Invloed diffuus scherm op klimaat en productie roos.

Vergelijkbare documenten
Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Fotosynthese Avalanche

Workshop: Telen op plantbalans

monitoringsproef: Verhoogde daglichtbenutting Alstroemeria door gebruik diffuuscoating?

Onderbelichting bij roos.

Fotosynthesemetingen bij Cymbidium

Effecten van temperatuur op de fotosynthese van Cymbidium. Ad Schapendonk (Plant Dynamics BV) Arca Kromwijk (PPO)

LichtEvent 10 december Workshop Lichtbenutting. Monitoren hoe het licht wordt benut voor de fotosynthese: hoe realiseer ik het optimale?

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring

Workshop: Efficiënter CO 2 doseren / weerstanden bij CO 2 opname

De Meerwaarde van Diffuus Licht voor Gewas & Tuinder

Grip op licht. Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring. Arenasessie 1 okt 2013

Effecten van luchtvochtigheid, temperatuur en CO2 op de fotosynthese van Cymbidium

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

CO 2 bij paprika: wanneer kan ik het beste doseren? Anja Dieleman, Wageningen UR Glastuinbouw

Meer rendement uit licht & CO 2 : toelichting van onderzoek + resultaten

Licht en planten (onder glas)

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie?

Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie)

Energiebewust belichten: een hele kunst

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Lisianthus

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer:

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Alstroemeria

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Potchrysant

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Spathiphyllum

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Freesia

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Near Infrared Radiation (NIR) reflectie:

Mechanische aspecten spelen natuurlijk altijd een rol, maar zullen in deze presentatie geen aandacht krijgen.

LED licht bij zonlicht

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

1 Belichting tijdens beworteling van Buxus

27/11/2015. Gewasfotosynthese meten in een (belichte) tomatenteelt. Monitoren fotosynthese: wat is de status? Plantmonitoring.

Opbrengstverhoging snij amaryllis. Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Snijchrysant

Effecten van luchtvochtigheid, temperatuur en CO2 op de fotosynthese van Cymbidium

Telen op basis van plantbalans bij koude teelten (voorbeeldgewas Freesia)

Energiezuinige teelt Alstroemeria

Gewasfotosynthese meten in een (belichte) tomatenteelt. Wageningen UR Glastuinbouw, Anja Dieleman Themabijeenkomst energie glasgroente 18 mei 2015

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Gerbera

de plant activiteit sensor Peter Stradiot Energie-InfoDag 12 maart 2009

Optimaal CO 2 doseren. Recente ontwikkelingen uit onderzoek.

Stuurlicht: wat kunnen we ermee 2. Licht Event 10 december 2014 Arca Kromwijk, Wageningen UR Glastuinbouw

27/11/2015. Ontwerpen van nieuwe productiesystemen gebaseerd op LED belichting verlagen van de CO 2 voetafdruk. 1. Inleiding. 1.

Als planten konden praten

Vochtbeheersing onder een scherm. Peter van Weel

Klimaat (on)gelijkheid en luchtbeweging. Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw Seminar HNT 2011, Zoetermeer

Optimale benutting licht en CO 2 bij CAM-planten. Govert Trouwborst Plant Lighting B.V. Energiekevent 11 april 2019

Handleiding gebruik van plantsensoren voor de fotosynthese in de praktijk

HNT in de praktijk : ervaringen eerste jaar

LED als groeilicht; Wat weten we nu? Lisanne Helmus (Delphy IC) & Kees Weerheim (WUR Glastuinbouw). Energiek event 5 april 2018.

Korte-slag belichting bij roos

Gerbera: maximale isolatie & lichtonderschepping

Systemen voor buitenluchttoevoer

Diffuus licht wat is de optimale lichtverstrooiing?

CO2 opname bij Phalaenopsis

HNT toegepast in potplanten. Studiemiddag HNT, LTO Glaskracht 2018 Door: Tristan Marçal Balk

De Wandelende Klimaatbox

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

50% energiebesparing door betere lichtbenutting

De basisprincipes van de fotosynthese Hoe gaat een plant om met CO 2?

