Raadsvoorstel Reg. nr : 0610677 Ag nr. : 10 Datum :21-12-06



Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 15 Datum :

Verordening Maatschappelijke Participatie Gemeente Zaltbommel, 2007

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2015;

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

1 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

VERORDENING WELZIJNSFONDS BOXTEL 2015

Verordening Welzijnsfonds Boxtel De raad van de gemeente Boxtel. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018

Verordening Welzijnsfonds gemeente Haaren 2015

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

Gemeente Dongeradeel - Verordening Lauwersregeling gemeente Dongeradeel

Verordening sociale en culturele activiteiten. Gemeente Kerkrade

Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een Sociaal Medische indicatie Boxtel b e s l u i t :

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2005;

Gemeente Albrandsuuaard

Verordening Minimabeleid gemeente Borsele 2010

Gemeente Albrandsuuaard

Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW);

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013

Verordening Participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2012

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 mei 2012, nummer 189 ;

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

I-SZ/2013/653. Beleidsregels. Maatschappelijke participatie WWB

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 (geldig vanaf 5 oktober 2017) i

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

I-SZ/2014/1811 / RIS (Bijlage 1) Regeling

Verordening sportieve en culturele activiteiten 2009

Verordening maatschappelijke participatie

Verordening sociale en culturele activiteiten 2012

Verordening maatschappelijke participatie 2015

Verordening maatschappelijke participatie 2013

GEMEENTEBLAD. De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

BIJDRAGEREGELING. De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare raadsvergadering van 23 januari 2007;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart, nummer 14

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 januari 2012

*Z067FB3FAC3* Beslispunten Besluit tot het vaststellen van de verordening Jeugdparticipatiefonds Sport en Cultuur.

Kinderen doen mee 2012

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;

GEMEENTE WORMERLAND. 1. Artikel 147 van de Gemeentewet 2. Artikel 8 Wet werk en bijstand 3. Artikel 35, vijfde lid Wet werk en bijstand

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Concept maatschappelijke bijdrageregeling Harderwijk 2017

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A (geldig vanaf )

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Beleidsregels subsidie Maatschappelijke Participatie (meedoenbijdrage) gemeente Waalre

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen i.v.m. vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 mei 2003; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003;

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Raadsvoorstel 4 juli 2012 AB RV

Verordening reductieregeling 2012

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012.

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Raadsvoorstel. 2. Motivering. Wettelijk- of beleidskader:

Verordening culturele en sportieve deelname

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 9 Datum :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. 26);

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

Beleidsregels RegelRecht 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal van 2 januari 2018

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Gon1eente -n. Uitvoeringsregeling Participatiefonds

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Gemeenteraad: 26 januari 2017

Verordening minimaregelingen gemeente Leeuwarden 2014

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN GEMEENTE BRUMMEN

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 17 Datum :

Besluit nr.: Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

De Raad van de gemeente Ede,

Gemeente Albrandsujaard

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

Transcriptie:

