PensioenPraat. Met 62 jaar met pensioen of met 65 jaar Verwarring over pensioenregeling. Waarom gaan niet alle ondernemingen



Vergelijkbare documenten
SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

PensioenPraat. Nieuwe pensioenregeling en nieuw pensioenreglement Pensioenpremiesbijdragen werknemers

Stroomdiagram (pensioen)regelingen. Welke pensioenrechten heb ik?

JAARVERSLAG STICHTING GE-PENSIOENFONDS

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Verkort Jaarverslag 2013

VERKORT JAARVERSLAG 2017

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Reglement excedent-premieregeling Versie: 1 januari 2018

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2017

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2018

Nadenken over pensioen

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

BeterExcedent. Pensioen Werknemer 2015

Hoe is uw pensioen geregeld?

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE

Veelgestelde vragen en antwoorden

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

brochure pensioen in zicht Pensioen in zicht

Met het (pensioen) kapitaal moet u op de pensioendatum een periodieke pensioenuitkering aankopen.

Wegwijzer GE Pensioen. Inzicht in uw pensioensituatie

Reglement TIJDELIJK AANVULLEND NABESTAANDENPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Verkort jaarverslag 2013

JAARVERSLAG STICHTING GE-PENSIOENFONDS

Veelgestelde vragen. Algemeen

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds)

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Voor wie is deze toelichting? Het Uniform Pensioenoverzicht. Uw persoonlijke gegevens

Stichting Pensioenfonds N.V. W.A. Hoek s Machine- en Zuurstoffabriek. Pensioenreglement: pensioenspaarregeling op basis van kapitaalsparen

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit

Trouwen of samenwonen

Trouwen of samenwonen

Vragen en Antwoorden met betrekking tot de overgang naar één pensioenregeling voor SABIC in Nederland

Stichting Charlotte s'jacob Fonds. Financieel jaarverslag

PPS-saldo omzetten. Versie

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Hoe is uw pensioen geregeld?

ANW- Hiaat Reglement 2015

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Verslagstaten ondernemingspensioenfondsen

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Uw werknemers en hun pensioen in de Metaal en Techniek

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

MAURITS EN ANNA DE KOCK STICHTING TE AMSTERDAM

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

IBUS ASSET MANAGEMENT UK B.V. HALFJAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA Amstelveen Telefoon Fax

UW SNPS PENSIOEN als u na 30 juni 2013 in dienst bent gekomen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Persoonlijk Pensioen Plan

Eerder met pensioen Uitgave juli 2015

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2014 Prepensioneringsregeling. Stand per 1 januari 2014

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

Bestuurssamenstelling, administrateur, actuaris, accountant 2. Deelnemersoverzicht 12

IBUS ASSET MANAGEMENT UK B.V. JAARREKENING Polarisavenue 85 - Postbus GE Hoofddorp Telefoon Fax

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Stichting van Tuikwerd Fonds

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

VOOR PARTNER & KINDEREN

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2012 Prepensioneringsregeling. Stand per 31 december 2011

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Ingang Ouderdomspensioen

Einde dienstverband en uw pensioen

Transcriptie:

PensioenPraat UITGAVE VAN HET GE-PENSIOENFONDS INHOUD 2 Contactpersonen AZL 2 De nieuwe Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) 2 Eerder stoppen zonder inleveren 3 Pensioenpraatjes 3 Jan Boesveld herbenoemd in bestuur 4 Het WAO-gat bestaat nog steeds 4 De nieuwe pensioenregeling 4 Bestuursleden Pensioenfonds 4 Aangesloten ondernemingen 5 Bestuursverslag over 2001 6-10 Verkort jaarverslag 2001 Nr. 21 - JULI 2002 Secretariaat Postbus 117 4600 AC Bergen op Zoom Administratie AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen Redactie Jan Aerts Jan Boesveld Dion van Tilburg Vormgeving Kreateam Communicatie bv, Wouw PensioenPraat is bestemd voor alle actieve en niet-actieve deelnemers. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Bepalend is het Pensioenreglement. Met 62 jaar met pensioen of met 65 jaar Verwarring over pensioenregeling Het is gebleken dat er bij deelnemers in het pensioenfonds soms verwarring bestaat over de vraag in welke pensioenregeling ze zitten. Er zijn sinds 1 januari 2002 twee pensioenregelingen. Er zijn dus ook twee pensioenreglementen. Beide regelingen vertonen grote overeenkomst. Het belangrijkste verschil is gelegen in de aanvangsdatum van pensionering. Bij de ene regeling is die aanvangsdatum het bereiken van de 62-jarige leeftijd en bij de andere regeling de 65-jarige leeftijd. Waarom dit onderscheid? Tot 1 januari 2002 kenden we één pensioenregeling en was de pensioenleeftijd voor iedereen 65 jaar. Echter, er was een aantal aangesloten ondernemingen met een prepensioenregeling, die bekend stond onder de naam Geflex. Mensen in die regeling gingen op 62-jarige leeftijd met pensioen. De prepensioenregeling is per 1 januari 2002 afgeschaft. Werknemers die deelnamen in de Geflex regeling gingen vanaf dat moment behoren tot de deelnemers in de nieuwe 62 jaar regeling. Voor hen veranderde er dus niet veel; alleen werd het pensioen tussen 62 en 65 jaar geïntegreerd in de basispensioenregeling. Ze gingen al op 62 jarige leeftijd met pensioen en dat blijft zo. Voor hen die geen prepensioenregeling kenden verandert er op dit punt ook niet veel. Ze gingen en gaan nog steeds met 65 jaar met pensioen. Echter, aangesloten ondernemingen kunnen opteren om over te gaan naar de 62 jaar regeling. Tot dusver heeft geen van de aangesloten ondernemingen dat gedaan. Waarom gaan niet alle ondernemingen over op de 62 jaar regeling? De reden is dat zo n regeling veel duurder is dan de 65 jaar regeling. Bovendien vereist dat hogere bijdragen van de werknemers. Betekent dit dat zij die in de 65 jaar regeling zitten niet voor 65 jaar met pensioen kunnen? Nee, we hebben een vrijwillige pensioenspaarregeling, GESAVE. Daarin kan gespaard worden voor prepensioen. Deelnemers moeten daarvoor dan wel zelf de premies opbrengen. Over deze bijspaarregeling is uitgebreid gecommuniceerd naar alle deelnemers in PensioenPraat extra (editie nieuwe regeling), die in drie delen het licht zag in 2001. Uitgebreide informatie is ook te vinden op de Intranetsite van het fonds: http://saboz024.eur.gep.ge.com/ gepe_intranet/www/welcome/ pensionfund/welcome.htm Zitten alle werknemers van ondernemingen die onder de 65 jaar regeling vallen automatisch in deze regeling? In principe is dat het geval. Echter, er was in die ondernemingen een gering aantal werknemers dat al in de Geflex regeling zat. Dat kwam doordat ze waren overgeplaatst binnen het concern en voor overplaatsing al aan Geflex deelnamen. Deze deelnemers kwamen ook in de 62 jaar regeling. In het algemeen zijn de deelnemers die bij de volgende ondernemingen werkzaam zijn opgenomen in de 62 jaar regeling: General Electric Plastics BV GE Plastics ABS BV Lees verder op de volgende pagina 1