Licht Event. December Filip van Noort met dank aan o.a. Tom Dueck en Leo Marcelis

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Kalanchoë

Toepassing van belichting in de tuinbouw

Introductie temperatuur

Belichten op assimilatenbalans bij siergewassen

Fotosynthese response op licht(kleur), CO 2 en T. Recente ontwikkelingen uit onderzoek.

ste periode. Proefopzet. Kastemperatuur 1 ste periode. RV 1 ste periode. Resultaten 1 ste periode. Buistemperatuur ondernet

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Fotosynthese: de basis van gewasgroei!

Krijtmiddelen en diffuus coatings Hoe kies ik het juiste product?

Het Nieuwe Telen. Het Nieuwe Telen. Wat kan ik er NU mee? Ing René Beerkens

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Ficus

Activeren van de fotosynthese door sturing op huidmondjesopening

The lessons learned 2009

Planten en LED: een uitdagende toekomst

Presentatie Toepassingsmogelijkheden voor Verti-fan en Enfan

Status Groeimodel Gerbera

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

CO 2, temperatuur en energiebesparing

Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes

Plantenpaspoort Roos. Plant Dynamics 31 juli Gefinancierd door Productschap Tuinbouw PT-projectnr12691

Energiezuinig telen in de glastuinbouw. Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen

Besparen op Groeilicht

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Interieur klimaatanalyse

Energiezuinig telen 10/3/2008. Verloop commodity gasprijs afgelopen 6 jaar. Wat komt er aan de orde? Aanleiding. Energie is heel duur geworden!

Optimaal gebruik van CO 2

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

29/05/2013. Het Nieuwe Telen, algemene ontwikkelingen, praktische. In stappen naar Het Nieuwe Telen (Sheet uit breakfast briefing 2009)

Computational fluid dynamics (CFD) berekeningen voor Rovero kassen

LED verlichting in kassen:

Licht effecten en plant responsen

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

PRIVA SENSOREN VOOR TUINBOUW

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas!

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Lelie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Transcriptie:

Invloed diffuus scherm op klimaat en productie roos. 12 december 2009 Uitvoering: Ing C.S. Pot Verslag: Ing C.S. Pot en Dr ir A.H.C.M. Schapendonk www.plant-dynamics.nl Englaan 8 6703EW Wageningen 06-21983129 In opdracht van LTO Groeiservice Projectleider: Matthijs Beelen Locatie: Kwekerij Pieterse e Noorddammerweg 98 Amstelveen

Inhoudsopgave pagina 1 INLEIDING 3 2 KLIMAAT 4 2.1 Gemiddelden per schermstand: 4 2.2 Dynamisch effect van schermen op T lucht en T gewas. 5 2.3 Luchttemperatuur: verticale verdeling in het gewas. 8 2.4 Gewastemperatuur: verticale verdeling in het gewas. 10 2.5 Lichtmetingen. 11 3 GEWAS 12 3.1 Productie 12 3.2 Fotosynthese metingen. 15 3.3 Variatie over de dag 16 3.4 Fotosynthese response op licht en CO2 16 4 CONCLUSIE 18 Disclaimer. Dit verslag is alleen bedoeld voor persoonlijk gebruik door de opdrachtgever en niet voor verdere verspreiding. Plant Dynamics BV is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, die voortkomt uit het gebruik van de vindingen en proefresultaten die in dit verslag beschreven zijn. 2

