychiatrie Semi-residentieel niet bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel niet bijzondere jeugdzorg Residentieel bijzondere jeugdzorg Semi-residentieel bijzondere jeugdzorg Ambulant/mobiel bijzondere jeugdzorg (bv...5 Leeftijdsverdeling op bepaalde datum (per /) Figuur 7: Leeftijdsverdeling op bepaalde datum (/) Verblijf (N = ) 8 t.e.m. 5 t.e.m. 7 t.e.m. 6 9 t.e.m. 8 6 t.e.m. 8 t.e.m. 5 6 6 t.e.m. 6 8 Aantal Op // was 5% (in %) van het aantal opgenomen jongeren jonger dan, % tussen de en 8 (in %) en 9% (6% in ) ouder dan 8. Jaarverslag 5

Leeftijdsverdeling Leeftijdsverdeling Figuur 8: Leeftijdsverdeling op bepaalde datum (/) Contextbegeleiding (N = 9) 8 t.e.m. 5 t.e.m. 7 6 t.e.m. 9 t.e.m. 9 6 t.e.m. 8 5 t.e.m. 5 t.e.m. 6 8 Aantal Binnen contextbegeleiding wordt vaak een dossier opgestart op naam van het jongste kind in het gezin. Het is echter niet steeds het jongste kind dat begeleiding krijgt. Vandaar dat in bovenstaande tabel de gegevens door dit feit vertekend kunnen zijn. Dit is mogelijk een verklaring dat ruim 7% van de aangemelde dossiers de leeftijd van het kind minder dan is. Figuur 9: Leeftijdsverdeling op bepaalde datum (/) CBAW (N = 5) 8 t.e.m. 5 t.e.m. 7 Aantal Jaarverslag 5

Leeftijdsverdeling Figuur : Leeftijdsverdeling op bepaalde datum (/) Dagbegeleiding (N = 7) 8 t.e.m. 5 t.e.m. 7 t.e.m. 9 t.e.m. 6 t.e.m. 8 Aantal Binnen de dagbegeleiding zien we een tendens die zich al enkele jaren doorzet. Er is een evenwichtige verdeling tussen de + jarigen en de jarigen. Alle leeftijdscategorieën zijn evenredig verdeeld. Dit zorgt voor een diversiteit in competenties die gesteld worden aan de begeleiders werkzaam in de dagbegeleiding....6 Evolutie verdeling naar geslacht op / Figuur : Evolutie verdeling naar geslacht (/) Verblijf (N = ) 5 6 7 8 9 Mannelijk 5% 6% 5% 7% % 5% 5% 7% 8% % 9% Vrouwelijk 9% 5% 9% 5% 56% 55% 55% 5% 5% 58% 5% Jaar na stellen we binnen verblijf vast dat we grosso modo een gelijke verdeling hebben tussen jongens en meisjes. Figuur : Evolutie verdeling naar geslacht (/) Contextbegeleiding (N = 9) mannelijk 6% 5% % 66% vrouwelijk 9% 8% 57% % Noot: er zijn geen gegevens beschikbaar van voor. Figuur : Evolutie verdeling naar geslacht (/) CBAW (N = 5) 5 6 7 8 9 Mannelijk 5% 7% 7% 5% 5% % % % Vrouwelijk 6% 7% 7% 75% 55% 56% 67% 6% We stellen na vast dat de vrouwelijke CBAW ers in de meerderheid zijn. Jaarverslag 5

Figuur : Evolutie verdeling naar geslacht (/) Dagbegeleiding (N = 7) 5 6 7 8 9 Mannelijk 8% 57% 5% % 5% 7% 7% 56% 56% 5% % Vrouwelijk 9% % 9% 6% 65% 7% 9% % % 75% 57% In dagbegeleiding fluctueert de verhouding jongens/meisjes sterk. In een gelijkmatiger verdeling dan het ervoor....7 Schoolgegevens van de jongeren per / Figuur 5: Schoolgegevens van de jongeren per / Verblijf (N = ) Gewoon kleuteronderwijs Buitengewoon kleuteronderwijs 5 8 8 Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs ASO TSO BSO BuSo OKAN Deeltijds onderwijs Twee jongeren lopen nog geen school, een derde zit in het hoger onderwijs. Opvallend vast te stellen dat er in het kleuteronderwijs alle kleuters het gewoon kleuteronderwijs volgen en dat in het secundair onderwijs het gros van de jongeren in het BSO(7%) en in het BUSO zit (6%). Op het einde van de secundaire schoolloopbaan zit nog % in het ASO en % in het TSO. Jaarverslag 5

