beat - beaten to beat: beat - beaten bit - bitten to bite: bit - bitten broadcast - broadcast to broadcast: broadcast - broadcast bought - bought

Vergelijkbare documenten
Onregelmatige werkwoorden

Je gebruikt de present continuous wanneer iets nu bezig of aan de gang is. Vaak staat er een woord als now of at the moment in de zin.

6.5. Samenvatting door een scholier 1007 woorden 14 november keer beoordeeld

Antwoorden Engels Hoofdstuk 1 t/m 4

A2 Grammatica Algemeen

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden:

Engels Basisgrammatica Door: Johann Behrens.

Argument Writing & Argumentative Speaking

Schrijfvaardigheid engels

Onregelmatige werkwoorden - 5e klassen

Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) roepen beginnen begrijpen breken buigen drinken duiken klimmen kruipen roepen ruiken

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

ENGELS GRAMMATICA 2 e KLAS

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

onvoltooid verleden tijd

voltooid tegenwoordige tijd

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra)

v.t. jij, hij, v.t. v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t.

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

name: form: Hand-out Grammar 1 VWO 5

Martin Garrix and his fans

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

De strijkende man: De man die het strijkwerk van Marina deed en haar wensen in vervulling liet gaan.

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8

The first line of the input contains an integer $t \in \mathbb{n}$. This is followed by $t$ lines of text. This text consists of:

DE TIJDEN. Past Simple. Verleden tijd. Present Continuous. Past Perfect. Verband tussen heden en verleden. Present Perfect

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Stars FILE 7 STARS BK 2

It s all about the money Trade Fair trade

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

present continuous I am doing Present Perfect Continuous I have been doing now Unit 7 en Unit 8: Present Perfect has/have + voltooid deelwoord

1 zingen aanvangslied - Evangelische Liedbundel 218:1,2 = Samen in de naam van Jezus beamer Hemelhoog 399

Acties / Werkwoorden

Read this story in English. My personal story

k ga naar school go to school

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

LES 10. Naar onze buurt verhuisd. Sabbat Doe Lees Johannes 1 en Hebreeën 2.

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

Comics FILE 4 COMICS BK 2

gerund or to+infinitive

Engels en Dyslexie. Inzagedeel. Kees Siepelinga

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Animal friends. Animal friends

Samenvatting Engels Informele brief maken, grammatica

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD

Janne s 4 e engeltjesdag

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Things to do before you re 11 3/4

Fans talking about Martin

5,1. Vertaling door een scholier 2556 woorden 7 juli keer beoordeeld. dit zijn 132 nederlandse + engelse zingen.

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

they stay they are staying they will stay Past Simple Past Continuous Future Continuous

Boekverslag Engels A new year's surprise door Carolyne Larrington

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten?

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

DE MAGISCHE KLOK (THE MAGIC CLOCK)

Lesvoorbereiding Song 4

Vergaderen in het Engels

Appendix A: The factor analysis for the immersion questionnaire

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD

passive de lijdende vorm

Scourge of Ethar The Game

The 10 funniest apologies

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Lesvoorbereiding Song 13

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk?

5,6. Boekverslag door een scholier 1376 woorden 9 februari keer beoordeeld. Eerste uitgave 2000 Nederlands

Jeugddienst over bevrijding Liedteksten U2

Vertaling Engels Gedicht / songteksten

Een vrouw, een kind en azijn (Dutch Edition)

Welke 3 teksten hebben je het meest aangesproken? Geef de teksten (kopie of getypt) en leg uit waarom je deze teksten hebt gekozen.

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

Example. Dutch language lesson. Dutch & German Language Education Pieter Wielick

De ondernemende psychotherapeut (Dutch Edition)

Boekverslag Nederlands Pijnstillers door Carry Slee

ERVARINGSDESKUNDIGEN & HERSTELONDERSTEUNING

Externalisering van het migratiebeleid en de schaduwzijde van de EU-Turkije Deal.

