Subsidieberekening van de subsidies voor buitenschoolse kinderopvang

Vergelijkbare documenten
Subsidies voor groepsopvang van schoolkinderen

Subsidieberekening voor kinderopvang van baby s en peuters

Brochure voorschotten groepsopvang

Brochure voorschotten gezinsopvang

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

Subsidies inclusieve opvang

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding Wijzigingsbesluiten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Afdeling 1. Inleidende bepalingen. Inwerkingtreding Wijzigingsbesluiten

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

BROCHURE FINANCIËLE COMPENSATIE 2017

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

BROCHURE FINANCIËLE COMPENSATIE 2014

Subsidie kinderopvang baby s en peuters: in de praktijk

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden HOOFDSTUK III. - Plaatsen voor occasionele opvang HOOFDSTUK IV.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 (BS ) houdende toekenning van een subsidie aan het lokaal loket kinderopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

! Versie vanaf (wijzigingen bij BVR van , treden in werking vanaf )

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Organisatoren kunnen voor die subsidiegroepen een aanvraag voor bijkomende subsidieerbare plaatsen met de subsidie inkomenstarief indienen.

Besluiten van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 over de vergunningsvoorwaarden en de subsidies voor de kinderopvang van baby s en peuters

Adviesrol lokaal bestuur bij kinderopvang

Subsidie inkomenstarief ( trap 2 )

Titel 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 1. Definities. Inwerkingtreding

Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang

Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

VR DOC.1391/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

IV.3 E/S IBO BVR Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatst verstuurde mededeling

! wijzigingen bij besluit van , treden inwerking op

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Kinderopvang in Vlaanderen. 6 maart 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

Beslissingskader voor de verdeling van de vrijgekomen middelen voor een Centrum Inclusieve Kinderopvang

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

VR DOC.1496/1BIS

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Titel 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 1. Definities. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Ministerieel besluit van 23 april 2014 (BS 4 juli 2014) tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november

DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN KINDEROPVANG VAN BABY S en PEUTERS. Ann Lobijn

Ministerieel besluit van 23 april 2014 (BS 4 juli 2014) tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

Beslissingskader voor de verdeling van subsidiebeloftes voor basissubsidie (trap 1) groepsopvang

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

FAQ s sociale maribel

Subsidies voor organisatoren van erkende consultatiebureaus

Beslissingskader voor de selectie van de deelnemers aan het vernieuwend project werknemersstatuut kinderbegeleiders gezinsopvang

REGLEMENT BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN PREMIES AAN INITIATIEVEN VOOR KINDEROPVANG VAN BABY S EN PEUTERS IN NINOVE

gemeenteraad Besluit De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, 1.

1. Deze toekenningsronde richt zich tot organisatoren met locaties gezinsopvang zonder subsidies voor inkomenstarief.

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

Infosessie zelfstandige kinderopvangsector

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Kinderopvang. Jaarverslag Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel

ALGEMENE PRINCIPES UITBREIDINGSRONDE BASISSUBSIDIE (trap 1) 2018

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN

Reglement voor de subsidiëring van kinderopvang van baby s en peuters volgens inkomenstarief

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 maart 2016;

Decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS

Aan alle kinderopvangorganisaties met subsidie voor inkomenstarief. Afdeling contactpersoon Telefoon Kinderopvang. AMDP mei 2014

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS

Vlaamse Regering..3^L^

Art. 2. Kind en Gezin kan aan de organisator subsidies toekennen voor de realisatie van de specifieke dienstverlening, vermeld in dit besluit.

Nr september 2015

Veranderingen in regelgeving kinderopvang principieel goedgekeurd

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

VR DOC.1268/2

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Kinderopvang. Jaarverslag Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel 02/

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - Handhaving voorwaarden

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro).

Uitbreidingsronde Kinderopvang. Een zorgvuldig lokaal advies

Decreet van 8 november 2013 houdende het stimuleren, het coördineren en het subsidiëren van de tewerkstelling in de sportsector (B.S.

Transcriptie:

B Subsidieberekening van de subsidies voor buitenschoolse kinderopvang INHOUDSOPGAVE ALGEMENE INFORMATIE... 2 1. DE SUBSIDIE VOOR BASISAANBOD BUITENSCHOOLSE OPVANG (T1)... 4 2. SUBSIDIE FLEXIBELE BUITENSCHOOLSE GROEPSOPVANG (FLEX T1)... 8 3. SUBSIDIE VOOR INCLUSIEVE OPVANG... 9 3.1. DE SUBSIDIE VOOR INDIVIDUELE INCLUSIEVE OPVANG... 9 3.2. DE SUBSIDIE VOOR STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG... 10 3.3. DE SUBSIDIE VOOR CENTRUM INCLUSIEVE KINDEROPVANG... 12 4. SUBSIDIE VOOR INITIATIEF BUITENSCHOOLSE OPVANG (IBO)... 13 5. SUBSIDIE VOOR KINDEREN UIT ACHTERGESTELDE GEBIEDEN... 16 6. SUBSIDIE VOOR BUITENSCHOOLSE OPVANG IN EEN AFZONDERLIJKE BINNENRUIMTE... 17 7. SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN BUITENSCHOOLSE OPVANG... 19 8. SUBSIDIE VOOR OCCASIONELE OPVANG... 20 9. SUBSIDIE VOOR GENERATIEPACT... 22 10. SUBSIDIE VOOR PROJECTEN DIE IN 2014 GESUBSIDIEERD WERDEN VIA HET FCUD (FONDS VOOR COLLECTIEVE UITRUSTINGEN EN DIENSTEN)... 24 11. SUBSIDIE VOOR ORGANISATOREN DIE PERSONEELSLEDEN MET EEN GEWEZEN GESCO-STATUUT IN DIENST HEBBEN... 25 12. SUBSIDIE VOOR LOKALE DIENST BUURTGERICHTE BUITENSCHOOLSE OPVANG... 26 1

