Bestuursreglement - september 2014

Vergelijkbare documenten
Bestuursreglement - december 2016

Reglement voor het college van bestuur van de Stichting V.O. Amsterdam-Zuid. a) stichting de Stichting V.O. Amsterdam-Zuid;

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

BESTUURSREGLEMENT VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Bestuursstatuut...4. Begripsbepalingen...4 Artikel 1...4

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Bijlage 4. Voorbeeld reglement onderdeel bestuur. en organisatie

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht

Reglement College van Bestuur. de Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs

Bestuursreglement Zadkine

STATUTEN Artikel 1 - Naam en zetel Stichting Het Nutshuis Artikel 2 - Doel Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag

Reglement College van bestuur,

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT

REGELING BESTUUR EN TOEZICHT

De tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde middelen worden gevormd door alle wettige baten.

Bestuursreglement voor de Stichting Tabor College

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ.

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Reglement statutair-directeur Stichting Woonveste ex artikel 5 lid 4 en 5 lid 5 van de statuten d.d. 2 oktober 2013

Managementstatuut Stichting Werkplaats Kindergemeenschap

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Reglement Raad van Toezicht

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

Reglement voor de Raad van Toezicht van de Stichting voor CVO Zuid-West Fryslân

Reglement Raad van Toezicht

Reglement raad van toezicht

Reglement van het College van Bestuur

Reglement van de Raad van Toezicht

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

STATUTEN. Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Woerden

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden raad van toezicht

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

Bestuursstatuut. Vaststellingstraject op voorstel van het College van Bestuur. Raad van Toezicht Vastgesteld door het bestuur. Versie: 1.

Reglement van de Raad van Toezicht van de vereniging reformatorisch passend onderwijs voor voortgezet onderwijs

Reglement Raad van Toezicht Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen

Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging. versie 14 mei 2018

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

regeling voor bestuur en toezicht

Reglement voor de Raad van Toezicht van de Stichting Haagsche Schoolvereeniging

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE STICHTING CBO DONGERADEEL

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE VERENIGING VOOR CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS IN NOORD- EN MIDDEN- DRENTHE

Statuten Stichting Openbare ScholenGroep Schoonoord 2016

Reglement intern toezicht

Reglement Raad van toezicht

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Reglement bestuur UWOON. Artikel 1 Definities

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

Reglement Raad van Toezicht Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam Noord Vastgesteld door de Raad van Toezicht op 11 september 2017

Managementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland

Managementstatuut SKOM

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ZORG GROEP BEEK B.V.

Artikel 14. In gevallen waarin deze statuten niet voorzien beslist het bestuur, met inachtneming van artikel 5 lid 1.

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Statuten STICHTING SERVICE INSTITUUT VEILIGHEID, ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN GEZONDHEID

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

STATUTEN Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting tot Bevordering en Stimulering van Onderzoek, Beschrijving en Publiceren

Bestuurs- en directiereglement

c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen; d. door zijn vrijwillig aftreden; e. door zijn ontslag door de

Reglement Raad van Toezicht Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam Noord

Managementstatuut (AB-DB model)

5. Stichting IKC+, een statutair te Almere gevestigde stichting, met adres Randstad 20-31, 1314 BC Almere, hierna te noemen: "Stichting IKC+

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

Bestuurs- en managementstatuut

BESTUURSREGLEMENT VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO WESTLAND

Nederlandse Brandwonden Stichting

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

Reglement Raad van Toezicht - december 2016

DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN DE STICHTING

Reglement van de Raad van Toezicht Nederlandse Omroep Stichting, ook handelende onder de naam Raad van Toezicht NPO.

STATUTEN DER STICHTING GRONINGER POLITIEK JONGEREN KONTAKT

Van de statuten van de stichting: Stichting Providebit te Utrecht

BESTUURSREGLEMENT STICHTING SWV Artikel 2: Werving en selectie leden algemeen bestuur

REGLEMENT REMUNERATIE- EN SELECTIECOMMISSIE STICHTING GROENWEST d.d. 12 november 2017

STATUTEN. Statuten van de Stichting Vrienden van Harmonie St. Caecilia, zoals vastgesteld in de oprichtingsakte op 24 september 2010

Artikel Slotbepaling In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de raad van toezicht.