1 Inleiding Schermen is een effectief middel om de temperatuur in het gewas onder controle te houden. Bij hoge lichtintensiteiten kan met diffuus schermen de straling in de kas bovendien beter worden verdeeld. Een te hoog temperatuurniveau op de kop van het gewas is onwenselijk, omdat dit ten koste gaat van de efficiëntie in temperatuurbenutting en in extreme omstandigheden zelfs tot schade kan leiden. Een betere spreiding van temperatuur en licht over de verticale as van het gewas heeft 2 voordelen: - Optimale lichtbenutting van de topbladeren - Meer licht onderin het gewas (actiever blad) en minder bovenin het gewas (voorkomt lichtverzadiging). Naar aanleiding van positieve resultaten met diffuus licht bij komkommer (WUR onderzoek) heeft Ludvig Svensson een nieuw type diffuus schermdoek ontwikkeld. Van dit zogenaamde Harmony doek is circa 7 hectare aangelegd. Dit project is bedoeld de effecten van dit scherm te vergelijken met een traditioneel zomerdoek. Locatie van dit onderzoek is kwekerij Pieterse, met 3 identieke afdelingen van elk 5000 m2, uitgerust met traditioneel zomerdoek. Als vergelijk is het doek van afdeling 2 vervangen door diffuus Harmony doek. Het kasdek van alle afdelingen bestaat uit gehamerd glas. Eigenschappen schermdoek (volgens opgave Ludvig Svensson): Lichtdoorlating direct diffuus Fractie diffuus XLS 14 Firebreak Afd1 56% 53% 12% 52% XLS 40 Harmony Afd2 60% 56% 68% 47% Revolux Energie besparing Om een beeld te krijgen van het effect van type schermdoek, zijn in afdeling 1 & 2 intensieve metingen gedaan op het gebied van: - Klimaat - Productie - Verticale temperatuurverdeling in het gewas - Gewasparameters zoals fotosynthese en verdamping Naast registratie van de klimaatcomputer is per afdeling een GrowWatch geïnstalleerd voor extra metingen, zoals PAR en het verloop van de gewastemperatuur. Deze registratie is gedurende 6 weken uitgevoerd (van 20 april tot begin juni). In deze periode is in totaal 17 dagen intensief geschermd (april 20, 21, 22, 24, ; mei 11 t/ m 14, 20, 22, 24, en 28 t/m 31). 3

2 Klimaat 2.1 Gemiddelden per schermstand. In Tabel 1 en 2 zijn overzichten van de gemiddelde klimaatparameters per schermstand (stand 100 = volledig open) en per afdeling weergegeven. In april is voornamelijk geschermd tot schermstand 40 (tabel 1) In periode mei is intensiever geschermd, waarbij het schermdoek maximaal dicht loopt tot stand 20 (tabel 2). Tabel 1 (periode 20 tot eind april) afd1 ( Firebreak) Scherm Waarne Straling T blad CO2 RV Par T lucht stand mingen 3) (W/m2) (µmol) 40 179 662 26.9 590 65 378 26.8 100a 1) 65 633 26.5 589 67 608 26.5 100b 2) 117 0 16.9 987 83 35 16.5 afd2 (Harmony) 40 180 662 27.3 472 69 411 26.3 100a 65 633 27.9 471 71 601 26.4 100b 117 0 16.7 965 87 37 16.7 1) = data selectie bij open scherm en globale straling > 600 W/m 2 2) = data selectie bij open scherm en globale straling = 0 W/m 2 3) = aantal waarnemingen waarover het gemiddelde is berekend. Tabel 2 (periode mei) afd1 ( Firebreak) Scherm stand Waarne mingen 3) Straling (W/m2) T blad CO2 RV Par (µmol) T lucht raam luw 20 651 679 26.8 564 63 427 26.7 38 286 617 26.7 570 66 449 26.3 34 40 107 662 27.1 594 69 388 27.3 34 100a 123 623 27.0 564 69 642 26.6 35 100b 1220 4 16.6 732 81 0 16.8 14 afd2 (Harmony) 20 702 668 27.2 428 68 474 26.2 39 282 616 26.6 439 69 431 26.1 35 40 107 662 27.9 493 72 456 26.6 34 100a 117 624 28.1 462 73 662 26.7 36 100b 1234 3 16.5 661 88 0 16.7 14 Belangrijkste conclusies n.a.v. bovenstaande tabellen: 1. in beide afdelingen wordt ongeveer evenveel geschermd (in afd1 is 4 uur 4

