KINDERRECHTENMONITOR - 2014 -

Vergelijkbare documenten
Wie komt in aanmerking voor de award

INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND. Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind.

ADVIES KINDERRECHTENMONITOR 2014

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Welkom bij de presentatie van de EERSTE NEDERLANDSE KINDERRECHTENMONITOR

DE KINDEROMBUDSMAN PRESENTEERT EERSTE NEDERLANDSE KINDERRECHTENMONITOR: GROTE ZORGEN OVER HALF MILJOEN KINDEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

KINDERRECHTENMONITOR

Verdrag over de rechten van het kind

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Samenvatting Kinderrechtenmonitor 2012 voor kinderen en jongeren

Kinderrechtenverdrag. Voor kinderen en jongeren

Alle rechten op een rij:

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989

Werkstuk Maatschappijleer Kinderrechten

Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989

DE TOEPASSING VAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK

KINDERRECHTENMONITOR

INHOUD. PREAMBULE Officiële tekst en samenvatting DEEL 1 ARTIKEL 1-41 DEEL 2 ARTIKEL DEEL 3 ARTIKEL Officiële tekst

Een paar nachtjes in de cel

ADVIES KINDERRECHTENMONITOR 2015

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind

11/09/2013. Behandelend afdeling. Afgehandeld door/op: Beh. Ambt.: Streefdat.

KINDERRECHTENMONITOR

ADVIES KINDERRECHTENMONITOR 2016

DE SAMENWERKING TUSSEN KINDERRECHTENJURISTEN EN (ORTHO)PEDAGOGEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

Defence for Children

Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009

Johannes Wier Stichting 12 december weafldkje. Transitie van de Jeugdzorg en de Rechten van het Kind

Betreft: zorgen over alleenstaande kinderen in Nederland (agendapunt 1 van het AO op 12 november 2015)

Het Internationaal Kinderrechtenverdrag in de Nederlandse rechtspraak

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verdrag inzake de Rechten van het Kind Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Actieplan Kinderrechten SINT MAARTEN

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION

KINDERRECHTENMONITOR

NIET-LIMITATIEVE ASPECTEN VAN DE THEMA S BINNEN DE VERSCHILLENDE THEMAVELDEN

K/iiimeMehoollccf/ef. Q(?v( 19 JUL Leiden, juli Aan de leden van de gemeenteraad t.a.v. de raadsgriffier. Geachte heer, mevrouw,

ADVIES KINDERRECHTENMONITOR 2013

Verdrag inzake de Rechten van het Kind aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

UNICEF en kinderrechten

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Verdrag inzake de Rechten van het Kind Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation

zijn deze maatregelen in de ruimste mate waarin de hun ter beschikking staande middelen dit toelaten en, indien nodig, in het kader van internationale

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

ECLI:NL:RVS:2017:1318

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. 22 december 2017 Kamervragen 2017Z16598 en 2017Z16451

WIJ HEBBEN RECHTEN SOLIDARITEIT 1. D3. KINDERRECHTENVERDRAG

Leerplicht en Recht op onderwijs

Elk kind heeft het recht om...

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Griffie. Van: Verzonden: Aan:

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Multiple choice quiz Vraag 1 Vraag 2

Betreft: uitkomsten verkenning besluitvorming binnen de voogdijmaatregel

Manifest voor de Rechten van het kind

Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) New York, 20 november 1989

KINDEREN IN DE KNEL Versie april 2014

Yasmina JIJ NAAM: LEEFTIJD: WOONPLAATS: SCHOOL: NATIONALITEIT: HOBBIES:

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Samenvatting advies conceptwetsvoorstel Jeugdwet

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Tweede Kamer der Staten-Generaal

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Nederlandse Rapportage van de Kinderombudsman aan het VN-Kinderrechtencomité

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

De rechten van het kind als moreel, juridisch en politiek kompas voor de verhouding tussen kinderen, ouders en overheid

ADVIES OP CONCEPT UITVOERINGSBESLUIT JEUGDWET DEFENCE FOR CHILDREN. 24 december 2013

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking

Datum 27 november 2018 Betreft Reactie Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016

Subsidiëring van de bezoekruimtes. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Ongedocumenteerde kinderen