ALGEMENE INFORMATIE In deze brochure kan je informatie terugvinden over hoe Kind en Gezin de bedragen berekent en betaalt voor de subsidies voor buitenschoolse kinderopvang. Kind en Gezin betaalt de meeste subsidies op basis van een voorschot en een saldo. Het voorschot wordt betaald aan het begin van elk kwartaal, een saldo voor eind maart van het kalenderjaar volgend op het subsidiejaar. Bij het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot van 95% van de geschatte subsidies van dat kwartaal. De timing ziet er als volgt uit: Voorschotten Voorschot kwartaal 1 Voorschot kwartaal 2 Voorschot kwartaal 3 Voorschot kwartaal 4 Uitbetaald in Januari April Juli Oktober Het saldo is het verschil tussen het subsidiebedrag waar je als organisator recht op hebt voor een bepaald jaar en de voorschotten die je kreeg. Kind en Gezin berekent en betaalt het saldo voor eind maart van het jaar na het subsidiejaar, op voorwaarde dat je alle nodige informatie hebt bezorgd. Hebben we de informatie niet, dan berekenen we het saldo en het volgende voorschot later. Voor een organisator die volledig stopt met kinderopvang én die geen voorbehoud vraagt van de subsidies, maken we het saldo in het kwartaal na de stopzetting. Bij het berekenen van de bedragen ronden we zo weinig mogelijk af. Dit gebeurt enkel op het einde van de berekening. Er wordt afgerond op het aantal cijfers na de komma, zoals beschreven in deze brochure. We gebruiken in de berekeningen vaak het. In de voorbeelden in deze brochure werken we met dagen. Houd er rekening mee dat we in een schrikkeljaar rekenen met 366 dagen. 2

SUBSIDIEBEDRAGEN De subsidiebedragen in deze brochure zijn óf fictief óf de bedragen van 2016. We kunnen niet steeds de meest recente bedragen vermelden omdat deze geregeld wijzigen, bijvoorbeeld bij indexoverschrijding. De bedragen in de voorbeelden dienen dus enkel als voorbeeld. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. SUBSIDIEVOORWAARDEN Om subsidies van Kind en Gezin te kunnen krijgen, moet je voldoen aan de subsidievoorwaarden. In de brochure Subsidies voor buitenschoolse kinderopvang vind je informatie over de verschillende subsidies die je als organisator van buitenschoolse kinderopvang van Kind en Gezin kan ontvangen. 3

1. DE SUBSIDIE VOOR BASISAANBOD BUITENSCHOOLSE OPVANG (T1) Bedrag De subsidie voor basisaanbod buitenschoolse opvang is een vast bedrag per gesubsidieerde plaats per jaar. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Berekening per subsidiegroep Vanaf 2017 berekent en betaalt Kind en Gezin deze subsidie op een andere manier. We doen dit naar analogie van de baby s en peuters, zodat je als organisator je subsidies flexibeler kan inzetten. We bundelen alle locaties met een attest van toezicht groepsopvang in een subsidiegroep. Een subsidiegroep is een geografisch afgegrensd gebied waarbinnen je subsidies berekend en betaald worden. Voor groepsopvang worden de locaties gebundeld op gemeentelijk niveau. Het Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad vormt de uitzondering: alle locaties groepsopvang met een attest van toezicht vallen in één subsidiegroep. Subsidieberekening We bepalen een gemiddeld openingspercentage. We berekenen eerst jaarlijks een openingspercentage voor alle locaties met een attest van toezicht waarvoor je subsidies krijgt. Zijn er meerdere locaties met deze subsidie binnen de subsidiegroep, dan tellen we de openingspercentage van de verschillende locaties op en delen we ze door het aantal locaties. openingspercentage per locatie = met minstens 5 uur opvang 220 x (aantal dagen met basissubsidie/ ) *100 gemiddeld openingspercentage = Som van de openingspercentages per locatie aantal locaties binnen de gemeente die voldoen aan de subsidievoorwaarden Het gemiddeld openingspercentage is maximum 100% 1. 4