Figuur 6: Schoolgegevens van de jongeren per / Contextbegeleiding (N = 5) Gewoon kleuteronderwijs Buitengewoon kleuteronderwijs 9 Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs TSO BSO Deeltijds onderwijs Vier jongeren lopen nog geen school. Ook hier moet de relativiteit van de weergegeven grafieken benadrukt worden. De gegevens slaan op het jongste kind in het gezin. Dit is niet per definitie het kind dat het meest intens begeleid wordt. Figuur 7: Schoolgegevens van de jongeren per / CBAW (N = ) TSO BSO Deeltijds onderwijs Op / begeleidden we 5 jongeren. volgen onderwijs, is werkend. De weergegeven tendens in verblijf wordt hier bevestigd. 5% van de jongeren volgt het BSO. Jaarverslag 5

Figuur 8: Schoolgegevens van de jongeren per / - Dagbegeleiding (N = 7) Binnen de dagbegeleiding zitten kinderen in het lager onderwijs en jongeren in het middelbaar onderwijs. % van hen zit in het buitengewone onderwijs. Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs ASO TSO BSO...8 Gezinsgrootte per / Onder aantal kinderen begrijpen we: de huidige broers, zussen, halfbroers, halfzussen en stiefzussen (niet de ex-stiefzussen). Figuur 9: Gezinsgrootte (/) Verblijf (N = ) Aantal begeleide Aantal gezinsleden gezinnen 9 5 6 7 8 9 Totaal: 85% van onze gezinnen heeft een gezinsgrootte van of meer kinderen. In een aantal gevallen komt het voor dat niet alle kinderen of jongeren van het gezin zijn opgenomen in de module verblijf: of ze verblijven nog thuis of ze zijn opgenomen in een andere instelling bijzondere jeugdzorg. Die jongeren werden wel opgenomen in de linker kolom ondanks het feit dat wij hen niet begeleiden. Jaarverslag 55

Figuur : Gezinsgrootte (/) Contextbegeleiding (N = 9) Aantal begeleide Aantal gezinsleden gezinnen 7 7 5 6 6 7 8 9 Totaal: 9 Binnen de module contextbegeleiding begeleiden we meer gezinnen. Hier hebben 5% een gezinsgrootte van en meer. Figuur : Gezinsgrootte (/) CBAW (N = ) Aantal begeleide Aantal gezinsleden gezinnen 5 6 7 8 Totaal: Er worden slechts gezinnen gescoord. Twee van de opgenomen jongeren zijn niet begeleide minderjarige asielzoekers. We hebben geen informatie over hun gezinssituatie. Van één jongere zitten nog broers en zussen in verblijf. Dit dossier werd bij verblijf meegeteld. Figuur : Gezinsgrootte (/) Dagbegeleiding (N = 7) Aantal begeleide Aantal gezinsleden gezinnen 5 6 7 8 Totaal: 7 Binnen de dagbegeleiding heeft 8,5% een gezinsgrootte van of meer. Jaarverslag 56

...9 Gezinssamenstelling (per gezin) Figuur : Gezinssamenstelling Verblijf (N = 7) Aantal Kerngezin Eenoudergezin 5 Nieuw samengesteld gezin 8 Totaal: 7 Binnen de module verblijf komt 5% (% in ) van onze jongeren uit een traditioneel kerngezin (vader, moeder en kind(eren). De eenoudergezinnen vertegenwoordigen de hoofdmoot met 56% (7% in ). 9% (% in ) van onze jongeren komen uit een nieuw samengesteld gezin. Figuur : Gezinssamenstelling Contextbegeleiding (N = 9) Aantal Kerngezin 7 Eenoudergezin Nieuw samengesteld gezin 9 Totaal: 9 Voorafgaandelijk moet gesteld worden dat het perspectief van het gezin bekeken wordt vanuit het perspectief van het jongste kind. Binnen de module contextbegeleiding komt % (% in ) uit een kerngezin. Ook hier tekenen de eenoudergezinnen zich af met 5% (% in ). De nieuw samengestelde gezinnen nemen % (% in ) van de dossiers in. Figuur 5: Gezinssamenstelling CBAW (N = ) Aantal Kerngezin Eenoudergezin Nieuw samengesteld gezin Totaal: Zie opmerkingen onder figuur Figuur 6: Gezinssamenstelling Dagbegeleiding (N = 7) Aantal Kerngezin Eenoudergezin Nieuw samengesteld gezin Totaal: 7 Binnen de module dagbegeleiding komt 57% (7,5% in ) van de jongeren uit een kerngezin. % (5% in ) komt uit een eenoudergezin en 9% (7,5% in ) van de jongeren uit een nieuw samengesteld gezin. Jaarverslag 57

... Inkomstenbronnen Figuur 7: Inkomstenbronnen Verblijf (N = ) 5 5 5 7 Werkend Niet werkend In,5% komen de inkomsten uit arbeid. In 57,5% komen inkomsten uit werkloosheidsvergoeding, vervangingsinkomen voor arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of loopbaanonderbreking, leefloon of steun van het OCMW. Figuur 8: Inkomstenbronnen Contextbegeleiding (N = 8) 5 5 5 6 5 Werkend Niet werkend Bij de gezinnen begeleid binnen de module contextbegeleiding haalt % hun inkomen uit arbeid. 67% is niet werkend. Figuur 9: Inkomstenbronnen CBAW (N = ) Werkend Niet werkend Jaarverslag 58