Raadsvoorstel Reg. nr : 0610677 Ag nr. : 10 Datum :21-12-06 Onderwerp Verordening Welzijnsfonds gemeente Boxtel 2007 Voorstel Vast te stellen de Verordening Welzijnsfonds Gemeente Boxtel 2007 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Welzijnsfonds zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2001. Inleiding Sinds 1 januari 2006 werkt de afdeling Sociale Zaken Boxtel samen met de afdeling Sociale zaken Haaren. Voorafgaand hieraan is geprobeerd beleid zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. O.a. ten aanzien van het Welzijnsfonds bestaan nog een paar verschillen. Met dit voorstel willen wij dit rechttrekken. De hoogte van de vergoeding voor kosten van maatschappelijke participatie liggen in Haaren op 150,- per persoon per jaar (onderling overdraagbaar) In Boxtel is dit bedrag 118,- per persoon per jaar (eveneens onderling overdraagbaar). Voorgesteld wordt om de bedragen in Boxtel op te trekken tot 150,- met ingang van 1 januari 2007. Deze ophoging is voorzien in de begroting. Vervolgens zal jaarlijks een indexering plaatsvinden. Er zijn een paar verschillen, die we willen gelijktrekken. Voor Boxtel betekent dit het volgende: o De aanvraagtermijn is iets uitgebreid. o De bijdrage wordt opgehoogd tot 150, - per persoon per kalenderjaar. o De kostensoorten die voor een bijdrage in aanmerking komen wordt door het college bepaald. De lijst van kostensoorten is als volgt vastgesteld: o Beperking tot dagactiviteiten. Dit gebeurde in de praktijk al, maar is nu expliciet opgenomen in de verordening. Vakanties zijn daarmee uitgesloten. o Uitbreiding van mogelijkheden tot het volgen van cursussen. Voorheen was het alleen mogelijk cursussen te vergoeden die werden gevolgd bij Volksuniversiteit of Open Universiteit. In de nieuwe regels kunnen allerlei niet beroepsgerichte cursussen worden vergoed, dus ook bijvoorbeeld een cursus bloemschikken, pottenbakken e.d. o Voor het abonnement op telefoon en bibliotheek kan een bijdrage worden verstrekt o Voor de peuterspeelzaal kan een bijdrage worden verstrekt o Expliciet wordt genoemd dat ook de verplichte ouderbijdrage schoolkosten voor een bijdrage in aanmerking komt. o Ook personen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen als bedoeld in Hoofdstuk II van tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten krijgen recht op een vergoeding. Deze regeling heeft betrekking op kinderen tot 18 jaar, die onderwijs volgen. In de huidige verordening was deze groep uitgesloten. Het is uiteraard niet de bedoeling geweest van de gemeente om deze groep uit te sluiten. In de praktijk werd er wel een bijdrage verstrekt voor deze groep. Door de wijziging is deze omissie hersteld. Pagina 1

Raadsvoorstel Reg. nr : 0610677 Beoogd effect 1. Personen met een minimuminkomen kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten 2. Door de ophoging van de bijdrage wordt uitvoering gegeven aan het advies van het Nibud naar aanleiding va n de Minima effect Rapportage om iets extra s te doen voor gezinnen met kinderen Argumenten 1. Om sociaal isolement te voorkomen is het noodzakelijk dat minima financieel worden ondersteund om deel te kunnen nemen aan maatschappelijke activiteiten 2. Vooral gezinnen met kinderen profiteren van de verhoging van de bijdrage. Dit geeft uitvoering aan het advies van Nibud naar aanleiding van de Minima Effect Rapportage 3. Schoolgaande kinderen tussen 12 en 18 jaar zijn niet langer uitgesloten 4. er is meer keuzevrijheid in de soort kosten die voor vergoeding in aanmerking komen; 5. De uitvoering wordt vergemakkelijkt doordat de verordening gelijk is aan die van Haaren. Kanttekeningen 1. De verhoging van de bijdrage leidt tot grotere uitgaven Uitvoering en planning Voorgesteld wordt de verordening met ingang van 1 januari 2007 van kracht te laten zijn Advies van Clientenraad 21 november 2006 Publicatie in Brabants Centrum in januari 2007 Publicatie via kabelkrant in januari 2007 Publicatie verordening op de website na vaststelling door de raad Instructie aan medewerkers Sociale Zaken via clusteroverleg in december 2006 Communicatie Advies van Clientenraad 21 november 2006 Publicatie in Brabants Centrum in januari 2007 Publicatie via kabelkrant in januari 2007 Publicatie verordening op de website na vaststelling door de raad Instructie aan medewerkers Sociale Zaken via clusteroverleg in december 2006 Boxtel, 07-11-06 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BOXTEL de secretaris, de burgemeester, drs. J.K. Fraanje F.H.J.M van Beers Pagina 2

Raadsvoorstel Reg. nr : 0610677 Bijlagen 1. n.v.t. Ter Inzage 1. n.v.t. Contactpersoon Sociale Zaken, W.A. Adriaans, tel 655378, e-mail wad@boxtel.nl Pagina 3

Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 07-11-06 ; gehoord de commissie Maatschappelijke Zaken; Besluit Vast te stellen de volgende verordening: de Verordening Welzijnsfonds Gemeente Boxtel 2007 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities a. Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte; b. Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte; c. Gehuwden: als partners geregistreerden of daarmee gelijkgestelden conform artikel 3 tweede, derde, vierde en vijfde lid Wet werk en bijstand; d. Ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak kan maken op kinderbijslag; e. bijdrage: de met toepassing van deze verordening verleende of te verlenen geldelijke bijdrage f. aanvrager: de in de gemeente Boxtel woonachtige persoon, ouder dan 18 jaar, die staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze regels indient; g. minimuminkomen: het op de aanvrager, rekening houdend met de samenstelling van zijn huishouden, van toepassing zijnde inkomen, zoals dat wordt berekend conform de Notitie draagkrachtrichtlijnen gemeente Boxtel; h. vermogen: het op de aanvrager, rekening houdend met de samenstelling van zijn huishouden van toepassing zijnde vermogen, bedoeld in artikel 34 Wet werk en bijstand. i. huishouden: de alleenstaande, die zelfstandig een huishouden voert waaronder begrepen de alleenstaande wonend in een gezinsvervangend tehuis, de alleenstaande ouder met een of meer ten laste komende kinderen ex artikel 4 Wet werk en bijstand, die zelfstandig een huishouden voert, de in gezinsverband levende gehuwden of daarmee ex artikel 3 Wet werk en bijstand gelijkgestelden, al dan niet met kinderen. j. Peilmaand: de maand januari van ieder kalenderjaar Pagina 1

Artikel 2 Doel De Verordening beoogt de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van maatschappelijke activiteiten te bieden aan personen die niet over voldoende draagkracht beschikken uit hun inkomen en vermogen als bedoeld in artikel 1. Artikel 3 Doelgroep Deze bijdrageregeling is uitsluitend van toepassing op aanvragers, tenzij zij verblijven in een AWBZ-instelling, dan wel een opleiding volgen conform Hoofdstuk II van de Wet op de Studiefinanciering. HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN Artikel 4 Aanvraag 1. De bijdrage dient door de aanvrager te worden aangevraagd bij burgemeester en wethouders via een volledig door de aanvrager ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld. 2. De bijdrage dient te worden aangevraagd per uiterlijk 10 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt. Artikel 5 Voorwaarden 1. De bijdrage wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvrager niet beschikt over draagkracht op grond van de draagkrachtregeling gemeente Boxtel; 2. De aanvrager is verplicht alle inlichtingen te verstrekken die in het belang van een goede controle op de verstrekking van de bijdrage nodig of wenselijk wordt geacht. 3. Indien bij aanvrager beslag is gelegd op een deel van het inkomen en aanvrager neemt deel aan een schuldregeling, wordt, in afwijking van het bepaalde in lid 1, uitgegaan van het beschikbare inkomen. 4. Voor de bepaling van de draagkracht als bedoeld in het eerste lid alsmede voor de bepaling van de omvang van het gezin wordt de peilmaand gehanteerd. 5. Indien het college heeft besloten een bijdrage toe te kennen, dan wordt aan deze toekenning de verplichting verbonden dat de aanvrager desgevraagd een bewijsstuk overlegt, waaruit blijkt dat de bijdrage aan de betreffende activiteit(en) is besteed. Artikel 6 Terugvordering 1. Indien de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt op basis waarvan aan hem ten onrechte de bijdrage is toegekend of indien aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet overlegt waaruit blijkt dat hij de kosten waarvoor de bijdrage werd verstrekt, daadwerkelijk heeft gemaakt, vordert het college de kosten van de bijdrage geheel of gedeeltelijk terug. 2. Bij de beoordeling van de hoogte van het terug te vorderen bedrag, als bedoeld in het eerste lid, houdt het college rekening met de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. 3. Alvorens tot terugvordering over te gaan, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Pagina 2

4. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien: a. de vereiste spoed zich daartegen verzet; b. de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. er sprake is van zeer ernstige gedragingen als bedoeld in artikel 17 van de Afstemmingsverordening. 5. Terugvordering van de kosten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vindt eerst plaats nadat het college de eerder toegekende bijdrage bij een zelfstandig besluit heeft ingetrokken. Het college vo r- dert bij zelfstandig besluit vervolgens de bijdrage terug op grond van het bepaalde in artikel 6:203 Burgerlijk Wetboek. HOOFDSTUK 3 BEREKENING VAN DE BIJDRAGE Artikel 7 Hoogte van de bijdrage 1. De bijdrage per huishouden per jaar wordt jaarlijks aangepast middels indexering waarbij het wettelijk percentage voor de kosten levensonderhoud wordt gevolgd. 2. De bijdrage is overdraagbaar aan een ander lid van het huishouden, tenzij dat lid is uitgezonderd van de bijdrage op grond van artikel 3 van deze verordening. Artikel 8 Kosten deelname maatschappelijke activiteiten 1. De bijdrage wordt verstrekt in de kosten van maatschappelijke activiteiten. Onder maatschappelijke activiteiten wordt verstaan: a. Het lidmaatschap van jeugd-, sport - of ontspanningsverenigingen; b. Kosten die samenhangen met het beoefenen van sport of hobby in verenigings- of cursusverband; c. Dagactiviteiten van een vereniging, stichting of organisatie op het gebied van maatschappelijk welzijn; d. Niet beroepsgerichte cursussen en zwemles; e. Zwemabonnement; f. Dagje uit naar recreatiepark, pretpark, bioscoop, theater, museum, concert, evenement, inclusief de aantoonbare reiskosten, voor zover de reisafstand meer is dan 10 kilometer van de woonplaats; g. Abonnement op dagblad, telefoon, tijdschrift, bibliotheek of internetprovider; h. Peuterspeelzaal tot de maand waarin het kind op het Basisonderwijs kan worden toegelaten. i. Vrijwillige ouderbijdrage schoolkosten j. Voordeelurenkaart NS 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij nader besluit de in dit artikel genoemde activiteiten wijzigen. Pagina 3

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 10 Inwerking treden Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2007 onder gelijktijdige intrekking van de verordening Gemeentelijk Welzijnsfonds. Artikel 11 Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Verordening Welzijnsfonds 2007 Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 21-12-06 DE GEMEENTERAAD VAN BOXTEL, de griffier, de voorzitter, drs. J Vis F.H.J.M van Beers Pagina 4

TOELICHTING VERORDENING WELZIJNSFONDS 2007 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN BEPALINGEN Het college van burgemeester en wethouders acht deelname aan maatschappelijk verkeer voor al haar inwoners noodzakelijk. Door de instelling van een Welzijnsfonds kan aan inwoners die een minimuminkomen hebben een bijdrage worden verstrekt voor dergelijke kosten. De huidige verordening Gemeentelijk Welzijnsfonds die dit regelt, dateert uit 2002. Daarna zijn er enkele aanpassingen geweest. Nadien is de Wet werk en bijstand ingevoerd. Ook is de afdeling Sociale zaken een samenwerkingsverband aangegaan met die van Haaren. Beleid wordt zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Daarom is het noodzakelijk om de huidige verordening te vernieuwen. De thans voorliggende verordening is afgestemd met die van Haaren. In de verordening worden nadere voorwaarden beschreven alsmede de aard van de kosten die onder maatschappelijke activiteiten wordt verstaan. De bijdrage per persoon is aan een maximum gebonden. Jaarlijks wordt het maximumbedrag vastgesteld door burgemeester en wethouders. Artikel 1 definities De begrippen die in de beleidsregels worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de Wet werk en bijstand. Omdat uit de beleidsregels moet blijken waar belanghebbenden recht op hebben zijn de begripsomschrijvingen uit de wet hierin opgenomen. Bijdrage: de hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en wethouders Aanvrager: alleen personen die in Boxtel staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie en ouder zijn dan 18 jaar kunnen een bijdrage aanvragen Minimuminkomen: uitgangspunt is dat mensen met een minimuminkomen een bijdrage kunnen aanvragen voor de kosten van deelname aan maatschappelijke activiteiten. Het minimuminkomen en de daarmee samenhangende bijdrage wordt berekend conform de draagkrachtrichtlijnen gemeente Boxtel Huishouden: dit begrip wordt gehanteerd om de omvang van het gezin van de aanvrager vast te stellen alsmede indirect de maximaal toe te kennen bijdrage te berekenen conform de draagkrachtrichtlijnen gemeente Boxtel. Peilmaand: Bij het berekenen van de draagkracht op jaarbasis wordt uitgegaan van de inkomstengegevens per huishouden zoals die zijn in de maand januari van ieder kalenderjaar. Artikel 2 Doel Het college van Burgemeester en wethouders wil maatschappelijke participatie bevorderen en acht het noodzakelijk dat deelname aan maatschappelijke activiteiten bereikbaar is voor alle inwoners. Daarom stelt zij een bijdrage ter beschikking aan de inwoners die over onvoldoende draagkracht beschikken om deze kosten te betalen. Artikel 3 Doelgroep In dit artikel worden een aantal doelgroepen uitgezonderd van het recht op een bijdrage. Uitgezonderd worden personen die verblijven in een AWBZ-instelling. Voor hun deelname aan het maatschappelijk verkeer zijn zij voor het grootste gedeelte aangewezen op de instelling waar zij verblijven. Bovendien voeren zij geen zelfstandige huishouding. Pagina 5