REGLEMENT VAN DE STICHTING CKE

Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012)

2. Dit reglement is in werking getreden op 18 februari 2010 en vervangt het reglement van 14 september 2006.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN TOEZICHT. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4

STATUTEN NAAM EN ZETEL ARTIKEL

Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doe

Reglement Raad van Toezicht van Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair en Voortgezet Onderwijs

Artikel 1 Begripsbepalingen De stichting: de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen;

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap]

Transcriptie:

Bestuursreglement - september 2014 Werkveld: Datum: Vastgesteld: Advies GMR: Eerst volgende toetsing: Gewijzigd: Advies GMR: Bestuur en organisatie September 2014 16 september 2014 nvt 2018

2 BESTUURSREGLEMENT VAN STICHTING ARLANTA Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a) Stichting: Stichting ARLANTA; b) Statuten: de statuten van de stichting; c) Het bestuur: het bestuur van de stichting; d) Raad van toezicht: de raad van toezicht van de stichting; e) Het reglement: Het onderhavige Bestuursreglement; f) Het Reglement Raad Het reglement dat betrekking heeft en aanvullende bepalingen van Toezicht: bevat omtrent de raad van toezicht en zijn leden; g) GMR: de gemeenschappelijk medezeggenschapsraad van de stichting; h) Belanghebbenden: personen, geledingen en organisaties waarmee de stichting nauw contact wenst te onderhouden; i) Doel: De statutaire doelstelling van de stichting; j) Onafhankelijkheid: De hoedanigheid dat men zelfstandig en zonder (mogelijk) conflicterende relatie tot de stichting staat; Artikel 2 Reikwijdte Reglement 1. Dit reglement is een weergave en een aanvulling op de bepalingen omtrent het bestuur, zoals vervat in toepasselijke wet- en regelgeving en de statuten van de Stichting. 2. Bij onverhoopte tegenstrijdigheid tussen de statuten en dit reglement, prevaleert het gestelde in de statuten. 3. In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen is geboden, is het bestuur verplicht te handelen in de geest van dit reglement. 4. Daar waar dit reglement niet in voorziet, is de handelingswijze zo veel mogelijk overeenkomstig de geest van dit reglement. Artikel 3 Omvang en benoemingsbevoegdheid 1. De stichting wordt bestuurd door een college van bestuur, bestaande uit een door de raad van toezicht te bepalen aantal van één, twee of drie personen. Het bestuur van de stichting bestaat thans uit één lid, hierna ook wel te noemen: de bestuurder. 2. De leden van het college van bestuur worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht. 3. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 4. Benoeming geschiedt op grond van een vooraf vastgestelde benoemingsprocedure, waarbij is voorzien in de betrokkenheid van de werknemers en de ouders. Benoeming geschiedt voor een periode gelijk aan de duur van de gesloten arbeidsovereenkomst. 5. De aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van het college van bestuur gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin vastgesteld door de raad van toezicht in een profielschets.