VERVOLG VOORPAGINA GE Bayer Silicones BV Azdel BV GE Capital Commercial Finance BV Stichting GE-Pensioenfonds Twijfel Voor deelnemers van de overige aangesloten ondernemingen geldt in het algemeen de 65 jaar regeling. Mocht u twijfel hebben over de regeling waarin wordt deelgenomen, dan kunt u contact opnemen met de administratie van het GE-Pensioenfonds, telefoon (045) 5763256 of (045) 5763461. Contactpersonen AZL Voor inlichtingen over uw pensioensituatie wijzen wij er op dat u daarvoor rechtstreeks contact moet opnemen met AZL. Daar zijn alle gegevens opgenomen in de pensioensystemen. De contactpersonen bij de administratie van AZL zijn Rob Meyer (tel. 045-5763256) en Maurice de Bruijn (tel. 045-5763461). Het e-mail adres bij AZL is pf-ge@azl-group.com In geval telefonisch contact gezocht wordt met de administratie kan ieder van beide personen benaderd worden. Als eenmaal een persoon aan een zaak werkt is het aan te raden bij de volgende contacten bij voorkeur dezelfde persoon te benaderen. Correspondentie over pensioenzaken stuurt u naar: Stichting GE-Pensioenfonds p/a AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen De nieuwe Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) In deze wet zijn de regelingen vastgelegd betreffende pensioen- en spaarvoorzieningen, met name voor bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen. De statuten en reglementen van een pensioenfonds moeten bepalingen inhouden die beantwoorden aan de voorschriften van de PSW. De Pensioen- en Verzekeringskamer in Apeldoorn ziet erop toe dat de regels ook worden nageleefd. Modernisering en aanpassingen van de regelgeving vinden regelmatig plaats. In de nieuwe PSW 2002 zijn een aantal nieuwe artikelen en gewijzigde regels opgenomen. Pensioenfondsen hebben bijvoorbeeld nu een informatieplicht naar de deelnemers. Voorbeeld Een voorbeeld van nieuwe wetgeving zijn de nieuwe artikel 2b in de PSW: In artikel 2b wordt het keuzerecht (uitruilmogelijkheid) tussen nabestaandenpensioen en ouderdomspensioen geregeld. Men kan met ingang van het ouderdomspensioen in plaats van het nabestaandenpensioen kiezen voor: a. een hoger ouderdomspensioen b. een eerder ingaand ouderdomspensioen c. een hoger en eerder ingaand ouderdomspensioen Meer weten Wanneer u meer wilt weten over de Pensioen- en spaarfondsenwet kunt u dat oproepen op internet. De gehele PSW staat op: http://www.watsonwyatt.com/ europe/netherlands/research/ regelgeving/p01.asp Financiële gevolgen Eerder stoppen zonder inleveren Eerder stoppen met werken is voor velen een doel waarnaar gestreeft wordt. Maar dat kost geld. Hoe eerder u stopt, hoe lager de uitkering. Waarom? Om te beginnen krijgt u tot uw 65ste geen AOW. Aanvullend pensioen van de onderneming is bedoeld in te gaan met het bereiken van de standaardpensioendatum (62 jaar of 65 jaar). Als u eerder stopt bouwt u over een kortere periode pensioen op. Dit aanvullend pensioen wordt bovendien over een langere periode uitgesmeerd. Ouderdomspensioen is vaak gekoppeld aan partnerpensioen waardoor bij eerder stoppen het partnerpensioen omlaag kan gaan. Als u nog geen 65 jaar bent valt u niet in het lage belastingtarief voor 65-plussers. U moet de AOW-premie blijven betalen. Flexwet voor 65-plussers Ik ben 65-plusser en werk af en toe. Het vervelende daarbij is dat ik van mijn werkgever steeds drie maanden moet stoppen met werken omdat ik anders op grond van de flexwet een contract voor onbepaalde tijd kan eisen. Is dat wel juist? Ja. Als u drie keer achtereen een tijdelijk contract heeft gehad met een totaal van 36 maanden, moet uw werkgever u een contract aanbieden voor onbepaalde tijd. Dat hoeft niet als deze termijn wordt onderbroken voor tenminste drie maanden. Dat is een algemen bepaling van de flexwet en die geldt ook voor 65-plussers. U kunt deze drie maanden wel bij een andere werkgever gaan werken. Bijvoorbeeld via een uitzendbureau. 2

