(TestF.NL)
EXIN Hét exameninstituut voor ICT ers Janssoenborch - Hoog Catharijne Godebaldkwartier 365 3511 DT Utrecht Postbus 19147 3501 DC Utrecht Nederland T +31 30 234 48 11 F +31 30 231 59 86 E info@exin.nl I www.exin.nl Datum: 1 juli 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een dataverwerkend systeem of uitgezonden in enige vorm door middel van druk, fotokopie of welke andere vorm dan ook zonder toestemming van EXIN. TMap is a registered trademark of Sogeti Nederland B.V. 2
INHOUD 1. Profiel 4 2. Exameneisen 5 3. Begrippenlijst 8 4. Literatuur 11 3
1. Profiel Het testen van de kwaliteit rondom informatievoorziening en systeemontwikkeling en het kunnen signaleren van knelpunten is belangrijk voor IT-projecten en alle betrokkenen eromheen. Een goed ingericht testproces is van belang voor het slagen van een IT-project en medebepalend voor de kwaliteit van de informatievoorziening en de dienstverlening. Inhoud De module biedt een eerste kennismaking met het vakgebied testen en is bedoeld voor iedereen die op een of andere wijze in zijn/haar werk met testen te maken kan krijgen. De onderwerpen van deze module zijn: kwaliteit van de informatievoorziening, het testproces en de testorganisatie. Doelgroep De module richt zich op iedereen die binnen een organisatie betrokken is bij het testen van (onderdelen van) informatievoorziening. Hierbij kan gedacht worden aan: IT-gebruikers, -beheerders en -ontwikkelaars die in hun dagelijks werk met testen te maken krijgen. Deze module is ook geschikt voor iedereen die basiskennis wil hebben van het testen, zoals projectmanagers, kwaliteitsmanagers, manager softwareontwikkeling, informatieanalisten en consultants. Context De module maakt deel uit van de volgende Tracks: Tester en Functioneel Beheerder. En van de Tracks Foundation serie: kwadrant Informatie Management. Voorkennis Kennis op het niveau van Informatiesystemen Foundation (ISyF) wordt aanbevolen. Indicatie studielast 60 uren. Training Het maximum aantal deelnemers is 25. (Dit geldt niet voor een online- of computer based training.) Contacturen Het minimum aantal contacturen tijdens de training is 15. Dit omvat groepsopdrachten, voorbereiding op het examen en korte pauzes. Dit aantal uren is exclusief huiswerk, logistieke voorbereiding van het examen en lunchpauzes. Praktijkopdracht(en) Niet van toepassing. Examenvorm Computergestuurde multiplechoicevragen. Examenduur 60 minuten. Examendetails Aantal vragen: 30 Cesuur: 65 % (20 van 30) Open boek/notities: nee Elektronische hulpmiddelen toegestaan: nee Voorbeeldvragen U kunt een voorbeeldexamen downloaden via www.exin.nl. Training provider Op de website van EXIN vindt u een lijst van geaccrediteerde training providers www.exin.nl/opleiders. 4
2. Exameneisen De exameneisen zijn uitgewerkt in examenspecificaties. In onderstaande tabel staan de onderwerpen van de module (exameneisen). Het gewicht van de verschillende onderwerpen in het examen wordt uitgedrukt in een percentage van het totaal. Exameneis Examenspecificatie Gewicht (%) 1 Kwaliteit van de informatievoorziening 20 1.1 De kandidaat kent het belang van kwaliteit van IT-systemen 10 1.2 De kandidaat kent de basisbegrippen die te maken hebben met de kwaliteit van IT-systemen 2 Het testproces 60 2.1 De kandidaat kent de opbouw van een gestructureerd testproces 2.2 De kandidaat kent de activiteiten en producten van een gestructureerd testproces 3 De testorganisatie 20 3.1 De kandidaat kent de organisatorische voorwaarden voor een gestructureerde testaanpak 3.2 De kandidaat kent de rol van ondersteunende processen en hulpmiddelen in het gestructureerd Totaal 100 10 30 30 5 15 5