3 Artikel 4 Voorziening bij tijdelijke afwezigheid 1. Tijdelijke afwezigheid van de bestuurder wordt zo spoedig mogelijk gemeld aan de voorzitter van de raad van toezicht. 2. Bij kortdurende afwezigheid en/of ontstentenis is het bestuur bevoegd zelf een plaatsvervanger aan te wijzen. Het bestuur verstrekt de plaatsvervanger een toereikende volmacht (bijlage). Het bestuur informeert de raad van toezicht omtrent de verstrekte volmacht. 3. Indien de afwezigheid langer dan drie maanden voortduurt, beslist de raad van toezicht omtrent de vervanging. 4. Indien het bestuur van zijn bevoegdheid op grond van lid 1 geen gebruik heeft gemaakt, terwijl er sprake is van zijn afwezigheid en/of ontstentenis, beslist de raad van toezicht omtrent de vervanging. 5. In de gevallen bedoeld in lid 2, lid 3 en lid 4 van dit artikel zal in beginsel de staffunctionaris met portefeuille onderwijs als plaatsvervanger worden aangewezen, tenzij dringende redenen leiden tot een andere beslissing. 6. De voorzitter van de raad van toezicht beoordeelt de noodzaak van eventuele vervanging van de bestuurder in overleg met de leden van de raad van toezicht. 7. Indien externe vervanging van de bestuurder noodzakelijk wordt geoordeeld, voorziet de raad van toezicht hierin door een externe tijdelijk te belasten met de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bestuurder. Artikel 5 Code Goed bestuur De bestuurder conformeert zich aan het gestelde in de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs zoals vastgesteld door de PO-Raad, voor zover daarvan in de statuten of het hierna volgende niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. Artikel 6 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdhedenverdeling 1. De bestuurder is onverminderd hetgeen zijn arbeidsovereenkomst en de statuten bepalen, belast met: a. het besturen van de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. b. het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van het inhoudelijk beleid van de stichting overeenkomstig het doel; c. al hetgeen met inachtneming van het onderstaande overigens binnen de bestuurstaak past. 2. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taken te allen tijde op het belang van de stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de samenleving. 3. Het bestuur stelt de missie en de doelstellingen vast van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij de scholen zijn betrokken en rekening houdend met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt. Het college van bestuur legt in het jaarverslag verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen worden gehaald. 4. De bestuurder is zich in zijn verdere maatschappelijk handelen bewust van zijn voorbeeldfunctie voor de gehele stichting en de onder de stichting ressorterende scholen. 5. Tegen de achtergrond van in het bestuur benodigde deskundigheid draagt de bestuurder zorg voor zijn eigen voortdurende persoonlijke ontwikkeling. Artikel 7 Belangenverstrengeling 1. De bestuurder bewaakt zijn onafhankelijkheid en vermijdt elke schijn van belangenverstrengeling of belangentegenstelling waar het de stichting betreft. 2. Indien de bestuurder voorziet dat een (schijn van) onverenigbaarheid met zijn taakvervulling zou optreden of zou kunnen optreden, of een anderszins tegenstrijdig belang tussen de stichting en het bestuur, dient het bestuur de raad van toezicht hiervan onverwijld in kennis te stellen. Indien de raad van toezicht zulks gewenst acht, zal de bestuurder ter zake geen gebruik maken van zijn bevoegdheden.

4 3. In gevallen waarin de stichting naar het oordeel van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang heeft met de bestuurder, wordt de stichting vertegenwoordigd door de raad van toezicht, tenzij de raad van toezicht de bestuurder uitdrukkelijk machtigt om de stichting in dat specifieke geval te vertegenwoordigen. 4. De bestuurder beperkt het aantal en de aard van zijn andere functies zodanig dat een onafhankelijke vervulling van zijn taak als bestuurder is gewaarborgd. 5. De bestuurder dient de voorzitter van de raad van toezicht te informeren omtrent zijn andere functies die van belang kunnen zijn voor de stichting of de onafhankelijke uitvoering van zijn bestuurstaken, voordat dergelijke andere functies door hem worden aanvaard. Indien de voorzitter van de raad van toezicht van mening is dat er een risico bestaat op tegenstrijdige belangen, wordt de zaak besproken op de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht na de melding van de bestuurder. Indien de raad van toezicht van oordeel is dat de betreffende functie een kennelijk nadelige invloed heeft op het onafhankelijk functioneren van de bestuurder, deelt hij dit binnen een week na de vergadering schriftelijk aan de bestuurder mee. 6. Daarna zal tussen de bestuurder en de raad van toezicht overleg plaatsvinden over de voorwaarden waaronder de bezwaren van de raad van toezicht kunnen worden opgeheven. Artikel 8. Vergaderen en besluitvorming 1. Besluiten van het bestuur dienen te berusten op goede gronden en zorgvuldig tot stand te zijn gekomen. 2. Van besluitvorming wordt periodiek verslag opgemaakt. Hierin worden alle genomen besluiten weergegeven. Het periodiek verslag wordt door het bestuur ondertekend, waarna het deugdelijk gearchiveerd wordt. 3. Ten aanzien van de besluitvorming over de onderwerpen waarop het bepaalde in artikel 7 van de Statuten ziet, alsmede voor de overige onderwerpen die genoemd zijn in artikel 11 van dit reglement, is de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht vereist. Besluitvorming omtrent deze onderwerpen geschiedt uitsluitend door het bestuur nadat de benodigde goedkeuring is verkregen. Indien deze goedkeuring redelijkerwijs niet kan worden afgewacht neemt het bestuur het besluit onder het voorbehoud van nog te verkrijgen goedkeuring van de raad van toezicht. Artikel 9 Verantwoording en evaluatie 1. De bestuurder verantwoordt zich tegenover interne en externe belanghebbenden over de wijze waarop het bestuur is uitgeoefend. 2. De bestuurder draagt zorg voor feedback op het eigen functioneren en evalueert het functioneren ten minste eenmaal per jaar.