Locatie 1 is op jaarbasis 160 dagen van minimum 5 uur open. Locatie 2 is op jaarbasis 180 dagen van minimum 5 uur open. Openingspercentage locatie 1: 160/220 = 72,72% Openingspercentage locatie 2: 180/220 = 81,81% Het gemiddeld openingspercentage voor de subsidiegroep = (72,72% + 81,81%) / 2 locaties = 77,27% 2. Locatie 1 is op jaarbasis 240 dagen van minimum 5 uur open. Locatie 2 is op jaarbasis 180 dagen van minimum 5 uur open. Openingspercentage locatie 1: 240/220 = 109,09% Openingspercentage locatie 2: 180/220 = 81,81% Het gemiddeld openingspercentage voor de subsidiegroep = (109,09% + 81,81%) / 2 locaties = 95,45% We berekenen de subsidie voor een volledig jaar zonder veranderingen. jaarbedrag T1 gesubsidieerde capaciteit T1 gemiddeld openingspercentage Een subsidiegroep heeft 30 gesubsidieerde plaatsen basissubsidie buitenschoolse opvang voor het volledige jaar 2017. Het gemiddeld openingspercentage voor 2017 is 87,40% en het bedrag is in 2017,588,83 euro per plaats. Jaarbedrag 2017 = 588,83 30 87,40% = 15.439,12 euro 5

Hoeveel krijg je als je geen volledig jaar de subsidie krijgt? jaarbedrag gesubsidieerde capaciteit T1 gemiddeld openingspercentage x met subsidie basisaanbod Een locatie heeft subsidies voor 18 plaatsen vanaf 1 mei 2017 en is 145 dagen van minimum 5 uur open. Stap 1. Berekening van het gemiddeld openingspercentage gemiddeld openingspercentage = 145 220 (245/) X 100 = 98,19% Stap 2. Het bedrag voor 2017: 588,83 x 18 x 98,19% x 245 = 6.985,59 euro Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? Verandert je capaciteit of verandert het bedrag door een indexaanpassing, dan splitsen we de berekening in verschillende stukjes. (jaarbedrag periode1 gesubsidieerde capaciteit T1 periode 1 gemiddeld openingspercentage x aantal dagen periode 1 ) + (jaarbedrag periode2 gesubsidieerde capaciteit T1 periode 2 gemiddeld openingspercentage x aantal dagen periode 2 ) Voorschot Aan het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot voor deze subsidie. Het voorschot wordt berekend op basis van je laatst gekende gemiddelde openingspercentage. Voor het eerste en tweede kwartaalvoorschot van 2017 zullen we een voorschotpercentage berekenen op basis van je voorziene openingsdagen van 2016. Nadat we je saldo 2016 (nog op de oude manier) hebben gemaakt, zullen we opnieuw het gemiddeld openingspercentage berekenen. Met dat percentage berekenen we de daaropvolgende voorschotten. Bij het berekenen van het saldo 2017 (op de nieuwe manier) wordt een nieuw gemiddeld openingspercentage berekend. Dat percentage wordt vanaf dan gebruikt. 6

De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal jaarbedrag gesubsidieerde capaciteit T1 gemiddeld openingspercentage x aantal dagen in het kwartaal met subsidies x 95% Een subsidiegroep heeft 30 gesubsidieerde plaatsen en een gemiddeld openingspercentage van 78,80%. Voorschot KW1 van 2017 = 588,83 x 30 x 78,80% x 90 x 95% = 3260,70 euro De voorschotberekening met veranderingen in het kwartaal Verandert het bedrag of de gesubsidieerde capaciteit in de loop van het kwartaal, dan wordt dit opgesplitst in twee periodes. Een subsidiegroep heeft op 1 januari 2017 30 gesubsidieerde plaatsen. Het aantal gesubsidieerde plaatsen stijgt vanaf 1 maart 2017 naar 40 gesubsidieerde plaatsen. Er is een gemiddeld openingspercentage van 78,80%. Voorschot KW1 2017 = [(588,83 x 30 x 78,80% x 59 ) + (588,83 x 40 x 78,80% x 31 )] x 95% = 3.635,08 euro Saldo Voor de berekening van het saldo zal Kind en Gezin je vragen hoeveel dagen je in het afgelopen jaar meer dan 5 uur open was. Op basis daarvan berekenen we op hoeveel subsidie je in het afgelopen jaar recht had. Hiervan trekken we de betaalde voorschotten af. Daarna betalen we het restbedrag. Heb je teveel krijgen voor het vorige jaar, dan wordt dit afgehouden van je volgend voorschot of teruggevorderd. 7

2. SUBSIDIE FLEXIBELE BUITENSCHOOLSE GROEPSOPVANG (FLEX T1) Bedrag Deze subsidie is een vast bedrag per gesubsidieerde opvangplaats per kalenderjaar. Het aantal subsidieerbare flexibele opvangplaatsen kan niet hoger zijn dan het aantal subsidieerbare opvangplaatsen met basisaanbod. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening De berekening, het voorschot en het saldo van de subsidie flexibele buitenschoolse groepsopvang gebeurt helemaal volgens dezelfde principes als de basissubsidie buitenschoolse opvang maar uiteraard wel met een ander jaarbedrag. 8