Examenspecificaties 1. Kwaliteit van de informatievoorziening (20%) 1.1 De kandidaat kent het belang van kwaliteit van IT-systemen (10%) De kandidaat kan: 1.1.1 de rol van requirements en acceptatiecriteria beschrijven; 1.1.2 de rol benoemen van testen bij risicobeheersing. 1.2 De kandidaat kent de basisbegrippen die te maken hebben met de kwaliteit van IT-systemen (10%) De kandidaat kan: 1.2.1 de drie dimensies van kwaliteit van informatievoorziening beschrijven; 1.2.2 voorbeelden noemen van kwaliteitsmodellen; 1.2.3 voorbeelden geven van toetsvormen en deze beschrijven. 2. Het testproces (60%) 2.1 De kandidaat kent de opbouw van een gestructureerd testproces (30%) De kandidaat kan: 2.1.1 de rol beschrijven van het testen binnen de levenscyclus van een informatiesysteem; 2.1.2 de samenhang tussen ontwikkelaanpak en testaanpak beschrijven; 2.1.3 de fasen van het testproces en de daarbij horende activiteiten en producten benoemen; 2.1.4 de verschillende testsoorten en hun toepassingen beschrijven. 2.2 De kandidaat kent de activiteiten en producten van een gestructureerd testproces (30%) De kandidaat kan: 2.2.1 beschrijven hoe een testplan tot stand komt; 2.2.2 de opbouw en inhoud van een testplan beschrijven; 2.2.3 de stappen van de testspecificatie, de testuitvoering en hun benodigdheden en producten beschrijven; 2.2.4 de opbouw en de inhoud van een testrapport beschrijven. 3. De testprocedure (20%) 3.1 De kandidaat kent de organisatorische voorwaarden voor een gestructureerde testaanpak (5%) De kandidaat kan: 3.1.1 beschrijven welke onderwerpen in een testbeleid aan de orde kunnen komen; 3.1.2 de verschillende rollen in het testproces benoemen en aangeven welke competenties daar voor nodig zijn; 3.1.3 voorbeelden geven van verschillende manieren om het testproces te organiseren. 3.2 de kandidaat kent de rol van ondersteunende processen en hulpmiddelen in het gestructureerd testen (15%) De kandidaat kan: 3.2.1 de principes en het belang van bevindingenbeheer beschrijven; 3.2.2 de mogelijkheden en beperkingen van het geautomatiseerd testen benoemen; 3.2.3 de verschillende typen van ondersteunende testtools en hun toepassing beschrijven. 6
Toelichting en verantwoording Specificatie 1.2.2: kennis van de in de literatuur genoemde modellen is met name bedoeld om bepaalde aspecten van kwaliteit te kunnen benoemen. Specificatie 2.1.2: er wordt geen detailkennis van testmethoden gevraagd, maar wel kennis van de verschillen in aanpak van deze methoden. Met betrekking tot ontwikkelmethoden wordt men geacht te weten hoe testen bij een bepaalde ontwikkelmethode aansluit. Er wordt geen detailkennis van ontwikkelmethoden gevraagd. Voorkennis op het niveau van de module Informatiesystemen Foundation (ISyF) wordt derhalve aanbevolen. 7
3. Begrippenlijst De begrippenlijst bevat de begrippen die in de toets kunnen worden behandeld. 1. Kwaliteit van de informatievoorziening 1.1 Belang van kwaliteit van IT-systemen acceptatiecriteria bedrijfsdoel belang business case faalkans herstelkosten informatiesysteem preventie- en testkosten productrisico projectrisico requirements risicoanalyse risicomanagement 1.2 Basisbegrippen kwaliteit van IT-systemen datakwaliteit Fagan Inspectie IDQ-model inspectie IPS-referentiemodel ISO 9126-model kwaliteitsaspect kwaliteitsdimensie kwaliteitsmodel metadata POQ-model proceskwaliteit review statisch testen systeemkwaliteit toetsen toetsvorm walktrough 2. Het testproces 2.1 opbouw van een gestructureerd testproces acceptatietest acceptatietesten alfatest bevinding COTS DSDM faseringsmodel integratietest IAD ISTQB Ketentest knijpveermodel ontwikkelaanpak ontwikkelmethode: lineaire, incrementele, iteratieve ontwikkeltesten operationele test performancetest 8