Het Kinderrechten lespakket

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

KINDERRECHTENMONITOR - 2014 -

KINDERRECHTENMONITOR 2014

Colofon De feitelijke informatie in deze Kinderrechtenmonitor 2014 is in opdracht van de Kinderombudsman bijeengebracht door de Afdeling Jeugdrecht van de Universiteit Leiden, met dank aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Universiteit Leiden Coördinatie en redactie: Dr. Stephanie Rap Prof. mr. Ton Liefaard Prof. mr. Peter Rodrigues Met medewerking van: Mariëlle Bahlmann LL.B. (domein 1, 3 en 5) Mr. drs. Celesta Bonnet (domein 3) Mr. drs. Yannick van den Brink (domein 3) Prof. mr. Mariëlle Bruning (domein 1 en 2) Lieke Buurman LL.B. (Caribisch Nederland) Leonie Herben LL.B. (domein 4) Prof. mr. Simone van der Hof (domein 2 en 5) Mr. drs. Maria de Jong- de Kruijf (domein 3) Mr. Stefan Kok (domein 6) Prof. mr. Isabeth Mijnarends (domein 3) Prof. mr. Peter Rodrigues (domein 6) Mr. Jeanette Satink (domein 2) Thamara Schalk LL.B. (domein 5) Jill Stein LL.M. (domein 4) Denise Verkroost LL.B. (domein 2) Mr. dr. Machteld Vonk (domein 1) Mr. Kartica van der Zon (domein 1) De Kinderombudsman Coördinatie en eindredactie: Mr. Coby van der Kooi Mr. Marieke Weemaes Op verzoek van de Kinderombudsman hebben alle relevante ministeries gegevens aangeleverd over 2012 en 2013. Onze dank gaat uit naar een ieder die hier namens de betreffende departementen bij betrokken is geweest.

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (vereenvoudigde versie) Art. 1 Definitie van kind Als kind wordt aangemerkt iedere persoon jonger dan 18 jaar, tenzij de nationale wetgeving de meerderjarigheidsgrens lager stelt. Art. 2 Bescherming tegen discriminatie Alle rechten gelden voor alle kinderen, zonder enige uitzondering. De Staat is verplicht kinderen te beschermen tegen elke vorm van discriminatie en dient zich actief in te zetten voor de bevordering van de rechten van kinderen. Art. 3 Belangen van het kind Bij alle maatregelen die kinderen betreffen dient het belang van het kind voorop te staan. Wanneer de ouders van het kind, of anderen die verantwoordelijk zijn, hun verplichtingen niet nakomen, zal de Staat het kind voorzien van de nodige zorg. Art. 4 Realiseren van de rechten De Staat moet alles in het werk stellen om de rechten zoals deze zijn vastgelegd in het Verdrag, te verwezenlijken. Art. 5 De rol van ouders bij de begeleiding en ontwikkeling van het kind De Staat dient de rechten en verantwoordelijkheden van de ouders en familie te eerbiedigen ten aanzien van de begeleiding van het kind bij de uitoefening door het kind van de rechten uit het Verdrag. Art. 6 Overleven en ontwikkeling Elk kind heeft het inherente recht op leven. De Staat is verplicht te zorgen voor het overleven en de ontwikkeling van het kind. Art. 7 Naam en nationaliteit Elk kind heeft vanaf zijn geboorte recht op een naam. Ook heeft ieder kind het recht een nationaliteit te verwerven en, voorzover dat mogelijk is, het recht te weten wie zijn ouders zijn en door hen te worden verzorgd. Art. 8 Eerbiediging van de identiteit De Staat is verplicht de identiteit van het kind te beschermen en, indien nodig, de voornaamste aspecten van deze identiteit te herstellen, zoals naam, nationaliteit en familiebanden. Art. 9 Scheiding van het kind van de ouders Elk kind heeft het recht bij zijn ouders op te groeien en om met beide ouders contact te houden wanneer het van een of van beiden gescheiden leeft, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind. Art. 10 Gezinshereniging Ieder kind heeft het recht om herenigd te worden met zijn of haar ouder(s) als het kind en de ouder(s) niet in hetzelfde land wonen. Aanvragen hiervoor moet de overheid met welwillendheid, menselijkheid en spoed behandelen. Het kind dat in een ander land dan zijn of haar ouder(s) verblijft, heeft recht op rechtstreeks en regelmatig contact met die ouder(s). Art. 11 Ontvoeren en vasthouden van kinderen De Staat is verplicht om het ontvoeren van kinderen naar het buitenland of het aldaar vasthouden van kinderen door een van de ouders of door een derde, te voorkomen en tegen te gaan. Art. 12 De mening van het kind Ieder kind heeft het recht zijn mening vrijelijk te uiten in aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang moet worden gehecht. Art. 13 Vrijheid van meningsuiting Elk kind heeft het recht, zowel binnen als buiten de landsgrenzen, zijn mening te uiten, informatie te verkrijgen of te verschaffen en denkbeelden door te geven. Art. 14 Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst De Staat eerbiedigt het recht van het kind op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, en de rechten en plichten van de ouders om het kind hierbij te begeleiden. Art. 15 Vrijheid van vereniging en vergadering Kinderen hebben het recht om samen te komen, om lid te worden van verenigingen en verenigingen op te richten. Art. 16 Bescherming van privacy Kinderen hebben recht op bescherming tegen inmenging in hun privéleven, gezinsleven, woning en correspondentie. Ook hebben zij recht op bescherming tegen elke vorm van laster. Art. 17 Toegang tot informatie De Staat dient er voor te zorgen dat kinderen toegang hebben tot informatie en materiaal afkomstig uit een verscheidenheid aan bronnen. Daarbij zal de Staat de massamedia stimuleren informatie te verspreiden van sociaal en cultureel nut voor het kind en zal de Staat de benodigde maatregelen 6