5 Artikel 10 Functionering en beoordeling 1. De voorzitter en een lid van de raad van toezicht voeren tenminste jaarlijks een functioneringsgesprek met de bestuurder. De uitkomsten van dit gesprek en gemaakte afspraken worden vastgelegd en in de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht besproken. Vervolgens worden zij toegevoegd aan het dossier als bedoeld in lid 3. 2. De raad van toezicht spreekt in overleg met de bestuurder een beoordelingskader af waaraan de bestuurder in de dan komende beoordelingsperiode zal moeten voldoen. Beoordelingsgesprekken op basis van dit kader met de bestuurder worden gevoerd door de voorzitter en een lid van de raad van toezicht gezamenlijk. Een zakelijke weergave van een beoordelingsgesprek wordt schriftelijk vastgelegd. De betreffende twee leden van de raad van toezicht brengen na het beoordelingsgesprek een advies omtrent beoordeling en toepassing van beoordelingsmaatregelen uit aan de raad van toezicht. De beoordeling wordt schriftelijk vastgesteld door de raad van toezicht. Het beoordelingskader, het verslag van het beoordelingsgesprek en de beoordeling worden toegevoegd aan het dossier als bedoeld in lid 3. 3. De voorzitter van de raad van toezicht draagt zorg voor het beheer (c.q. het doen beheren) van het personeelsdossier van de bestuurder. Artikel 11 Schriftelijke goedkeuring 1. Aan de goedkeuring van de raad van toezicht zijn onderworpen besluiten van het bestuur tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt. 2. Voorts heeft het bestuur voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot: a) Het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten welke niet binnen de begroting zijn opgenomen. b) Vaststelling en wijziging van het strategisch beleidsplan/meerjarenplan; c) De beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek van een door de stichting in stand gehouden school, of van de stichting als geheel; d) Ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers in dienst van de stichting; e) Een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling; f) Het doen van een voorstel tot fusie, opheffing of afsplitsing van een deel van door de stichting in stand gehouden scholen; g) Het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de stichting of de in stand te houden scholen; h) Het vaststellen van de jaarlijkse begroting; i) Het vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag; j) Het wijzigen van de statuten van de stichting, het ontbinden van de stichting, juridische fusie, juridische splitsing; k) Het aanwijzen van de registeraccountant. l) Overige besluiten waarvan door de raad van toezicht is bepaald dat deze zijn goedkeuring behoeven. Voor zover daarvan sprake is, worden deze opgenomen in een bijlage bij dit bestuursreglement. 3. Voorstellen voor besluiten als bedoeld in lid 1 en 2 worden door de bestuurder aan de raad van toezicht voorgelegd voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van het beoogde besluit. 4. De bestuurder draagt er zorg voor dat de raad van toezicht voldoende in de gelegenheid wordt gesteld tot zorgvuldige standpuntbepaling omtrent de ter schriftelijke goedkeuring of raadpleging voorgelegde voorstellen. 5. Het bestuur is verplicht de stukken die betrekking hebben op de in lid 2 genoemde onderwerpen ten minste zeven werkdagen voorafgaande aan de besluitvorming toe te zenden aan de raad van toezicht. 6. De raad van toezicht spreekt zich binnen zeven werkdagen na ontvangst uit over de goedkeuring van het besluit, tenzij een andere termijn door het bestuur is verzocht.