PensioenPraatjes De inkomstenbelasting voor 65-plussers Meer 65-plussers dan voorheen zullen met een aangifte inkomstenbelasting te maken hebben gekregen, dan wel met een hogere aanslag inkomstenbelasting. Deze (hogere) aanslagen inkomstenbelasting komen voort uit een combinatie van twee veranderingen die in 2001 in werking zijn getreden De twee in werking getreden veranderingen zijn: 1 De verlenging van de eerste tariefschijf inkomstenbelasting per 1 januari 2001 van w 6.922 (ƒ 15.255) naar w 14.870 (ƒ 32.769). Hierdoor zal een aantal mensen met een aanvullend pensioen van een pensioenfonds of verzekeraar, lopende het jaar te weinig belasting betalen. U heeft dus maandelijks een te hoge uitkering ontvangen. Door de verlenging van de eerste schijf zal het bijbehorende belastingpercentage immers zowel door de Sociale Verzekeringsbank (AOW) als voor een groot deel door de pensioenuitvoerder worden toegepast, terwijl het totaal van de AOW-uitkering en het aanvullend Herbenoeming bestuurslid De Pensioen-en Verzekeringskamer heeft de definitieve herbenoeming van Jan Boesveld als deelnemersbestuurslid bevestigd. WEL OF GEEN NABESTAAN- DENPENSIOEN? Deze vraag zal ook aan de deelnemers in ons pensioenfonds worden voorgelegd wanneer zij met pensioen gaan. Pensioenfondsen stellen deze vraag met het oog op de vele alleenstaanden. Zij konden nooit kiezen voor een hoger pensioen in plaats van een nabestaandenpensioen. Daardoor kregen zij minder pensioen dan gehuwden, vanwege een partner die zij niet hadden. Daarnaast hebben steeds meer partners zelf pensioen opgebouwd en is er dus minder noodzaak voor een nabestaanpensioen boven de eerste schijf uitkomt. Na afloop van het jaar moet (een deel van) dit voordeel via een aanslag worden terubetaald. 2 Wanneer u een lijfrentepolis hebt afgesloten die tot uitkering is gekomen, zal ook hier de uitkeringsinstantie het lage belastingtarief toepassen. Dit alles bij elkaar kan u een forse belastingaanslag opleveren. Het gaat bij deze groep om gepensioneerden met een gezamenlijk inkomen aan AOW en aanvullend pensioen tussen ca. w 19.636 (ƒ 40.00) en w 27.227 (ƒ 60.000). Als u wilt kunt u AZL verzoeken de heffingskorting niet toe te passen. U ontvangt dan maandelijks een lagere pensioenuitkering omdat meer belasting wordt ingehouden. Daardoor wordt de aanslag inkomstenbelasting lager of verdwijnt geheel. Het maandelijks extra ontvangen pensioen kunt u natuurlijk ook zelf sparen om daarmee na afloop van het jaar de inkomstenbelasting te kunnen betalen. Zet u daarvoor een maandbedrag op een spaarrekening, dan geniet u ook nog rente. denpensioen. Wat voor u de beste keus is hangt af van uw situatie, wensen en vooral uw inkomsten. Neem de moeite om dit in kaart te brengen, voordat u een besluit neemt. Denk er goed over na want de keuze die u maakt is eenmalig! WIE IS UW PARTNER? In de nieuwe pensioenregeling maakt het niet uit of u gehuwd bent, een geregistreerd partnerschap heeft, of ongehuwd samenwonend bent Voor ongehuwd samenwonenden gelden twee voorwaarden: 1. U heeft uw partner aangemeld bij het pensioenfonds en deze is als zodanig in de pensioenadministratie geregistreerd. 2. U en uw partner hebben een notariële samenlevingsovereenkomst waarin ook enige vermogensrechtelijke zaken zijn geregeld en waarin uw partner is aangewezen als begunstigde van het nabestaandenpensioen. Stuur een kopie van dat deel van de akte als bewijsstuk mee met uw aanmelding. KEUZE PENSIOENHOOGTE VAN HET OUDERDOMS- PENSIOEN Wilt u na uw pensioendatum (62 of 65 jaar) tijdelijk een hoger pensioen om bijvoorbeeld direct na uw pensionering een hogere uitkering te krijgen om veel te gaan reizen of andere activiteiten wilt gaan ontplooien, dan maakt de nieuwe pensioenregeling dit mogelijk. U kunt aangeven of u gedurende 5 of 10 jaar tijdelijk een hoger pensioen wilt. Bedenk wel dat na die periode het pensioen uiteraard lager wordt. Omgekeerd kan ook: eerst laag en daarna hoog. Hierbij geldt dat de verhouding hoog:laag gelijk moet zijn aan 100:75. 3