3. SUBSIDIE VOOR INCLUSIEVE OPVANG 3.1. DE SUBSIDIE VOOR INDIVIDUELE INCLUSIEVE OPVANG Bedrag In de periode waarvoor er een toekenning van de subsidie is, krijg je een vast bedrag per dag dat het kind effectief wordt opgevangen. Het bedrag per prestatie is hetzelfde, ongeacht de opvangduur (een volle, halve of derde dag). Op de subsidie voor individuele inclusieve opvang, wordt geen voorschot betaald. Je krijgt het volledige bedrag na afloop kalenderjaar (bij het saldo). Vanaf 2017 vraagt Kind en Gezin het aantal dagen jaarlijks op. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Formule voor de berekening van de subsidie individuele inclusieve opvang zonder verandering van het prestatiebedrag: Prestatiebedrag x aantal prestaties individuele incl. opvang in het jaar. Je hebt een toekenning van de subsidie voor individuele inclusieve kinderopvang voor: Kind A: vanaf 1 januari 2017 zonder einddatum Kind B: vanaf 1 mei 2017 zonder einddatum Kind C: vanaf 1 mei 2017 tot 30 oktober 2017 Prestaties in 2017: Kind A werd tussen 1 januari en 31 december 2017 142 volle en 15 halve dagen opgevangen. Kind B werd tussen 1 mei en 31 december 2017, 102 volle en 10 halve dagen en 8 derde dagen opgevangen. Kind C werd tussen 1 mei en 30 oktober 2017, 88 volle en 7 halve dagen opgevangen. Berekening Aantal dagen Kind A = 157 Aantal dagen Kind B = 120 Aantal dagen Kind C = 95 Totaal aantal dagen = 372 dagen Subsidiebedrag = 9,70 x 372 = 3.608,40 euro 9

Formule voor de berekening van de subsidie individuele inclusieve opvang met verandering van het prestatiebedrag: aantal dagen prestatiebedrag 1 [ prestatiebedrag 1 x ( aantal prestaties individuele incl. opvang x )] aantal dagen prestatiebedrag 2 + [ prestatiebedrag 2 x ( aantal prestaties individuele incl. opvang x )] Een organisator heeft in een jaar 372 prestaties voor kinderen met een toekenning voor de subsidie individuele inclusieve zorg. Op 1 mei van dat jaar verandert het prestatiebedrag van 9,70 naar 9,90 omwille van een indexaanpassing. Berekening [ 9,70 x (372 x 120 245 )] + [ 9,90 x ( 372 x )] = 1.186,323 + 2.472,016 = 3.658,34 euro 3.2. DE SUBSIDIE VOOR STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG Bedrag De subsidie voor structurele inclusieve kinderopvang is de subsidie voor de structurele uitbouw van inclusieve kinderopvang binnen een opvanglocatie. De subsidie is een vast bedrag per structurele plaats per kalenderjaar. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? aantal structurele plaatsen x jaarbedrag x aantal dagen met subsidie 10

Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [aantal structurele plaatsen periode 1 x jaarbedrag periode 1 x [aantal structurele plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in periode 1 aantal dagen met subsidie in periode2 ] + ] Voorschot Aan het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot voor deze subsidie. De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal aantal dagen in het kwartaal aantal structurele plaatsen x (jaarbedrag x 95%) Voorschot 3 de kwartaal als je subsidies krijgt voor 5 structurele plaatsen: 5 x (2940,65 92 x 95%) = 3520,72 euro Formule voor de berekening van de subsidie individuele inclusieve opvang met verandering van het De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal [[aantal structurele plaatsen periode 1 x jaarbedrag periode 1 x aantal dagen met subsidie in het kwartaal periode1 ] + [aantal structurele plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in het kwartaal periode2 ] ] x 95% Voorschot 3 de kwartaal als je 5 structurele plaatsen hebt. Op 1 augustus verandert het subsidiebedrag van 2940,65 euro naar 3050,52 euro: 5 x ((2940,65 31 x 95%)+(3050,52x 61 x 95 %))=3607,95 euro 11

3.3. DE SUBSIDIE VOOR CENTRUM INCLUSIEVE KINDEROPVANG Bedrag De Centra Inclusieve Kinderopvang krijgen subsidies voor: de realisatie van inclusieve kinderopvang; een proactief opnamebeleid; de verspreiding van expertise; het sensibiliseren, in samenwerking met anderen die instaan voor inclusie. De subsidie is een vast bedrag per kalenderjaar. Voor de juiste bedragen kan je terecht op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? aantal dagen met subsidie jaarbedrag Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [[ jaarbedrag periode 1 x aantal dagen met subsidie periode1 ] + [ jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie periode2 ] ] Voorschot Aan het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot voor deze subsidie. De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal aantal dagen in het kwartaal jaarbedrag x 95% De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal aantal dagen in het kwartaal met jaarbedrag 1 ( (jaarbedrag 1 )+ aantal dagen in het jaar aantal dagen in het kwartaal met jaarbedrag 2 (jaarbedrag 2 ))x 95%) 12