6 7. Indien de raad van toezicht negatief adviseert, dan wel substantiële wijzigingen in het besluit voorstelt, wordt dit vastgelegd in een met redenen omkleed besluit van de raad van toezicht. Artikel 12 Informatie 1. Teneinde de raad van toezicht in de gelegenheid te stellen zijn taken in het kader van toezicht, advisering en schriftelijke goedkeuring naar behoren uit te voeren, draagt het bestuur er zorg voor dat de raad van toezicht adequaat wordt geïnformeerd over aangelegenheden die voor hem van belang zijn. De raad van toezicht kan ter zake nadere kaders en regels stellen. Voor zover daarvan sprake is, worden deze opgenomen in een bijlage bij dit bestuursreglement. 2. Het bestuur is in beginsel aanwezig bij de vergaderingen van de raad van toezicht, tenzij de raad van toezicht anders aangeeft. Het bestuur kan zich bij het verstrekken van informatie tijdens deze vergaderingen laten ondersteunen door een functionaris of deskundige van de Stichting, tenzij de raad van toezicht anders aangeeft. 3. Indien de raad van toezicht dit geboden acht, kan hij informatie inwinnen bij functionarissen en deskundigen van de Stichting. De raad van toezicht kan verlangen dat bepaalde functionarissen en deskundigen bij zijn vergaderingen aanwezig zijn. 4. Ieder lid van de raad van toezicht heeft toegang tot de boeken, gegevens en kantoren van de stichting voor zover dit nodig is voor of dienstig kan zijn aan een goede vervulling van zijn taak. Een lid van de raad oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van de raad van toezicht. 5. De raad van toezicht kan zich voorts bij de uitoefening van zijn taak doen bijstaan of voorlichten door één of meer door hem aan te stellen deskundigen tegen een met de raad overeen te komen vergoeding, die ten laste van de Stichting komt. Voor zover deze kosten niet passen binnen de jaarbegroting, zal de raad van toezicht slechts in het geval van dringende redenen overgaan tot het inschakelen van een deskundige. 6. In het kader van het in lid 1 gestelde draagt het bestuur er zorg voor dat de raad van toezicht ten minste kennis kan nemen (in beginsel schriftelijk) van de volgende aangelegenheden: a) ontwikkelingen op het gebied van de positionering en de strategie van de stichting; b) de interne risicobeheersing- en controlesystemen, waaronder regelmatige verslaglegging van de financiële ontwikkelingen; c) het voor de onder de stichting ressorterende scholen geldende medezeggenschapsstatuut; d) de voor de onder de stichting ressorterende scholen geldende algemene kaders voor schoolplannen; e) de voor de onder de stichting ressorterende scholen geldende klachtenregeling; f) op de onder de stichting ressorterende scholen betrekking hebbende klachten ingevolge de klachtenregeling alsmede de beslissing daarop; g) kwesties waarin de stichting in rechte wordt betrokken of zelf gerechtelijke stappen onderneemt (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de beslissingen daarin; h) relevante ontwikkelingen in duurzame samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen en/of met de gemeente Dongeradeel; i) op de onder de stichting ressorterende scholen betrekking hebbende kwaliteitsrapportages (waaronder begrepen inspectierapportages); j) ingrijpende onderwijskundige projecten en/of experimenten waaraan wordt deelgenomen door onder de stichting ressorterende scholen; k) benoeming en ontslag van directeuren en staffunctionarissen; l) managementletters en andere rapportages van externe accountants betreffende de stichting of onder de stichting ressorterende scholen; m) omvangrijke (ver-)bouwactiviteiten betreffende de onder de stichting ressorterende scholen; n) problemen en conflicten van betekenis binnen de stichting of in de relatie met derden, zoals overheid en samenwerkingspartners; o) calamiteiten die gemeld zijn bij de Inspectie voor het Onderwijs, dan wel Justitie; p) kwesties waarvan verwacht kan worden dat zij in de publiciteit komen. Artikel 13 Financiën en verslaglegging 1. Het college van bestuur stelt jaarlijks voor 1 december een begroting op met toelichting voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten en stelt voor 1 juni de jaarrekening over het afgelopen jaar van de stichting vast. De rekening gaat vergezeld van een verslag van een

