Provinciale Verordening Ruimte

Vergelijkbare documenten
Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Visie op Zuid-Holland. Ontwerp Verordening Ruimte

: Onderbouwing niet opnemen molenbiotoop molen De Roos Delft in het bestemmingsplan DSM

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Visie op Zu i d -Ho l l a n d. Ontwerp Verordening Ruimte Ontwikkelen met schaarse ruimte

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Raad vanstate. Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/11/2013

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Verordening ruimte 2014

OMGEVINGSVERGUNNING. Nr. ovxid Burgemeester en wethouders van Vlaardingen;

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Verordening Ruimte. Visie op Zuid-Holland. wijzigingsbesluit. behorende bij Actualisering 2012 Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Artikel 16 Woongebied

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

HOLLAND ZUID 1 6 JULI Gedeputeerde Staten. provincie. Raad van Schiedam Postbus EA SCHIEDAM

Provinciaal blad van Noord-Brabant

ECLI:NL:RVS:2014:1390

Nota van wijzigingen bestemmingsplan Stormpolder

Bestemmingsplan buitengebied

Ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. 29 mei 2009

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

Ontwerp wijziging PRVS

Artikel 5 Bedrijventerrein

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

Bijlagen. 11 vastgesteld bestemmingsplan "Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)"

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek. Uitsnede plankaart. Regels

Vastgesteld door de gemeenteraad op 8 mei Beleid Internetwinkels West Maas en Waal

Nieuw-Mathenesse, eerste herziening

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

Wijziging Verordening ruimte in verband met bestemmingsplan "Stiphout - 2'' ontsluiting"

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 74

1. Streekplan Brabant in balans

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Kaart 17. Aandachtsgebieden archeologie. Legenda. (behorend bij artikel 18) Terrein met hoge of zeer hoge archeologische waarde

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss. vastgesteld

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

: Gemeente Hellevoetsluis : Royal HaskoningDHV : Dhr. A. van Rossum, Tuincentrum Groenrijk Aralia

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

Risico-inventarisatie Boekels Ven

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Vanaf 100 meter geldt als maximaal aanvaardbare hoogte een oplopende lijn die met de biotoopformule berekend wordt.

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

1. Inleiding. 1.1 Aanleiding voor deze memo. 1.2 Huidige situatie projectgebied MEMO. Van : Rho adviseurs

Ruimtelijke onderbouwing

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Opdrachtgever. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Fascinatio-Capelsebrug. auteur(s) G.A. Damen MSc ing. R.H. van Trigt

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Te koop Bouwgrond. Leeghwaterstraat 225 Sliedrecht

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg 546, Tilburg

Ruimtelijke onderbouwing

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

INHOUDSOPGAVE PLANREGELS

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Transcriptie:

Provinciale Verordening Ruimte Toelichting Verordening Ruimte PM Samenhang met Provinciale Structuurvisie. Inhoudsopgave PROVINCIALE VERORDENING RUIMTE... 1 Toelichting Verordening Ruimte... 1 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Definities / Begrippen... 2 2 VERORDENING RUIMTE... 3 Artikel 1 Bebouwingscontouren... 3 Artikel 2 Uitbreidingsruimte buiten de bebouwingscontouren... 4 Artikel 3 Bebouwingslinten en bevolkingsconcentratiegebieden buiten de bebouwingscontouren... 5 Artikel 4 Landelijk wonen... 6 Artikel 5 Provinciale landschappen Zuid-Holland... 6 Artikel 6 Ecologische Hoofdstructuur... 8 Artikel 7 Regelgeving agrarische bebouwing... 10 Artikel 8 Kantoren... 11 Artikel 9 Bedrijventerreinen... 12 Artikel 10 Detailhandel... 12 Artikel 11 Primaire en regionale waterkeringen... 13 Artikel 12 Ontwikkelingen in buitendijkse gebieden... 14 Artikel 13 Ruimtelijke doorwerking vervoer van gevaarlijke stoffen en groepsrisico externe veiligheid... 15 Artikel 14 Molenbiotoop... 16 Artikel 15 Archeologie... 17 Artikel 16 Landgoederenbiotoop... 17 3 SLOTBEPALINGEN... 19 4 PROVINCIALE PLANOLOGISCHE COMMISSIE... 20 Artikel 1 Instelling... 20 Artikel 2 Taak en bevoegdheden... 20 Artikel 3 Samenstelling... 20 Artikel 4 Voordracht en benoeming... 20 Artikel 5 Voorzitter... 20 Artikel 6 Secretaris... 20 Artikel 7 De vergaderingen en regiobezoeken... 21 Artikel 8 Schriftelijke Consultatie... 21 Artikel 9 Overig... 21 Artikel 10 Inwerkingtreding... 21 Artikel 11 Citeertitel... 21 BIJLAGE... 22 MOGELIJKE ONDERWERPEN VOOR DE 2 E TRANCHE VERORDENING RUIMTE... 22 1. Sanering 'papieren' glas... 22 2. Biotopenregeling rond historische landgoederen en buitenplaatsen... 22 3. Buitendijkse gebieden (stedelijk gebied)... 22 4. Provinciaal basisnet externe veiligheid... 22 5. Beschermd Stads- en Dorpsgebied... 23 6. Aanpassingen uit de AMvB Ruimte verwerken... 23 Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 1/45