4. SUBSIDIE VOOR INITIATIEF BUITENSCHOOLSE OPVANG (IBO) Voor wie? Deze subsidie kan worden toegekend aan de organisator van groepsopvang met erkenning. Bedrag De subsidie verschilt naar gelang het aantal plaatsen waarvoor je een subsidietoekenning hebt: forfait 1 per equivalentvolle plaats voor de eerste 21 gesubsidieerde plaatsen; forfait 2 per equivalentvolle plaats voor plaats 22 tot en met 231; forfait 3 per equivalentvolle plaats vanaf de 232ste plaats. Forfait 1 > Forfait 2 > Forfait 3 Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening We werken voor de subsidieberekening met equivalentvolle plaatsen (EVP). Een equivalentvolle plaats is een opvangplaats die op alle volgende openingstijden wordt ingezet: voor schooltijd; na schooltijd; op woensdagnamiddag; op schoolvrije dagen; gedurende één of meer schoolvakanties. Is er een beperkte openingsduur of niet alle plaatsen worden ingezet, dan passen we deze verhoudingsgewijze vermindering toe: voor schooltijd: 12,54%; na schooltijd: 25,08%; op woensdagnamiddag: 14,11%; op schoolvrije dagen: 3,72%; gedurende één of meer schoolvakanties: 44,55%. [(EVP Forfait 1 x Forfait 1) + (EVP Forfait 2 x Forfait 2) + (EVP Forfait 3 x Forfait 3)] x met subsidi Verandert de capaciteit of het forfaitbedrag, dan splitsen we de berekening op in verschillende periodes. 13

Een locatie met subsidies voor IBO heeft 30 erkende plaatsen waarvan: 21 gesubsidieerde plaatsen na schooltijd; 21 gesubsidieerde plaatsen op woensdagnamiddag; 30 gesubsidieerde plaatsen op schoolvrije dagen; 30 gesubsidieerde plaatsen gedurende de schoolvakanties. De opvang is niet open voor schooltijd. Alle subsidies worden betaald door Kind en Gezin. We gaan er vanuit dat de subsidies in 2017 gelijk blijven: 2.492,99 forfait 1 1.659,30 forfait 2 1.466,92 forfait 3 De totale subsidie wordt dan als volgt berekend: 0 x 12,54% = 0 21 x 25,08 = 21 x 25,08% forfait 1 = 5,2668 EVP 21 x 14,11 = 21 x 14,11% forfait 1= 2,9631 EVP 30 x 3,72= 21 x 3,72% forfait 1 = 0,7812 EVP + 9 x 3,72% forfait 2 = 0,3348 EVP 30 x 44,55 = 21 x 44,55% forfait 1 = 9,3555 + 9 x 44,55% forfait 2 = 4,0095 We tellen het aantal op in forfait 1 = 5,2668 + 2,9631 + 0,7812 + 9,3555 =18,3666 We vermenigvuldigen dit met het bedrag forfait 1 = 45.787,75 euro We tellen het aantal op in forfait 2 = 0,3348 + 4,0095 = 4,3443. We vermenigvuldigen dit met het bedrag forfait 2 = 7.208,50 euro De totale subsidie 2017 bedraagt dan : 45.787,75 euro + 7.208,50 euro= 52.996,25 euro 14

Wat is het totaal aantal equivalent volle plaatsen? Om het totaal aantal EVP te berekenen gaan we kijken of forfait1 volledig vol is, door 21 X forfait 1 te berekenen = 21 x 2.492,99 euro= 52.352,79 euro Omdat het totale subsidiebedrag hoger ligt, kunnen we er dus vanuit gaan dat deze volledig ingevuld zijn. We verminderen het totale subsidiebedrag met het bedrag voor 21 plaatsen = 52.996,25 euro - 52.352,79 euro = 643,46 euro Dit bedrag delen we door het bedrag forfait 2 = 643,46 / 1.659,30 = 0,39 Het totaal aantal EVP bedraagt dan 21 + 0.39 = 21,39 Op dit totaal aantal EVP (21,39) moet een bezetting van 80% worden gehaald. Is dit niet het geval, dan zakken eerst de plaatsen in de tweede schijf. Krijgt het IBO ook FCUD middelen? Het forfaitair subsidiebedrag IBO valt automatisch in de tweede schijf. Dit omdat de eerste 21 plaatsen in dat geval al gesubsidieerd zijn binnen het FCUD-kader. Bij IBO s waar de eerste 231 plaatsen binnen het FCUD-kader gesubsidieerd zijn, valt de capaciteit bij Kind en Gezin in de derde schijf. Voorschot Er wordt een kwartaalvoorschot betaald van 95% op het geraamde subsidiebedrag. EVP per forfait x Forfaitbedrag x aantal dagen in het kwartaal met subsidies x 95% Bij een EVP van 21,39 betekent dit voor Kwartaal 1: [(21 2.492,99) + (0,39 x 1.659,30)] x 90 x 95% = 12.415,05 euro Verandert de capaciteit of het forfaitbedrag, dan splitsen we de berekening op in verschillende periodes. 15

