Schagen Groep Beheer t/m

Vergelijkbare documenten
Schagen Groep Beheer t/m

CO2-emissieverantwoording 2010

CO2-emissieverantwoording 2013-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.0, 26 mei 2014.

CO2-emissieverantwoording 2014-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 1.0, 7 november 2014.

CO2-reductieplan. Contactpersoon Gert Molenaar

CO2-reductieplan. Contactpersoon Gert Molenaar

CO2-emissieverantwoording eerste helft 2015

Emissieverantwoording eertse helft 2016

CO2-emissieverantwoording eerste helft 2017

Emissieverantwoording 2016

CO2-emissieverantwoording 2018

Emissie inventaris van Aannemersbedrijf Koen Meijer B.V volgens ISO

Emissie inventaris van Macadam BV in volgens ISO

CO2-emissieplan Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.1, 1 juli 2014.

CO2-emissieverantwoording 2017

Emissie inventaris van De Roo B.V volgens ISO

CO2-emissieverantwoording 2013-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.0, 26 mei 2014.

Emissie inventaris van Kootstra Drachten BV Eerste halfjaar volgens ISO

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan

CO2-emissieverantwoording over Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.1, 27 juni 2014.

Emissie inventaris van De Roo B.V volgens ISO

Emissie inventaris van. in volgens ISO

Emissie inventaris van Fuhler Services BV tot volgens ISO

CO2-reductieplan. Versie 6. Contactpersoon Gert Molenaar

CO2-emissieverantwoording over Schagen Groep. volgens ISO Versie 1.0, 13 maart 2013.

CO2-emissieverantwoording 2104

Emissie inventaris van Nagelhout Woudsend BV volgens ISO

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan 2016 ten opzichte van basisjaar

Emissie inventaris van Fuhler Services BV in volgens ISO

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan eerste helft 2018

Emissie inventaris van Fuhler Services BV tot volgens ISO

Periodieke rapportage 2016 H1

Emissie inventaris 2017 van

Emissie inventaris 3A CO2 prestatieladder

CO2-emissieverantwoording over Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.1, 27 juni 2014.

Periodieke rapportage 2015 H1

CO2-reductieplan. Contactpersoon Gert Molenaar

Sitech CO2 voortgangsverslag SITECH 2016

Emissie inventaris 3A. CO2 prestatieladder

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Emissie inventaris van Nagelhout Woudsend BV Tot volgens ISO

Voortgangsrapportage incl maatregelen

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2014

Sitech Voortgangsrapportage SITECH

Periodieke rapportage 1 e helft 2015

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Hans Eek Infrawerken B.V. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan 2017 eerste halfjaar versie 2.0

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

02/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Klaver Bik(e)Motion b.v t/m

Emissie inventaris van Fuhler Services BV volgens ISO

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Periodieke rapportage H Peek Groep Versie: 1 september Periodieke rapportage H1 2016

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

CO 2 voortgangsverslag en energie actieplan. Rasenberg Kabels en Leidingen bv 1 januari 2018 t/m 30 juni 2018

Periodieke rapportage 2016 H1

CO2-emissieverantwoording 2104

Periodieke rapportage 2016 H1

Sitech CO2 voortgangsverslag en energie actieplan

Hans Eek Infrawerken B.V. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan 2017

Periodieke rapportage 2016 H2

01/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

1 van 10. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2014

Verachtert B.V. Voortgangsrapportage Verachtert

CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA

Voortgangsrapport jan-okt 2015

CO 2 -Prestatieladder

25/09/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Emissie inventaris 3A jaar CO2 prestatieladder

Scope 1, 2 & ten opzichte van

Groen-Punt Groep B.V.