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

Samenvatting Engels Hoofdstuk 1. Lesson 1 7,8. Samenvatting door C. 685 woorden 24 juni keer beoordeeld. Engels H1

HELLO (ADELE) refrein: Hello from the other side I must've called a thousand times to tell you I'm sorry,

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2

Jaarthema Samen bloeien. Flourish together

Fairway 1 Instaptoets

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Ik heb zo n angst. De laatste 12 uren heb ik met een koevoet geslapen, een fles naast mijn bed en de telefoon binnen handbereik.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

Opdracht Muziek Blink 182

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Introductie voor Docenten

01. Dan Rock Ik Toch Alleen Kinderen voor Kinderen

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. I need to go to the hospital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet

LESBRIEF onderbouw. MUZIEK OP MAAT, hart voor muziek! Lego House. Ed Sheeran

When and where is the story in the book set:

Transcriptie:

was / were - been to be: was / were - been beat - beaten to beat: beat - beaten became - become to become: became - become bet - bet to bet: bet - bet bit - bitten to bite: bit - bitten blew - blown to blow: blew - blown broke - broken to break: broke - broken broadcast - broadcast to broadcast: broadcast - broadcast built - built to build: built - built burnt - burnt bought - bought caught - caught to burn: burnt - burnt to buy: bought - bought to catch: caught - caught chose - chosen to choose: chose - chosen came - come to come: came - come cut - cut to cut: cut - cut did - done to do: did - done drew - drawn to draw: drew - drawn drank - drunk to drink: drank - drunk drove - driven to drive: drove - driven ate - eaten to eat: ate - eaten fell - fallen to fall: fell - fallen fed - fed to feed: fed - fed felt - felt to feel: felt - felt fought - fought to fight: fought - fought found - found to find: found - found flew - flown to fly: flew - flown forgot - forgotten to forget: forgot - forgotten got - got to get: got - got gave - given to give: gave - given went - gone to go: went - gone

worden worden (ww: vt - vd) (ver)slaan (ver)slaan (ww: vt - vd) zijn / worden zijn / worden (ww: vt - vd) blazen / waaien blazen / waaien (ww: vt - vd) bijten bijten (ww: vt - vd) wedden wedden (ww: vt - vd) bouwen bouwen (ww: vt - vd) uitzenden uitzenden (ww: vt - vd) breken breken (ww: vt - vd) vangen vangen (ww: vt - vd) kopen kopen (ww: vt - vd) (ver)branden (ver)branden (ww: vt - vd) snijden / knippen snijden / knippen (ww: vt - vd) komen komen (ww: vt - vd) kiezen kiezen (ww: vt - vd) drinken drinken (ww: vt - vd) trekken / tekenen trekken / tekenen (ww: vt - vd) doen doen (ww: vt - vd) Vallen vallen (ww: vt - vd) eten eten (ww: vt - vd) (aan)drijven / rijden (auto) (aan)drijven / rijden (auto) (ww: vt - vd) vechten vechten (ww: vt - vd) (zich) voelen (zich) voelen (ww: vt - vd) (zich) voeden / voeren (zich) voeden / voeren (ww: vt - vd) vergeten vergeten (ww: vt - vd) vliegen vliegen (ww: vt - vd) vinden vinden (ww: vt - vd) gaan gaan (ww: vt - vd) geven geven (ww: vt - vd) krijgen / worden krijgen / worden (ww: vt - vd)

grew - grown to grow: grew - grown hung - hung to hang: hung - hung had - had to have (got): had - had heard - heard to hear: heard - heard hid - hidden to hide: hid - hidden hit - hit to hit: hit - hit hurt - hurt to hurt: hurt - hurt kept - kept to keep: kept - kept knew - known to know: knew - known learnt - learnt left - left let - let to learn: learnt - learnt to leave: left - left to let: let - let lay - lain to lie: lay - lain lost - lost to lose: lost - lost made - made to make: made - made meant - meant to mean: meant - meant met - met to meet: met - met paid - paid to pay: paid - paid put - put to put: put - put quit - quit to quit: quit - quit read - read to read: read - read rode - ridden to ride: rode - ridden ran - run to run: ran - run said - said to say: said - said saw - seen to see: saw - seen sold - sold to sell: sold - sold sent - sent to send: sent - sent set - set to set: set - set shook - shaken to shake: shook - shaken shot - shot to shoot: shot - shot