Figuur 5: Inkomstenbronnen Dagbegeleiding (N = ) 9 8 6 Werkend Niet werkend Binnen de module dagbegeleiding haalt 69% van de ouders hun inkomen uit arbeid, % heeft een andere vorm van inkomsten.... Functioneren/analyse Figuur 5: Gezinsfunctioneren Verblijf (N = 9) Onderstaande tabellen tonen aan welke andere terreinen naast de opvoedingssituatie onder druk komen te staan. Gezinsfunctioneren Problematisch Aandachtspunt Gezond Niet van toepassing Huisvestingssituatie 8 Financiële situatie 9 7 Administratie 5 5 9 Huishoudelijke organisatie 5 7 7 Individueel welzijn inwonende kinderen Partnerrelatie 5 Sociaal maatschappelijk functioneren 5 8 6 TOTAAL: 5 9 De meest precaire levensdomeinen (=aandachtspunt of problematisch) zijn in dalende volgorde: partnerrelatie ( 89 %), het sociaal maatschappelijk functioneren (68%) gevolgd door financiële situatie (6%), huishoudelijke organisatie (6%), huisvestingssituatie (58%) en administratie (5%). Het meest verontrustend is dat bij 89% van de gezinnen het individueel welzijn van de nog thuiswonende kinderen als aandachtspunt of problematisch gescoord wordt. Jaarverslag 59

Figuur 5: Gezinsfunctioneren Contextbegeleiding (N = ) Gezinsfunctioneren Problematisch Aandachtspunt Gezond Niet van toepassing Huisvestingssituatie 6 Financiële situatie 9 7 7 Administratie 5 9 9 Huishoudelijke organisatie 5 Individueel welzijn inwonende kinderen 7 Partnerrelatie 8 9 Sociaal maatschappelijk functioneren 5 TOTAAL: 7 5 5 7 De meest precaire levensdomeinen (=aandachtspunt of problematisch) zijn in dalende volgorde: het individueel welzijn van inwonende kinderen (86%), sociaal maatschappelijk functioneren (78%), partnerrelatie (7%), financiële situatie (7%) en administratie (6%). De domeinen huishoudelijke administratie en huisvesting scoren binnen de module contextbegeleiding stukken beter met respectievelijk 9% en % Figuur 5: Gezinsfunctioneren CBAW (N = ) Gezinsfunctioneren Problematisch Aandachtspunt Gezond Niet van toepassing Huisvestingssituatie Financiële situatie Administratie Huishoudelijke organisatie Individueel welzijn inwonende kinderen Partnerrelatie Sociaal maatschappelijk functioneren TOTAAL: 7 Binnen CBAW : geen enkel levensdomein wordt als problematisch aanzien. In elk dossier is het individueel welzijn een aandachtspunt. In alle dossiers is de huisvestingssituatie en de huishoudelijke organisatie gezond te noemen. Twee dossiers werden niet gescoord omwille van niet begeleide minderjarige asielzoekers. We beschikken niet over die gegevens. Jaarverslag 6

Figuur 5: Gezinsfunctioneren Dagbegeleiding (N = ) Gezinsfunctioneren Problematisch Aandachtspunt Gezond Niet van toepassing Huisvestingssituatie Financiële situatie Administratie Huishoudelijke organisatie Individueel welzijn inwonende kinderen Partnerrelatie Sociaal maatschappelijk functioneren Totaal De meest precaire levensdomeinen (=aandachtspunt of problematisch) zijn in dalende volgorde: het individueel welzijn van de inwonende kinderen (%), de financiële situatie (75%), de huishoudelijke organisatie (75%), de huisvestingssituatie (5%) en het sociaal maatschappelijk functioneren (5%). De administratieve situatie en de partnerrelatie zijn slechts in dossier een aandachtspunt. Figuur 55: Functioneren jongere Verblijf (N = ) Functioneren jongere Zwak Eerder zwak Sterk Eerder sterk Onvoldoende informatie Niet van toepassing Emotionele ontwikkeling 7 7 5 Gedragsontwikkeling 6 8 5 Identiteitsontwikkeling 6 Zelfredzaamheid/zelfzorg 7 7 Relationele vaardigheden (leeftijdsgenoten) 8 5 Relationele vaardigheden (volwassenen) Sociaal netwerk 5 7 7 Gezondheid 6 7 7 Hygiëne en lichaamszorg 6 Cognitieve ontwikkeling 5 Schoolse vaardigheden en attitude 5 Band met het gezin van herkomst 9 7 TOTAAL: 76 8 6 In een aantal gevallen wordt niet van toepassing gescoord. Veelal heeft dit te maken met de te jonge leeftijd en of het niet schoollopen. De dossier onvoldoende informatie slaat op de dermate korte opnameduur dat er geen relevante info ter beschikking is De domeinen waarop onze jongeren sterkst scoren zijn in dalende volgorde: cognitieve ontwikkeling, band met gezin van herkomst, gezondheid, hygiëne, schoolse vaardigheden en zelfzorg. De meest problematische domeinen zijn: identiteits-, gedrags- en emotionele ontwikkeling, gevolgd door relationele vaardigheden en het sociale netwerk. Jaarverslag 6