minder geschermd op stand 20). 2. zonder schermen is de bladtemperatuur (T blad) van afd1 lager dan afd2 (circa 1 ºC). Bij maximaal schermen is dit verschil nog 0.4 ºC. 3. de ruimte temperatuur (T lucht) is zonder scherm (overdag + s nachts) van beide afdelingen gelijk. Bij maximaal schermen (schermstand 20) is afd1 0.5 ºC warmer. 4. met open scherm is PAR in afd1 3% lager dan in afdeling 2. Bij maximaal schermen neemt dit verschil toe. Dit kan te maken hebben met vervuiling van het (oudere) doek in afd1. 5. Door de vernevelinstallatie blijft de RV op een hoog niveau en zijn de verschillen tussen de afdelingen gering. Opvallend is het verschil in CO2 concentratie tussen de afdelingen. Deze is overdag ruim 100 ppm hoger in afd1. In afd1 wordt wel iets minder gelucht, maar dit verschil is gering en kan het verschil in CO2 tussen de afdelingen volgens mij niet verklaren. Algemeen kan worden gesteld dat het effect van schermen op het gemiddelde microklimaat in de kas (temperatuur, RV en bladtemperatuur) gering lijkt te zijn, terwijl PAR (gemiddeld) wel sterk afneemt. Door de middeling zijn korte termijn (dynamische) effecten van schermen echter niet zichtbaar en worden met name de effecten op de bladtemperatuur sterk afgezwakt door terugkoppeling van een verlaagde huidmondjesgeleidbaarheid bij lagere PAR en een daardoor oplopende bladtemperatuur ( zie verderop). De volgende stap is dan ook naar de dynamiek van schermen te kijken en of een eventueel effect van type scherm zichtbaar wordt op het verloop van de temperatuur in de kas en gewastemperatuur. 2.2 Dynamisch effect van schermen op T lucht en T gewas. In onderstaande figuren is het verloop van de temperatuur in de kas ( T lucht) en bladtemperatuur (T blad) weergeven tijdens het dichtlopen van het schermdoek van afdeling 1 & 2. Als voorbeeld zijn 2 zonnige dagen genomen. 5

29 Afd1 Dynamiek sluiten scherm (24-4 van 12:40 tot 16:) 1000 900 800 28 700 Tlucht 27 600 Tblad 26 500 PAR 400 0 24 200 10:48:00 12:00:00 13:12:00 14:24:00 15:36:00 16:48:00 18:00:00 Afd1 Dynamiek sluiten scherm (14-5) 1000 29 900 800 28 700 Tlucht 27 600 Tblad 26 500 PAR 400 0 24 200 12:00:00 13:12:00 14:24:00 15:36:00 16:48:00 29 Afd2 Dynamiek sluiten scherm (24-4 van 12:40 tot 16:) 1000 900 800 28 700 Tlucht 27 600 Tblad 26 500 PAR 400 0 24 200 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 18:00 6

29 Afd2 Dynamiek sluiten scherm (14-5) 1000 900 800 28 700 Tlucht 27 600 Tblad 26 500 PAR 400 0 24 200 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 Het sluiten van de schermen is in bovenstaande figuren goed te zien door de plotselinge afname van PAR. Op dat moment lopen Tlucht en Tblad ook sterk terug. Deze afname is het sterkst in afdeling 2 (diffuus). Daarna zien we in alle gevallen dat Tlucht en Tblad geleidelijk oploopt. Dit is te verklaren door het gelijktijdig oplopen van de buitentemperatuur (N.B. de ventilatie van beide afdelingen is vrijwel gelijk). Tblad loopt sterker op dan Tlucht, wat te maken heeft met een afname van de verdamping van het gewas. Verdamping van een gewas is een dynamisch proces, o.a. sterk afhankelijk van VPD-blad en daarmee samenhangend met de hoeveelheid straling. 3 Gemeten verdamping in relatie tot PAR Colandro 3 Gemeten relatie Vpd blad en verdamping Colandro Verdamping (mmol.m -2.s -1 ) 2 1 Verdamping (mmol.m -2.s -1 ) 2 1 0 0 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 PAR Vpd blad Bovenstaande meting betreft response curves van de gewasverdamping bij wisselend (led) licht. Halvering van groeilicht tijdens de meting geeft circa 20-% lagere verdamping (figuur links). Dit is het gevolg van huidmondjessluiting en in eerste instantie een afname van de bladtemperatuur, door de lagere invallende stralings intensiteit. Hierdoor daalt de Vpd blad (figuur rechts) met als gevolg een afname van de verdamping. Dit heeft vervolgens weer een terugkoppeling op de bladtemperatuur, omdat minder verdamping tot een verhoging daarvan leidt. In de kassituatie zal de bladtemperatuur nog meer toenemen dan in de metingen met de 7