5. SUBSIDIE VOOR KINDEREN UIT ACHTERGESTELDE GEBIEDEN Bedrag De subsidie bestaat uit een vast bedrag per equivalentvolle plaats. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening Jaarlijks kan een organisator deze subsidie aanvragen per vestigingsplaats voor het voorbije jaar. Aantal EVP x jaarbedrag aantal dagen met subsidies Een IBO heeft 21,39 EVP. 21,39 x 101,02 x = 2.160,82 euro 16

6. SUBSIDIE VOOR BUITENSCHOOLSE OPVANG IN EEN AFZONDERLIJKE BINNENRUIMTE Bedrag De subsidie is een vast bedrag per gesubsidieerde opvangplaats. Voor de juiste bedragen kan je terecht op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? Aantal gesubsidieerde plaatsen x jaarbedrag x aantal dagen met subsidie Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [aantal gesubsidieerde plaatsen periode 1 x jaarbedrag periode 1 x [aantal gesubsidieerde plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in periode 1 aantal dagen met subsidie in periode2 ] + ] Voorschot Aan het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot van 95% voor deze subsidie. De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal Aantal gesubsidieerde plaatsen x Basisbedrag x aantal dagen in het kwartaal x 95% Bij een aantal gesubsidieerde opvangplaatsen van 18 betekent dit voor Kwartaal 1: (18 x 2.044,80) x 90 x 95% = 8.621,77 euro Verandert de capaciteit of het forfaitbedrag, dan wordt de berekening opgesplitst in verschillende periodes. 17

De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal aantal dagen in het kwartaal met jaarbedrag 1 aantal gesubsidieerde plaatsen x ((jaarbedrag 1 x 95%)+ aantal dagen in het kwartaal met jaarbedrag 2 (jaarbedrag 2 x 95%)) Bij een aantal gesubsidieerde opvangplaatsen van 18 met een subsidiebedrag dat verandert op 1 februari van 2044,80 euro naar 2082,65 euro betekent dit voor kwartaal 1: 18 x ((2.044,82 x 31 x 95%)+(2082,65x 59 x95%))= 8.714,52 euro 18

7. SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN BUITENSCHOOLSE OPVANG Bedrag De subsidie is een vast bedrag per urenpakket. Een urenpakket is een geheel van flexibele openingstijden. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? Aantal urenpakketten x subsidiebedrag x aantal dagen met subsidies Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [aantal urenpakketten periode 1 x jaarbedrag periode 1 x [aantal urenpakketten plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in periode 1 ] + aantal dagen met subsidie in periode2 ] Voorschot Er wordt een kwartaalvoorschot betaald van 95% op het geraamde subsidiebedrag. De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal Aantal urenpakketten x subsidiebedrag x aantal dagen in het kwartaal met subsidies x 95% Een organisator met 7 urenpakketten krijgt voor kwartaal 1: (7 x 2.705,64) x 90 x 95% = 4.436,51 euro De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal [[aantal urenpakketten periode 1 x jaarbedrag periode 1 x aantal dagen in het kwartaal in periode 1 ] + [aantal urenpakketten periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen in het kwartaal in periode2 ] ] x 95% 19

8. SUBSIDIE VOOR OCCASIONELE OPVANG Bedrag De subsidie is een vast bedrag per opvangplaats per kalenderjaar. Het bedrag wordt verhoudingsgewijs verminderd voor een gesubsidieerde opvangplaats die geen volledig kalenderjaar wordt toegekend. De subsidie voor occasionele opvang wordt stopgezet als je minder dan 12 kinderen opvangt of minder dan 210 occasionele opvangprestaties realiseert. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Belangrijk: de kinderen in occasionele opvang worden niet meegerekend voor de minimale bezetting van 80% (zie voorwaarden subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang). Voorwaarden Je hebt minstens 3 occasionele opvangplaatsen. Het aantal opvangplaatsen met een subsidie voor occasionele opvang kan nooit meer zijn dan 1/3 de van het totaal aantal opvangplaatsen. Je moet minimaal 4 kinderen opvangen en minimaal 70 opvangprestaties realiseren per occasionele opvangplaats. Als je niet aan deze voorwaarde voldoet, dan wordt het aantal plaatsen met een subsidie voor occasionele opvang verminderd tot het aantal opvangplaatsen waarvoor die minimale voorwaarde wel behaald wordt. Je maakt regionaal afspraken met instanties of organisaties om gezinnen met nood aan occasionele opvang door te verwijzen. Je vermeldt in het kwaliteitshandboek hoe je de occasionele opvang organiseert. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? Aantal occasionele plaatsen x subsidiebedrag x aantal dagen met subsidies Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [aantal occasionele plaatsen periode 1 x jaarbedrag periode 1 x [aantal occasionele plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in periode 1 aantal dagen met subsidie in periode2 ] + ] 20