1 Algemene bepalingen PM Definities / Begrippen agrarische bebouwing volwaardig agrarisch bedrijf bouwperceel Groepsrisicoafweging Kwetsbaar object Beperkt kwetsbaar object Functioneel gebonden Stedelijke functies en/of stedelijke voorzieningen Woongebieden, evenals daaraan gelieerde bestemmingen zoals parkeerplaatsen, sportvoorzieningen, zorgvoorzieningen, openbaar groen, volkstuinen, oppervlaktewater, begraafplaatsen en dergelijke, evenals bedrijventerreinen en dergelijke. Maatschappelijke voorzieningen Primaire waterkeringen Waterkeringen zoals aangegeven op de bij deze Verordening behorende kaart nummer 9 Traditionele windmolens Molens voorkomend op de bij deze verordening als bijlage gevoegde lijst Verdere verstedelijking Nieuwe bebouwing voor: - wonen; - detailhandel, bedrijven of kantoren anders dan die dienstbaar zijn aan natuur, dagrecreatie en waterbeheer; - niet-grondgebonden landbouw, tuinbouw of veeteelt; - verblijfsrecreatie, en - bezoekersintensieve overdekte recreatie, - anders dan de bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit bij bestemmingsplannen, beheersverordeningen en projectbesluiten voor zover deze laatste op dat tijdstip van kracht waren, toegelaten is. Bevolkingsconcentratiegebied Nieuwe bebouwing Het oprichten van gebouwen, anders dan het vervangen van gebouwen door gebouwen van gelijke aard, omvang en karakter Bezoekersintensieve openlucht dagrecreatieve functies Kantoor Inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve diensten Buurt- en gemakswinkels Kleinschalige winkels gelegen op locaties in de directe woonomgeving of op locaties met veel passanten of bezoekers (zoals benzinestations en spoorwegstations), gericht op de verkoop van dagelijkse boodschappen of artikelen voor directe consumptie. Detailhandel Inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Bedrijventerrein Cluster aaneengesloten percelen met een totale oppervlakte van tenminste één hectare ten behoeve van bedrijven en dienstverlening en de daarbij behorende voorzieningen. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 2/45

2 Verordening Ruimte Artikel 1 Bebouwingscontouren Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren aangeduid als landelijk gebied, zoals aangegeven op kaart 1, wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe stedelijke functies, bebouwing en/of voorzieningen mogelijk maken. Lid 2 Bestemmingsplannen voor gronden aangeduid als landelijk gebied buiten de bebouwingscontouren, zoals aangegeven op kaart 1, mogen in afwijking van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wel bestemmingen aanwijzen of regels stellen die nieuwe stedelijke functies en/of stedelijke voorzieningen mogelijk maken, mits: a. er sprake is van toepassing van het beleidskader Ruimte voor Ruimte (zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten in 2005), inhoudende de mogelijkheid om ter plekke op het perceel of in de directe omgeving te compenseren in de vorm van bouw van (maximaal drie) woningen voor de sloop van landschappelijk storende en/of niet passende bebouwing of functies òf; b. er sprake is van toepassing van het beleidskader nieuwe landgoederen(zoals vastgesteld door GS d.d. ), inhoudende de mogelijkheid maximaal één nieuw landgoed op te richten en ter compensatie een deels openbaar natuur- en/of recreatiegebied aan te leggen òf; c. er sprake is van vestiging van niet-agrarische functies in vrijkomende agrarische bebouwing, onder de volgende voorwaarden: i de nieuwe functie brengt uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven met zich mee; ii de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking; iii de nieuwe functie wordt gehuisvest in de bestaande bebouwing, niet zijnde glasopstanden; iv bij de vestiging van een zorgfunctie wordt rekening gehouden met de uitgangspunten uit de nota Zorg in het Buitengebied; v bedrijfsfuncties worden beperkt tot de categorie 1 en 2, dan wel 3 indien de activiteit qua aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (VNG-lijst) òf; vi er sprake is van voorzieningen van algemeen nut (brandweerkazernes en ambulanceposten), waarbij aangetoond is dat er geen goede alternatieve locatie binnen de bebouwingscontouren beschikbaar is en bij uitzondering (specifieke locatievereisten). d. er sprake is van nieuwvestiging van bebouwing of uitbreiding van bestaande bebouwing op het strand langs de kust, onder de volgende voorwaarden: a. de bouwwerken ter ondersteuning van het recreatieve karakter van de kust zijn; b. de bouwwerken van tijdelijke of seizoensgebonden aard zijn; c. het enkel gronden betreft die haaks gelegen zijn op de bebouwingscontouren; d. bij strandopgangen -niet gelegen binnen de gronden haaks op de bebouwingscontouren- kan het slechts gaan om uitbreiding van bestaande bebouwing; e. dat de bouwwerken geen significante verstoring oplevert ten aanzien van natuurgebieden; f. dat de bebouwing naar het oordeel van het rijk en het waterschap het geen belemmering vormt ten aanzien van het onderhoud, de veiligheid of de versterking van de aanwezige waterkeringen. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 3/45

e. er sprake is van de 500 Offensief-woningen en de 100 landgoedwoningen in de Duin- en Bollenstreek, onder de volgende voorwaarden a. de woningen een bijdrage leveren aan het dun-dure segment; b. een financiële afdracht plaatsvindt ten bate van de landschappelijke kwaliteitsverbetering c. de openheid en zichtlijnen niet significant worden aangetast d. het verlies aan bollengrond wordt gecompenseerd f. er sprake is van nieuwe bebouwing ten behoeve van het verstrekken van maaltijden of dranken aan gasten voor onmiddellijke consumptie voor zover passend bij de uitstraling en het recreatief gebruik van het gebied; g. er sprake is van overige bebouwing in het landelijk gebied bij recreatieve hoofdknooppunten en toeristische opstappunten ten behoeve van (commercïele) dienstverlening voor zover passend bij de uitstraling en het recreatief gebruik van het gebied en passend binnen de kernkwaliteiten van het landelijk gebied. Lid 3 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a. er sprake is van een gebiedsgerichte toepassing van het beleidskader Ruimte voor Ruimte (zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten in 2005). b. er sprake is van toepassing van het beleidskader nieuwe landgoederen(zoals vastgesteld door GS d.d. ), waarbij maatwerk of afwijkende voorstellen worden gedaan waar een duidelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering van uitgaat. Lid 4 Gedeputeerde Staten kunnen de begrenzingen van de bebouwingscontouren, zoals weergegeven op kaart 1, aanpassen wanneer: a. er onbenutte ruimte binnen de bestaande contouren wordt ingeruild voor nieuw te bebouwen ruimte buiten de huidige contouren. Uitgangspunt daarbij is dat de omvang van beide gebieden even groot is. Hiervan kan worden afgeweken indien aangetoond is dat vanuit landschappelijk oogpunt de kwaliteit van de onbenutte ruimte waardevoller is dan de nieuw te bebouwen ruimte buiten de contouren; b. in de nieuw binnen de contour te brengen gebieden geen sprake is van aantasting van belangrijke natuur-, landschaps- en/of cultuurhistorische waarden. Te denken valt daarbij aan bestaande of geplande natuurgebieden, ecologische hoofdstructuur, cultuurhistorisch waardevolle bebouwingslinten, belangrijke doorzichten etc. Artikel 2 Uitbreidingsruimte buiten de bebouwingscontouren Lid 1 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a. er een regionale structuurvisie is opgesteld waarbij de regionale woon- en of werkbehoefte zijn afgestemd, waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd. Randvoorwaarden voor de regionale structuurvisies zijn: i. binnen het Groene Hart, Hoeksche Waard en Goeree Overflakkee (zie kaart 2) geldt op regionaal niveau als bovengrens voor woningbouwontwikkelingen migratiesaldo 0 en als bovengrens voor de bedrijventerreinontwikkelingen het programma zoals opgenomen in de provinciale structuurvisie; ii. in het landelijk gebied dat gelegen is buiten het Groene Hart, Hoeksche Waard, Goeree Overflakkee (zie kaart 2) en buiten de provinciale landschappen (zie kaart 3) kan het slechts gaan om een toevoeging van enkele woningen en / of bijgebouwen, waarbij er gezorgd wordt voor een goede en kwalitatieve overgang naar het landelijk gebied rekening houdend met de aspecten zoals deze onder artikel 1 lid 1 sub b Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 4/45