LiCor omdat de totale globale straling in daglicht ongeveer 2 keer zo groot is als de gebruikte PAR in de meetcuvette van de LiCor waarmee bovenstaande metingen zijn gedaan. Belangrijkste conclusies: Bestudering van de dynamische effecten van schermen geeft meer inzicht op procesniveau dan kijken naar gemiddelde effecten in de tijd. Sluiting van het scherm geeft een directe afname van de luchttemperatuur en gewastemperatuur. Deze afname is echter tijdelijk en wordt in beide afdelingen genivelleerd door andere factoren, zoals verdamping van het gewas en veranderende buitentemperatuur. In afdeling 2 was de directe daling van Tlucht en Tblad wel het grootst. Vanwege de korte duur is het lastig aan te geven wat voor impact dit heeft voor de productie van een gewas. 2.3 Luchttemperatuur: verticale verdeling in het gewas. Per afdeling zijn 13 draadloze temperatuur (PT-100) sensoren geplaatst, ter bepaling van de verticale lucht temperatuur verdeling in het gewas. Afschermkapjes zijn geplaatst met als doel een minimale opwarming van de sensor door directe (opvallende) straling. In 1 e instantie was de afscherming onvoldoende en warmden de sensoren teveel op. Op 8 mei zijn andere kapjes geplaatst, wat een veel beter resultaat gaf. Per unit zijn 4 sensoren verticaal geplaatst: Top: ter hoogte van bloem 1/3: cm van de top 2/3: 60 cm van de top onder: bij ingebogen blad Onderstaande figuren geven een impressie van het temperatuurverloop. De metingen zijn van 14 mei, wat een zeer zonnige dag was, waarbij intensief werd geschermd op stand 20. 8

32 Afdeling 1 (14 mei) 31 29 28 27 top top-1/3 top-2/3 onder 26 schermdoek gesloten 24 12::20 12:47:00 13:03:40 13:20:20 13:37:00 13:53:40 14:10:20 14:27:00 14:43:40 15:00:20 15:17:00 15:33:40 15:50:20 16:07:00 16:23:40 32 Afdeling 2 (14 mei) 31 29 28 27 top top-1/3 top-2/3 onder 26 schermdoek gesloten 24 12::20 12:47:00 13:03:40 13:20:20 13:37:00 13:53:40 14:10:20 14:27:00 14:43:40 15:00:20 15:17:00 15:33:40 15:50:20 16:07:00 16:23:40 De pijlen geven het moment aan waarop het schermdoek dicht loopt en weer opent. Sluiting van het schermdoek geeft in beide afdelingen een directe afname van de temperatuur bij de top van 3 ºC, waarna de temperatuur weer oploopt. Gedurende de dag is het temperatuur verschil tussen de top en ingebogen blad circa 4 ºC. De 9

verschillen tussen de afdelingen zijn minimaal en bieden geen aanknopingspunten voor specifieke effecten van type schermdoek. 2.4 Gewastemperatuur: verticale verdeling in het gewas. Om een beter beeld te krijgen hoe de gewastemperatuur over de verticale as reageert op schermen, zijn periodiek over de dag metingen uitgevoerd met een infrarood handmeter. De temperatuur van bloem, topblad, middenblad en ingebogen blad is over de dag gemeten op zonnige dagen. Vanaf 12:00 uur zijn van beide afdelingen de schermen ¾ dicht. Als meetinstrument is een IR handmeter (Fluke) gebruikt, waarbij per tijdstip minimaal 5 bladeren of bloemen worden gemeten om een beeld te krijgen van de gemiddelde temperatuur. Het patroon in T-profiel verticaal door het gewas is voor beide afdelingen vrijwel gelijk. Sluiting van het schermdoek geeft een verlaging van de bloemtemperatuur van 3 4 graden, evenals het topblad. De afname van de temperatuur van het midden- en ingebogen blad is met 2 graden wat minder. Bij gesloten scherm verdwijnt na enkele uren het temperatuurverschil over de verticale as. Alleen de bloem blijft in afdeling 1 relatief warmer. Het moment van sluiten van het schermdoek is aangeduid met een pijl in onderstaande figuren. 35 T-profiel afdeling 1 (standaard) Afdeling 1 met standaard doek. Temperatuur 20 15 sluiten doek bloem 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 tijd topblad midden ingeb.blad Zonnige dag, waarbij het verloop van de gewastemperatuur over de dag is gevolgd. Om 12 uur loopt het scherm ¾ dicht, waarbij het gewas is gevolgd wat in de schaduw staat. Sluiting van het doek geeft een vrij snelle temperatuursdaling van 3-4 graden (topbladeren) 10

