Goedkeuring opdrachtgever: Naam: Datum:

Vergelijkbare documenten
Notitie flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Busbaan langs de Kruisvaart

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Memo: Datum: 13 april Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Notitie Quickscan flora en fauna

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer

Quickscan flora en fauna

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Hierbij ontvangt u het briefrapport inzake de inventarisatie van vleermuizen in het projectgebied Almere hout te Almere.

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

6 Flora- en fauna quickscan

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

/ Stadhuisplein, Veghel

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Vleermuizen- en vogelonderzoek Zandweg Leidsche Rijn

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Update quickscan Ecologie Witte Kool fase II te Sint Maarten N. Hemmers 23 december 2016

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1.1 Procedureschema wet- en regelgeving Ff-wet. Referentienummer Datum Kenmerk PN juli 2014

Verkennend natuuronderzoek locatie Hobbemakade

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

: Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch

Notitie. 1 Aanleiding

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

HABITATSCAN BOMENRIJEN RIJKSSTRAATWEG WASSENAAR. Broedvogels & vleermuizen

NOTITIE. Conclusie. Plangebied en werkzaamheden

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Datum : 16 september 2015 Opdrachtgever : Projectnummer : 211x08001 Opgesteld door : Ineke Kroes

: Quickscan flora en fauna De Eekelaar

Notitie quickscan Flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Ecologisch werkprotocol. Herinrichting Buulder Aa. Waterschap De Dommel

Actualisatie verkennend natuuronderzoek Zeswielentracé Alkmaar

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Vleermuisonderzoek Kildijk

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Quickscan flora & fauna Wipbrug

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Inventarisatie muurplanten Het projectgebied is visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van beschermde muurplanten.

Antea Group T.a.v.: Dhr. E. Riphagen Projectleider Water Postbus AA ALMERE

Ecologisch werkprotocol

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Aanvullend onderzoek aanleg woonwijk Hazenburg te Arnemuiden AANVULLEND ONDERZOEK AANLEG WOONWIJK HAZENBURG TE ARNEMUIDEN

Ecologische werkprotocol parkeerplaats Paardenmarkt

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Transcriptie:

Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Alkmaar, 13 april 2016 348603 SW348603 Aan Claudia Bremer (C.Bremer@hhnk.nl); Jaap Kottier (J.Kottier@hhnk.nl); Andries Makkinga (andries.makkinga@sweco.nl) Kopie aan Sander van Helmendach (sander.helmendach@sweco.nl; Ineke Willemse (I.Willemse@hhnk.nl) Van ing. D. van der Veen Betreft Memo dijkversterking Kleine Where met betrekking tot Ff-wet Tabel 1 projectomschrijving: Locatie: Dijk Kleine Where te Purmerend Tijdstip: 12 april 2016 Weersomstandigheden: Droog en half bewolkt Temperatuur: Ca. 15 graden Celsius Bijzondere omstandigheden: Enkele nesten in bomen en rietkragen Ecologisch werkprotocol van N.v.t. toepassing Gedragscode Ff-wet van toepassing Unie van Waterschappen, geldig t/m 6-2-2017, Uitwerking gedragscode Flora- en faunawet voor Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met als toevoeging bomenkap wat onder ruimtelijke ontwikkeling wordt verstaan. Contactgegevens: David van der Veen, ecoloog Swecoj Nederland B.V. tel. 06-29267452, e-mail: david.vanderveen@sweco.nl Goedkeuring ecoloog: Naam: David van der Veen Datum: 12-04-2016 Goedkeuring opdrachtgever: Naam: Datum: 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en regelgeving voor natuur. De natuurbescherming in Nederland bestaat uit de volgende kaders: Flora- en faunawet (Ff-wet): individuele soorten; Provinciaal beleid: Natuurnetwerk Nederland (NNN, ook bekend als EHS); Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet): Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten.

348603 2 van 9 In het kader van het bestendig beheer door dijkversterkingen wordt in deze notitie alleen ingegaan op de Ff-wet. In het natuuronderzoek uit 2015 1 is reeds geconcludeerd dat er geen sprake is van effecten op Nb-wet gebieden en NNN-gebieden. 2 Doel en plangebied Ten behoeve van de kadeverbetering wordt een sloot deel langs de dijk langs de Where gedempt en vervangen door een wadi constructie en wordt de bestaande dijk Kleine Where verhoogd (fig. 1). Het plangebied is gelegen in het stedelijk gebied van Purmerend. Hierbij blijft de rietzone aan de boezemzijde onaangetast. De bomen langs deze dijk worden gekapt en in een later stadium worden er nieuwe bomen teruggeplant op de onderberm. Desbetreffende maatregelen welke mogelijk effect hebben op beschermde Ff-wet soorten zijn in onderstaande paragraven genoemd. Dit betreft: Demping sloten Bomenkap Grondwerkzaamheden. Soortgroepen waarmee rekening mee gehouden moet worden binnen het plangebied betreffen algemene broedvogels, overvliegende/foeragerende vleermuizen, beschermde flora en algemene tabel 1 flora, zoogdieren en amfibieën conform de Zorgplicht (art. 1 Ff-wet). Purmerend Kleine Where Where 1 Els & Linde B.V. Afdoend onderzoek, Kleine where te Purmerend, augustus 2015