staan vermeld. Voor deze beperkte uitbreidingen kan volstaan worden met een onderbouwing opgenomen in een gemeentelijke structuurvisie. iii. de ontwikkeling moet leiden tot kwaliteitsverbetering ter plaatse of een financiële bijdrage in het provinciale groenfonds leveren ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur, én b. een beeldkwaliteitsplan bij de regionale structuurvisie is opgesteld, waarmee GS hebben ingestemd, waarin in de tekst en het kaartbeeld wordt ingegaan op: 1. de ontwikkelingsgeschiedenis, opbouw en karakteristiek van het landschap; 2. de inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving; 3. een ruimtelijke visie waarin de kwaliteitskaart 2020 uit de provinciale structuurvisie, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland en de regioprofielen Ruimtelijke Kwaliteit (cultuurhistorie en landschap) zijn opgenomen als uitgangspunt; 4. motivering op welke wijze rekening is gehouden met behoud, versterking en/of inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten, op basis van sturingskaart en richtlijnen Regioprofielen Cultuurhistorie c. -voor zover het nieuwe woonbebouwing betreft- in de toelichting van het bestemmingsplan een afweging heeft opgenomen die ten grondslag ligt aan de beslissing om de nieuwe bebouwing niet binnen het bestaand stedelijk gebied binnen de bebouwingscontouren te accommoderen; d. -voor zover het nieuwe werklocaties betreft- in de toelichting van het bestemmingsplan een afweging is opgenomen waarin is gemotiveerd waarom de nieuwe werklocatie niet door herstructurering of intensivering van bestaande werklocaties kan worden ondervangen. Artikel 3 Bebouwingslinten en buurtschappen buiten de bebouwingscontouren Lid 1 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a) de gemeente een structuurvisie heeft opgesteld voor de bebouwingslinten en buurtschappen binnen haar gemeentegrenzen, waarmee GS hebben ingestemd. Randvoorwaarden voor deze structuurvisies zijn: i. het kan slechts gaan om een toevoeging van enkele woningen en / of bijgebouwen; ii. de verbetering van de ruimtelijke kwaliteiten staat centraal; iii. de ontwikkeling moet leiden tot kwaliteitsverbetering ter plaatse of een financiële bijdrage in het provinciale groenfonds ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur. b) een beeldkwaliteitsplan bij de gemeentelijke structuurvisie is opgesteld, waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd, waarin in de tekst en het kaartbeeld wordt ingegaan op: 1. de ontwikkelingsgeschiedenis, opbouw en karakteristiek van het landschap; 2. de inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving; 3. een ruimtelijke visie waarin de kwaliteitskaart 2020 uit de provinciale structuurvisie, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland en de regioprofielen Ruimtelijke Kwaliteit (cultuurhistorie en landschap) zijn opgenomen als uitgangspunt; 4. motivering op welke wijze rekening is gehouden met behoud, versterking en/of inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten, op basis van sturingskaart en richtlijnen Regioprofielen Cultuurhistorie Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 5/45

Artikel 4 Landelijk wonen Lid 1 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a) de gemeente een structuurvisie heeft vastgesteld voor de gebieden die zijn aangeduid als zoekgebied landelijk wonen (zie kaarten 4a en 4b), waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd. Randvoorwaarden voor deze gemeentelijke structuurvisies zijn: i. het gaat om woonmilieus met een lage gemiddelde dichtheid van 5 tot 10 woningen per hectare; ii. de verbetering van de ruimtelijke kwaliteiten staat centraal; iii. de ontwikkeling moet leiden tot kwaliteitsverbetering ter plaatse of een financiële bijdrage in het provinciale groenfonds ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur. b) een beeldkwaliteitsplan bij de gemeentelijke structuurvisie is opgesteld, waarmee GS hebben ingestemd, waarin in de tekst en het kaartbeeld wordt ingegaan op: 1. de ontwikkelingsgeschiedenis, opbouw en karakteristiek van het landschap; 2. de inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving; 3. een ruimtelijke visie waarin de kwaliteitskaart 2020 uit de provinciale structuurvisie, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland en de regioprofielen Ruimtelijke Kwaliteit (cultuurhistorie en landschap) zijn opgenomen als uitgangspunt; 4. motivering op welke wijze rekening is gehouden met behoud, versterking en/of inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten, op basis van sturingskaart en richtlijnen Regioprofielen Cultuurhistorie Artikel 5 Provinciale landschappen Zuid-Holland Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden binnen de provinciale landschappen, zoals aangeduid op kaart 3 mogen -in afwijking van het bepaalde in artikel 1, lid 1, wel bestemmingen aanwijzen of regels stellen die het volgende mogelijk maken: a) nieuwe bebouwing ten behoeve van het verstrekken van maaltijden of dranken aan gasten voor onmiddellijke consumptie voor zover passend bij de uitstraling en het recreatief gebruik van het gebied; b) nieuwe bebouwing voor grondgebonden landbouw of veeteelt voor zover passend bij de uitstraling en het recreatief gebruik van het gebied; c) nieuwe bebouwing bij sportvelden, in hoofdzaak bedoeld voor het gebruik door sportorganisaties, voor zover aangrenzend aan het bestaand bebouwd gebied, de oppervlakte in een redelijke verhouding staat tot de oppervlakte van de rijksbufferzone, deze de dagrecreatieve functie van de rijksbufferzone versterken, en aard en omvang van de bebouwing zoveel mogelijk wordt beperkt en ruimtelijk ingepast en geen of geringe overlast veroorzaken; d) nieuwe bebouwing voor kleinschalige bedrijven voor het bieden van logies of voor kleinschalige voorzieningen voor verblijfsrecreatie; e) nieuwe bebouwing voor bezoekersintensieve openlucht dagrecreatie, voor zover de oppervlakte in een redelijke verhouding staat tot de oppervlakte van het provinciale landschap, deze de dagrecreatieve functie van het provinciale landschap versterkt, openbaar Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 6/45