Voortgangsrapportage totaal

Periodieke rapportage 2014

1 van 13. per label. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

Emissie inventarisatie 18 januari web. Inhoudsopgave. Inleiding 3

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

CO 2 -Prestatieladder

Scope 1, 2 & 3 01/10/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan 2e halfjaar 2016

Emissie inventaris 2016

Periodieke rapportage 2017 H2

Emissie inventaris 2018

1 van 14. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2016 H2

VAN RAAIJ groenverzorging B.V. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan S1-2017

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017

Verachtert B.V t/m

Periodieke rapportage 2017 H1

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

VAN RAAIJ groenverzorging B.V. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan 2016 tweede semester

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Verachtert B.V. Voortgangsrapportage Verachtert 2017

Groen-Punt Groep B.V.

CO2 Rapportage 2016 LievenseCSO. Documentcode: Versie 1

Scope 1,2 & 3 13/09/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Transcriptie:

Emissieverantwoording 2010 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Basisgegevens... 3 2.1. Beschrijving van de organisatie... 3 2.1.1. Verantwoordelijkheden... 3 2.2. Rapportagegevens... 3 2.2.1. Basisjaar... 3 2.2.2. Rapportageperiode... 3 2.2.3. Rectificaties op voorgaande rapportages... 3 2.2.4. Verificatie... 3 2.3. Samenstelling emissie-inventaris... 3 2.3.1. Kwantificeringsmethode... 4 2.3.2. Wijzigingen in de kwantificeringsmethode... 4 2.3.3. Nauwkeurigheid... 4 3. Afbakening... 5 3.1. Organisatorische grenzen... 5 3.2. Operationele grenzen... 6 4. Berekeningsmethodiek... 7 4.1. Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren... 7 4.2. Uitsluitingen... 7 4.3. Opname van CO2... 7 4.4. Biomassa... 7 5. Emissies... 8 5.1. Footprint basisjaar... 8 5.2. Uitstoot per bedrijfsonderdeel in Scope 1 en 2... 8 02-05-2016 1/9

1. Inleiding De strategie van de Schagen Groep (verder te noemen Schagen) is gericht op het behalen van voldoende winst, waardoor werkgelegenheid en continuıẗeit van de organisatie zijn gewaarborgd en ontplooiingsmogelijkheden aan de medewerkers kunnen worden geboden. Schagen is een moderne onderneming die klantgericht, vakkundig, integer, maatschappelijk verantwoord opereert. Door het in stand houden en het continu verbeteren van het gehanteerde Management Informatie Systeem wordt voldaan aan geldende wet- en regelgeving en aan de eisen van de verschillende binnen de organisatie gehanteerde normen en beoordelingsrichtlijnen. Op deze manier wordt een vooruitstrevende en continu verbeterende organisatie bewerkstelligd. Schagen heeft binnen haar zorgsysteem procedures vastgesteld en actualiseert deze regelmatig, zodat de eisen zoals hierboven gesteld in de bedrijfsprocessen opgenomen worden, waardoor aspecten meetbaar en verbeterbaar worden. De verschillende disciplines binnen Schagen dienen, waar mogelijk, uniform te functioneren. Schagen tracht door het bewust omgaan met en het blijvend nadenken over het gevoerde beleid te komen tot een continue verbetering van het beleid met als doel faalkosten te verminderen. Schagen draagt haar prestaties actief uit, zowel intern als extern. Continuıẗeit, bewustwording, motivatie en betrokkenheid van medewerkers, het bewerkstelligen van goede werkomstandigheden en maatschappelijk verantwoord ondernemen, gekoppeld aan het reduceren van energieverbruik en CO2- uitstoot zijn speerpunten binnen Schagen. Het doorvoeren van verbetertrajecten heeft een continu en structureel karakter, waar de gehele organisatie bij betrokken is. Communicatie over alle aspecten van het beleid vindt ruimschoots plaats. Schagen heeft het beleid verder uitgewerkt in de vier gedefinieerde aspecten: Markt; Medewerkers; Milieu; Maatschappij. Milieu Schagen is zich bewust van de milieu-invloed van haar activiteiten en voelt zich hiervoor verantwoordelijk. Schagen wil daar waar mogelijk nadelige milieueffecten beperken. Enerzijds door continu te verbeteren op het gebied van energie-efficiency, het reduceren van CO2-emissie en afvalstoffen. Het milieubeleid van Schagen richt zich op een drie belangrijke voor Schagen relevante aspecten, energie, CO2-emissie en afval. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: Schagen probeert naast het continu verbeteren van haar eigen energie-efficiency actief mee te werken aan het beperken van het energieverbruik van de bouwwerken die zij realiseert. Daar waar mogelijk gebruik maken van alternatieve brandstoffen en groene stroom. Schagen tracht door het hanteren van bewust gekozen en zorgvuldig uitgevoerde werkwijzen milieuschade en verlies van grondstoffen te voorkomen. Schagen tracht milieubewust te bouwen en produceren door het, waar mogelijk, toepassen van milieuvriendelijke materialen (waaronder recycling van vrijkomende afvalstoffen) en het zo veel mogelijk beperken van het energieverbruik en afval. Binnen alle processen wordt vrijkomend afval indien technisch en financieel haalbaar, gescheiden afgevoerd. Van onderaannemers wordt, voor zover mogelijk, hetzelfde gevraagd. Voor de beleidsverklaring wordt verwezen naar de website van de Schagen Groep. 02-05-2016 2/9