treffen om het kind te beschermen tegen informatie en materiaal die schadelijk voor het kind zijn. Art. 18 Ouderlijke verantwoordelijkheden De ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Zij zullen hierbij worden bijgestaan door de Staat. De Staat zal ouders op een passende wijze bijstand verlenen bij het opvoeden van hun kinderen. Art. 19 Bescherming tegen misbruik en verwaarlozing De Staat zal het kind beschermen tegen elke vorm van mishandeling door ouders of door een derde die de zorg over het kind heeft. Ook zal de Staat doelgerichte sociale programma s opzetten om misbruik te voorkomen en om hulp te bieden aan slachtoffers. Art. 20 Bescherming van kinderen zonder gezin De Staat is verplicht extra bescherming te bieden aan kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen verblijven en zorgt in dergelijke gevallen voor een geschikt alternatief, zoals plaatsing in een pleeggezin of in een instelling voor kinderzorg. Bij de keuze van de meest geschikte oplossing, zal rekening worden gehouden met de culturele achtergrond van het kind. Art. 21 Adoptie In landen waar adoptie wordt erkend en/of is toestaan, zal hiertoe alleen worden overgegaan als dit in het belang van het kind is, en dan slechts met toestemming van de verantwoordelijke instanties. De bescherming van het kind staat hierbij centraal. Art. 22 Minderjarige vluchtelingen Aan elk kind dat de vluchtelingenstatus heeft of deze wenst te verkrijgen, zal speciale bescherming worden geboden. De Staat is verplicht samen te werken met bevoegde instanties die deze bescherming en steun bieden. Art. 23 Gehandicapte kinderen Elk gehandicapt kind heeft recht op aangepaste zorg, onderwijs en training waardoor het in staat is een bevredigend, volwaardig en behoorlijk leven te leiden, de zelfstandigheid van het kind wordt bevorderd, en het kind actief kan deelnemen aan de samenleving. Art. 24 Gezondheid en gezondheidszorg Ieder kind heeft recht op een zo goed mogelijke gezondheid en op de best mogelijke gezondheidszorg. De Staten zullen zich actief inzetten om te voorzien in eerstelijnsen preventieve gezondheidszorg. Ook zullen zij zorgen voor een goede voorlichting over gezondheid, voeding van kinderen, de voordelen van borstvoeding en hygiëne en zullen zij er alles aan doen de kindersterfte terug te brengen. De Staten bevorderen internationale samenwerking op dit gebied en streven naar een gezondheidszorg die toegankelijk is voor alle kinderen. Hierbij wordt speciaal rekening gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden. Art. 25 Regelmatige evaluatie bij uithuisplaatsing Ieder kind dat door de Staat voor verzorging, bescherming of behandeling uit huis wordt 7

geplaatst, heeft recht op een regelmatige evaluatie van deze plaatsing. Art. 26 Sociale voorzieningen Elk kind heeft het recht gebruik te maken van de sociale voorzieningen, met inbegrip van de sociale verzekering. Art. 27 Levensstandaard Elk kind heeft recht op een levensstandaard die toereikend is voor zijn lichamelijke, geestelijke, intellectuele, morele en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het bieden van een toereikende levensstandaard aan hun kinderen. De Staat zorgt er voor dat ouders de verplichtingen voortvloeiend uit deze verantwoordelijkheid kunnen nakomen, en dat ook daadwerkelijk doen. Daarbij kan de Staat onder andere voorzien in materiële bijstand aan de ouders en hun kinderen. Art. 28 Onderwijs Ieder kind heeft recht op onderwijs. De Staat heeft tot taak het basisonderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen, de ontwikkeling van verschillende vormen van voortgezet onderwijs aan te moedigen en toegankelijk te maken voor alle kinderen alsmede hoger onderwijs toegankelijk te maken voor kinderen die daar de capaciteiten voor hebben. De discipline die op school wordt gehandhaafd moet verenigbaar zijn met de menselijke waardigheid van het kind en moet in overeenstemming zijn met dit Verdrag. De Staten bevorderen internationale samenwerking op het gebied van onderwijs. Hierbij wordt speciaal rekening gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden. Art. 29 Onderwijsdoelstellingen Het onderwijs dient te zijn gericht op de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, de talenten en de geestelijke en lichamelijke vermogens van elk kind. Onderwijs dient het kind voor te bereiden op een actief volwassen leven in een vrije samenleving en zal het kind respect bij brengen voor mensenrechten, voor zijn ouders, zijn culturele achtergrond, taal en waarden, en voor de culturele achtergrond van anderen. Art. 30 Kinderen afkomstig uit minderheidsgroepen Kinderen afkomstig uit minderheidsgroepen hebben het recht hun eigen cultuur te beleven, hun eigen godsdienst te belijden en hun eigen taal te spreken. Art. 31 Vrije tijd, ontspanning en culturele activiteiten Ieder kind heeft recht op vrije tijd, op spelen en op deelname aan culturele en artistieke activiteiten. Art. 32 Kinderarbeid Ieder kind heeft het recht op bescherming tegen elke vorm van arbeid die schadelijk is voor zijn gezondheid, scholing en ontwikkeling. De Staat zal minimumleeftijden vaststellen voor het verrichten van arbeid en passende arbeidsvoorwaarden vaststellen. Art. 33 Drugsmisbruik Ieder kind heeft recht op bescherming tegen het gebruik van verdovende middelen en psychotrope stoffen en tegen deelname aan de vervaardiging van of aan de handel in dergelijke middelen. Art. 34 Seksuele exploitatie De Staat zal kinderen beschermen tegen elke vorm van seksuele exploitatie of seksueel misbruik, waaronder prostitutie en pornografie. Art. 35 Ontvoeren, verhandelen of verkopen van kinderen De Staat zal alles in het werk stellen om de ontvoering, de handel of de verkoop van kinderen te voorkomen. Art. 36 Andere vormen van exploitatie Ieder kind heeft recht op bescherming tegen elke vorm van exploitatie die schadelijk is voor het welzijn van het kind, anders dan beschreven in artikelen 32, 33, 34 of 35. Art. 37 Foltering en vrijheidsberoving Geen enkel kind mag worden onderworpen aan foltering of aan een andere wrede behandeling of straf, onrechtmatig worden gearresteerd of onrechtmatig van zijn vrijheid worden beroofd. Doodstraf of levenslange gevangenisstraf mogen niet opgelegd worden bij delicten die gepleegd zijn door personen jonger dan 18 jaar. Elk kind wiens vrijheid rechtmatig wordt ontnomen, zal gescheiden van volwassenen worden opgesloten, tenzij dit niet in het belang van het kind is. Elk kind dat in hechtenis wordt genomen, heeft recht op juridische en andere bijstand en recht op contact met zijn familie. Art. 38 Gewapende conflicten De Staten zullen al het mogelijke doen om te voorkomen dat kinderen jonger dan 15 jaar deelnemen aan vijandelijkheden. Strijdkrachten mogen geen kinderen jonger dan 15 jaar rekruteren. Verder zijn de Staten, in overeenstemming met het van toepassing zijnde internationale recht, verantwoordelijk voor de bescherming en 8