toegankelijk is en aard en omvang van de bijbehorende bebouwing zoveel mogelijk wordt beperkt en ruimtelijk ingepast en geen of geringe overlast veroorzaakt; f) bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of seizoensgebonden activiteiten; g) bouwwerken waarvoor een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onder c, van de Woningwet is vereist; h) bouwwerken waarvoor met toepassing van artikel 4.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening een ontheffing kan worden verleend; i) een eenmalige herbouw of verbouw van een bestaand gebouw met een uitbreiding van grondoppervlak ten hoogste tien procent; j) overige bebouwing die leidt tot een kwalitatieve of kwantitatieve versterking van de eigenschappen en functies van het provinciale landschap; k) gebouwen ten behoeve van de productie of levering van gas, water of elektriciteit, of l) gebouwen ten behoeve van de waterstaat of het operationeel beheer van natuur of van hulpdiensten. Lid 2 Bestemmingsplannen voor gronden voor gronden binnen de provinciale landschappen, zoals aangeduid op kaart 3, mogen -in afwijking van het bepaalde in artikel 1, lid 1- wel bestemmingen aanwijzen of regels stellen die nieuwe stedelijke functies en/of stedelijke voorzieningen mogelijk maken, mits: a) er sprake is van toepassing van het beleidskader Ruimte voor Ruimte (zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten in 2005), inhoudende de mogelijkheid om ter plekke op het perceel of in de directe omgeving te compenseren in de vorm van bouw van (maximaal drie) woningen voor de sloop van landschappelijk storende en/of niet passende bebouwing of functies òf; b) er sprake is van toepassing van het beleidkader nieuwe landgoederen (zoals vastgesteld door GS d.d. ), inhoudende de mogelijkheid maximaal één nieuw landgoed op te richten en ter compensatie een deels openbaar natuur- en/of recreatiegebied aan te leggen òf; c) er sprake is van vestiging van niet-agrarische functies in vrijkomende agrarische bebouwing, onder de volgende voorwaarden: i de nieuwe functie brengt uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven met zich mee; ii de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking; iii de nieuwe functie wordt gehuisvest in de bestaande bebouwing, niet zijnde glasopstanden; iv bij de vestiging van een zorgfunctie wordt rekening gehouden met de uitgangspunten uit de nota Zorg in het Buitengebied; v bedrijfsfuncties worden beperkt tot de categorie 1 en 2, dan wel 3 indien de activiteit qua aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (VNG-lijst) òf; d) er sprake is van voorzieningen van algemeen nut (brandweerkazernes en ambulanceposten), waarbij aangetoond is dat er geen goede alternatieve locatie binnen de bebouwingscontouren beschikbaar is en bij uitzondering (specifieke locatievereisten). Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 7/45

Lid 3 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a) er sprake is van een gebiedsgerichte toepassing van het beleidskader Ruimte voor Ruimte (zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten in 2005). b) er sprake is van toepassing van het beleidkader nieuwe landgoederen(zoals vastgesteld door GS d.d. ), waarbij maatwerk of afwijkende voorstellen worden gedaan waar een duidelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering van uitgaat. Lid 4 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1 wanneer: a) de gemeente een structuurvisie heeft opgesteld voor de kernranden, bebouwingslinten en bevolkingsconcentratiegebieden binnen haar gemeentegrenzen, waarmee GS hebben ingestemd. Randvoorwaarden voor deze structuurvisies zijn: i. het kan slechts gaan om een toevoeging van enkele woningen en / of bijgebouwen; ii. de verbetering van de ruimtelijke kwaliteiten staat centraal; iii. de ontwikkeling moet leiden tot kwaliteitsverbetering ter plaatse of een financiële bijdrage in het provinciale groenfonds ten behoeve van het provinciale landschap. b) een beeldkwaliteitsplan bij het bestemmingsplan is opgesteld waarin een beschrijving wordt gegeven van het effect / de invloed van deze ontwikkeling in relatie tot de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten. Het plan gaat in op: 1. de ontwikkelingsgeschiedenis, opbouw en karakteristiek van het landschap; 2. de inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving; 3. een ruimtelijke visie waarin de richtlijnen en sturingskaart van de Regioprofielen Cultuurhistorie (voor het betreffende gebied) zijn opgenomen als uitgangspunt; 4. motivering op welke wijze rekening is gehouden met behoud, versterking en/of inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten, op basis van sturingskaart en richtlijnen Regioprofielen Cultuurhistorie Lid 5 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen als genoemd onder artikel 5, lid 4 voor zover: a) er sprake is van een groot openbaar belang, b) er geen reële andere mogelijkheden zijn, en c) de negatieve effecten zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende effecten zoveel mogelijk worden gecompenseerd. d) Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid stelt de verordening regels omtrent de compensatie bedoeld in het tweede lid, onder c. Deze regels betreffen in elk geval maatregelen ter vergroting van de ruimtelijke kwaliteit of ter versterking van de dagrecreatieve functie. Artikel 6 Ecologische Hoofdstructuur Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden aangeduid als gerealiseerde of als prioritaire gebieden, zoals aangegeven op kaart 5, wijzen bestemmingen aan en stellen regels die de natuurfunctie mogelijk maken. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 8/45