Het WAO-gat bestaat nog steeds Hoewel vanuit diverse politieke hoeken met regelmaat nieuwe voorstellen worden gedaan, lijkt de discussie rondom de herstructurering van de WAO als sociaal verzekeringsstelsel nog lang niet voorbij, ondanks een zekere mate van overeenstemming binnen de Sociaal Economische Raad (SER). In 1993 werden werknemers die na 25 januari 1993 in de WAO terechtkwamen geconfronteerd met een nieuwe berekeningswijze van de WAO-uitkering. Loondervingsuitkering Iedere nieuwe WAO-er ouder dan 32 jaar krijgt eerst gedurende een bepaalde periode, afhankelijk van de leeftijd (zie tabel) waarop het recht op WAO ontstaat, een loondervingsuitkering. Deze bedraagt 70 procent van het laatstverdiende loon, met een maximum van 70 procent van het WAO-jaarloon. Per 1 januari 2002 bedraagt dit maximum w 41.757,39. Vervolguitkering Na afloop van de loondervingsuitkering ontvant de arbeidsongeschikte werknemer een vervolguitkering die gebaseerd is op 70 procent van het wettelijk minimumloon, verhoogd met een toeslag. Deze toeslag bedraagt 1,4 procent van het verschil tussen het oude loon (maximaal WAO-jaarloon) en het minimumloon voor elk jaar dat de arbeidsongeschikte werknemer bij het ingaan van het recht op een WAO-uitkering ouder is dan 15 jaar. Een 45-jarige krijgt dus een toeslag van (45-15) = 30 x 1,4% = 42% van het verschil tussen het oude loon en het minimumloon. Tabel loondervingsuitkering Leeftijd bij ingang WAO Duur loondervingsuitkering Beneden 33 jaar Geen loondervingsuitkering 33 t/m 37 jaar 0,5 jaar 38 t/m 42 jaar 1 jaar 43 t/m 47 jaar 1,5 jaar 48 t/m 52 jaar 2 jaar 53 t/m 57 jaar 3 jaar 58 jaar 6 jaar vanaf 59 jaar tot 65 jaar Rekenvoorbeeld Wanneer deze 45-jarige werknemer, die een jaarinkomen heeft van w 27.500, volledig arbeidsongeschikt in de WAO belandt, ontvangt hij dus allereerst gedurende 1,5 jaar een loondervingsuitkering van w 19.250, (70 procent van w 27.500, ). Aansluitend hierop bedraagt de vervolguitkering w 15.929, als volgt berekend: 70% van w 15.638, (het minimumloon) = w 10.947, vermeerdert met 42% van w 11.862, (het jaarloon van w 27.500, minus minimumloon w 15.638, ) = w 4.982, Totaal vervolguitkering w 15.929, In dit voorbeeld bedraagt het WAO-gat dus w 3.321, (w 19.250, - w 15.929, ) Artikel overgenomen uit het aprilnummer van Employee Benefits bulletin van Aon Consulting De nieuwe pensioenregeling Er worden door deelnemers nog veel vragen gesteld over diverse onderwerpen betreffende de nieuwe pensioenregeling. Opvallend daarbij is dat een aantal ervan reeds zijn beantwoord in de diverse uitgaven van Pensioenpraat. U wordt nogmaals dringend verzocht alle informatie die u ontvangt te bewaren en op te bergen in de pensioenmap die u is verstrekt met daarin het pensioenreglement, de statuten en verdere informatie. Informatie op Intranet U kunt als deelnemer ook op Intranet alle informatie oproepen over ons pensioenfonds. De aansluiting vindt u op: http//:saboz024.eur.gep.ge. com/pensionfund Handig: sla deze link op bij uw favorieten. Bestuursleden Pensioenfonds Benoemd door de onderneming Roger Muys - voorzitter Jan Aerts - plv. secretaris Yvonne den Bakker Peter van der Geest Gekozen door deelnemers Jan Boesveld - secretaris Dion van Tilburg - vice-voorzitter Anneke Proost Frans van Tatenhove Directie Jan Aerts Aangesloten ondernemingen General Electric Plastics B.V. GE Plastics ABS B.V. GE International Inc. GEIS International Inc. GE Medical Systems Nederland B.V. GE Fanuc Automation Europe S.A. Netherlands Branch GE Fanuc Eberle Automation GmbH- Netherlands Branch GE International Benelux B.V. TIP Trailer Rental B.V. TIP Services B.V. Azdel B.V. GE Capital Modular Space Europe B.V. GE Fleet Services B.V. (Headquarters) GE Power Controls Netherlands B.V CFI ( Consolidated Financial Insurance Group B.V.) GE Bayer Silicones B.V. GE Capital Commercial Finance B.V. GE Information Services B.V. GE Capital B.V. Keyleasing B.V. Stichting GE-Pensioenfonds Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in. 4