verzorging van kinderen die slachtoffer zijn van gewapende conflicten. Art. 39 Revalidatiezorg De Staat is verplicht kinderen die het slachtoffer zijn geworden van gewapende conflicten, foltering, verwaarlozing, mishandeling of exploitatie een passende behandeling te bieden die hun herstel en herintegratie in de samenleving bevordert. Art. 40 Toepassing van het kinderstrafrecht Ieder kind dat een strafbaar feit begaat, heeft recht op een behandeling die verenigbaar is met de eigenwaarde van het kind, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind en waarbij de volledige herintegratie in de samenleving het doel is. Ieder kind heeft bovendien recht op basisgaranties en kan beroep doen op juridische of andere bijstand voor zijn of haar verdediging. Juridische procedures en het plaatsen van kinderen in instellingen zullen zoveel mogelijk vermeden worden. Art. 41 Verdergaande regelingen Wanneer het van toepassing zijnde nationale en internationale recht met betrekking tot de rechten van het kind gunstiger regelingen hanteert dan dit Verdrag, zal altijd uitgegaan worden van deze gunstiger regelingen. Het Kinderrechtenverdrag telt totaal 54 artikelen De artikelen 42 tot 54 hebben betrekking op de implementatie en inwerkingtreding van het Verdrag en zijn in deze vereenvoudigde versie niet opgenomen. 9

10

Inhoudsopgave Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (vereenvoudigde versie) 6 Voorwoord 15 Het kind centraal: hoofdaanbevelingen 16 De domeinen in vogelvlucht 18 De monitor 20 I Het mandaat van de Kinderombudsman en het VN-Kinderrechtencomité 20 II Reacties op de Kinderrechtenmonitor 2013 23 III Methode van onderzoek 23 IV Leeswijzer 25 Domein 1 - Gezinssituatie en alternatieve zorg 26 1.1 Inleiding 27 1.2 Relevante artikelen uit het Kinderrechtenverdrag 27 1.3 Kinderen en hun gezinssituatie 28 1.3.1 Aantallen 28 1.3.2 Kinderopvang 29 1.3.3 Kinderrechtenbeschouwing 30 1.4 Familierecht 30 1.4.1 Scheiding en omgang 30 1.4.2 Internationale kinderbescherming 31 1.4.3 Afstamming en afstammingskennis 32 1.4.4 Adoptie 33 1.4.5 LHBTI-kinderen 33 1.4.6 Kinderrechtenbeschouwing 33 1.5 Jeugdzorg 34 1.5.1 Toegang tot jeugdzorg 34 1.5.2 Onder toezicht gestelde kinderen 35 1.5.3 Uithuisgeplaatste kinderen 36 1.5.4 Transitie jeugdzorg 38 1.5.5 Kinderrechtenbeschouwing 39 1.6 Caribisch Nederland 41 1.6.1 Gezinssituatie 41 1.6.2 Jeugdzorg 41 1.6.3 Kinderrechtenbeschouwing 41 1.7 Conclusies en aanbevelingen 42 1.7.1 Conclusies 42 1.7.2 Aanbevelingen 43 Domein 2 - Bescherming tegen exploitatie en geweld 44 2.1 Inleiding 45 2.2 Relevante artikelen uit het kinderrechtenverdrag 45 2.3 Minderjarige slachtoffers van delicten 46 2.3.1 Aard en omvang 46 2.3.2 Minderjarige slachtoffers 47 2.3.3 Kinderrechtenbeschouwing 47 11