35 T-profiel afdeling 2 (diffuus) Afdeling 2 met diffuus doek. Temperatuur 20 15 sluiten doek bloem 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 tijd topblad midden ingeb.blad Idem als bovenstaande. Minimale verschillen met afdeling 1. Alleen de bloem blijft in afdeling 1 relatief iets warmer. 2.5 Lichtmetingen. Schermen is een effectief middel om bij hoge instraling de temperatuur in het gewas onder controle te houden. Eén van de doelstellingen van diffuus schermen is het licht beter te verdelen over het gewas. Omdat licht en temperatuur gekoppeld zijn, zal de temperatuur verdeling naar verwachting ook beter zijn. Een betere spreiding van temperatuur en licht over de verticale as van het gewas heeft 2 voordelen: - Optimale lichtbenutting van de topbladeren - Meer licht onderin het gewas (actiever blad) en minder bovenin het gewas (voorkomt lichtverzadiging). In hoofdstuk 2.1 zijn de gemiddelde PAR waarden weergegeven op gewasniveau per afdeling, gemeten met de GrowWatch. Om een beeld te krijgen van de lichtverdeling is met een PAR sensor van 1 meter (Licor line-sensor) de lichtverdeling in beide afdelingen in kaart te brengen. Vanwege de variatie in gewas en variatie in straling bleek al gauw dat deze methode te veel spreiding geeft om een betrouwbaar beeld te krijgen van verschillen in lichtverdeling tussen de afdelingen. Hiervoor zou een meer gecontroleerde opstelling nodig zijn onder geconditioneerde lichtomstandigheden met een identiek gewas onder verschillend doek. Om toch een uitspraak te kunnen doen over de verwachte lichtverdeling per type doek, zijn in een laboratorium opstelling de eigenschappen van het standaard t.o.v. het diffuus doek in kaart gebracht. Methode: In een donkere ruimte is een lichtbron met parallelle lichtuittreding op 2 meter afstand geplaatst van een wit vlak. Met een PAR sensor van 1 meter lang (Licor linesensor) is de gemiddelde lichtintensiteit gemeten op dit witte vlak (meting 1 100% 11

direct licht). Met schermdoek vlak voor de PAR sensor werd vervolgens de transmissie van het doek bepaald (meting 2 transmissie van direct licht). Door het doek nu te bewegen richting de lichtbron, neemt de lichtintensiteit op het witte vlak af en de lichtintensiteit buiten het witte vlak toe. De laatste toename is het gevolg van strooiing. De hoeveelheid verstrooid licht is gelijk aan de afname van het directe licht, gemeten in het geprojecteerde vlak. De maximale strooiing wordt bereikt met het doek vlak voor de lichtbron. (meting 3 component direct licht minus diffuus). In onderstaande tabel is het resultaat van bovenstaande meting weergegeven. Type doek Diffuus (harmony) Standaard referentie* (firebreak) Meting 1 31.2 29.9 29.5 Meting 2.2 20.9 26.8 Meting 3 10.7 11.6 13.6 Transmissie direct licht 81% 70% 91% Aandeel diffuus gemaakt licht 58% 44% 49% *het referentie doek heeft een opgegeven transmissie waarde van 20% Het diffuse doek laat 81% van de straling door en maakt hiervan 58% diffuus. Het standaard doek laat 70% van de straling door, waarvan 44% diffuus wordt. Het referentie doek laat 91% van de straling door, waarvan bijna de helft diffuus wordt gemaakt. Het diffuse doek verstrooit het overgrote deel van het doorvallend licht en het aandeel diffuus is significant groter dan dat van de andere doeken. De verschillen zijn volgens onze meetmethode wel kleiner dan wat de fabrikant heeft opgegeven. Dit kan te maken hebben met meetmethode. Een meting waarin alle strooiings componenten van direct en diffuus licht worden meegewogen vereist een professionele opstelling (Ulbricht sphere). We menen echter dat de operationele oplossing die hier is gebruikt een goede benadering geeft. 3 Gewas 3.1 Productie De productie gegevens zijn bijgehouden door dhr. Pieterse. Onderstaande figuren geven een overzicht van de productie in 2009 t/m week 24 12

