HEIDEHERSTEL Bert Geerdes en André van Keken

Vergelijkbare documenten
MEER HEIDE OP DE HEUVELRUG

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogelinventarisatie Ugchelsche bos

DE UTRECHTSE HEUVELRUG EN ZIJN BETEKENIS VOOR VOGELS

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

we hebben de dennen nodig

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogels van de Meinweg 2007

Broedvogels van de Boswachterij Ruurlo in 2006.

Ontwikkelingen van de broedvogels op de Imbosch in

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Broedvogels van het centrale deel van de Loonse en Drunense Duinen in 2009

Broedvogels op de Zuidoost-Veluwe

Vogelwerkgroep de Kempen. Broedvogelinventarisatie Goorloop

Vogelbevolking van de Gorsselse Heide Globaal verslag 2012

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen

Roel van den Heuvel. Vogels van het Beuven en omgeving 2014

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Broedvogelonderzoek op Twickel 2009

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Streefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

Territoriumkartering Broedvogels in Het Stuk

Broedvogels van landgoed de Haere in 2017

Natuur inventarisaties in de gemeente Arcen en Velden

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Samenvatting broedvogelinventarisatie Witte Veen 2006

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogelinventarisatie Deelgebied Grenspark: (Vlaamse deel met uitzondering van private eigendom met name Putse Moer en Boterbergen)

Draaihals, verdwenen als broedvogel op de Meinweg

Broedvogelinventarisatie 2018 Grenspark Kalmthoutse Heide. Deelgebieden: De Nol, Stappersven, Boterbergen, De Ster, De Markgraaf

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010

Toetsing Flora- en faunawet realisatie bezoekerscentrum en parkeerplaats Veluwetransferium

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Bert van t Holt UNIEKE NATUUR VLIEGBASIS BEDREIGD

BROEDVOGELS VAN DE LEUSDERHEIDE,

Broedvogelinventarisaties NM-terreinen 2012

Broedvogels van het centrale deel van de Loonse en Drunense Duinen in 2013

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Broedvogelinventarisatie 2006 Deelgebied Grenspark:

Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007

Broedvogelinventarisatie. CARTIERHEIDE en HAPERTSE HEIDE. Vogelwerkgroep de Kempen

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

VERSLAG VAN DE MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2011

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogels van het centrale deel van de Loonse en Drunense Duinen in 2013

Hans Hollander 29 augustus 2011 Rapport 14. Broedvogelinventarisatie Alvernese Heide, Wijchen 2011

Verstoring van vogels door recreatie Soortspecifieke informatie

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Territoriumkartering Nachtzwaluw. Regte Heide

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema

Stichting Natuur- en Vogelwacht Dordrecht Noorderelsweg 2 A, 3329 KH Dordrecht, tel.: , info@vogelwacht.eu,

Broedvogels van Beuven en Omgeving in 2004

Broedvogels van de Hapertse Heide. Broedvogelmonitoringsproject, seizoen 1999

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

BMP Needse Achterveld.

Deelgebied Grenspark: Omgeving Boterbergen, Stappersven, De Nol en de Nolse duinen (Vl)

Broedvogels van landgoed De Kranenkamp in 2011

Broedvogels van de Landschotse Heide in 1993 en Inhoud. Jan Kolsters en Piet Aarts Vogelwerkgroep de Kempen. 1. Inleiding 2. 2.

Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE

Roofvogel gegevens Loonse en Drunense duinen e.o. Jaar 2013

Notitie heideherstel. Beleidskader voor omvorming van bos naar open natuur in de provincie Utrecht

Een schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004

(Broed-)Vogels van de Brunssummerheide

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Actieve soortbescherming in de praktijk

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wandelroute Sprengenberg, op de Sallandse Heuvelrug

Hof ten Berg. Tasseniersstraat Galmaarden 054/ (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové

Jaarverslag 2013 Vogelwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek

Datum: Vrijdag 21 juni Excursie: Nachtzwaluwenexcursie. Gids: Pim

Transcriptie:

HEIDEHERSTEL Bert Geerdes en André van Keken De laatste 150 jaar is de Utrechtse Heuvelrug veranderd van heidegebied naar bosgebied. Het is moeilijk voor te stellen, maar op die uitgestrekte heide met hier en daar eikenstrubben en akkertjes werd destijds nog gejaagd op korhoenders. Er zijn nog een paar redelijk grote heidevelden over, waarvan de Leusderheide de grootste is, en verder nog de nodige kleinere terreintjes. Ze liggen als eilandjes in een zee van bos. Te klein en te geïsoleerd voor de oorspronkelijke heidefauna om te overleven. Behalve het korhoen zijn soorten als gladde slang en adder hier inmiddels uitgestorven. Dit proces gaat nog door: enkele jaren geleden verdween de laatste populatie van het heidegentiaanblauwtje. Deze dagvlinder van natte heide leefde op het landgoed Den Treek. Treekerpunt - Hennie van de Vendel Gelukkig zijn er nog veel heidesoorten die het hebben volgehouden. We kunnen nog boomleeuweriken, boompiepers, geelgorzen, nachtzwaluwen en soms zelfs een grauwe klauwier tegenkomen op de heide, naast zandhagedissen en levendbarende hagedissen, heivlinders, heideblauwtjes en veel soorten sprinkhanen. Maar als we niet nog meer soorten kwijt willen raken, moet er wat gebeuren. 29

Veiligstellen karakteristieke heidesoorten In 1996 heeft Provinciale Staten daarom besloten dat er 350 hectare bos moet worden omgevormd naar heide. Dit is uitgewerkt in een plan waarin de uitgangspunten en doelsoorten zijn verwoord en de locaties globaal zijn weergegeven. Het plan wil de heidevelden vergroten en verbinden om duurzaam voortbestaan van karakteristieke heidesoorten veilig te stellen. Het is opgesteld in samenwerking met de natuurbeheerders. Die omarmden het en wilden graag meewerken aan de uitvoering. Maar het duurde een hele tijd voor de zaag er in kon. De Boswet staat namelijk wel toe dat bos gekapt wordt, maar daarna moet er nieuw bos komen. Uiteindelijk is voor dit plan een vrijstelling van de herplantplicht verleend. Inmiddels is circa 250 hectare bos omgevormd naar heide door elf verschillende eigenaren. Op 36 van de 41 locaties waar maatregelen waren gepland, zijn werkzaamheden uitgevoerd. Rijk, provincie en de beheerders hebben de maatregelen betaald. Het te kappen bos wordt met zorg uitgekozen. Eenvormig, relatief jong, vaak uitheems productiebos wordt gekapt; loofbos blijft staan, evenals mooie oude vliegdennen als die er zijn, en vrijstaande berken en eiken. Ook recreatief worden de gebieden aantrekkelijker. Ondanks de nog korte ontwikkelingstijd zijn van de vijftien doelsoorten uit het plan er inmiddels tien in één of meer nieuwe heideterreinen aanwezig. Bovendien zijn nog drie zeldzame sprinkhaansoorten verschenen. In twee gevallen is het aannemelijk dat een heidecorridor heeft gefunctioneerd als migratieroute naar nieuw leefgebied. De gegevens moeten als minimum worden beschouwd omdat er nog geen systematische inventarisatie heeft plaatsgevonden. Maar zoveel nieuwe vindplaatsen van doelsoorten op zo n korte termijn is een duidelijke aanwijzing dat het beleid beantwoordt aan het doel: het duurzaam behouden van de kenmerkende soorten van heide en aanverwante open natuur op de Heuvelrug. Den Treek-Henschoten Eén van de gebieden waar gewerkt is aan heideherstel, is het landgoed Den Treek-Henschoten. Met bijna 2000 hectare is dit het grootste particuliere landgoed in de provincie Utrecht. Het ligt deels op de Utrechtse Heuvelrug en deels in de Gelderse Vallei in de gemeenten Leusden, Maarn, Woudenberg en Zeist. De Heuvelrug ligt hier relatief laag en in het licht golvende reliëf zijn vennen, kleine stukjes hoogveen, natte en droge heide en stuifzand ontstaan. Van al die vegetatietypen zijn nog restanten aanwezig die door de beheerder gekoesterd worden. Toen het probleem met de Boswet nog niet was opgelost, zijn in 2004 eerst enkele kleine heideherstelprojecten uitgevoerd. Rondom de vennen mocht 30 m bos worden verwijderd. En boven een ondergronds gasleidingtracé mochten de jonge bomen worden verwijderd, omdat daar geen oude bomen met diepe wortels mogen groeien. Dit tracé fungeert nu als een 20 tot 25 m brede heideverbinding, de nummers 14 en 21 op onderstaand kaartje. In 2007 en 2010 is in twee fasen in totaal 54 hectare bos omgevormd naar heide. In 2013 volgen de laatste 3 ha. Na het kappen van de bomen is de strooisel- en humuslaag afgeschraapt. Zo wordt de zaadvoorraad in de bodem aangesproken. Meestal begint na drie groeiseizoenen de jonge heide al te bloeien. Nieuwe boom- 30