2.4 Minderjarige slachtoffers van mensenhandel 48 2.4.1 Aard en omvang 48 2.4.2 Aanpak mensenhandel 49 2.4.3 Opvang en hulpverlening 50 2.4.4 Kinderrechtenbeschouwing 51 2.5 Kindermishandeling 52 2.5.1 Aard en omvang 52 2.5.2 Signalering en melding van kindermishandeling 53 2.5.3 Commissies kindermishandeling 55 2.5.4 Civielrechtelijke aanpak van kindermishandeling 56 2.5.5 Straf- en bestuursrechtelijke aanpak van kindermishandeling 56 2.5.6 Preventie en hulpverlening 59 2.5.7 Kinderrechtenbeschouwing 60 2.6 Vermiste kinderen 61 2.6.1 Aard en omvang 61 2.6.2 Kinderrechtenbeschouwing 62 2.7 Online veiligheid 62 2.7.1 Aard en omvang 62 2.7.2 Online seksueel misbruik 64 2.7.3 Online privacy 64 2.7.4 Online misleiding, fraude en hacken 65 2.7.5 Kinderrechtenbeschouwing 65 2.8 Caribisch Nederland 66 2.8.1 Huiselijk geweld 67 2.8.2 Mensenhandel 67 2.8.3 Kinderrechtenbeschouwing 67 2.9 Conclusies en aanbevelingen 68 2.9.1 Conclusies 68 2.9.2 Aanbevelingen 69 Domein 3 - Vrijheidsbeneming en jeugdstrafrecht 70 3.1 Inleiding 71 3.2 Relevante artikelen uit het Kinderrechtenverdrag 71 3.3 Jeugdstrafrecht 72 3.3.1 Minderjarige verdachten 72 3.3.2 Minderjarigen en de politie 76 3.3.3 Voorlopige hechtenis van minderjarigen 79 3.3.4 DNA-afname en justitiële documentatie 81 3.3.5 Herstelrecht en slachtofferbeleid 82 3.3.6 Doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen 82 3.3.7 Beleidsontwikkelingen 83 3.3.8 Kinderrechtenbeschouwing 83 3.4 Gesloten jeugdzorg 89 3.4.1 Aard en omvang 89 3.4.2 Wetgeving en beleid 92 3.4.3 Rechtspositie 93 3.4.4 Kinderrechtenbeschouwing 93 3.5 Caribisch Nederland 94 3.5.1 Jeugdstrafrecht 94 3.5.2 Jeugdreclassering 95 3.5.3 Vooruitblik 95 3.5.4 Kinderrechtenbeschouwing 95 3.6 Conclusies en aanbevelingen 96 3.6.1 Conclusies 96 3.6.2 Aanbevelingen 97 12

Domein 4 - Toereikende levensstandaard 98 4.1 Inleiding 99 4.2 Relevante artikelen uit het Kinderrechtenverdrag 99 4.3 Leefomstandigheden 101 4.3.1 Kinderen in armoede 101 4.3.2 Jongeren zonder vaste woon- of verblijfplaats 102 4.3.3 Kinderrechtenbeschouwing 103 4.4 Gezondheid 104 4.4.1 Gezondheid in het algemeen 104 4.4.2 Kinder- en zuigelingensterfte 105 4.4.3 Toegang tot gezondheidszorg 107 4.4.4 Kinderen met een handicap 108 4.4.5 Psychosociale gezondheid 109 4.4.6 Leefstijl 111 4.4.7 Medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen 114 4.4.8 Kinderrechtenbeschouwing 115 4.5 Caribisch Nederland 118 4.5.1 Armoede 118 4.5.2 Gezondheid 118 4.5.3 Sport, spel en cultuur 119 4.5.4 Kinderrechtenbeschouwing 119 4.6 Conclusies en aanbevelingen 120 4.6.1 Conclusies 120 4.6.2 Aanbevelingen 121 Domein 5 Onderwijs 122 5.1 Inleiding 123 5.2 Relevante artikelen uit het Kinderrechtenverdrag 123 5.3 Onderwijsdeelname en prestaties 124 5.4 Recht op onderwijs en passend onderwijs 125 5.4.1 Zorgleerlingen en voorzieningen 125 5.4.2 Passend onderwijs 126 5.4.3 Kinderrechtenbeschouwing 127 5.5 Toegang tot onderwijs 127 5.5.1 Thuiszitters 128 5.5.2 Voortijdig schoolverlaters 129 5.5.3 Kinderrechtenbeschouwing 130 5.6 Kwaliteit van het onderwijs 131 5.6.1 Zwakke scholen 131 5.6.2 Sociale kwaliteit van scholen 132 5.6.3 Kinderrechtenbeschouwing 132 5.7 Veiligheid op school 133 5.7.1 Pesten 133 5.7.2 Discriminatie 134 5.7.3 Online veiligheid 136 5.7.4 Kinder- en mensenrechteneducatie 137 5.7.5 Kinderrechtenbeschouwing 138 5.8 Onderwijs in geslotenheid 139 5.8.1 Kwaliteit van het onderwijs in justitiële jeugdinrichtingen en gesloten jeugdzorg 139 5.8.2 Kinderrechtenbeschouwing 140 5.9 Caribisch Nederland 140 5.9.1 Kwaliteit van het onderwijs 140 5.9.2 Taalproblematiek 140 5.9.3 LHBTI-kinderen 141 13