De groep studerenden worden geacht een inkomen te hebben wat voldoende is om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Daarnaast worden studenten bij hun deelname aan maatschappelijk verkeer al vaak met kortingen tegemoet gekomen. Artikel 4 Aanvraag In dit artikel is geregeld dat de aanvraag schriftelijk moet worden ingediend via een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier. Daarnaast is in dit artikel een termijn gesteld aan de periode waarbinnen een aanvraag moet worden ingediend. Artikel 5 Voorwaarden 1. Voor de berekening van de draagkracht worden de richtlijnen van de draagkrachtregeling gemeente Boxtel gebruikt. 2. Wanneer beslag gelegd is op het inkomen wordt uitgegaan van het reële inkomen in plaats van het beschikbare inkomen. Het is immers niet de bedoeling dat de aanvrager door middel van een bijdrage uit het Welzijnsfonds alsnog wordt beloond voor het feit dat hij vanwege schulden een lager beschikbaar inkomen heeft. Anderzijds is het niet wenselijk dat personen die meewerken aan een schuldregeling worden gefrustreerd door een weigering voor het Welzijnsfonds. Om die reden kan bij deze personen toch worden uitgegaan van het beschikbare inkomen na beslaglegging. 3. De bijdrage wordt over een kalenderjaar verstrekt. De peilmaand is daarom de maand januari van elk jaar. De inkomsten en het vermogen op 1 januari zijn daarom bepalend voor de bijdrage. 4. Een van de voorwaarden die verbonden is aan het recht op een bijdrage is, dat de bijdrage wordt aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Daarom wordt de verplichting opgelegd om aan te tonen dat de bijdrage is besteed aan de activiteit waarvoor deze werd toegekend. Dat kan inhouden een bewijs van betaling, een lidmaatschapskaart, een toegangskaartje, een treinkaart of dergelijke. Bij de aanvraag wordt aan de cliënt gevraagd om alle bewijsstukken te overleggen. Voor niet bijstandsgerechtigden zijn gegevens omtrent inkomen en vermogen alsmede identiteit verplicht. Artikel 6 Terugvordering Wanneer achteraf wordt geconstateerd dat een bijdrage is toegekend op basis van door de cliënt verstrekte onjuiste informatie, wordt de bijdrage teruggevorderd indien de bijdrage niet zou zijn verstrekt wanneer de juiste informatie zou hebben geleid tot een afwijzing. Ook wanneer uit de steekproef blijkt dat de cliënt bij aanvraag of wanneer hem nadien daarom is verzocht niet in staat is om de bewijsstukken te overleggen, wordt de bijdrage teruggevorderd. Bij de terugvordering wordt rekening gehouden met de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. De cliënt dient hierover te worden gehoord, tenzij er sprake is van omstandigheden als bedoeld in lid 4. Omdat besluiten in het kader van deze regeling geen besluiten zijn krachtens een wet, dient terugvordering plaats te vinden op grond van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 7 Hoogte van de bijdrage Door prijsstijgingen kan het noodzakelijk zijn om de hoogte van de bijdrage regelmatig opnieuw te beoordelen. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld door Burgemeester en wethouders. Pagina 6