Bestuursverslag over 2001 Organisatie van het fonds Het bestuur van de Stichting GE-Pensioenfonds bestaat uit vier leden die zijn benoemd door de directies van de aangesloten ondernemingen en vier leden die zijn gekozen door de deelnemers. In het verslagjaar is de heer J. Boesveld voor vier jaar herkozen als werknemersbestuurslid. Per 1 februari 2001 is de heer J. Aerts in overleg met de werkgever door het fondsbestuur aangesteld als directeur van de Stichting GE-Pensioenfonds. De eindverantwoordelijkheid voor het beleid van het pensioenfonds blijft onveranderd rusten bij het bestuur, waarvan de heer Aerts deel van blijft uitmaken. Ter behandeling van specifieke onderwerpen wordt het bestuur ondersteund door een aantal aparte commisssies, te weten de Beleggingscommissie, de Commissie wet- en regelgeving, de Implementatiecommmissie nieuwe pensioenregeling en de Overdrachtscommissie Aandachtsgebieden Aan elk van de bestuursleden zijn specifieke aandachtsgebieden c.q. portefeuilles toegekend. Deze zijn als volgt verdeeld: J. Boesveld: secretariaat, hoofdredacteur PensioenPraat, beleggingen, bibliotheek A. Proost: relatie met AZL-administratie F. van Tatenhove: contacten gelieerde ondernemingen, projecten, cursussen, trainingen D. van Tilburg: waarnemend voorzitter, WAO, externe betrekkingen, beleggingen J. Aerts: financiën, beleggingen Y. den Bakker: actuariële- en fiscale zaken, relatie met Compensation & Benefits P. van der Geest: relatie directies niet-gep ondernemingen, beleggingen R. Muys: voorzitter, juridische zaken Beleid In het verslagjaar werden zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Daarnaast vonden diverse besprekingen plaats door het bestuur respectievelijk de commissies over specifieke onderwerpen. In 2001 werden de volgende belangrijke punten gehandeld: Nadere uitwerking communicatie en invoering van de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2002. Op 26 september werd een referendum gehouden over de invoering van de nieuwe regeling, die met grote meerderheid van stemmen werd aangenomen. Uitgave van speciale edities van PensioenPraat met voorlichting over nieuwe pensioenregeling. Diverse procedures werden opgesteld waaronder invordering premiebijdragen, bepaling extra reserve, toeen uittreding aangesloten ondernemingen Met het oog op de nieuwe deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen van de Pensioen- & Verzekeringskamer is in 2001 een deskundigheidsplan opgesteld. In opdracht van het bestuur is een zogenaamde ALMstudie (Asset Liability Management) uitgevoerd. Deze studie houdt in een analyse van de toekomstige financiële ontwikkeling van het pensioenfonds ter afstemming en optimalisering van enerzijds de verplichtingen en anderzijds de beleggingen. Beleggingscategorie 31-12-2000 30-06-2001 31-12-2001 Vastrentende waarden 48,5 % 47,6 % 49,0 % Aandelen 49,8 % 51,4 % 51,3 % Onroerend goed 1,4 % 0,0 % 0,0 % Liquiditeiten 0,3 % 1,0 % - 0,3 % Eind 2001 heeft het bestuur na overleg met de beleggingscommissie besloten een deel van het fondsvermogen (circa w 91 miljoen, over te hevelen naar GE Asset Management Limited. Met ingang van 1 januari 2002 is ABN AMRO Mellon aangesteld als nieuwe custodian (bewaarnemer) van de beleggingen van het fonds. Zij gaan ook de beleggingsadministratie voeren. Het bestaande pensioenreglement is in 2001 ten dele met terugwerkende kracht op een aantal onderdelen gewijzigd. Er is rekening gehouden met wijzigingen in wet- en regelgeving van de overheid alsmede de komst van de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2002. Toekenning invaliditeitspensioen naar evenredigheid voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Pensioendoorbouw tijdens ouderschapsverlof overeenkomstig de geldende collectieve arbeidsovereenkomst. Invoering van een klachten c.q. geschillenregeling. Aanpassing van het addendum inzake WAO-hiaat, overeenkomstig de nieuwe pensioenregeling. Invoering van de mogelijkheid tot omzetting van nieuw op te bouwen aanspraken op weduwe-/weduwnaarspensioen vanaf 1 januari 2002 in additionele aanspraken op ouderdomspensioen overeenkomstig artikel 2b van de pensioen- en spaarfondsenwet. Er werden twee bestuursvergaderingen gehouden met de deelnemersraad. De administratie (AZL) is in de eerste helft van 2001 overgegaan op de euro. Vanaf januari 2002 vinden de pensioenbetalingen plaats in euro. In 2001 traden wederom grote verschillen op in de resultaten van de verschillende beleggingscategorieën als gevolg van de reacties op de sterke groeivertraging van met name de Amerikaanse economie, versterkt door de gebeurtenissen op 11 september. De obligatieportefeuille liet een positief rendement zien van 7,1%. Op de aandelenmarkt werd een fors verlies geleden van 21,7%. Tegenover de benchmark van 15,3% De koersmalaise vond plaats over alle sectoren, met als negatieve uitschieters de IT en telecommunicatie. Ook de catastrofe met het Amerikaanse energiebedrijf ENRON leverde een aanzienlijk verlies op. Het totale beleggingsresultaat voor 2001 bedroeg 8,4% (WM benchmark was 2,8%) In absolute termen nam het vermogen, gemeten naar beurswaarde, af met circa w 10 miljoen naar w 254 miljoen. De bovenstaande tabel geeft het verloop van de samenstelling van de portefeuille gedurende 2001 weer. 5