5.9.4 Kinderrechtenbeschouwing 141 5.10 Conclusies en aanbevelingen 142 5.10.1 Conclusies 142 5.10.2 Aanbevelingen 143 Domein 6 - Minderjarige vreemdelingen 144 6.1 Inleiding 145 6.2 Relevante artikelen uit het Kinderrechtenverdrag 145 6.3 Europese ontwikkelingen 146 6.3.1 Gemeenschappelijk asielstelsel 146 6.3.2 De Dublinverordening (Verordening 604/2013) van 26 juni 2013 148 6.3.3 Resolutie Europees Parlement amv s 148 6.3.4 Kinderrechtenbeschouwing 149 6.4 Gezinsmigratie 150 6.4.1 Gezinsmigratie aantallen 150 6.4.2 Nareizende gezinsleden 151 6.4.3 Gezinsmigratiebeleid 151 6.4.4 Kinderrechtenbeschouwing 152 6.5 Opvang en voorzieningen voor minderjarige vreemdelingen 152 6.5.1 Gezinnen met kinderen 152 6.5.2 Alleenstaande minderjarige vreemdelingen 153 6.5.3 Kinderrechtenbeschouwing 155 6.6 Minderjarigen in vreemdelingenbewaring 156 6.6.1 Kinderrechtenbeschouwing 156 6.7 Sociale voorzieningen voor ongedocumenteerde kinderen 157 6.7.1 Toegang tot gezondheidszorg 157 6.7.2 Toegang tot onderwijs 157 6.7.3 Kinderrechtenbeschouwing 158 6.8 Staatloze kinderen 159 6.8.1 Kinderrechtenbeschouwing 159 6.9 Nieuwe toelatingsgronden 160 6.9.1. Kinderpardon 160 6.9.2 Kinderrechtenbeschouwing 161 6.10 Nieuwe beleidsontwikkelingen 161 6.10.1 Asielverzoeken van kinderen 161 6.10.2 Amv s die slachtoffer zijn van mensenhandel 163 6.10.3 Kinderrechtenbeschouwing 164 6.11 Conclusies en aanbevelingen 166 6.11.1 Conclusies 166 6.11.2 Aanbevelingen 167 Bronnen 168 Bronnen de monitor 169 Bronnen domein 1 170 Bronnen domein 2 174 Bronnen domein 3 180 Bronnen domein 4 185 Bronnen domein 5 193 Bronnen domein 6 199 Lijst van afkortingen 203 14

Voorwoord Voor de derde keer hebben we de naleving van kinderrechten in Nederland in kaart gebracht. Met deze monitor als resultaat! De Kinderrechtenmonitor is een jaarlijks document met een schat aan informatie. We leggen de levens van kinderen in Nederland langs de artikelen uit het Kinderrechtenverdrag en dat geeft ons een compleet beeld. Uit deze monitor blijkt dat veel kwetsbare kinderen nog onverminderd extra aandacht nodig hebben om ervoor te zorgen dat hun rechten niet worden geschonden. Denk hierbij aan kinderen die opgroeien in armoede en kinderen die slachtoffer zijn van geweld. De monitor laat gelukkig ook zien waar het beter gaat. Steeds minder kinderen en jongeren komen in aanraking met politie en justitie. Ook daalt het aantal minderjarigen in justitiële jeugdinrichtingen. En tot slot geeft de monitor inzicht in ontwikkelingen waar we bijzonder alert op moeten zijn, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg. Krijgen kinderen na 1 januari 2015 nog wel de zorg waar zij recht op hebben? Voor wetgevers, beleidsmakers en uitvoerders biedt deze monitor weer voldoende aanbevelingen en handvatten om de situatie voor kinderen te verbeteren. Maar of het nu gaat over het onderwijs, opgroeien in armoede, of over kinderen die in een vechtscheiding belanden, ik wil graag meegeven dat het vooral belangrijk is om naar kinderen te luisteren en ze te betrekken bij beslissingen. Kinderen hebben volgens artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag het recht om hun mening te geven over zaken die hen aangaan. In Nederland kunnen we daar nog enorme stappen in maken, niet alleen bij het maken van wetten en beleid, maar ook in gerechtelijke en bestuurlijke procedures. Er worden hier wetten gemaakt die over kinderen gaan, maar kinderen worden nergens geconsulteerd. Het is niet zo dat kinderen het beter weten dan volwassenen. Maar het is ook niet per se andersom. Kinderen bekijken zaken vanuit een ander perspectief en daar moeten we beter gebruik van maken. Marc Dullaert de Kinderombudsman 15