opslag wordt handmatig verwijderd en vergrassing wordt bestreden met de schaapskudde die sinds 2008 over de Heuvelrug loopt en zo bijdraagt aan de verspreiding van zaden en insecten. Bij de vennen en op de natte bodems hebben plantensoorten als beenbreek, kleine zonnedauw en moeraswolfsklauw zich sterk uitgebreid. De blauwvleugelsprinkhaan heeft de droge, nog schaars begroeide stukken weten te vinden. Ook heivlinder en heideblauwtje zijn enorm toegenomen. De zandhagedis, die zich rond 2005 op de heide van Den Treek gevestigd heeft (de provinciale weg overgestoken vanaf de Leusderheide), heeft zich via de nieuwe heide(verbindingen) nu over vrijwel alle heideterreinen op Den Treek verspreid, via de heidecorridor nummer 21 zelfs tot aan de A12 toe. Daar wordt nu de laatste hand gelegd aan de bouw van een ecoduct. Figuur 1 Uitsnede uit de kaart van de provinciale Notitie Heideherstel. Nr 13 is de Leusderheide, de overige nummers liggen op landgoed Den Treek. De horizontaal gearceerde vlekken zijn heidekerngebieden die tenminste 40 hectare groot moeten worden, de verticaal gearceerde vlekken zijn terreinen die 15 à 20 hectare groot moeten worden, de lijnen zijn de verbindingen daartussen (heidecorridors). Tussen 13 en 14 ligt het nieuwe ecoduct over de provinciale weg. In gebied 17 ( t Hazenwater) wordt in 2013 nog drie hectare bos gekapt voor heide, voor het overige is op Den Treek het plan uitgevoerd. Nr 15 is de Ringheuvels, nr 18 de Treekerpunt, nr 20 het Treekermeer. 31