(periode 6) van afdeling 1 & 2. aantal takken gewicht (kg) lengte (cm) 40 20 10 0 1.2 1.0 0.8 0.6 0.4 0.2 0.0 66.0 64.0 62.0 60.0 58.0 56.0 54.0 Productie gegevens afd1 afd2 0 2 4 6 8 periode Productie gegevens afd1 afd2 0 2 4 6 8 periode Productie gegevens afd1 afd2 0 5 10 15 20 week Aantal takken per m 2. Afd1 = standaard scherm Afd2 = diffuus scherm Het aantal takken ligt in afd1 met standaard scherm hoger. Cumulatief is het verschil +6%. De trend van het verschil is constant. Gewicht per m 2. Ook de productie in kg is in afd1 hoger. Cumulatief is hier het verschil +7%. De trend van het verschil neemt af, m.a.w. de verschillen worden kleiner. Gemiddelde taklengte. De gemiddelde lengte van de takken is van beide afdelingen gelijk. 13

50 Productie gegevens Gemiddeld takgewicht. takgewicht (gr) 40 20 10 0 afd1 afd2 0 5 10 15 20 week Ook het gemiddeld takgewicht van beide afdelingen is dezelfde. Afdeling 1 (standaard scherm) produceert beter dan afdeling 2 met diffuus doek. Conclusies t.a.v. productieverschillen gerealiseerd door type schermdoek is niet te trekken, omdat afdeling 1 volgens de teler altijd al iets beter produceerde met een snellere uitgroei van nieuwe scheuten. Een mogelijke verklaring voor de productieverschillen is de gemiddeld hogere CO2 concentratie in afdeling 1. Op basis van de productie in kg maakt afdeling 2 wel een inhaalslag, wat mogelijk wel een positief effect is van het diffuse schermdoek. 14

3.2 Fotosynthese metingen. Fotosynthese metingen aan Colandro. LiCor-6400 meetapparatuur. Assimilatie en fluorescentie (ETR) zijn gemeten met de LiCor 6400. In de meet cuvette van deze apparatuur worden lichtintensiteit, CO2 concentratie, temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid door een computerprogramma ingesteld en gevarieerd. Hierdoor kan de reactie van de assimilatie op deze veranderingen momentaan bepaald worden. De LiCor-6400 kan zodanig geprogrammeerd en gekalibreerd worden dat automatisch in ongeveer 40 minuten een reeks van oplopende lichtintensiteiten op het ingeklemde blad wordt gedoseerd. Na elke stap wordt de actuele assimilatie van het betreffende blad gemeten. Daarnaast wordt de openingstoestand van de huidmondjes gemeten en wordt met behulp van chlorofyl fluorescentie de fotosynthese capaciteit gemeten. Tijdens de metingen met de LiCor-6400 bij verschillende lichtintensiteiten werd de CO2 concentratie op 1000 ppm gehandhaafd. De lichtintensiteit tijdens de CO2 respons curve was 1200 µmol PAR. 15