Verkort Jaarverslag 2001 Pensioenvermogen Mutaties pensioenvermogen Grootte en samenstelling van het pensioenvermogen per 31 december 2001 (in duizenden euro) Mutaties in het pensioenvermogen (in duizenden euro) 2001 2000 Onroerende zaken: Aandelen vastgoed 0 3.797 Financiële beleggingen: Aandelen 129.921 132.004 Obligaties 116.882 119.564 Leningen op schuldbekentenis 7.456 8.765 254.259 264.112 inzake Geflex 23.209 22.892 2001 2000 Toevoegingen aan het pensioenvermogen Directe beleggingsopbrengsten 8.857 7.839 Indirecte beleggingsopbrengsten -/- 30.758 -/- 2.807 Bijdragen van werkgevers en werknemers 24.596 16.578 Saldo van overdrachten en rechten -/- 29 -/- 116 Herverzekering 204 1.300 2.870 22.794 Herverzekering 20.475 20.571 Vorderingen en overlopende activa 12.902 5.434 Liquide middelen 97 776 Langlopende schulden -/- 1.185 -/- 2.474 Kortlopende schulden en overlopende passiva -/- 11.384 -/- 1.321 Overige voorzieningen: WAO-hiaat -/- 3.806 -/- 4.908 Invaliditeitsrisico s -/- 1.361 -/- 1.361 Geflex -/- 23.209 -/- 22.892 -/- 28.376 -/- 29.161 Totaal pensioenvermogen 278.105 278.137 Totaal pensioenverplichtingen 250.850* 220.709* Onttrekkingen aan het pensioenvermogen Pensioenuitkeringen -/- 2.964 -/- 2.240 Overige voorzieningen -/- 1.102 -/- 163 Kosten van vermogensbeheer -/- 310 -/- 379 Pensioenuitvoerings-en administratiekosten -/- 730 -/- 434 Overige lasten -/- 2.902 -/- 3.216 Saldo mutaties in het pensioenvermogen -/- 32 19.578 Stand pensioenvermogen per 31 december Vorig boekjaar 278.137 258.559 Stand pensioenvermogen per 31 december 278.105 278.137 Lopend boekjaar * Bij de berekening van de pensioenverplichtingen is rekening gehouden met het treffen van een voorziening ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met een mogelijke aanpassing van de overlevingstafel in de toekomst. In 2001 bedroeg deze voorziening q 2.483.660 (2000: q 1.642.993) VOLLEDIGE JAARVERSLAG 2001 Dit verkort jaarverslag is samengesteld door Jan Boesveld. Het volledige jaarverslag is gereed en wordt alleen op verzoek van de deelnemer uitgereikt. 6

Kasstroomoverzicht Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Pensioenactiviteiten Bijdragen van werkgevers en werknemers 14.496 -/- 6798 Uitkeringen uit herverzekering 679 369 Wegens overgenomen verplicht. 1.577 635 -/- 16.752 -/- 5.794 Uitgaven Uitgekeerde pensioenen: Pensioenen -/- 2.203 -/- 1.651 Loonheffing -/- 568 -/- 499 Sociale premies en andere inhoudingen -/- 106 -/- 93 Wegens overgedragen pensioenverplichtingen -/- 2.387 -/- 865 Premies herverzekering - - Pensioenuitvoerings-en administratiekosten -/- 609 -/- 778 Overige -/- 2 -/- 77 -/- 5.875 -/- 3.963 Beleggingsactiviteiten Ontvangsten: Directe beleggingsopbrengsten 8.576 7.328 Verkopen en aflossing en beleggingen 328.018 156.512 336.594 163.840 Uitgaven: Aankopen beleggingen -/- 348.923 -/- 155.377 Kosten van vermogensbeheer -/- 29 -/- 333 -/- 348.952 -/- 155.710 Mutaties geldmiddelen -/- 1.481 -/- 1.627 Saldo geldmiddelen 1 januari 776 2.403 Saldo geldmiddelen 31 december -/- 705* 776 * inclusief saldo in rekening courant opgenomen onder kortlopende schulden WAARDERING Algemene grondslagen Alle activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag wordt vermeld. Buitenlandse valuta Activa en passiva in buitenlandse valuta zijn omgerekend tegen de ultimo jaar geldende koersen. De beleggingen worden, met uitzondering van de deposito s, tegen de actuele waarde per 31 december op de balans weergegeven. Voor de beleggingen die ter beurze zijn genoteerd wordt de beurskoers per 31 december genomen. Voor de beleggingen die niet ter beurze zijn genoteerd wordt de intrinsieke waarde genomen. De leningen op schuldbekentenis worden worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige termijnen van rente en aflossing; de contante waarde wordt bepaald op basis van een rentevoet die gelijk is aan de geldende marktrente van soortgelijke leningen met een gelijke looptijd. De deposito s worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Pensioenverplichtingen De Stichting GE-Pensioenfonds rapporteert volgens de pensioenvermogenmethode. Bij deze methode staat het gehele pensioenvermogen ter beschikking voor het nakomen van de pensioenverplichtingen. RESULTAATBEPALING Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten worden alle interesten dividendopbrensten van de beleggingen verantwoord alsmede alle overige interestopbrengsten van liquide middelen, rekeningcourant en waarde-overdrachten. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: Gerealiseerde en niet gerealiseerde koersververschillen van aandelen, aandelen vastgoedmaatschappijen, obligaties, leningen op schuldbekentenis en deposito s. Boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis. Valutaverschillen met betrekking tot deposito s en bankrekeningen in vreemde valuta en valutatermijntransacties. Overige mutaties in het pensioenvermogen De overige mutaties in het pensioenvermogen, genoemd onder toevoegingen en onttrekkingen, worden opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen. (in duizenden euro) Stand Aankopen Verkopen Gerealiseerde Niet-gereali- Stand Categorie Ultimo verstrekkingen uitlotingen koersverschillen seerde koers- Ultimo 2000 (af)lossingen verschillen 2001 Onroerende zaken: Aandelen vastgoedmaatschappijen 3.779 - -/- 3.659 1.156 1.276 0 3.779 - -/- 3.659 1.156 1.276 0 Financiële beleggingen: Aandelen 132.004 82.539 -/- 51.988 -/- 1.782 -/- 30.852 129.921 Obligaties 119.564 266.384 -/- 271.101 4.703 -/- 2.668 116.882 Leningen op schuldbekentenis 8.765 - -/- 1.274 19 -/- 16 7.456 260.333 348.923 -/- 324.363 2.902 -/- 33.536 254.259 Totaal belegd vermogen 264.112 348.923 -/- 328.022 4.058 -/- 34.812 254.259 7