Figuur 56: Functioneren jongere Contextbegeleiding (N = ) Functioneren jongere Zwak Eerder zwak Sterk Eerder sterk Onvoldoende informatie Niet van toepassing Emotionele ontwikkeling 9 7 6 Gedragsontwikkeling 6 5 Identiteitsontwikkeling 5 Zelfredzaamheid/zelfzorg 7 7 Relationele vaardigheden (leeftijdsgenoten) 7 8 Relationele vaardigheden (volwassenen) 9 8 Sociaal netwerk 8 6 Gezondheid 8 Hygiëne en lichaamszorg 5 Cognitieve ontwikkeling 7 Schoolse vaardigheden en attitude 7 8 Band met het gezin van herkomst 5 8 TOTAAL: 8 6 87 6 In een aantal gevallen wordt niet van toepassing gescoord. Veelal heeft dit te maken met de te jonge leeftijd en of het niet schoollopen. De dossier onvoldoende informatie slaat op de dermate korte opnameduur dat er geen relevante info ter beschikking is De domeinen waar de jongeren het sterkst scoren zijn in dalende volgorde: hygiëne en gezondheid, band met gezin van herkomst en cognitieve ontwikkeling. De meest problematische domeinen zijn: identiteits-, gedrags- en emotionele ontwikkeling en gebrek aan sociaal netwerk Figuur 57: Functioneren jongere CBAW (N=5) Functioneren jongere Zwak Eerder zwak Sterk Eerder sterk Emotionele ontwikkeling Gedragsontwikkeling Identiteitsontwikkeling Zelfredzaamheid/zelfzorg Relationele vaardigheden (leeftijdsgenoten) Relationele vaardigheden (volwassenen) Sociaal netwerk Gezondheid Hygiëne en lichaamszorg Cognitieve ontwikkeling Schoolse vaardigheden Jaarverslag 6

en attitude Band met het gezin van herkomst TOTAAL: 6 8 6 Het functioneren van de jongeren in CBAW is sterk (sterk + eerder sterk) op vlak van zelfredzaamheid en zelfzorg, relationele vaardigheden met volwassenen, gezondheid en hygiëne. Eerder zwak tot zwak zijn de emotionele-, gedrags-, cognitieve-, en identiteitsontwikkeling. Daarnaast is het sociaal netwerk eerder zwak en zijn schoolse vaardigheden en attitudes zwak te noemen. Figuur 58: Functioneren jongere Dagbegeleiding (N = ) Functioneren jongere Zwak Eerder zwak Sterk Eerder sterk Emotionele ontwikkeling Gedragsontwikkeling Identiteitsontwikkeling Zelfredzaamheid/zelfzorg Relationele vaardigheden (leeftijdsgenoten) Relationele vaardigheden (volwassenen) Sociaal netwerk Gezondheid Hygiëne en lichaamszorg Cognitieve ontwikkeling Schoolse vaardigheden en attitude Band met het gezin van herkomst Totaal 7 8 Figuur 59: Opvoedingssituatie Verblijf (N = ) Opvoedingssituatie Goed Volstaat Onvoldoende Emotionele betrokkenheid 9 Positieve bevestiging 9 Gezonde structuur 8 Toezicht houden 5 8 9 Oplossingsvaardigheden 6 6 Totaal: 9 6 Binnen de opvoedingssituatie ontbreken de ouders vooral de vaardigheden om een gezonde structuur (in 8% van de dossiers) te houden en op oplossingen (in 7% van de dossiers) te vinden en formuleren. Jaarverslag 6