Voorschot De voorschotberekening zonder veranderingen in het kwartaal Aantal occasionele plaatsen x subsidiebedrag x aantal dagen in het kwartaal met subsidies x 95% Bij een aantal occasionele plaatsen van 5 betekent dit voor kwartaal 1: (5 x 1.659,30) x 90 x 95% = 1.943,43 euro De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal [[aantal occ. plaatsen periode 1 x jaarbedrag periode 1 x aantal dagen in het kwartaal in periode 1 ] + [aantal occ. plaatsen periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen in het kwartaal in periode2 ] ] x 95% 21

9. SUBSIDIE VOOR GENERATIEPACT Voor wie? Deze subsidie kan worden toegekend aan de organisator van groepsopvang met een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang of buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte. De subsidie kan ook worden toegekend aan een project voor de opvang van schoolgaande kinderen dat tot 2014 gesubsidieerd werd door FCUD. Bedrag De subsidie is een vast bedrag per kalenderjaar per voltijds equivalent laaggeschoolde jongere die je in dienst hebt. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. Voorwaarden De laaggeschoolde jongere is maximaal 30 jaar oud. De laaggeschoolde jongere wordt ingezet voor extra opvangplaatsen of dienstverlening (een ondersteunende of logistieke functie). Als deze jongere vertrekt, een kwalificatie behaalt of 30 jaar wordt, dan blijft de subsidie behouden als een werknemer uit deze doelgroep binnen de 6 maand wordt vervangen door een nieuwe werknemer uit de doelgroep. Subsidieberekening Hoeveel subsidie ontvang je voor een volledig jaar zonder veranderingen? Aantal VTE x subsidiebedrag x aantal dagen met subsidies Wat als je capaciteit of het jaarbedrag in de loop van het jaar verandert? [aantal VTE periode 1 x jaarbedrag periode 1 x [aantal VTE periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen met subsidie in periode 1 aantal dagen met subsidie in periode2 ] + ] 22

Voorschot Er wordt een kwartaalvoorschot betaald van 80% van het geraamde subsidiebedrag. aantal dagen in het kwartaal met subsidies Aantal VTE x subsidiebedrag x x 80% Bij een toekenning in het kader van het generatiepact van 2 VTE s betekent dit voor kwartaal 1: (2 x 5874,57) x 90 x 80% = 2317,64euro De voorschotberekening met veranderingen van het subsidiebedrag in het kwartaal [[aantal VTE periode 1 x jaarbedrag periode 1 x aantal dagen in het kwartaal in periode 1 ] + [aantal VTE periode 2 x jaarbedrag periode 2 x aantal dagen in het kwartaal in periode2 ] ] x 80% 23

10. SUBSIDIE VOOR PROJECTEN DIE IN 2014 GESUBSIDIEERD WERDEN VIA HET FCUD (FONDS VOOR COLLECTIEVE UITRUSTINGEN EN DIENSTEN) Wat? Tot eind 2014 subsidieerde het FCUD projecten voor buitenschoolse opvang en regionale coördinatie buitenschoolse opvang, flexibele opvang en opvang voor zieke kinderen. De bevoegdheden en een deel van de middelen van het FCUD werden, na de stopzetting ervan, overgeheveld naar Kind en Gezin. Vanaf het werkingsjaar 2016 krijgen de organisatoren die in 2014 gesubsidieerd werden door het FCUD een subsidie van Kind en Gezin en dit voor 5 jaar. Voor wie? Deze subsidie wordt toegekend aan de organisator die vroeger door het FCUD werd gesubsidieerd. Bedrag Het subsidiebedrag is gelijk aan het subsidiebedrag dat de organisator ontving voor het jaar 2014 (geïndexeerd). Voorschot Per kwartaal wordt een voorschot betaald van 80% op basis van het subsidiebedrag 2014. (Subsidiebedrag 2014/4) X 80% Saldo Voor het saldo berekenen we de totale subsidie zoals hierboven beschreven. Hiervan trekken we de betaalde voorschotten af. Het restbedrag wordt uitbetaald. Heb je teveel krijgen voor het voorgaande jaar, dan wordt dit afgehouden van je volgende voorschot of teruggevorderd. 24