Rechten uit herverzekering Rechten uit herverzekering 20.475 20.571 Voor de per 1 januari 1990 toegetreden Ex-Borg Warner deelnemers, die ingestemd hebben met de overdracht van de rechten bij Generali ondergebrachte pensioenpolissen naar het GE- Pensioenfonds, worden de reglementaire backservice pensioenen per 31 december 1989 als herverzekerde pensioenverplichtingen in aanmerking genomen. Pensioenvermogen Pensioenvermogen per 31 december 278.105 278.137 Pensioenverplichtingen per 31 december -/- 250.850 -/- 220.709 27.255 57.428 Het pensioenvermogen is het vermogen dat per 31 december ter beschikking staat voor de dekking van op dezelfde datum bestaande pensioenverplichtingen. Pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn als volgt samengesteld: Voorziening eigen rekening* 230.375 200.138 Voorziening herverzekering 20.475 20.571 Stand per 31 december 250.850 220.709 De voorziening pensioenverlichtingen is als volgt verdeeld over de categorieën: Deelnemers 162.745 140.672 Gewezen deelnemers 56.903 51.662 Gepensioneerden 31.202 28.375 Totaal voorziening pensioenverplichtingen 250.850 220.709 * Bij de berekening van de pensioenverplichtingen is rekening gehouden met het treffen van een voorziening ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met een mogelijke aanpassing van de overlevingstafel q 2.484 (2000: q 1.643). GEFLEX De te passiveren pensioenverplichting is gebaseerd op de stand van de pensioenen per 31 december 2001. De grootte van de contante waarde geeft aan welk bedrag aanwezig moet zijn om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen, uitgaande van de toegepaste actuariële grondslagen en methoden. De GEFLEX-regeling is daarin niet opgenomen, zodat de contante waarde per 31 december 2001 w 250.850 bedraagt. Het betreft een individuele spaarregeling die is ondergebracht bij Delta Lloyd Bank. Stand per 1 januari 22.982 19.944 Mutaties boekjaar 317 2.948 Stand per 31 december 23.209 22.892 Voorziening WAO-hiaat Stand per 1 januari 4.908 4.744 Gestorte premies 138 280 Interest - 551 99 Uitkeringen - 152-41 Onttrekking/toevoeging voorziening - 537-174 Stand per 31 december 3.806 4.908 Het betreft de WAO-aanvullingsregeling. Met deze voorziening wordt het tekort van de WAO-uitkering ten opzichte van de oorspronkelijke uitkering van 70% aangevuld. De premie wordt geheel door de deelnemers betaald. Langlopende schulden Suppletiefonds 543 622 Dit betreft het suppletiefonds waarin tekorten en overschotten van de overlijdensrisicoverzekering van werknemers bij een aantal aangesloten ondernemingen worden verrekend. De premie voor deze ver-zekering is vastgelegd in een collectief contract tussen General Electric Plastics BV en Generali. Het suppletiefonds wordt door het pensioenfonds beheerd. Afrekening overgenomen pensioenverplichtingen 642 699 Totaal langlopende schulden 1.185 1.321 Beleggingsopbrengsten (in miljoenen euro) 2001 2000 Directe beleggingsopbrengsten Aandelen vastgoedmaatschappijen - 199 Aandelen 1.622 1.318 Obligaties 6.383 5.622 Leningen op schuldbekentenis 529 658 Deposito s - 1 Banken 132 172 Waarde-overdrachten -/- 49 -/- 15 Suppletiefonds 48 -/- 139 Bijdragen van werkgevers en werknemers 130 - Overige 11 23 Totaal 8.857 7.839 Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde resultaten: Aandelen vastgoedmaatschappijen 1.156 647 Aandelen -/- 1.782 29.083 Obligaties 4.703 -/- 1.823 Leningen op schuldbekentenis -/- 19 4 Valutaverschillen -/- 4 -/- 2 Niet gerealiseerde resultaten: Aandelen vastgoedmaatschappijen -/- 1.276 194 Aandelen -/- 30.852 29.083 Obligaties -/- 2.668 3.391 Leningen op schuldbekentenis -/- 16 -/- 227 Totaal -/- 30.758 -/- 2.807 8