7 registeraccountant dat, behalve de verklaring bij de rekening, bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. 2. De begroting en de jaarrekening worden in de vergadering van de raad van toezicht besproken. De raad van toezicht zet daarbij de nodige middelen in om voldoende inzicht te krijgen in de financiële situatie van de stichting. 3. De raad van toezicht besluit vervolgens over de goedkeuring van de begroting c.q. de jaarrekening. 4. De raad van toezicht is bevoegd het college van bestuur decharge te verlenen voor hun bestuur, zoor zover daarvan uit de vastgestelde stukken blijkt of anderszins aan hem bekend is gemaakt. Artikel 14 Statutenwijziging, ontbinding, fusie, splitsing 1. De besluiten als bedoeld in artikel 11 sub j van dit reglement worden genomen in een gezamenlijke vergadering van het college van bestuur en de raad van toezicht. Is de vergadering van het college van bestuur en de raad van toezicht waarin een genoemd besluit aan de orde is niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering bijeen worden geroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal aanwezigen. 2. Bij de oproeping tot vergadering, waarin een voorstel tot een besluit als bedoeld in lid 1 zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van oproeping bedraagt te n minste twee weken. Artikel 15 Vaststelling, wijziging en inwerkingtreding 1. Wijzigingen van dit bestuursreglement worden voorbereid door het college van bestuur. 2. Dit bestuursreglement, alsmede wijzigingen daarin, wordt vastgesteld door de raad van toezicht na verkregen advies ter zake van het college van bestuur.

8 Artikel 16 Slotbepaling In de gevallen waarin dit bestuursreglement niet voorziet beslist de raad van toezicht, gehoord het bestuur. Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2014 en geldt voor onbepaalde tijd, onverlet de bevoegdheid van de raad van toezicht tot intrekking of wijziging ervan. Dit reglement kan worden aangehaald als Bestuursreglement 2014 ============================================================== ===== Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht ter vergadering d.d. 16 september 2014

9 Bijlage AKTE VAN VOLMACHT Ondergetekende: Carin Doodeman, enig statutair bestuurder van de te Dokkum gevestigde stichting Stichting ARLANTA Neemt het volgende in overweging: 1. Ondergetekende zal in de periode van tot afwezig zijn <periode mag niet langer zijn dan drie maanden>. 2. Het bestuursreglement van de Stichting bepaalt dat de bestuurder bij een dergelijke kortdurende afwezigheid en/of ontstentenis een plaatsvervanger kan aanwijzen. 3. Ondergetekende wenst met dit doel een volmacht te verstrekken; Verklaart last en volmacht te geven aan:.., wonende te, aan nr, hierna te noemen: de waarnemend bestuurder ; Om voor en namens hem: De bestuurspositie volledig en onbeperkt waar te nemen voor de lopende zaken en als zodanig alle handelingen te verrichten die door hem noodzakelijk worden geacht, teneinde de bedrijfsvoering doorgang te laten vinden, en verder ter voorgeschreven zake al datgene meer te doen, dat dienstig kan zijn tot het bereiken van dit doel, één en ander echter onder de begrenzing dat de volmacht enkel en alleen mag worden uitgeoefend: a. in de lijn van de statutaire doelstelling van de Stichting; b. binnen de grenzen van de door het Bestuur vastgestelde en de door de raad van toezicht goedgekeurde jaarbegroting en de daarop in de loop van het jaar aangebrachte begrotingswijziging(en); c. binnen de grenzen van de statuten, het Directiereglement en het door het Bestuur bepaalde beleid, richtlijnen en spelregels en overige interne richtlijnen; d. binnen de grenzen van de door het Bestuur genomen besluiten; e. binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid. Indien de waarnemend bestuurder twijfelt over de toereikendheid van zijn volmacht overlegt hij ter zake met de Bestuurder of, indien deze niet bereikbaar is, met de voorzitter van de raad van toezicht. Bevoegdheden, die in beginsel onder het bereik van deze volmacht vallen, worden door de waarnemend bestuurder niet uitgeoefend voor zover er sprake is van een bestuurlijk of politiek gevoelige aangelegenheid. Indien de waarnemend bestuurder zo nodig na overleg van oordeel is, dat er sprake is van een zodanige aangelegenheid, geeft hij dit zo spoedig mogelijk aan bij het Bestuur onder opgave van redenen of, indien de Bestuurder niet bereikbaar is, bij de voorzitter van de raad van toezicht. Onderwerpen worden geacht bestuurlijk of politiek gevoelig te zijn, indien: - zij leiden tot een afwijking of uitbreiding van vastgesteld beleid;

10 - daarvan in redelijkheid verwacht kan worden dat de Bestuurder daarin een stem zou willen hebben; - dit door de Bestuurder kenbaar is gemaakt. Aldus getekend en opgemaakt in tweevoud te.., d.d.. 20 handtekening:.. naam: C. Doodeman Voor akkoord: Handtekening:.. Naam:..