aantal Wat heeft het project opgeleverd voor de vogels op Den Treek? André van Keken: Ik kom sinds ongeveer 1978 in Den Treek. Destijds als beginnend vogelaar klopte mijn hart iedere keer sneller als ik weer een nieuwe soort kon aantekenen op mijn lijstje. Ik wilde tenslotte al die mooie vogels in het echt zien die ik alleen nog maar in Het Beste Vogelboek van Reader s Digest had gezien. Hierin las ik inderdaad dat het korhoen nog voorkwam op de Leusderheide. Ik zag en hoorde in Den Treek mijn eerste boomleeuweriken, kruisbekken, boompiepers, zwarte, groene en kleine bonte specht, zomertortels, vuurgoudhaantjes, houtsnippen, roodborsttapuiten, tapuiten, paapjes, gekraagde roodstaarten, fluiters, boomvalken, etc. Zoals hierboven genoemd, concentreren de specifieke heidesoorten zich op t Hazenwater, de Ringheuvels, de Treekerpunt en het Treekermeer. In de periode van 1989 t/m 2003 is het gebied geïnventariseerd op broedvogels (Bijzondere Soorten Project SOVON). In 2012 heb ik de draad weer opgepakt. Met deze gegevens wil ik proberen u een beeld te geven van hoe het met kenmerkende heidesoorten in die jaren in Den Treek is gegaan. Het zou mooi zijn als ik de inventarisatie de komende jaren kan voortzetten, zodat de vergelijking met de periode 1989-2003 beter wordt. Ook de oorzaken van de veranderingen in broedvogels zijn het onderzoeken waard. Is het louter en alleen een kwestie van het leefgebied creëren c.q. uitbreiden voor diverse heidesoorten? Is het de recreatiedruk die de diverse soorten de kop kost? Geelgors Ik zag in 1981, niet ver van het voormalige hotel Den Treek, 4 exemplaren zitten op de jonge aanplant van dennen. Zo zaten er veel meer in Den Treek. Tegenwoordig kun je geelgorzen op één hand tellen in dit 10 8 6 4 2 Geelgors gebied. Opvallend is het lage aantal geelgorzen in de jaren 0 1989-1992, terwijl ik ongeveer 10 jaar geleden deze soort met minimaal 15 exemplaren heb waargenomen. 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 Figuur 2 Aantal territoria van de geelgors op Den Treek. Uit de inventarisatie blijkt dat het aantal territoria in 2012 hooguit 3 bedraagt, waarvan 2 nabij de Treekerpunt. Zou deze soort zich weer kunnen herstellen nu het biotoop voor diverse heidesoorten in hun voordeel is veranderd? In de inventarisatiejaren 1989-2003 concentreerden de geelgorzen zich op de heidegebieden zoals t Hazenwater, Treekerpunt en Treekermeer. Daarbuiten werden ze in deze jaren weinig tot niet gezien. Zingende geelgorzen worden in Den Treek bijna altijd in bomen waarge- 32

aantal aantal nomen. Enkele verspreid staande bomen in een min of meer open terrein of aan de rand van een groot heidegebied hebben hun voorkeur. Boomleeuwerik Ik kan mij de eerste zang van de boomleeuwerik nog goed herinneren. Het was nota bene eind januari in de jaren 80. Bij het horen van de zang begreep ik ook direct de wetenschappelijke naam: Lullula arborea. Zoals in figuur 3 te zien is, laat de boomleeuwerik in de jaren 1989 tot en met 2001 een stabiele trend zien met 2 8 6 4 2 0 Boomleeuwerik 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 Figuur 3 Aantal territoria van de boomleeuwerik op Den Treek. tot 3 territoria. Vanaf het jaar 2002 wordt een stijgende lijn ingezet (2002 en 2003 respectievelijk 4 en 6). Het afgelopen broedseizoen kwam ik tot minimaal 7 territoria van de boomleeuwerik. De soort concentreert zich vooral op t Hazenwater, de Treekerpunt en het Treekermeer. Kennelijk prefereren ze een groot open (heide)terrein. Boompieper Niet alleen de zang, 20 maar vooral de combinatie met zijn parachu- Boompieper tevlucht hoort bij de 15 boompieper. Mijn ervaring is dat deze soort het ook redelijk doet 10 zonder wat opener terrein. Omdat de boompieper een facultatieve 5 soort was, heb ik de soort vanaf het jaar 0 1996 geïnventariseerd. 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 Ook hier weer een Figuur 4 Aantal territoria van de boompieper op Den Treek. concentratie op de heideterreinen t Hazenwater, de Ringheuvels, de Treekerpunt en het Treekermeer. Buiten deze gebieden komt de boompieper in kleinere aantallen ook voor. Dat het deze soort goed voor de wind is gegaan in 2012, blijkt uit het aantal van 32 territoria. 33