Verdeling beleggingsportefeuille w % w % Aandelen vastgoedmaatschappijen - - 3.779 1,4 Aandelen 129,921 51.1 132.004 50,0 Obligaties 116.882 46,0 119.564 45,3 Leningen op schuldbekentenis 7.456 2,9 8.765 3,3 254.259 100,0 264.112 100,0 Omzet Voor het begrip omzet dienen pensioenfondsen de in enig jaar verantwoorde premie-inkomsten en de genoten directe beleggingsopbrengsten te hanteren. Indien deze gedurende twee opeenvolgende boekjaren de helft of meer bedraagt van het in artikel 2:396, lid 1 b BW genoemde omzetcriterium (voor 2001 w 6.81 miljoen) is de Richtlijn voor de verslaglegging van pensioenfondsen van de Raad voor de Jaarverslaggeving van toepassing. Directe beleggingsopbrengsten 8.857 7.839 Bijdragen van werkgevers en werknemers 24.6 16.6 33.453 24.417 Bijdragen werkgevers en werknemers Periodieke premies Werkgevers en werknemers 19.713 14.852 WAO-hiaat 138 280 Geflex 1.862 1.578 FVP 108 -/- 400 Premies ineens 2.775 268 Totaal 24.596 16.578 Saldo van overdrachten van rechten Overgenomen pensioenverplichtingen 2.363 749 Overgedragen pensioenverplichtingen -/- 2.392 -/- 865 Totaal -/- 29 -/- 116 Pensioenuitkeringen Pensioenen Ouderdomspensioen -/- 1.599 -/- 1.329 Invaliditeitspensioen -/- 74 -/- 78 Weduwe-/weduwnaarspensioen -/- 527 -/- 457 Wezenpensioen -/- 33 -/- 35 WAO-hiaatpensioen -/- 152 -/- 41 Feflex -/- 579 -/- 300 Totaal -/- 964 -/- 2.240 Herverzekeringen Premies Premie kapitaalverzekering - 465-465 Uitkeringen uit herverzekering Ouderdomspensioen 409 329 Weduwe-/weduwnaarspensioen 69 38 Wezenpensioen - 1 Uitgekeerde sterftewinst 286 286 Mutatie vpv herverzekering -/- 95 1.111 Totaal 204 1.300 Overige voorzieningen De mutatie overige voorzieningen heeft betrekking op de onttrekking c.q. de dotatie aan de voorziening WAO-hiaat 1.102 -/- 163 Kosten vermogensbeheer Kosten inzake het externe vermogensbeheer en bewaring van effecten -/- 310 -/- 379 Kosten pensioenuitvoering en adm. Kosten van de (pensioen-)administratie, externe adviseurs, bestuurs- en overige kosten. Bestuursleden van de Stichting GE-Pensioenfonds ontvangen geen beloning -/- 730 -/- 434 Verzekerden bestand Deelnemers Gewezen Pensioendeelnemers gerechtigden Stand per 31 december 2000 2.732 1.628 270 Mutaties door: Nieuwe toetredingen 162 - - Herintreding 3 -/- 3 - Ontslag met premievrije aanspraak -/- 195 195 - Waarde-overdrachten - -/- 79 - Ingang pensioen -/- 14 -/- 12 70 Overlijden 7 Andere oorzaken 12 -/- 27 -/- 40 Mutaties per saldo -/- 41 71 18 Stand per 31 december 2001 2.691* 1.699 288 * waarvan 94 deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling Pensioengerechtigden 2001 2000 Ouderdomspensioen 154 127 Invaliditeitspensioen 41 60 Partnerpensioen 77 64 Wezenpensioen 16 19 Totaal 288 270 9

Meerjarenoverzicht 2001 2000 1999 1998 1997 Aantallen Deelnemers 2.691 2.732 2.656 2.570 2.347 Gewezen deelnemers 1.699 1.628 1.447 1.199 1.089 Pensioengerechtigden 288 270 185 212 162 Financiële gegevens (in duizenden euro) Pensioenvermogen 278.105 278.137 258.559 217.944 187.453 Waarvan pensioenverplichtingen 250.850 220.709 194.984 173.791 147.126 Bijdragen van werkgevers en werknemers Regulier 24.596 17.398 14.953 15.296 11.827 Premiekorting - -/- 820 -/- 618 -/- 3.035 260 Winstdeling aangesloten ondern. - - -/- 17.825 -/- 9.556 -/- 4.980 24.596 16.578 -/- 3.490 2.705 7.107 CRITERIUM De Stichting GE- Pensioenfonds voldoet aan het omzetcriterium en is derhalve verplicht de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW na te leven. Pensioenuitkeringen 2.964 2.240 1.808 1.467 1.243 Belegd vermogen 254.259 264.112 286.054 205.596 169.705 Beleggingsopbrengsten -/- 21.901 5.032 49.882 24.898 28.407 Performance -/- 8,4% -/- 1,7% 22,4% 13,5% 13,1% Beleggingsbeleid in 2001 Vastrentende waarden Ondanks de duidelijke versoepeling van het monetaire beleid met name in de Verenigde Staten bleef de lange rente per saldo ongeveer op hetzelfde niveau. De gemiddelde duur van de portefeuille werd over het algemeen licht overwogen, met name in het vierde kwartaal toen na de gebeurtenissen op 11 september voor een sterke teruggang van de wereldeconomie werd gevreesd. Dit durationbeleid heeft een positieve bijdrage aan de resultaten geleverd. Daarnaast werd geprofiteerd van het afvlakken van de rentekromme aan het lange eind. Per saldo kwam het resultaat op de vastrentende portefeuille uit op 7,1 %, waarmee de benchmark met 0,1 % werd overtroffen. Aandelen De neerwaartse tendens uit het zwakke aandelenjaar 2000 werd in het eerste kwartaal van 2001 onverminderd voortgezet, voordat in het tweede kwartaal de verwachting van een later in 2001 optredend economisch herstel de koersen weer deed opveren. Vooral door een zeer zwak derde kwartaal lieten alle belangrijke aandelenbeurzen over het gehele jaar een forse teruggang zien. De Energy Materials Industrials Cons. goods other Consumerstaples Health care Financials Inf. Technology Telecom Utilities 0 5 10 15 20 25 30 Portefeuille Bedrijfstakverdeling aandelenportefeuille waarde van de aandelenportefeuille daalde in 2001 ondanks aankopen van per saldo w 30,6 miljoen met w 2,1 miljoen naar w 129,9 miljoen. Het op aandelen behaalde resultaat van Benchmark -/- 21,7 % was duidelijk lager dan het benchmarkresultaat van -/- 15,3 %. De zwakke relatieve performance was in hoofdzaak het gevolg van het feit dat met name de aandelen van meer op groei gerichte ondernemingen in 2001 zeer sterk achterbleven bij het marktgemiddelde. Dit kwam naar voren in zwakke resultaten binnen de sectoren consumptiegoederen, financiële diensten, informatietechnologie en nutsbedrijven. Daarnaast speelden met name in het eerste kwartaal de gemaakte sectorkeuzes een negatieve rol. 10