Lid 2 Bestemmingsplannen voor gronden aangeduid als niet-prioritaire gebieden, zoals aangegeven op kaart 5 wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe bebouwing en / of ingrepen mogelijk maken die in significante mate een beperking met zich meebrengt voor de mogelijkheid hoogwaardige - en in het geval van (robuuste) verbindingen een op de aangrenzende gebieden aansluitende - robuuste verbindingszone te creëren en in stand te houden. Lid 3 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6, lid 1 en 2, indien: a) er sprake is van een groot openbaar belang, b) er geen reële andere mogelijkheden zijn, en c) de negatieve effecten zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende effecten zoveel mogelijk worden gecompenseerd. Onder 'groot openbaar belang' wordt in ieder geval verstaan de veiligheid, de drinkwaterwatervoorziening, de plaatsing van installaties voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie of de plaatsing van installaties voor de winning, opslag of transport van aardgas. Lid 4 Bij compensatie dienen in ieder geval de volgende voorwaarden in acht te worden genomen: a) de compensatie vindt plaats: 1º aansluitend aan of nabij het aangetaste gebied, met dien verstande dat er gestreefd wordt naar een situatie waarbij geen sprake is van nettoverlies van areaal, samenhang en kwaliteit van wezenlijke kenmerken en waarden en een duurzame situatie dient te ontstaan; 2º door realisering van kwalitatief gelijkwaardige waarden of fysieke compensatie op afstand van het gebied, indien fysieke compensatie aansluitend aan of nabij het gebied niet mogelijk is, of 3º op financiële wijze, indien zowel fysieke compensatie als compensatie door kwalitatief gelijkwaardige waarden redelijkerwijs onmogelijk is, en b) het besluit over de wijziging van de bestemming of over de wijziging van de regels ter zake van het gebruik van de grond gelijktijdig wordt genomen met het besluit over de aard, de wijze en het tijdstip van nadeelsbeperking en compensatie en met het besluit over de locatie van de compensatie. Lid 5 Per gebied kan een afweging worden gemaakt om een combinatie van activiteiten mogelijk te maken die mede tot doel heeft de kwaliteit of kwantiteit van de ecologische hoofdstructuur per saldo te verbeteren. Een dergelijke gebiedsgerichte benadering is alleen toepasbaar als: a) de combinatie van activiteiten binnen één ruimtelijke visie wordt gepresenteerd; b) een onderlinge samenhang bestaat tussen de desbetreffende activiteiten, en c) een schriftelijke overeenkomst tussen alle betrokkenen over de verwezenlijking van de activiteiten wordt overgelegd. Lid 6 In aanvulling op het vorige lid geldt dat deze gebiedsgerichte benadering alleen toepasbaar is als: a) de kwaliteit van de ecologische hoofdstructuur wordt verbeterd, waarbij de oppervlakte van de ecologische hoofdstructuur minimaal gelijk blijft of toeneemt, of Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 9/45

b) het areaal van de ecologische hoofdstructuur wordt vergroot, ter compensatie van het gebied dat door de activiteiten verloren is gegaan, indien daarmee een beter functionerende ecologische hoofdstructuur ontstaat. Lid 7 Gedeputeerde staten kunnen de begrenzing van de EHS aanpassen wanneer op basis van een ecologische onderbouwing is vastgesteld dat: a) de wijziging leidt tot een verbetering van de samenhang van de ecologische hoofdstructuur of tot een betere inpassing van de ecologische hoofdstructuur in de planologische omgeving, en b) tenminste de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van de ecologische hoofdstructuur in het desbetreffende gebied worden behouden. Artikel 7 Regelgeving agrarische bebouwing Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het landelijk gebied, zoals aangegeven op kaart 1, wijzen geen bestemmingen aan of stellen geen regels die afwijken van de volgende bepalingen: a) agrarische bebouwing moet worden geconcentreerd binnen het bouwperceel; b) nieuwe bebouwing is mogelijk mits deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven; c) ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal één agrarische bedrijfswoning toegestaan; d) nieuwe intensieve veehouderijen en uitbreiding van bestaande agrarische bedrijven met intensieve veehouderij als neventak dienen te worden uitgesloten; e) nieuwe bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven zijn uitgesloten; f) bestaande niet-agrarische bedrijven, agrarisch aanverwante bedrijven en niet-volwaardige agrarische bedrijven, mogen eenmalig uitbreiden met maximaal 10% van de inhoud; g) bestaande bollenhandels- en exportbedrijven, binnen het concentratiegebied van de bollen, mogen op de bestaande locatie uitbreiden mits de uitbreiding noodzakelijk en doelmatig is, de landschappelijke kwaliteit waaronder zichtlijnen en openheid niet significant worden aangetast en het verlies aan bollengrond wordt gecompenseerd. Nieuwvestiging buiten de rode contour is niet toegestaan. Lid 2 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de concentratiegebieden voor de bollenteelt, glastuinbouw, boomteelt en sierteelt, zoals weergegeven op kaart 6, wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe bebouwing ten behoeve van de vestiging van dergelijke bedrijven mogelijk maken. Lid 3 Bestemmingsplannen die reeds volwaardige verspreid liggende glastuinbouwbedrijven bestemd hebben, wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels, waarbij uitbreiding tot een oppervlakte van meer dan 2 hectare mogelijk wordt gemaakt. Lid 4 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het concentratiegebied van de boomteelt, zoals weergegeven op kaart 6, wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels voor boom- en bollenteeltbedrijven die meer dan 3.000 m2 aan glasopstallen mogelijk maken. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 10/45