procesmodel productietest regressietest RUP SDM SmarTEST systeemtest systeemtesten testaanpak testactiviteiten testanalyse testen in beheer TestFrame testontwerp testproducten testsoort testspecificatie TMap V-model W-model 2.2 activiteiten en producten van een gestructureerd testproces acceptatiecriterium actie/invoer bevinding bevindingenbeheer exploratief testen Defect Detection Rate metrics onderhoudsparadox opdracht showstopper smoketest stappenplan testuitvoering statische test testbasis testeenheid testgeval: logisch, fysiek testinfrastructuur testorganisatie testproducten testpuntanalyse testrapport testscenario testspecificaties teststrategie testware uitgangssituatie UTBM verhoudingsgetallen verwacht resultaat vrijgave: voorwaardelijke, onvoorwaardelijke vrijgaveadvies vrijgavecriteria 9
3. De testorganisatie 3.1 organisatorische voorwaarden voor een gestructureerde testaanpak competentiegebieden Master Test Plan OTAP testbeleid testfunctie testinfrastructuur taakinhoud testorganisatie: faciliterend, beslissend, adviserend testorganisatie: in de lijn, in project testorganisatiemodel teststrategie testrol: testmanager, testcoördinator, tester, testspecialist 3.2 ondersteunende processen en hulpmiddelen in het gestructureerd testen attribuut bevindingenadministratie bevindingenbeheer bevindingenbeheerproces bevindingenbeheertool bevindingenoverleg capture-& playbacktool codeanalysetool comparator ernst fout: geaccepteerde, (niet-)reproduceerbare hertest metriek model based testing tool objectherkenning open source tool prioriteit proof of concept requirements management tool root cause analyse script shelfware Software As A Service (SAAS) status stresstesten testtool (tool)selectietraject workflow Toelichting en verantwoording Per exameneis zijn de begrippen alfabetisch geordend. De begrippenlijst is niet uitputtend (ook niet per exameneis), maar dit zijn de begrippen die in ieder geval in het examen bevraagd kunnen worden. Een begrip kan in meerdere examenspecificaties worden behandeld, maar is in de begrippenlijst bij die examenspecificatie opgenomen waar het begrip in de literatuur de meeste aandacht krijgt. De begrippen waarvan in de begrippenlijst zowel de afkorting als het uitgeschreven begrip zijn opgenomen, kunnen beide afzonderlijk worden bevraagd 10
4. Literatuur Examenliteratuur A Bouwman, E. SmarTest Den Haag: Sdu Uitgevers bv, 2e herziene druk, 2008 ISBN 978 90 12 12597 0 11
Samenhang literatuur en examenspecificaties Examenspecificatie Literatuur 1.1 A: 1.1 t/m 1.3, 1.5, 2.1, 2.2, 2.4, 2.6, 2.7, 12.1 t/m 12.4, H 13, Bijlage B en C 1.2 A: Blz. 13 t/m 16, 2.3; 3.2 t/m 3.6;H 11; 19.1; Bijlage A 2.1 A: 1.7; H 4; 5.1 t/m 5.4; H 6; 7.2; 14.7; 19.2 t/m 19.4 2.2 A: 7.1; 7.3; 14.1; 14.3 t/ 14.6; 14.8; 15.1 t/m 15.3; H17 3.1 A: 5.5; 8.1 t/m 8.4; 9.1 t/m 9.3; 9.5, 9.6 3.2 A: H16; 18.1 t/m 18.9 Toelichting en verantwoording Het examen is gebaseerd op de examenliteratuur. We merken hierbij op dat de terminologie in de examens zo algemeen mogelijk gehouden is. Specifieke SmarTEST-terminologie is in de examens vermeden. 12