De domeinen waar best op gescoord wordt zijn de emotionele betrokkenheid (6%), de positieve bevestiging (6%) en het houden van toezicht (6%). Figuur 6: Opvoedingssituatie Contextbegeleiding (N = ) Opvoedingssituatie Goed Volstaat Onvoldoende Emotionele betrokkenheid 6 5 Positieve bevestiging 8 5 Gezonde structuur 5 7 Toezicht houden 8 Oplossingsvaardigheden 5 8 TOTAAL: 6 57 In 78% van de dossiers is er voldoende (=goed + volstaat) positieve bevestiging en emotionele betrokkenheid. Net zoals in de module verblijf zijn de opvoedingsvaardigheden het bieden van een gezonde structuur (6%) en het bezitten van oplossingsvaardigheden (%) onvoldoende aanwezig. Figuur 6: Opvoedingssituatie CBAW (N = ) Opvoedingssituatie Goed Volstaat Onvoldoende Emotionele betrokkenheid Positieve bevestiging Gezonde structuur Toezicht houden Oplossingsvaardigheden TOTAAL: In alle dossiers CBAW zijn de oplossingsvaardigheden onvoldoende aanwezig bij ouder(s). In van de dossiers is er onvoldoende aandacht voor positieve bevestiging, gezonde structuur en het houden van toezicht. Enkel de emotionele betrokkenheid is in van de dossiers voldoende of zelfs goed. Figuur 6: Opvoedingssituatie Dagbegeleiding (N = ) Opvoedingssituatie Goed Volstaat Onvoldoende Emotionele betrokkenheid Positieve bevestiging Gezonde structuur Toezicht houden Oplossingsvaardigheden Totaal 5 5 In 75% van de dossiers is de emotionele betrokkenheid voldoende tot goed. In 5% van de dossiers is er voldoende aandacht voor positieve bevestiging, het toezicht houden en het hanteren van de geschikte oplossingsvaardigheden. Slechts in dossier is er een voldoende gezonde structuur. Jaarverslag 6

Plaatsende instantie Plaatsende instantie.. Verwijzer... Aantal jongeren aanwezig per plaatsende instantie per / Het overgrote deel van de dossiers kwamen in uit regio Ieper. Enkel CBAW wijkt af. Voor de module verblijf vertegenwoordigt Ieper (comité + jeugdrechtbank) 88%, voor de module contextbegeleiding 97%, voor de module CBAW is dit slecht 5%, dagbegeleiding %. Figuur 6: Aantal jongeren aanwezig per plaatsende instantie (/) Verblijf (N = ) CBJ Brugge JRB Brugge CBJ Kortrijk JRB Kortrijk CBJ Veurne JRB Veurne CBJ Ieper JRB Ieper 8 5 5 5 5 Aantal Figuur 6: Aantal jongeren aanwezig per plaatsende instantie (/) Contextbegeleiding (N = ) CBJ Brugge JRB Brugge CBJ Kortrijk JRB Kortrijk CBJ Veurne JRB Veurne CBJ Ieper JRB Ieper 7 5 5 5 Aantal Jaarverslag 65

Plaatsende instantie Plaatsende instantie Figuur 65: Aantal jongeren aanwezig per plaatsende instantie (/) CBAW (N = ) CBJ Brugge JRB Brugge CBJ Kortrijk JRB Kortrijk CBJ Veurne JRB Veurne CBJ Ieper JRB Ieper Figuur 66: Aantal jongeren aanwezig per plaatsende instantie (/) Dagbegeleiding (N = 7) CBJ Brugge JRB Brugge CBJ Kortrijk JRB Kortrijk CBJ Veurne JRB Veurne CBJ Ieper JRB Ieper 5 Aantal Jaarverslag 66

... Verhouding vrijwillig versus gedwongen hulpverlening per / Figuur 67: Verhouding vrijwillige versus gedwongen hulpverlening (/) Verblijf (N = 9) 9 Vrijwillige hulpverlening Gedwongen hulpverlening Jongeren komen voor 77% (in 7%) de module verblijf binnen via de Jeugdrechtbank. Het aandeel van de vrijwillige hulpverlening is % (in 7%). Die verhouding blijft nagenoeg al een achttal stabiel. Figuur 68: Verhouding vrijwillige versus gedwongen hulpverlening (/) Contextbegeleiding (N = ) 7 Vrijwillige hulpverlening Gedwongen hulpverlening In is de vrijwillige instroom in de module contextbegeleiding via het comité bijzondere jeugdzorg 77% (in 7%) t.o.v. de gedwongen hulpverlening % (8% in ). Figuur 69: Verhouding vrijwillig versus gedwongen hulpverlening (/) CBAW (N = 5) Vrijwillige hulpverlening Gedwongen hulpverlening 5 Alle dossiers binnen CBAW waren via het comité bijzondere jeugdzorg. Dit heeft deels te maken met de vragen die komen van jongeren om na hun meerderjarigheid nog verder begeleid te worden. Jaarverslag 67

Figuur 7: Verhouding vrijwillig versus gedwongen hulpverlening (/) Dagbegeleiding (N = 7) Vrijwillige hulpverlening Gedwongen hulpverlening Binnen de module dagbegeleiding is 57% (in 75%) van de dossiers op vrijwillige basis. De jeugdrechtbank meldde % aan (in 5%)... Hulp- en dienstverlening... Bezettings- en benuttingsgraad Figuur 7: Globale bezetting Verblijf,%,%,% 9,% 8,% 7,% 6,% 5,%,%,%,%,%,% 5 6 7 8 9,6 5,7 9,6 8,,5, 5,8,7 99,67,8, In hadden we een globale bezettingsgraad van boven de %. Het streven naar geen of beperkt overtal maakt deel uit van een bewuste strategie om blijvend een kwaliteitsvolle opvang te bieden aan onze jongeren en de draaglast van onze medewerkers binnen aanvaardbare normen te houden. Jaarverslag 68