Lid 5 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten het concentratiegebied van de boomteelt, zoals weergegeven op kaart 6, wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels voor volwaardige boomteeltbedrijven, waarbij een oppervlakte van meer dan 300 m2 aan glasopstallen mogelijk wordt gemaakt. Lid 6 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het landelijk gebied, zoals aangegeven op kaart 1, kunnen bestemmingen aanwijzen of regels stellen die het mogelijk maken om nevenactiviteiten (bijvoorbeeld zorg, minicampings en overige agro-gerelateerde voorzieningen) te laten plaatsvinden, onder de volgende voorwaarden: de activiteit moet plaatsvinden binnen het agrarisch bouwperceel; de agrarische functie blijft de hoofdfunctie van het bedrijf; indien de nevenactiviteit een zorgfunctie betreft, moet rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit de nota Zorg in het Buitengebied; er mogen geen belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven worden gecreëerd; de nevenactiviteit mag de verkeersafwikkeling niet onevenredig belasten. Lid 7 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder artikel 7, lid 1 sub d), wanneer het gaat om uitbreiding van bestaande niet grondgebonden veehouderijbedrijven of bestaande agrarische bedrijven met als neventak niet grondgebonden veehouderij. Dit is naar redelijkheid mogelijk. Artikel 8 Kantoren Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden die gelegen zijn buiten een cirkel van 800 meter rondom een knoop of een andere locatie met een hoge bereikbaarheid per openbaar vervoer, zoals aangeduid op kaart 7, wijzen geen bestemmingen aan die nieuwe bebouwing ten behoeve van kantoren mogelijk maken. Lid 2 In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan een andere maat dan 800 meter worden gehanteerd, mits de invloedsfeer van de knoop of de halte van openbaar vervoer nader is onderbouwd in de toelichting van het bestemmingsplan. Daarbij dient aandacht te worden besteed aan loopafstanden en aansluitend openbaar vervoer, zoals bus- en tramlijnen. Lid 3 Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op bestemmingsplannen die de volgende ontwikkelingen mogelijk maken: a) kleinschalige zelfstandige kantoren tot een bruto vloeroppervlak van maximaal 1000 m2 per vestiging; b) bedrijfsgebonden kantoren met een bruto vloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bruto vloeroppervlak en minder is dan 3000 m2; Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 11/45

Lid 4 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 voor: a) kleinschalige kantorenlocaties waarover in regionaal verband overeenstemming is bereikt; b) functiegebonden kantoren, zoals (lucht)havengebonden kantoren en veilinggebonden kantoren; c) uitbreiding van bestaande kantoren, indien sprake is van bedrijfseconomische noodzaak en verplaatsing naar een locatie zoals aangeduid op kaart 7 niet mogelijk is gebleken; d) vestiging van nieuwe kantoren, indien sprake is een groot economisch of maatschappelijk belang en vestiging op een locatie zoals aangeduid op kaart 7 niet mogelijk is gebleken. Artikel 9 Bedrijventerreinen Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen zoals aangeduid op kaart 8 wijzen geen bestemmingen aan die leiden tot een verlies aan ruimte voor bedrijvigheid, tenzij in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over: - de wijze waarop dit verlies aan ruimte gecompenseerd wordt; - de locatie waar deze compensatie zal plaatsvinden. Lid 2 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen zoals aangeduid op kaart 8 wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe bedrijfswoningen mogelijk maken, behoudens woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 is toegestaan. Lid 3 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen zoals aangeduid op kaart 8 moeten bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie mogelijk maken. Indien dit niet mogelijk blijkt dient de toelichting van het bestemmingsplan een motivering te bevatten. In deze motivering moet in ieder geval worden ingegaan op de relatie tussen de hoogst mogelijke milieucategorie en de lokale omstandigheden. Artikel 10 Detailhandel Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen buiten de winkelconcentraties in de centra van dorpen, steden en wijken en de knopen met een hoge bereikbaarheid per openbaar vervoer (zie kaart 7), wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe detailhandelsvoorzieningen mogelijk maken. Lid 2 Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op bestemmingsplannen die de volgende ontwikkelingen mogelijk maken: a) perifere detailhandel mits de gronden in een regionale en provinciale structuurvisie zijn aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel; b) de verplaatsing en/of uitbreiding van bedrijven in perifere detailhandel die reeds elders in de gemeente zijn gevestigd; c) buurt- en gemakswinkels, d) ondersteunende detailhandel op bedrijventerreinen, tot een maximum van 125 m 2 verkoop vloeroppervlak Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 12/45

e) de verkoop van consumentenartikelen bij sport-, culturele, recreatie- en vrije tijdsvoorzieningen, zoals stadions en ijsbanen, mits het assortiment aansluit bij deze voorzieningen; f) de aflevering van door consumenten bestelde producten op een bedrijfslocatie waar deze producten worden geassembleerd en/of geproduceerd, zoals PC-configuraties op bestelling. Lid 3 Onder perifere detailhandel, zoals bedoeld in lid 2, onder a en b, wordt het volgende verstaan: 1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen 2. detailhandel in zeer volumineuze goederen: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen 3. tuincentra 4. bouwmarkten of grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlakte van minimaal 1000 m 2 Lid 4 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn bestemd voor perifere detailhandel, zoals bedoeld in lid 2, onder a en b, stellen regels aan de nevenassortimenten. De oppervlakte van deze winkelvoorzieningen mag voor een deel voor de verkoop van nevenassortiment worden gebruikt, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) het nevenassortiment pas bij het hoofdassortiment; b) het nevenassortimentsdeel neemt niet meer ruimte in beslag dan 20 % van het netto verkoopvloeroppervlak; Lid 5 Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen binnen de winkelconcentraties in de centra van dorpen, steden en wijken en knopen met een hoge bereikbaarheid per openbaar vervoer (zie kaart 7), dienen vergezeld te gaan met van een advies van het Regionaal Economisch Overleg (REO) bij detailhandelsontwikkelingen die groter zijn dan 2000 m2. Lid 6 Bestemmingsplannen die ontwikkelingen van perifere detailhandel mogelijk maken, zoals bedoeld in lid 2 onder a en b dienen vergezeld te gaan van een advies van het Regionaal Economisch Overleg (REO) bij een omvang van meer dan 1000 m2. Lid 7 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 wanneer sprake is van groot maatschappelijk belang. Artikel 11 Primaire en regionale waterkeringen Lid 1 Onverminderd het bepaalde in Titel 4.1 (Kust) van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening worden de primaire en regionale waterkeringen als primaire (hoofd) bestemming opgenomen en worden in die bestemming regels opgenomen ten behoeve van een onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van die keringen. Lid 2 De primaire bestemming wordt toegekend aan de gronden in de binnen- en buitenbeschermingszones en het profiel van de vrije ruimte van de betreffende keringen, zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 13/45