348603 3 van 9 Figuur 1, Locatieen beeld plangebied (globaal rode contour) 3 Demping sloot In 2015 2 is reeds een natuuronderzoek uitgevoerd, waarbij is geconcludeerd dat de kans op beschermde vissen is uit te sluiten vanwege de waterkwaliteit. Omdat de Ff-wet, tabel 2, beschermde kleine modderkruiper een breed verspreidingsgebied heeft en in vrijwel elke type zoetwater voor kan komen in de Provincie Noord-Holland, is naar ons inzien dit juridisch niet houdbaar. Om deze zinsnede te kunnen onderbouwen is een aanvullend visonderzoek uitgevoerd op 7 maart 2016. Tijdens dit onderzoek is zowel het te dempen deel (fig. 2, groene arcering) als het overige deel (fig. 2, blauwe en rode vlak) onderzocht op vissen. Dit visonderzoek bevestigd de conclusie dat er in de gehele sloot geen beschermde vissen aanwezig zijn. Er zijn alleen enkele (vijf) blankvoorns aangetroffen in het te dempen deel (fig. 3). Desbetreffende vissen blijken overigens in slechte conditie te zijn. Figuur 2, Locatie onderzochte en te dempen sloot (groene arcering). 2 Els & Linde B.V. Afdoend onderzoek, Kleine where te Purmerend, augustus 2015

348603 4 van 9 3.1 Methode visonderzoek Het vissen is uitgevoerd door dhr. ing. D. van der Veen, ecoloog Grontmij en ter zake kundige in het bezit van een ontheffing tot het verrichten van bij Flora- en faunawet verboden handelingen (zoals mitigerende maatregelen), ten behoeve van onderzoek naar flora en fauna in Nederland. Tevens lid van het Netwerk Groene Bureaus (NGB) en gecommitteerd aan de gedragscode van de NGB. Hierbij is o.a. gebruik gemaakt van een grote steeknet (standaardmodel RAVON, gestrekte maaswijdte 3 mm, net-grootte 70x40 cm) een emmer en een kuip. Dit conform de vigerende Soortenstandaard 3, waarbij twee uur gevist is. Hierbij is in aanvulling op de Soortenstandaard, de gehele watergang bevist. Figuur 3. Indruk van de desbetreffende sloot en blankvoorns 3 RVO, Soortenstandaard kleine moddekruiper, 2014