Figuur 7: Globale bezetting Dagbegeleiding -,% 9,% 8,% 7,% 6,% 5,%,%,%,%,%,% 5 6 7 8 9 bezetting 9,68 99,6 9,6 9,8 85,5 88,5 8,5 9,68 9,7 9, 96,... Crisismeldpunt crisisbegeleiding Aantal Datum in Datum uit Aantal dagen Organisatie crisis // 7// 7 Crisisteam West-Vlaanderen crisis // // Crisisteam West-Vlaanderen crisis 8// 9// Crisisteam West-Vlaanderen crisis 6/6/ 8/7/ Crisisteam West-Vlaanderen crisis 5 6/9/ /9/ Crisisteam West-Vlaanderen crisis 6 // // Crisisteam West-Vlaanderen crisis 7 // // 8 Crisisteam West-Vlaanderen crisis 8 6// 7// Crisisteam West-Vlaanderen Voor wat betreft crisisbegeleiding engageerde de VOT zich tot plaats verzekerd aanbod. In werd er 95 dagen aan crisisbegeleiding gespendeerd.... Crisismeldpunt crisisopvang Aantal Datum in Datum uit Aantal dagen crisis // 9// 9 De Vereniging Ons Tehuis heeft geen verzekerd aanbod voor crisisopvang. Gezien de module verblijf praktisch continue in overtal draait kunnen we maar met mondjesmaat instaan voor crisisopvang. Jaarverslag 69

Aantal Aantal... Verblijf- en begeleidingsduur Figuur 7: Verblijf- en begeleidingsduur (/) Verblijf (N = ) 8 6 7-6m 6m - - - 5 5 - Verblijf- en begeleidingsduur - 5 5 - Bovenstaande tabel is een foto op / van alle jongeren binnen de module verblijf. Opvallend is dat % al meer dan 5 in de instelling verblijft. Het duidt enerzijds op de ernst van de problematieken die wij opnemen en anderzijds op de aanklampende houding die de VOT heeft. Onder invloed van de vaststelling dat wij een hoog aantal jongeren hebben die lange tijd in de voorziening verblijven werd bij de herprofilering van de leefgroepen een leefgroep perspectief biedend (of langverblijf) opgericht. Figuur 7: Verblijf- en begeleidingsduur (/) Contextbegeleiding (N = 9) 8 6 6-6m 6m - - - 5 5 - Verblijf- en begeleidingsduur - 5 5 - Bovenstaande tabel is een foto op / van alle jongeren binnen de module contextbegeleiding. Geen enkele begeleiding van de jongeren op dit moment liep langer dan. In deze cijfers zitten zowel de reguliere contextbegeleidingen als de intensief kortdurende thuisbegeleiding (IKT). IKT kan maximaal 6 maanden. Dit verklaart deels dat 58% minder dan 6 maanden in begeleiding is. Een andere verklaring kan zijn dat 77% van de instroom in Jaarverslag 7

contextbegeleiding op vrijwillige basis gebeurt. De drempel om uit te stappen is dan ook veel lager. Figuur 75: Verblijf- en begeleidingsduur (/) CBAW (N = 5) - 6m 6m - - - 5 5 - Verblijf- en begeleidingsduur - 5 5 - Bovenstaande tabel is een foto op / van alle jongeren binnen de module CBAW. Tot voor // kon er enkel maar CBAW aangeboden worden aan jongeren die al door onze voorziening werden begeleid. De dossiers met minder dan begeleiding zijn dan ook dossiers die rechtstreeks instroomden en nog geen begeleidingsgeschiedenis kenden binnen de VOT. Figuur 76: Verblijf- en begeleidingsduur (/) Dagbegeleiding (N = 7) 5-6m 6m - - - 5 5 - Verblijf-en begeleidingsduur - 5 5 - Bovenstaande tabel is een foto op / van alle jongeren binnen de module dagbegeleiding. Geen enkele begeleiding van de jongeren op dit moment liep langer dan. Jaarverslag 7