3.3 Variatie over de dag Op regelmatige basis is een screening gemaakt van een groot aantal bladeren op de fotosynthese activiteit, met als doel een beeld te krijgen of het fotosynthese apparaat de gehele dag even actief is. Deze screening is steeds uitgevoerd bij hetzelfde lichtniveau (500µmol PAR) en CO2 concentratie (1000 ppm), op dagen met veel instraling en waarbij intensief in de kas werd geschermd. Het scherm liep ¾ dicht rond 12:00 uur. fotosynthese µmol m -2 s -1 fotosynthese µmol m -2 s -1 35 20 15 10 5 0 35 20 15 10 5 0 fotosynthese bij 500 µmol PAR in de tijd afd1(standaard) 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 tijd fotosynthese bij 500 µmol PAR in de tijd afd2(diffuus) 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 tijd Afdeling 1 met standaard doek Blauw: metingen aan topbladeren die na 12 uur in de schaduw van het doek staan. Geel: dezelfde metingen, maar dan aan topbladeren die in de volle zon staan. De fotosynthese blijft zeer constant over de dag. Zelfs bij bladeren in de volle zon is terugval in de fotosynthese gering. Afdeling 2 met diffuus doek Idem als bovenstaande. De fotosynthese blijft ook hier constant. De gemiddelde fotosynthesesnelheid (circa µmol) is in beide afdelingen gelijk. 3.4 Fotosynthese response op licht en CO2 Om een beeld te krijgen van de fotosynthese capaciteit zijn metingen gedaan bij 16

oplopend licht en CO2 tot verzadiging. Dit is weliswaar niet een situatie die snel in een productie omgeving voorkomt, maar geeft wel inzicht waartoe het gewas in staat is. Deze methode geeft vaak een duidelijker beeld van behandelingseffecten, zoals in dit geval vergelijk van standaard doek met diffuus doek. Tijdens de metingen met de LiCor-6400 bij verschillende lichtintensiteiten werd de CO2 concentratie op 1000 ppm gehandhaafd. De lichtintensiteit tijdens de CO2 respons curve was 1200 µmol PAR. Deze meting is op dezelfde zonnige dag uitgevoerd als de screenings metingen. Fotosynthese (µmol.m -2.s -1 ) 40 35 20 15 10 5 0-5 Fotosynthese response van topblad op licht afd1: open symbool afd2: gesloten symbool meting uitgevoerd bij 1000 ppm CO 2 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 PAR(µmol.m -2.s -1 ) Boven 1000 µmol treedt verzadiging van de fotosynthese op. Opvallend is de hoge fotosynthese capaciteit, vergeleken met eerdere metingen aan Colandro (paspoort roos), waarbij maximaal een CO2 opname is gemeten van µmol.m -2.s -1. Dit betekend dat het gewas bij Pieterse zeer productief is en niet in stress is door bijvoorbeeld hoge instraling of temperatuur. Er zijn geen verschillen waargenomen tussen de behandelingen. 17

Fotosynthese (µmol.m -2.s -1 ) 40 35 20 15 10 5 0-5 Fotosynthese response van topblad op CO 2 afd1: open symbool afd2: gesloten symbool meting uitgevoerd bij 1200 µmol PAR 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 CO 2 concentratie Boven 1000 ppm CO2 treedt verzadiging op van de fotosynthese bij hoog licht. Dit komt overeen met onze ervaring bij andere metingen aan roos. Ook hier zijn geen verschillen waargenomen tussen de behandelingen. 4 Conclusie Registratie van het klimaat laat geen duidelijke verschillen zien die in verband kunnen worden gebracht met het type schermdoek. Hierbij dient wel worden opgemerkt dat het kasdek is voorzien van gehamerd glas, wat het aandeel diffuus licht van het invallende daglicht vergroot. Het eventuele (extra) effect van schermdoek wordt daarmee verkleind en kan zodoende moeilijker worden getraceerd. Dit kan ook verklaren dat er op gewasniveau (zowel op het gebied van gewastemperatuur als fotosynthese karakteristieken) geen significante verschillen zijn gevonden tussen de afdelingen. Het eventuele effect van diffuus schermdoek zal moeten blijken uit productie verschillen tussen de afdelingen. Gedurende de proef periode zijn geen productie verschillen waargenomen, die kunnen worden toegeschreven aan type schermdoek. Op basis van de metingen aan het microklimaat en fotosynthese cq verdampingsprocessen is een verschil in productie ook niet te verwachten. Hierbij moet rekening worden gehouden met een afdelingseffect, waarbij volgens de kweker afdeling 1 altijd een iets hogere productie gaf dan afdeling 2 met identiek schermdoek. 18