aantal Roodborsttapuit De roodborsttapuit is een vaste bewoner van onder andere t Hazenwater. De soort is hier zomers te zien als gezin met vaak wel 3 jongen. Een soort die je makkelijk kunt 5 4 3 2 1 0 Roodborsttapuit 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 Figuur 5 Aantal territoria van de roodborsttapuit op Den Treek. waarnemen. Vroeger leerde ik om op je hurken te gaan zitten en dan de heidestruikjes afturen Zo kun je de roodborsttapuit niet over het hoofd zien. Gezien de vele territoria op de Leusderhei zou ik verwacht hebben dat Den Treek wel meer roodborsttapuiten zou herbergen. Het tegendeel is echter waar. Waren er in 1989-1993 nog een drie- tot viertal territoria, op een enkel jaar na (drie in 1996 en één in 1999) blijft de soort na die jaren op 2 steken. In het jaar 2012 is sprake van een viertal territoria. De soort prefereert ruim open terrein met maar weinig bomen. Ook hier is het t Hazenwater, de Treekerpunt en het Treekermeer waar de roodborsttapuit voorkomt. Ik heb de indruk dat de roodborsttapuit gevoelig is voor recreatiedruk. Overige soorten Van de overige heidesoorten kan ik nog de tapuit en het paapje noemen die ik wel geregeld eind april, begin mei in kleine aantallen aantref als doortrekker, maar nooit als broedvogel heb waargenomen in Den Treek. De grauwe klauwier heb ik er nog nooit waargenomen. In tegenstelling tot deze soorten is de nachtzwaluw met 2 territoria in 2011 en 4 in 2012 een nieuwkomer in Den Treek. Voor 2012 valt verder op te merken dat het aantal territoria van bonte en grauwe vliegenvangers met resp. 13 en 5 opvallend is. Dat was in de periode 1989 t/m 2003 een stuk minder (hooguit 4, resp. 2). De gekraagde roodstaart (14) doet het goed en laat samen met de goudvink (10) en appelvink (6) een constante populatie zien, althans in vergelijking met de jaren 1989-2003. Ook de zwarte specht (2), de groene specht (1) en de kleine bonte specht (2) zijn in vergelijking met de voorgaande jaren constant aanwezig. Erg leuk zijn de twee territoria van de zomertortel, een soort die het de laatste jaren niet voor de wind gaat. Voor wat betreft de roofvogels zijn er 5 soorten te melden die in Den Treek broeden of wellicht daarbuiten (wespendief). Van de havik zijn een drietal territoria bekend. Deze soort had er in het verleden wel eens 8 in Den Treek. De boomvalk was met 2 territoria aanwezig. Voorheen was deze soort lang niet elk jaar present. De wespendief scoort 0-2 territoria, maar kan ook zomaar buiten Den Treek hebben gebroed. Hij heeft namelijk een groot jachtareaal. De buizerd (4) is vrij constant in vergelijking met vorige getelde jaren. De 5 e roofvogelsoort is de torenvalk 34

(1). Ook de raaf is de laatste jaren aanwezig met één territorium. Den Treek heeft ook nog grote stukken gemengd bos en loofbos. Deze herbergen onder andere glanskoppen (8) en boomklevers (17). De matkop, die een vochtiger biotoop prefereert, is met 4 territoria een stuk minder vertegenwoordigd. Hoe zou het met deze soorten gaan de komende jaren? In het Treekermeer tenslotte heeft een dodaars gebroed. Boomleeuwerik - Hans van Zummeren Resultaten 2012 heidevogels Den Treek Voor 2012 is het aantal territoria van de hierboven besproken heidesoorten als volgt vastgesteld: geelgors 3, boomleeuwerik 7, boompieper 32 en roodborsttapuit 4. Hieruit kunnen we concluderen dat de geelgors nog niet heeft geprofiteerd van het heideherstel, de boomleeuwerik en roodborsttapuit een lichte toename vertonen en de boompieper een sterke toename. De nachtzwaluw is terug, maar tapuit, paapje en grauwe klauwier zijn nog niet als broedvogel teruggekeerd. Zoals hiervoor vermeld, heb ik de inventarisatie in 2012 weer opgepakt en kan ik hopelijk na een aantal jaren nog beter laten zien welk gevolg het heideherstel in Den Treek heeft. 35