hebben hebben (ww: vt - vd) hangen hangen (ww: vt - vd) groeien / worden groeien / worden (ww: vt - vd) slaan / raken slaan / raken (ww: vt - vd) (zich) verbergen (zich) verbergen (ww: vt - vd) horen horen (ww: vt - vd) weten / kennen weten / kennen (ww: vt - vd) houden / bewaren houden / bewaren (ww: vt - vd) pijn doen pijn doen (ww: vt - vd) laten / verhuren laten / verhuren (ww: vt - vd) (ver)laten (ver)laten (ww: vt - vd) leren leren (ww: vt - vd) maken maken (ww: vt - vd) verliezen verliezen (ww: vt - vd) liggen liggen (ww: vt - vd) betalen betalen (ww: vt - vd) ontmoeten ontmoeten (ww: vt - vd) bedoelen / betekenen bedoelen / betekenen (ww: vt - vd) lezen lezen (ww: vt - vd) ophouden (met) ophouden (met) (ww: vt - vd) zetten / leggen zetten / leggen (ww: vt - vd) zeggen zeggen (ww: vt - vd) rennen rennen (ww: vt - vd) rijden (fiets / paard) rijden (fiets / paard) (ww: vt - vd) (ver)zenden / (ver)sturen (ver)zenden / (ver)sturen (ww: vt - vd) verkopen verkopen (ww: vt - vd) zien zien (ww: vt - vd) schieten schieten (ww: vt - vd) schudden schudden (ww: vt - vd) zetten / plaatsen / instellen zetten / plaatsen / instellen (ww: vt - vd)

showed - shown to show: showed - shown sang - sung to sing: sang - sung sat - sat to sit: sat - sat slept - slept to sleep: slept - slept smelt - smelt to smell: smelt - smelt spoke - spoken to speak: spoke - spoken spelt - spelt to spell: spelt - spelt spent - spent to spend: spent - spent split - split to split: split - split stole - stolen stuck - stuck swore - sworn to steal: stole - stolen to stick: stuck - stuck to swear: swore - sworn swept - swept to sweep: swept - swept swam - swum to swim: swam - swum took - taken to take: took - taken taught - taught to teach: taught - taught tore - torn to tear: tore - torn told - told to tell: told - told thought - thought to think: thought - thought threw - thrown to throw: threw - thrown understood - understood to understand: understood - understood wore - worn to wear: wore - worn wrote - written to write: wrote - written

zitten zitten (ww: vt - vd) zingen zingen (ww: vt - vd) tonen / laten zien tonen / laten zien (ww: vt - vd) spreken spreken (ww: vt - vd) ruiken ruiken (ww: vt - vd) slapen slapen (ww: vt - vd) splijten splijten (ww: vt - vd) doorgeven / uitgeven doorgeven / uitgeven (ww: vt - vd) spellen spellen (ww: vt - vd) zweren / vloeken zweren / vloeken (ww: vt - vd) plakken plakken (ww: vt - vd) stelen stelen (ww: vt - vd) nemen / brengen nemen / brengen (ww: vt - vd) zwemmen zwemmen (ww: vt - vd) vegen vegen (ww: vt - vd) zeggen / vertellen zeggen / vertellen (ww: vt - vd) trekken / scheuren trekken / scheuren (ww: vt - vd) onderwijzen onderwijzen (ww: vt - vd) begrijpen / verstaan begrijpen / verstaan (ww: vt - vd) Gooien gooien (ww: vt - vd) denken denken (ww: vt - vd) schrijven schrijven (ww: vt - vd) dragen (kleding) dragen (kleding) (ww: vt - vd)