348603 5 van 9 4 Bomenkap 4.1 Vleermuizen In het natuuronderzoek van 2015 4 is geconcludeerd dat de gewone dwergvleermuis gebruikt maakt van de bomenrij langs de dijk gebruikt als (niet-essentiële) vliegroute en foerageergebied. Dit betreft een gewone dwergvleermuis, die een paarverblijf heeft in een bosje aan de overzijde van de Purmerweg. Tijdens het veldbezoek van 12 april 2016 is een bomeninspectie conform de habitatchecklist van het vleermuisprotocol 2013 uitgevoerd door een vleermuisdeskundige van Sweco (ing. D. van der Veen 5 ). Tijdens dit bezoek zijn op één boom na (zie fig. 4) geen potentiële vleermuis verblijfplaatsen (holtes en scheuren) in bomen aangetroffen. Dit door ontbreken van diepe scheuren en holen. Een aantal bomen hebben oude takafzetting, maar zijn niet diep genoeg om als (tenminste balts)verblijf te functioneren. Eén boom (dikke wilg die net op de grens van het traject valt) heeft een aantal oude en verse spechtengaten die in potentie geschikt kunnen zijn als balts- of paarverblijf voor boombewonende vleermuizen (zoals ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis en watervleermuis). Desalniettemin is tijdens het onderzoek waargenomen (aantoonbaar met videobeeldmateriaal) dat desbetreffende spechtgaten in gebruik zijn door de halsbandparkiet. Voortschrijdende kennis vanuit het vleermuisnetwerk (o.a. Zoogdiervereniging) heeft uitgewezen dat halsbandparkieten door opruim gedrag slecht tot niet samengaan met vleermuizen. Regelmatig worden vleermuizen uit boomholtes verjaagd door deze vogelsoort. In dit kader is desbetreffende potentie uitgesloten en worden er geen (potentiële) vaste verblijfplaatsen binnen dit project aangetast. Aangezien in de nieuwe situatie conform het Groenplan 6 de lijnbeplanting terugkomt en er voldoende foerageermogelijkheden langs bomen in de directe omgeving van de (buiten het plangebied) gelegen paarverblijven blijft bestaan en omdat vegetatierijke oevers met riet behouden blijven, zijn er geen tijdelijke of permanente effecten op (niet-essentiële) vliegroutes en foerageergebied. Omdat geen potentiele verblijfplaatsen in het plangebied aanwezig zijn en geen essentiële vliegroutes of foerageergebied wordt aangetast, zijn in dit kader geen negatieve effecten voorzien en hoeven geen vervolgprocedures in gang te worden gezet. Nader onderzoek of ontheffing is daarom niet nodig. Om effecten op vliegroutes te voorkomen (zoals vliegroutes boven het water voor de meervleermuis), dient wel rekening te worden gehouden met overvliegende en foeragerende vleermuizen. Dit betekent dat in de periode maart tot en met oktober tussen zonsondergang en zonsopkomst, geen directe permanente verlichting en geen directe werkterreinverlichting (m.u.v. voertuigen) mag uitstralen op De Where. Tenzij gebruik gemaakt wordt van eco-dynamische verlichting. Dit betreft verlichting met vleermuisvriendelijke armaturen met amber gekleurd led licht. In elk geval géén uitstraling van blauw of ultraviolet licht. 4 Els & Linde B.V. Afdoend onderzoek, Kleine where te Purmerend, augustus 2015 5 Minstens 5 jaar aantoonbare ervaring met vleermuisonderzoek zowel werkgerelateerd als hobby-matig, actief lid van de Vleermuiswerkgroep Noord-Holland 6 Gemeente Purmerend, Groenplan in relatie tot de dijk Kleine Where, april 2016

348603 6 van 9 Figuur 4, boom met spechtengaten in gebruik door de halsbandparkiet 4.2 Vogels In de bomen langs de sloot zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen van jaarrond beschermde vogels. Wel zijn nesten in bomen aangetroffen. Dit betreft nesten op 29, 71, 446 en 512 meter, gemeten vanaf de brug t.h.v. de Purmerweg. Tevens zijn nesten in rietkragen aangetroffen van algemene broedvogels (fig. 5). Dit betreft een meerkoet nest en een fuutnest binnen de verstoringafstand van de werkzaamheden (binnen een straal van 5 meter tot de dijk) langs de waterkant in De Where. De rietkraag wordt niet aangetast maar er dient wel rekening te worden gehouden met mogelijk verstorende werkzaamheden zoals bomenkap en grondwerkzaamheden. Wanneer bomen gekapt en struiken verwijderd moet worden, dan zal rekening gehouden moeten worden met broedende/nestelende vogels. Alle vogels genieten bescherming onder de Flora- en faunawet. Hierbij geldt dat verstoring van broedende vogels en broedsel niet is toegestaan. Verstoring van broedvogels kan optreden, wanneer tijdens de broedperiode werkzaamheden plaatsvinden. Wanneer werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (wat loopt van circa half maart tot en met half juli) of als maatregelen worden getroffen om verstoring te voorkomen, is er geen overtreding van de Flora- en faunawet.

348603 7 van 9 Figuur 5, bomen met nesten (o.a. kraaiachtigen, houtduif en fuutnest) Grondwerkzaamheden (graafwerkzaamheden en dijkverhoging) Op 12 april 2016 is een habitatgeschiktheid onderzoek uitgevoerd op en rond de dijk. Hieruit blijkt dat er geen vaste verblijfplaatsen aanwezig zijn van beschermde fauna anders dan vogels zoals genoemd in paragraaf 4.2. In de overgangszone tussen natte oever en droge oever is potentieel biotoop aangetroffen van de rietorchis (Ff-wet, tabel 2). Dit over de hele lengte van het werkgebied met een gemiddelde breedte van 1 meter (fig. 6). Aanbevolen wordt om in de bloeiperiode (mei t/m september) van deze soort een flora onderzoek uit te voeren om uit te sluiten of deze soort daadwerkelijk aanwezig is. Als blijkt dat de rietorchis aanwezig is, dan zal desbetreffende plant inclusief 40cm kluit alvorens de bloei (ca. begin mei) of na de bloei (ca. half september) overgepoot moeten worden buiten de werkzone (bijvoorbeeld in het recent gemaaide half droge deel van de rietzone zoals te zien in figuur 6, oranje vlak). Dit conform de gedragscode Ff-wet 7. Daarnaast is een gewone dotterbloem (fig.7) in de rietzone aangetroffen in het plangebied. Desbetreffende gewone dotterbloem (Ff-wet, tabel 1) staat buiten de werkzone, waardoor er geen effecten optreden op deze soort. 7 Unie van Waterschappen, gedragscode Flora- en faunawet, geldig t/m 6 februari 2017