In het tweede lid is geregeld dat de bijdrage overdraagbaar is aan een ander lid van het huishouden. Ter verduidelijking: indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, dan kan een lid van het huishouden geheel of gedeeltelijk afzien van zijn of haar bijdrage en dat overdragen aan een ander lid van het huishouden om de gedeclareerde kosten van dat lid te dekken. De bijdrage mag niet worden overgedragen aan personen die zijn uitgezonderd op grond van artikel 3 van deze beleidsregels. Artikel 8 Kosten deelname aan maatschappelijke activiteiten In dit artikel staan limitatief- de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage. Er is geen limiet meer voor het aantal keren dat men mag deelnemen aan activiteiten. Activiteiten mogen ook van politieke of religieuze aard zijn. Meerdaagse activiteiten met overnachtingen worden niet vergoed. a. Dit behoeft geen toelichting b. Met samenhangende kosten worden kosten bedoeld die men moet maken om het lidmaatschap werkelijk uit te oefenen, bijvoorbeeld speciale sportkleding, zoals judopak of voetbalshirt en schoenen. Indien geen speciale kleding noodzakelijk is kan geen vergoeding worden gegeven voor kleding maar wel voor attributen die nodig zijn voor de uitvoering van de activiteit, bijvoorbeeld hobbymateriaal, Nordic walkingstokken e.d. Omdat er vanuit wordt gegaan dat men de vereniging kiest die in of dichtbij de woonplaats is, worden hiervoor geen reiskosten vergoed. c. Ook eenmalige activiteiten kunnen worden vergoed. Voorbeelden zijn dagactiviteiten van kindervakantiewerk. Voorwaarde is dat er een vereniging, stichting of organisatie voor maatschappelijk welzijn de activiteit organiseert. Ook kosten van dagtrips naar het buitenland kunnen worden vergoed. d. Het volgen van beroepsgerichte cursussen worden niet vergoed op basis van de regeling maatschappelijke activiteiten. Indien er een noodzaak is voor het volgen van een beroepsgerichte cursus kan immers een beroep worden gedaan op de Wet werk en bijstand. Dit geldt zowel voor niet - uitkeringsgerechtigden als voor bijstandscliënten. Daarom kan alleen een vergoeding worden verstrekt voor niet beroepsgerichte cursussen, waaronder hobby -cursussen en workshops. De vergoeding kan zich uitstrekken over het lesgeld en de bijkomende kosten. e. Een zwemabonnement kan zowel persoonlijk als voor het gezin worden genomen. Voor zover het gezinsabonnement ook gezinsleden omvat die niet voor een bijdrage in aanmerking komen, wordt het deel van de abonnementskosten voor die persoon in mindering gebracht op de bijdrage. f. Voor de bezoeken aan activiteiten kunnen ook reiskosten worden vergoed mits de reisafstand meer is dan 10 kilometer van de woonplaats. Voor vergoeding komen in aanmerking de reiskosten per openbaar vervoer (na het overleggen van de vervoerbewijzen) of een kilometervergoeding voor gebruik eigen auto conform normbedrag van het Nibud. Uitgegaan moet worden van de goedkoopste adequate voorziening. Ook activiteiten en reiskosten in en naar het buitenland komen voor vergoeding in aanmerking voor zover zij slechts een dag duren. g. Behoeft geen toelichting. h. Bezoek aan peuterspeelzaal wordt gestimuleerd om te bevorderen dat jonge kinderen met andere kinderen kunnen leren omgaan. In onze moderne samenleving waar veel ouders werkzaam zijn, zijn er weinig speelkameraadjes overdag thuis in de woonomgeving. Grote gezinnen zijn uitzonderlijk. Kinderen die geen kinderopvang bezoeken, vinden daarom in hun woonomgeving weinig gelegenheid om met andere leeftijdsgenoten te spelen. Daarom is de peuterspeelzaal opgenomen in de lijst. Dit geldt tot de datum waarop zij naar de Basisschool kunnen gaan. Vanaf die datum kan de bijdrage worden stopgezet omdat immers aan de behoefte tot contact met leeftijdsgenoten kan worden voor- Pagina 7

zien door bezoek aan de Basisschool. Wanneer uit een sociaal medische verklaring blijkt, dat bezoek aan de peuterspeelzaal om bijzondere redenen noodzakelijk is, kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de volledige kosten. i. Scholen stellen vaak een ouderbijdrage vast. Deze komt ten goede aan extra activiteiten zoals schoolreisje, educatief uitstapje, sportdagen of dergelijke. Voor zover de school geen regeling kent voor kwijtschelding en het kind wordt uitgesloten van de activiteit indien de ouderbijdrage niet wordt betaald, is een bijdrage op grond van deze verordening mogelijk. Ook uitstapjes buiten Nederland kunnen hieronder vallen. j. De NS-Voordeelurenkaart zal met name voor gezinnen met kinderen een belangrijke besparing opleveren in de reiskosten die nodig zijn om maatschappelijke activiteiten te verrichten. Dit draagt bij aan een grotere deelname aan die maatschappelijke activiteiten voor die mensen die op of rond het minimum zitten en bevordert de sociale duurzaamheid. Artikel 9 Hardheidsclausule Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 10 In werking treden Dit artikel behoeft geen toelichting Artikel 11 Citeertitel Dit artikel behoeft geen toelichting Pagina 8