11. SUBSIDIE VOOR ORGANISATOREN DIE PERSONEELSLEDEN MET EEN GEWEZEN GESCO-STATUUT IN DIENST HEBBEN Wat? Tot eind 2015 subsidieerde het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSAWSE): personeelsleden die aangeworven werden als weerwerk gesubsidieerde contractuelen (weerwerkgesco) in de buitenschoolse opvang. gesubsidieerde contractuelen (gesco) bij organisatoren kinderopvang. Door de regularisatie van deze tewerkstelling werden de middelen hiervoor naar Kind en Gezin overgeheveld. Vanaf 2016 krijgen de organisatoren die personeelsleden in dienst hadden onder dit statuut een subsidie van Kind en Gezin en dit voor 5 jaar. Voor wie? Deze subsidie wordt toegekend aan de organisator die voordien weerwerkgesco s of gesco s in dienst had. Bedrag Het subsidiebedrag is samengesteld uit de loonpremie en de RSZ-vermindering voor deze tewerkstelling op basis van het jaar 2014 (geïndexeerd). Voorschot Per kwartaal wordt een voorschot betaald van 80% op basis van het subsidiebedrag 2014. ((Subsidiebedrag 2014 loonpremie /4) X 80%) + ((Subsidiebedrag 2014 RSZ-vermindering /4) X 80%) Saldo Voor het saldo moet de organisator aantonen dat het aantal voltijds equivalenten GESCO behouden is. We berekenen de totale subsidie zoals hierboven beschreven. Hiervan trekken we de betaalde voorschotten afgetrokken. Het restbedrag wordt uitbetaald. Heb je teveel krijgen voor het voorgaande jaar, dan wordt dit afgehouden van je volgende voorschot of teruggevorderd. 25

12. SUBSIDIE VOOR LOKALE DIENST BUURTGERICHTE BUITENSCHOOLSE OPVANG Wat? Organisatoren van BND-projecten hebben een toestemming en een bijbehorende subsidiëring voor een lokale dienst voor de BND-projecten waarvoor ze tot en met 31 december 2007 een subsidie kregen van Kind en Gezin of voor de projecten lokale diensteneconomie waarvoor ze tot en met 31 december 2007 een subsidie kregen van het Departement WSE. Een organisator van erkende buitenschoolse groepsopvang met een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang kan een toestemming en een bijbehorende subsidie krijgen voor een lokale dienst buurtgerichte buitenschoolse opvang als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Voor de voorwaarden kan je terecht op WWW.KINDENGEZIN.BE. Ga naar Kinderopvang > Schoolkinderen > Regelgeving > GEMANDATEERDE VOORZIENINGEN, COÖRDINATIEPUNTEN, FLEXIBELE OPVANGPOOLS, LOKALE DIENST BUURTGERICHTE BUITENSCHOOLSE OPVANG EN AANVULLENDE SUBSIDIE Bedrag Het subsidiebedrag is samengesteld uit: een forfaitair subsidiebedrag Dit bedrag wordt gegeven als er minimaal 200 openingsdagen, minimaal 9 openingsuren op vakantiedagen, minimaal 5 openingsuren op woensdagmiddagen en 2 openingsuren op schooldagen zijn. Het bedrag wordt verhoudingsgewijs verlaagd als niet aan deze minima voldaan is. een loonkost voor de doelgroepwerknemers een aanvullende subsidie voor een deel van de loonkosten van doelgroepwerknemers die een begeleidersfunctie opnemen, met een maximum gemiddeld VTE van 2. Als het aantal VTE minder is dan 2, wordt de subsidie verhoudingsgewijs verlaagd. Lokale diensten, die gelegen zijn in Vlaanderen, krijgen van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie een extra subsidie. De lokale diensten, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgen dit niet. Om deze ongelijkheid uit de weg te ruimen krijgen de lokale diensten, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een omkaderingspremie van Kind en Gezin. Je vindt de juiste subsidiebedragen op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidiebedragen. 26

Subsidieberekening Voor locaties in Vlaanderen: (Aantal toegekende plaatsen x forfaitaire subsidie)+ (gemiddeld aantal VTE x jaarbedrag/2) Voor locaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: (Aantal toegekende plaatsen x forfaitaire subsidie)+ (gemiddeld aantal VTE x jaarbedrag/2)+subsidie omkaderingspremie Voorschot In het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot. Forfaitaire subsidie: aantal dagen in het kwartaal aantal toegekende plaatsen x (jaarbedrag x 80%) Het voorschot kwartaal 3 als je een lokale dienst hebt met 21 plaatsen: 21 x ( 7197,46 92 x 80%) = 30.477,79 euro Loonkost voor doelgroepwerknemers: (gemiddeld aantal VTE x jaarbedrag/2) x aantal dagen in het kwartaal x 80% Het gemiddeld aantal VTE dat gebruikt wordt, is steeds het laatst gekende cijfer. Je hebt een lokale dienst met een gemiddeld aantal VTE van 0,92: (0,92 x 17.527,58/2) 92 x 80% = 1.625,79 euro Je hebt een lokale dienst met een gemiddeld VTE van 2,5: 17527,58 92 x 80% = 3534,33 euro 27

Omkaderingspremie Brusselse lokale diensten: jaarbedrag x aantal dagen in het kwartaal x 80% Saldo Eerst berekenen we het gemiddeld aantal VTE voor het jaar. Daarna volgt de effectieve afrekening. Berekening gemiddeld VTE = de som van het werkregime van de verschillende doelgroepmedewerkers, rekening houdend met hun start- en stopdatum in het kalenderjaar. 28