2. Basisgegevens 2.1. Beschrijving van de organisatie De Schagen Groep is een familiebedrijf van groep werkmaatschappijen gericht op woningbouw, utiliteitsbouw, onderhoud, infrastructuur, handel in grondstoffen en productie van asfalt en betonmortel. Het werkgebied behelst hoofdzakelijk Oost en Noord Nederland. Grote kracht van de Schagen Groep is onder andere het aanwezig hebben van alle voor de bouw noodzakelijke disciplines, een goede financiële positie en deskundige medewerkers. De werkmaatschappijen functioneren als zelfstandige ondernemingen met hun eigen winst- en marktverantwoordelijkheid, maar maken wel deel ut van een hecht intern netwerk. Er wordt onderling samengewerkt op gebied van financiën, assurantiën, KAM, personeelsbeleid en juridische zaken. 2.1.1. Verantwoordelijkheden Naam Eindverantwoordelijke Dhr. Dolstra Verantwoordelijke stuurcyclus (KAM) GJ Molenaar Contactpersoon emissie inventaris GJ Molenaar 2.2. Rapportagegevens 2.2.1. Basisjaar Het basisjaar is 2010. 2.2.2. Rapportageperiode Deze rapportage beschrijft de periode 1 januari 2010 t/m 31 december 2010 2.2.3. Rectificaties op voorgaande rapportages Dit is versie 3.0 van deze verantwoording. De emissie is herberekend naar aanleiding van Handboek 3.0 en de invoering van de website www.co2emissiefactoren.nl. 2.2.4. Verificatie Op 11 april 2012 is de emissie-inventaris van 2010 door KEMA geverifieerd. Deze verificatie is uitgevoerd met de destijds geldende emissie-factoren. 2.3. Samenstelling emissie-inventaris 02-05-2016 3/9