Het kind centraal: hoofdaanbevelingen Deze derde Kinderrechtenmonitor brengt in beeld hoe het in 2013 gesteld was met de kinderrechten in Nederland. De monitor behandelt grotendeels dezelfde onderwerpen als vorig jaar. De Kinderombudsman trekt daaruit conclusies en doet aanbevelingen aan de overheid, relevante (uitvoerings)organisaties en de maatschappij. We constateren dat op een aantal terreinen vooruitgang is geboekt, maar sommige onderwerpen vragen onverminderd aandacht. Daarnaast zijn er ook nieuwe onderwerpen, die risico s rond kinderrechten met zich meebrengen. De Kinderombudsman heeft op basis van de aanbevelingen uit alle zes de domeinen van de monitor de onderstaande vier hoofdaanbevelingen geformuleerd. Deze hoofdaanbevelingen hebben prioriteit en vereisen snelle actie van de wetgever, beleidsmakers en uitvoerders. 1. Stel het kind centraal bij totstandkoming van alle wet- en regelgeving Bij het opstellen van wet- en regelgeving en in de beleidsuitvoering is het nog altijd geen regel dat de belangen van het kind standaard meegewogen worden. Wet- en regelgeving of beleidsuitvoering kan geschreven worden met het oog op volwassenen, maar lang niet altijd realiseren wetgever en beleidsmakers zich welke gevolgen dit heeft voor de kinderen van die volwassenen, terwijl de gevolgen voor kinderen ingrijpend kunnen zijn en soms zelfs in strijd met het Kinderrechtenverdrag. De Nederlandse staat heeft het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Bij de ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving, beleid, richtlijnen, etcetera, die effect hebben op kinderen en jongeren, dient de overheid een kinderrechtentoets uit te voeren, door in alle stadia de rechten en het belang van kinderen uitdrukkelijk en aantoonbaar mee te wegen. Bij zo n kinderrechtentoets bij wet- en regelgeving is het ook belangrijk dat kinderen hierover hun mening geven. Er worden wetten gemaakt die over kinderen gaan, maar kinderen worden vrijwel niet geconsulteerd. Het is niet zo dat kinderen het beter weten dan volwassenen, maar het is ook niet per se andersom. Kinderen bekijken zaken vanuit een eigen perspectief en daar moet beter gebruik van worden gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de decentralisatie van de jeugdzorg. Deze verandering kan van grote invloed zijn op het leven van kinderen en jongeren, maar desondanks zijn zij niet of nauwelijks geconsulteerd over deze wetswijziging. 2. Stel het kind centraal, laat kinderen participeren Participatie is voor kinderen en jongeren van cruciaal belang. Daarom is in artikel 12 IVRK vastgelegd dat het kind recht heeft op zijn eigen mening en het recht heeft om gehoord te worden in zaken die hem of haar betreffen. In de praktijk wordt dit nog niet breed toegepast. Vaak geven andere belangen van overheid of ouders de doorslag bij beslissingen die het kind 16

betreffen. Om daadwerkelijk te realiseren dat het kind centraal staat is nodig dat gedacht en gehandeld wordt vanuit de belangen van het kind en niet langer alleen vanuit systemen. Daarvoor is het cruciaal dat kinderen gehoord worden. Een voorbeeld hiervan zijn kinderen die te maken krijgen met een (v)echtscheiding of die uit huis geplaatst dreigen te worden. De positie van deze kinderen kan worden versterkt door hen de mogelijkheid te bieden daadwerkelijk te participeren. Hierbij moet ook worden gedacht aan de benoeming van een bijzondere curator die het kind kan vertegenwoordigen tijdens een procedure. 3. Maak het kind zichtbaar, zorg voor actuele data Actuele data over groepen kinderen zijn van groot belang. Pas als inzichtelijk is hoeveel kinderen op bepaalde terreinen in de knel zitten kunnen gerichte maatregelen worden genomen. Pas als een kind in beeld is, kan het kind ook geholpen worden. Vandaar dat de Kinderombudsman ook dit jaar weer aandacht vraagt voor het genereren van actuele cijfers. Daarvoor is nodig dat registratiesystemen worden aangelegd en op orde zijn, maar ook dat monitoring bestaat zodat voortgang gemeten kan worden. Voorbeelden hiervan zijn het gebrek aan specifieke data over uithuisgeplaatste kinderen, zoals data over de vraag hoe vaak pleegkinderen bij broertjes en zusjes worden geplaatst en hoe vaak pleegkinderen binnen een jaar worden overgeplaatst. Ook zijn sommige kwetsbare groepen kinderen onvoldoende in beeld. Veel gemeenten hebben noch zicht op het aantal mishandelde kinderen noch op groepen met een verhoogd risico op kindermishandeling. 4. Bied het kind de benodigde zorg, bescherming en voorzieningen Zorg dat kinderen de zorg, de bescherming en de voorzieningen krijgen waar ze recht op hebben. Zonder die voorzieningen blijven wet- en regelgeving voor kinderen zonder gevolg. De benodigde zorg, bescherming en voorzieningen zorgen ervoor dat het kind daadwerkelijk ervaart dat zijn kinderrechten worden erkend en nageleefd. De kinderen die in armoede leven zijn hier een voorbeeld van. Om in belangrijke basisbehoeften van deze kinderen te voorzien, moeten de gemeenten specifiek op het kind gerichte voorzieningen treffen. Hierbij kan men denken aan het beschikbaar stellen van een kindpakket aan die kinderen die dit nodig hebben. Een ander voorbeeld betreft de kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling. Zij hebben recht op zorg gericht op herstel en op het voorkomen van nieuw geweld. Voor elk mishandeld kind moet een veiligheidsplan en een herstelplan worden opgesteld. 17