...5 Face to face contacten Figuur 77: Aantal face to face contacten - HDO Gemiddeld aantal contacten ikv verslaggeving en verwijzende instantie per dossier 7,96 Gemiddeld aantal contacten met het kerngezin per dossier 7,7 Gemiddeld aantal contacten met het ander oudergezin per dossier,57 Gemiddeld aantal contacten met familie per dossier 9,9 Gemiddeld aantal contacten met andere context per dossier 5, Gemiddeld aantal contacten met hulpverlenend netwerk per dossier,5 Gemiddeld aantal contacten met school en werk per dossier 8,6 Gemiddeld aantal contacten IB per dossier 5,9 Gemiddeld aantal supervisies per dossier,9 Gemiddeld aantal andere contacten per dossier, Gemiddeld aantal contacten per dossier 6,8...6 Contacten per categorie Figuur 78: Aantal contacten per categorie - HDO Onderwerp Aantal Psycho-pedagogische verslaggeving 7 Plaatsende instantie Kerngezin (= domicilie-adres jongere) 9 Ander oudergezin (= ander adres) 968 Familie 777 Andere (onthaalgezin, vrienden, kennis,...) 55 Hulpverlenend netwerk 99 School 6 Werk 76 Individuele begeleiding door pedagogisch stafmedewerker 69 Individuele begeleiding door IB 66 Supervisie IB - pedagogisch stafmedewerker 6 Individueel gesprek door begeleider Administratie Medische gegevens 6 Totaal 96 Jaarverslag 7

Aantal...7 Aantal en soort schakelingen Figuur 79: Aantal en soort schakelingen (N = ) Soort schakeling Aantal Verblijf naar zuivere contextbegeleiding Verblijf naar dagbegeleiding Verblijf KTC naar CBAW Verblijf leefgroep naar verblijf KTC Zuivere contextbegeleiding naar verblijf 5 Zuivere contextbegeleiding naar dagbegeleiding Zuivere contextbegeleiding naar CBAW Dagbegeleiding naar verblijf Dagbegeleiding naar zuivere contextbegeleiding Dagbegeleiding naar CBAW TOTAAL: Van de schakelingen zijn er precies de helft die van een zwaardere maatregel schakelen naar een lichtere maatregel. Logischerwijs dan uiteraard ook 6 dossiers die van een lichtere maatregel naar een zwaardere schakelen....8 Aantal en soort time out met terugkeer Figuur 8: Aantal en soort time out met terugkeer Verblijf (N = 5) De Branding De Korbeel herstelgerichte time-out De Zande Soort time out gesloten gemeenschaps voorziening Mol Time-out is een methodiek die gebruikt wordt wanneer de begeleiding dreigt vast te lopen of reeds vastgelopen is. Het doel is om met het instrument van de onderbreking een positieve bijdrage te leveren aan de dagelijkse interacties van de jongere met zijn onmiddellijke omgeving zodat de draagkracht van de jongere en zijn onmiddellijke omgeving (hulpverleners, ouders ) toeneemt, om zodoende nadien de hulpverlening te kunnen verderzetten. Zo wordt een time-out zeker niet louter sanctionerend aanzien. We willen de time zo kort mogelijk houden om het engagement van begeleiding te kunnen verder zetten. Figuur 8: Aantal en soort time out met terugkeer Contextbegeleiding (N = ) Er vonden geen time-outs plaats vanuit de module contextbegeleiding Jaarverslag 7

Figuur 8: Aantal en soort time out met terugkeer CBAW (N = ) Er vonden geen time-outs plaats vanuit de module contextbegeleiding Figuur 8: Aantal en soort time out met terugkeer Dagbegeleiding (N = ) Er vonden geen time-outs plaats vanuit de module dagbegeleiding....9 Evolutie verblijfplaats bij uittrede Figuur 8: Evolutie verblijfplaats bij uittrede Verblijf (N = 7) % 9% 8% 7% 6% 5% % % % % Zelfstandig wonen Pleeggezin Ziekenhuis Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Residentieel bijzondere jeugdzorg Natuurlijke ouder % 56789 In konden 65% van de jongeren die de instelling verlieten terug naar huis, al dan niet met verdere thuisbegeleiding. Dit is het hoogste percentage in tijd. We vermoeden dat dit één van de gunstige effecten is van de omvormingen naar een multifunctioneel centrum. Er is enerzijds meer contextbegeleiding in de dossiers van de module verblijf en anderzijds kan er ook makkelijker dan voorheen geschakeld worden. Een tweede vaststelling is dat de uitstroom uit de module verblijf praktisch verdubbeld is. In waren er 9 jongeren die uitstroomden. In stroomden 7 jongeren uit. Ook hier kan dit toegeschreven worden aan de omvorming naar een multifunctionele organisatie, de herprofilering van de leefgroepen en de doorgedreven contextbegeleiding. Jaarverslag 7

Figuur 85: Evolutie verblijfplaats bij uittrede Contextbegeleiding (N = 6) % Zelfstandig wonen % 8% 6% % Pleeggezin Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Residentieel bijzondere jeugdzorg % Familie % Natuurlijke ouder Pas vanaf werden de cijfers voor de module contextbegeleiding bijgehouden. Na afsluiting van de contextbegeleiding blijft 85% van de kinderen of jongeren thuis wonen. Slechts in % diende een meer ingrijpende vorm van hulpverlening ingeschakeld te worden. Figuur 86: Evolutie verblijfplaats bij uittrede CBAW (N = ) % 9% 8% 7% 6% 5% % % % % Zelfstandig wonen Ziekenhuis Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Residentieel bijzondere jeugdzorg Natuurlijke ouder % 5 6 7 8 9 Cijfers werden pas bijgehouden vanaf 5. De finaliteit van de contextbegeleiding in het kader van autonoom wonen, met name zelfstandig wonen werd in in alle dossier behaald. Jaarverslag 75