2.3.1. Kwantificeringsmethode Voor het kwantificeren van de CO2-uitstoot is gebruik van diverse bronnen,: Scope 1 : Brandstof: Opgave leveranciers, facturen, tankbonnen en meterstandenformulieren Scope 2: Elektriciteit: Facturen leveranciers en meterstandenformulieren Zakelijk gebruik privéauto s: Kilometerdeclaraties Zakelijk luchtverkeer: Facturen leveranciers Woon-werkverkeer: Voor zover gedeclareerd, opgenomen onder brandstof c.q. zakelijk gebruik privéauto (scope 2). Scope 3: Beton: Registratie grondstoffenverbruik Asfalt: Registraties grondstoffenverbruik Folie: Overzichten afvalverwerkers 2.3.2. Wijzigingen in de kwantificeringsmethode Overeenkomstig de vaststelling in 2010 is de uitstoot door gebruik van privéauto s met algemene emissiefactoren bepaald. Uit de emissie-inventaris van 2011 blijkt dat de impact hiervan 7 ton positief is (de emissie over 2014 zou derhalve met circa 7 ton kunnen worden verlaagd). Echter in 2014 is, overeenkomstig het wagenpark in Nederland het aantal zuinige auto s bij werknemers verder gestegen ten opzichte van 2011. Het is daarom aannemelijk dat de werkelijke emissie nog lager uitkomt. De invloed hiervan is echter niet significant (ca. 0,1% van de totale CO2-emissie). 2.3.3. Nauwkeurigheid De gepresenteerde resultaten moeten worden geïnterpreteerd als best-guess -waarden, omdat de meeste invoervariabelen omgeven worden door een onzekerheidsmarge. Deze onzekerheid wordt bepaald door de onzekerheid in de beschikbare data. De onzekerheidsmarge van de invoervariabelen die betrekking hebben op de beschikbare data hebben een onzekerheidsmarge van maximaal 5%. 02-05-2016 4/9

3. Afbakening Om de begrenzing van het bedrijf goed te kunnen vaststellen, is gewerkt volgens de controlebenadering, specifieker de operationele controle. De organisatiegrenzen van (KvK nummer 05041341) zijn bepaald aan de hand van het organogram van de Schagen Groep. 3.1. Organisatorische grenzen Rechtspersoon 05041341 6420 Installatiebedrijf Bouwmeester Rechtspersoon 100,00% Schagen Infra Rechtspersoon 05072794 42111, 4312, 7112 100,00% Menginstallatie Overijssel Rechtspersoon 05016472 2399 100,00% Jac. Admiraal Rechtspersoon 05020569 60,00% Betoncentrale Hasselt Rechtspersoon 05053709 2399 100,00% Schavast Projectontwikkeling Rechtspersoon 05019896 4110 100,00% Covatra Nederland Rechtspersoon 05047425 100,00% Drenth Bouw Rechtspersoon 02065313 4120 100,00% 02-05-2016 5/9

Schagen Zwolle Rechtspersoon 05026366 42111 100,00% Kantoor Hasselt Locatie 100,00% Schagen Materieelservice Rechtspersoon 05072793 7732 100,00% Bouwbedrijf Salverda Rechtspersoon 08011909 4120 100,00% Van een aantal vennootschappen is vastgesteld dat deze geen CO2-emissie veroorzaken in scope 1 en 2. Deze vennootschappen worden verder buiten beschouwing in deze verantwoording. Het betreft de onderstaande vennootschappen: Exploitatie Maatschappij Hooidijk Schagen Tief- und Strassenbau GmbH Salverda Zwolle BV Bouwbedrijf Van Ommen Sub-IT Nova Trading Staplex 3.2. Operationele grenzen Schagen Groep registreert en rapporteert zijn CO2-uitstoot conform de NEN-ISO 14064-1. Om de scope af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Green House Gas Protocol (GHGprotocol). Hierbij dient opgemerkt te worden dat de CO2-prestatieladder eigen auto zakelijk gebruik en zakelijke vliegtuigkilometers tot scope 2 rekent, in tegenstelling tot het GHG-protocol, die deze onderdelen aan scope 3 toeschrijft. Daarnaast wordt bij de Schagen Groep geen onderscheid gemaakt tussen zakelijk verkeer en woon-werkverkeer. In verband hiermee is er voor gekozen al het zakelijke verkeer, inclusief het woon-werkverkeer te rapporteren in scope 2, in tegenstelling tot het GHG-protocol, die woon-werkverkeer aan scope 3 toeschrijft. Dit leidt tot de volgende definities van de 3 scopes: Scope 1: Directe emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gebruik van gas (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2: Indirecte emissies die ontstaan in verband met de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt. Tot deze emissie wordt ook gerekend de emissies die te maken hebben met Business Travel, Personal Cars for business travel en woon-werkverkeer. Scope 3: Overige indirecte emissies, veroorzaakt door activiteiten van de eigen organisatie, zoals emissies van openbaar vervoer, afvalverwerking, papiergebruik, energie gebruikt van klanten, onderaanneming en verbruiksartikelen, papierverbruik. 02-05-2016 6/9