De domeinen in vogelvlucht Domein 1. Gezinssituatie en alternatieve zorg De uitdaging voor de toekomst is om vechtscheidingen te voorkomen. Een steeds groter wordende groep kinderen krijgt te maken met ouders die in een vechtscheiding belanden. Het is een goede ontwikkeling dat er steeds meer aandacht is voor de positie van deze kinderen. Ook moet de stem van het kind een belangrijkere rol krijgen en worden gehoord tijdens een procedure (zie hoofdaanbeveling 2). Er wonen teveel uithuisgeplaatste kinderen in instellingen. Er is nog altijd een tekort aan pleegouders, ondanks dat er het afgelopen jaar actief is geworven. Sommige kinderen wonen in een instelling, juist omdat er een tekort is aan pleeggezinnen, maar het is onbekend voor hoeveel kinderen dat geldt. De decentralisatie van de jeugdzorg blijft zorgen baren. Het is de vraag in hoeverre in de praktijk de toegang tot en de kwaliteit van de zorg na 1 januari 2015 door de gemeenten is geborgd. Domein 2. Bescherming tegen exploitatie en geweld Er is sprake van een verslechterde veiligheid van kinderen en jongeren in Nederland: Het aantal geregistreerde minderjarige slachtoffers van mensenhandel is gestegen. Eén op de vijf jongeren van 15 tot 18 jaar is één of meerdere keren slachtoffer geweest van een strafbaar feit. Jaarlijks worden circa 62 duizend kinderen voor het eerst slachtoffer van strafbaar seksueel geweld. Er is een stijging van het aantal meldingen van kinderporno. De online veiligheid van minderjarigen is onvoldoende gegarandeerd. Wat de aanpak van kindermishandeling betreft is het positief dat de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is ingevoerd. Daar staat tegenover dat gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de aanpak voor de preventie van kindermishandeling, nog veel meer kunnen doen om kinderen te beschermen (zie paragraaf 2.5.6). Domein 3. Vrijheidsbeneming en jeugdstrafrecht. Steeds minder kinderen en jongeren komen in aanraking met politie en justitie. Ook het aantal minderjarigen dat in justitiële jeugdinrichtingen verblijft, is gedaald. Een negatieve ontwikkeling is dat de doorlooptijden in het jeugdstrafrecht langer zijn geworden. 18

Domein 4. Toereikende levensstandaard Hoewel het aantal kinderen dat in armoede opgroeit behoorlijk is gestegen, staat de aanpak van armoede onder kinderen hoog op de agenda. Zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau. Steeds meer gemeenten geven een kindpakket aan kinderen die in armoede opgroeien, zodat in belangrijke basisbehoeften van dat specifieke kind wordt voorzien (zie paragraaf 4.3.1). Domein 5. Onderwijs Het aantal voortijdig schoolverlaters is wederom gedaald. Ook zijn er minder zwakke scholen. Er zijn behoorlijke stappen gemaakt in de aanpak tegen pesten. Het bewustzijn over de impact van pesten op de slachtoffers is vergroot. Voor de overheid, scholen en leerlingen is het onderwerp van gesprek, maar ook van actie. Of het aantal gepeste kinderen ook zal afnemen, zal de komende tijd moeten blijken. Het is van het grootste belang dat de sociale veiligheid op scholen wordt vergroot, het aantal gepeste leerlingen aantoonbaar daalt en dat scholen zich inzetten voor de toenemende sociale veiligheid (zie paragraaf 5.7). Het is nog te vroeg om te zien of het passend onderwijs, dat op 1 augustus 2014 is ingevoerd, zorgt voor een passende onderwijsplek voor ieder kind en in het bijzonder of het ook een goede oplossing is voor thuiszittende kinderen (zie paragraaf 5.4 en 5.5). Domein 6. Minderjarige vreemdelingen Een groot aantal ongedocumenteerde kinderen heeft dankzij het kinderpardon een verblijfsvergunning gekregen. Door de strikte toepassing van het kinderpardon is er ook een grote groep kinderen die hier niet voor in aanmerking komt (zie paragraaf 6.9.1). 19