348603 8 van 9 Figuur 6, potentieel rietorchis biotoop (roze strepen), oranje vlak is mogelijk alternatief biotoop Figuur 7, aanwezige gewone dotterbloem buiten de werkzone in de rietzone (zie ook gele stip in figuur 6) 5 Conclusie Flora- en faunawet 5.1 Vissen Aangezien alleen een algemene vissoort (blankvoorn, 5 individuen) is aangetroffen, zijn er geen belemmeringen ten aanzien van vissen, daarom is het werkterrein ecologisch vrijgegeven door de ecoloog. In het licht van de demping, zijn de gevangen blankvoorns meteen overgezet in De Where. In dit kader is meteen aan de Zorgplicht voldaan als er gedempt wordt. Er zijn ten aanzien van vissen geen aanvullende maatregelen nodig. 5.2 Vleermuizen Omdat geen potentiële verblijfplaatsen in het plangebied aanwezig zijn en geen essentiële vliegroutes of foerageergebied wordt aangetast, zijn in dit kader geen negatieve effecten voorzien en hoeven geen vervolgprocedures in gang te worden gezet. Nader onderzoek of ontheffing is daarom niet nodig. Om effecten op vliegroutes te voorkomen (zoals vliegroutes boven het water voor de meervleermuis), dient wel rekening te worden gehouden met overvliegende en foeragerende vleermuizen. Dit betekent dat in de periode maart tot en met oktober tussen zonsondergang en zonsopkomst, geen directe permanente verlichting en geen directe werkterreinverlichting (m.u.v. voertuigen) mag uitstralen op De Where. Tenzij gebruik gemaakt wordt van eco-dynamische verlichting. Dit betreft verlichting met vleermuisvriendelijke armaturen met amber gekleurd led licht. In elk geval géén uitstraling van blauw of ultraviolet licht.

348603 9 van 9 5.3 Vogels In de te kappen bomenrij zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen van jaarrond beschermde vogels. Wel zijn nesten van algemene broedvogels in bomen en rietkragen aangetroffen. Wanneer bomen gekapt en struiken verwijderd moet worden, dan zal rekening gehouden moeten worden met broedende/nestelende vogels. Alle vogels genieten bescherming onder de Flora- en faunawet. Hierbij geldt dat verstoring van broedende vogels en broedsel niet is toegestaan. Verstoring van broedvogels kan optreden, wanneer tijdens de broedperiode werkzaamheden plaatsvinden. Wanneer werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (wat loopt van circa half maart tot en met half juli) of als maatregelen worden getroffen om verstoring te voorkomen, is er geen overtreding van de Flora- en faunawet. 5.4 Flora De gehele werkbreedte in de overgangzone tussen droge en natte oever/berm vormt een potentieel biotoop voor de rietorchis. Aanbevolen wordt om in de bloeiperiode (mei t/m september) van deze soort een flora onderzoek uit te voeren om uit te sluiten of deze soort daadwerkelijk aanwezig is. Als blijkt dat de rietorchis aanwezig is, dan zal desbetreffende plant inclusief 40cm kluit alvorens de bloei (ca. begin mei) of na de bloei (ca. half september) overgepoot moeten worden buiten de werkzone 5.5 Overige soorten Overige zwaarder beschermde soorten Er zijn geen waarnemingen van zwaarder beschermde reptielen, amfibieën, zoogdieren of ongewervelden binnen of in de directe omgeving van het plangebied bekend. Het plangebied is bovendien niet geschikt bevonden voor zwaarder beschermde soorten van deze soortgroepen. Voor de reptielen en ongewervelden is er voor de voorgenomen ontwikkeling geen nader onderzoek of ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Overige beschermde soorten (tabel 1 Ff-wet). Voor algemeen voorkomende planten, amfibieën en zoogdieren (tabel 1 Ff-wet) geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Er dient in alle gevallen wel rekening gehouden te worden met de zorgplicht.