Lid 3 Secundaire bestemmingen zijn slechts toelaatbaar voor zover mede met het oog op de zeespiegelstijging naar het oordeel van het waterschap geen sprake is van significante belemmeringen voor het onderhoud, de veiligheid of de mogelijkheden voor versterking van de betreffende keringen. Artikel 12 Ontwikkelingen in buitendijkse gebieden Lid 1 Onverminderd het bepaalde in Titel 4.2 ( Grote rivieren) van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening worden in bestemmingplannen voor gronden binnen de op de kaart 10 aangegeven landelijke gebieden, gelegen buiten de zogenaamde bebouwingscontouren (kaart 1), geen bestemmingen opgenomen die nieuwe bebouwing of uitbreiding van gebruik mogelijk maken. Lid 2 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12 lid 1, wanneer er sprake is van: a) bebouwing of gebruiksvormen die noodzakelijk zijn ten behoeve van onderhoud, beheer, instandhouding of versterking van de primaire waterkeringen; b) uitbreiding van reeds aanwezige bedrijven of woningen of gebruik, mits dat naar het oordeel van de rivierbeheerder- niet leidt tot een beperking van het waterbergend vermogen van de rivier. Lid 3 Bestemmingplannen voor buitendijkse gronden zoals aangegeven op kaart 10 binnen de op kaart 1 aangegeven stedelijke gebieden, die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken, dienen in de toelichting een motivering ten aanzien van het bepalen van risico's van buitendijkse ontwikkeling te bevatten. In deze motivering moet in ieder geval worden ingegaan op de gevolgen van overstroming of wateroverlast betreffende: a) de kans op dodelijke slachtoffers en/of gewonden; b) de kans op mogelijke milieuschade; c) maatschappelijke ontwrichting bij uitval van publieke functies d) maatschappelijke ontwrichting bij uitval van bedrijven e) schade aan cultuurhistorie; f) economische schade. Daarbij dient de provinciale risicomethode voor buitendijkse gebieden gevolgd te worden. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 14/45

Artikel 13 Ruimtelijke doorwerking vervoer van gevaarlijke stoffen en groepsrisico externe veiligheid Transportroutes vervoer van gevaarlijke stoffen Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden langs transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, dienen voor wat betreft het aanwijzen van bestemmingen en het stellen van regels die nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, in de zin van de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (zoals die luidde op 1 augustus 2008) mogelijk maken, te voldoen aan de grenswaarde PR 10-6 in acht voor kwetsbare objecten en de richtwaarde PR 10-6 voor beperkt kwetsbare objecten. De groepsrisicoafweging geldt voor het invloedsgebied van de transportroutes. Bij een toename van het groepsrisico, moet een groepsrisico afweging gemaakt worden. Lid 2 Onder transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in lid 1, wordt verstaan alle routes zoals opgenomen in de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (zoals die luidde op 1 augustus 2008) die niet uitgesloten zijn van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Lid 3 Indien op grond van het bepaalde in lid 1 een groepsrisicoafweging moet worden gemaakt, dient hierbij de CHAMP-methodiek te worden gehanteerd, zoals opgenomen in de nota "Risico's in Balans" (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 4 juli 2006). Veiligheidszonering oevers Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas Lid 4 Bestemmingsplannen voor gronden langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas van raainummer 1034 (Hoek van Holland) tot raainummer 995 (splitsing Nieuwe Maas en Hollandse IJssel), zoals aangegeven op kaart 11 dienen voor wat betreft het aanwijzen van bestemmingen en het stellen van regels, in overeenstemming te zijn met de volgende bepalingen: a) indien zeeschepen met gevaarlijke stoffen langs de kade varen dan wel aanmeren (gebied tussen raainummer 1034 en raainummer 1004) moet een zone van 65 meter vanaf de kade worden vrijgehouden van bebouwing b) indien alleen binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen langs de kade varen dan wel aanmeren (gebied tussen raainummer 1004 tot raainummer 995) moet een zone van 40 meter worden vrijgehouden van bebouwing. Lid 5 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen: a) van het bepaalde in lid 4 onder a en b voor kleinschalige voorzieningen, zoals horecagelegenheden en kiosken, mits 1. de bereikbaarheid van de oever voor hulpverleningsdiensten niet wordt belemmerd én 2. voldoende vluchtmogelijkheden aanwezig zijn én 3. de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond positief advies heeft uitgebracht b) van het bepaalde in lid 4 onder a voor bebouwing in het gebied tussen 40 en 65 meter vanaf de kade indien 1. sprake is van groot maatschappelijk of bedrijfseconomisch belang én 2. de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond positief advies heeft uitgebracht c) van het bepaald in lid 4 onder b voor bebouwing in het gebied tussen 25 en 40 meter vanaf de kade indien 1. sprake is van groot maatschappelijk of bedrijfseconomisch belang én 2. de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond positief advies heeft uitgebracht Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 15/45