4. Berekeningsmethodiek 4.1. Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Deze periodieke rapportage is tot stand gekomen op basis van het reglement van de CO2-prestatieladder conform handboek 3.0 zoals gepubliceerd in juni 2015 door SKAO. De emissiefactoren conform het handboek 3.0 zijn geldig m.i.v. 1 januari 2015. De emissiefactoren zijn vastgesteld op basis van de website CO2emissiefactoren.nl, waarbij de wijzigingslijst van SKAO als leidend wordt beschouwd. Deze lijst is gelijktijdig gepubliceerd met handboek 3.0 waarin enerzijds de uitzonderingen bepaalt zijn t.o.v. een aantal emissiefactoren in vergelijking met CO2emissiefactoren.nl en anderzijds aangeeft of een factor wel dan niet met terugwerkende kracht in de tijd dient te worden doorgerekend. 4.2. Uitsluitingen Gebruik van koude middelen behoort tot de directe GHG emissies. De CO2-prestatieladder vermeldt echter dat de emissie door lekkage van koude middelen niet verplicht hoeft te worden gerapporteerd. Omdat extrapolatie aan de hand van aannames wegens de specifieke eigenschappen van de verschillende koudemiddelen onbetrouwbaar is, is ervoor gekozen om de koude middelen niet in het totaal mee te rekenen. Treinreizen zijn niet meegenomen in deze rapportage, aangezien deze niet significant zijn (< 1 ton CO2 / jaar). 4.3. Opname van CO2 In de rapportageperiode was geen sprake van broeikasgasverwijdering binnen de Schagen Groep. 4.4. Biomassa In de rapportageperiode was geen sprake van verbranding van biomassa binnen de Schagen Groep. 02-05-2016 7/9

5. Emissies Onderstaand wordt de ontwikkeling van de emissie over de tijd weergegeven. 5.1. Footprint basisjaar 2010: 19,07 duizend ton CO2 Scope 1 - Direct: 5,98 duizend ton CO2 Scope 2 - Indirect: 1,47 duizend ton CO2 Scope 3 - Up- of downstream: 11,63 duizend ton CO2 2010 Scope 1 - Direct 5975,11 Scope 2 - Indirect 1465,90 Scope 3 - Up- of downstream 11625,00 Totaal 19066,01 5.2. Uitstoot per bedrijfsonderdeel in Scope 1 en 2 02-05-2016 8/9

2010: 7,44 duizend ton CO2 : 3,59 ton CO2 Betoncentrale Hasselt: 119,08 ton CO2 Bouwbedrijf Salverda: 1,15 duizend ton CO2 Covatra Nederland: 73,15 ton CO2 Drenth Bouw: 14,42 ton CO2 Installatiebedrijf Bouwmeester: 121,18 ton CO2 Jac. Admiraal: 32,44 ton CO2 Kantoor Hasselt: 109,44 ton CO2 Menginstallatie Overijssel: 3,36 duizend ton CO2 Schagen Infra: 135,67 ton CO2 Schagen Materieelservice: 1,67 duizend ton CO2 Schagen Zwolle: 515,44 ton CO2 Schavast Projectontwikkeling: 144,16 ton CO2 2010 3,59 Betoncentrale Hasselt 119,08 Bouwbedrijf Salverda 1145,51 Covatra Nederland 73,15 Drenth Bouw 14,42 Installatiebedrijf Bouwmeester 121,18 Jac. Admiraal 32,44 Kantoor Hasselt 109,44 Menginstallatie Overijssel 3360,60 Schagen Infra 135,67 Schagen Materieelservice 1666,32 Schagen Zwolle 515,44 Schavast Projectontwikkeling 144,16 Totaal 7441,01 02-05-2016 9/9