Verblijfsduur bij uittrede Figuur 87: Evolutie verblijfplaats bij uittrede Dagbegeleiding (N= ) 7 6 5 Residentieel buiten jeugdzorg (MPI, CKG, internaat, ) Residentieel bijzondere jeugdzorg Natuurlijke ouder 5 6 7 8 9 Voor de module dagbegeleiding werden een aantal jaren geen cijfers verzameld. In konden van de dossiers na afsluit van de begeleiding verder thuis verblijven. In dossier werd geschakeld naar de module verblijf.... Verblijfsduur bij uittrede Figuur 88: Verblijfsduur bij uittrede Verblijf (N = 7) 5 - - 5 5 - - 5-6 maanden - - 6 maanden 8 6 8 We stellen met de herprofilering van de leefgroepen verblijf vast dat we in de leefgroep perspectief zoekend (of kortverblijf) heel wat mobiliteit van dossiers kennen. We stelden een begeleidingsduur van maximaal voorop. Niettemin stellen we anderzijds vast dat 5% van de dossiers langer dan 5 in de voorziening verbleven. Jaarverslag 76

Verblijfsduur bij uittrede Verblijfsduur bij uittrede Figuur 89: Verblijfsduur bij uittrede Contextbegeleiding (N = 6) 5 - - 5 5 - - 5-7 6 maanden - - 6 maanden 6 5 5 In 57% van de dossier is de begeleidingsduur beperkt tot 6 maanden. De intensief kortdurende thuisbegeleiding van maximaal 6 maanden heeft zeker een invloed op dit cijfer. Een begeleiding van langer dan is eerder uitzondering dan regel. Figuur 9: Verblijfsduur bij uittrede CBAW (N = ) 5 - - 5 5 - - 5-6 maanden - - 6 maanden Aantal Jaarverslag 77

Verblijfsduur bij uittrede Figuur 9: Verblijfsduur bij uittrede - Dagbegeleiding (N = ) 5 - - 5 5 - - 5-6 maanden - - 6 maanden De maximale begeleidingsduur binnen de module dagbegeleiding was niet hoger dan.... Realisatie doelstellingen bij uittrede Figuur 9: Realisatie doelstellingen bij uittrede Verblijf (N = 7) 9 8 7 6 5 8 7 - + + De toestand is verslechterd t.o.v. de aanvang De toestand is hetzelfde als bij de aanvang Doelstellingen De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang, maar nog niet conform de doelstellingen De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang en conform de doelstelling Bij dossier is de toestand hetzelfde als bij de aanvang. De doelstelling naar het verhogen van de opvoedingsvaardigheden bij de ouders werd niet bereikt. De jongere werd 8 en besliste terug bij ouders te gaan wonen. Het dossier waar de toestand verslechterde betrof een jongere die door veelvuldige en langdurige fugues niet langer in de voorziening kon ingeschreven blijven. Jaarverslag 78

Aantal Figuur 9: Realisatie doelstellingen bij uittrede Contextbegeleiding (N = 6) 8 6 - + + De toestand is verslechterd t.o.v. de aanvang De toestand is hetzelfde als bij de aanvang Doelstellingen De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang, maar nog niet conform de doelstellingen 8 De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang en conform de doelstelling De toestand is hetzelfde als bij aanvang of verslechterd. Een aantal redenen zijn: - Doelstellingen geformuleerd rond opvoedingsvaardigheden ouders en school van de jongere werden niet gehaald. Er werd geschakeld naar een andere module. - In een aantal dossiers was thuisbegeleiding niet afdoende en werd er geschakeld naar dagbegeleiding of verblijf. - In een aantal gevallen was de intensieve kortdurende thuisbegeleiding niet afdoende en moest na 6 maanden het dossier afgesloten worden. Er werd telkens vervolghulp geïnstalleerd. Figuur 9: Realisatie doelstellingen bij uittrede CBAW (N = ) - + + De toestand is verslechterd t.o.v. de aanvang De toestand is hetzelfde als bij de aanvang De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang, maar nog niet conform de doelstellingen Doelstelling De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang en conform de doelstelling In alle dossiers was er sprake van een verbetering van de toestand. Jaarverslag 79

Figuur 95: Realisatie doelstellingen bij uittrede Dagbegeleiding (N = ) - + + De toestand is verslechterd t.o.v. de aanvang De toestand is hetzelfde als bij de aanvang De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang, maar nog niet conform de doelstellingen De toestand is verbeterd t.o.v. de aanvang en conform de doelstelling Eén dossier dagbegeleiding werd stopgezet en er werd geschakeld naar verblijf. Jaarverslag 8