Lid 6 Bestemmingsplannen voor gronden binnen het invloedsgebied van een in artikel 2, eerste lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zoals dat luidde op 13 februari 2009 genoemde inrichting, die de bouw of vestiging van kwetsbare objecten en beperkte kwetsbare objecten (zoals bedoeld in het Bevi) mogelijk maken, moeten vergezeld gaan van een groepsrisicoafweging volgens de CHAMPmethodiek, zoals opgenomen in de nota "Risico's in Balans" (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 4 juli 2006). Artikel 14 Molenbiotoop Lid 1 Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen de molenbiotoop van traditionele windmolens, zoals aangeduid op kaart 12, moeten de vrije windvang en het zicht op de molen voldoende garanderen. Daartoe worden in de bestemmingsplannen regels opgenomen die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) binnen de straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht of beplanting aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek; b) binnen de straal van 100 tot 400 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, moet wat betreft bebouwing en beplanting het volgende zijn geregeld: 1. In het buitengebied mag de maximale hoogte niet meer bedragen dan 1/100 van de afstand tussen bouwwerk / beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek (1 op 100-regel); 2. In het stedelijk gebied mag de maximale hoogte van bebouwing / beplanting niet hoger zijn dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk / beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek (1 op 30- regel). 3. Indien de molenbeschermingszone zowel stedelijk als buitengebied omvat geldt het volgende: Molen in stedelijk gebied: Tot de grens van het buitengebied geldt de 1 op 30-regel. De toegepaste bebouwings- / beplantingshoogte op deze grens wordt in het buitengebied horizontaal doorgetrokken tot daar, waar op grond van de berekening voor het buitengebied een grotere hoogte kan worden toegestaan (1 op 100-regel, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek). Molen in buitengebied: Tot de grens van het stedelijk gebied geldt de 1 op 100 regel, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. De toegestane bebouwings- en beplantingshoogte op deze grens is het vertrekpunt voor de 1 op 30 lijn (vanaf dit punt dient een schuine lijn te worden getrokken met een stijging van telkens 1 meter hoogte per 30 meter afstand). Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 16/45

Lid 2 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 14 lid 1, indien: a) sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing, mits de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder beperkt worden; b) zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd; c) sprake is van nieuwe intensieve ontwikkelingen op knopen en overige HOV locaties zoals weergegeven op kaart 7, niet zijnde beschermde stads- of dorpsgezichten. Bij de in lid c bedoelde ontheffing bezien Gedeputeerde Staten of aanleiding bestaat voor een financiële compensatieregeling voor maatregelen die nodig zijn om de vrije windvang van de molen te handhaven (bijvoorbeeld ophoging of verplaatsing van de molen). Dergelijke afspraken dienen financieel gedekt te zijn. Artikel 15 Archeologie Lid 1 Bestemmingsplannen die betrekking hebben op gronden die op kaart 13 staan aangeduid als terrein met zeer hoge archeologische waarde kennen aan die grond een passende bestemming toe en sluiten verstoring uit. Lid 2 Ten behoeve van bestemmingsplannen die betrekking hebben op gronden die op kaart 13 staan aangeduid als: 1. terrein van hoge archeologische waarde; 2. terrein met zeer grote kans op archeologische sporen; 3. terrein met een redelijke tot grote kans op archeologische sporen; dient archeologisch onderzoek plaats te vinden. In de toelichting moet worden ingegaan op de conclusies van het onderzoek en de consequenties daarvan voor de ruimtelijke keuzes. Uitgangspunt daarbij is dat verstoring van de aanwezige waarden voorkomen wordt. Indien verstoring onvermijdelijk is dienen de bestemmingen zodanige regels te bevatten dat de waarden worden veilig gesteld. Voor de onder 2 en 3 genoemde terreinen kan onderzoek achterwege blijven indien de omvang van de verstoring minder dan 100 m 2 bedraagt met uitzondering van historische stads- en dorpskernen of als sprake is van werkzaamheden die niet dieper gaan dan 30 cm onder het maaiveld. Lid 3 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de in lid 2 bedoelde onderzoeksplicht indien gemotiveerd kan worden aangetoond dat als gevolg van het achterwege laten van onderzoek redelijkerwijs geen nadelige effecten voor de betreffende waarden te verwachten zijn. Artikel 16 Landgoederenbiotoop Lid 1 Bestemmingplannen voor gronden gelegen binnen de landgoederenbiotoop (beschermingszone rondom het landgoed) van de afzonderlijke landgoederen (kasteellocaties, historische buitenplaatsen en historische landgoederen) en landgoederenzones en -ensembles, zoals weergegeven op kaart 14, die nieuwe ontwikkelingen binnen een straal van 500 meter van het landgoed mogelijk maken, dienen in de toelichting een motivering te bevatten waarin ingegaan wordt op: a) de wijze waarop rekening is gehouden met de belevingswaarde op en vanaf het landgoed; b) de wijze waarop rekening is gehouden met het zicht op het landgoed; Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 17/45

Lid 2 Wanneer er sprake is van een situatie waarbij het zicht en de beleving op of vanaf het landgoed reeds beperkt zijn door bestaande bebouwing, en met de nieuwe ontwikkelingen worden deze niet verder aangepast, dan is een motvering als genoemd in artikel 16, lid 1 niet noodzakelijk. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 18/45

3 Slotbepalingen PM Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 19/45

4 Provinciale Planologische Commissie Artikel 1 Instelling Er is een Provinciale Planologische Commissie Zuid-Holland, hierna te noemen de commissie. Deze commissie fungeert als de commissie bedoeld in artikel 9.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Artikel 2 Taak en bevoegdheden 1. De PPC heeft tot taak het overleg en de afstemming tussen rijk, provincie, gemeenten en waterschappen vorm te geven voor zover het gaat om beleids(voornemens) met (mogelijke) ruimtelijke implicaties. De PPC richt zich daarbij op het afstemmen van de onderlinge belangen. 2. De commissie wordt door Gedeputeerde Staten vooraf gehoord over beleids(voornemens) en beleidsplannen die van betekenis zijn voor het provinciale ruimtelijke beleid. 3. De commissie is bevoegd Gedeputeerde Staten uit eigen beweging van advies te dienen over wezenlijke vraagstukken betreffende het provinciale ruimtelijke beleid. Artikel 3 Samenstelling a. de voorzitter; In de commissie hebben de volgende leden zitting: Rijk: b. Twee vertegenwoordigers van het rijk, waaronder het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu; Provincie: c. Twee vertegenwoordiger van de provincie Zuid-Holland, waaronder het hoofd van de afdeling Ruimte en Wonen; Gemeenten/regio's: d. twee vertegenwoordigers van de Vereniging Zuid-Hollandse Gemeenten; Waterschappen: e. een vertegenwoordiger van de Vereniging Zuid-Hollandse Waterschappen; Artikel 4 Voordracht en benoeming 1. De in de commissie vertegenwoordigde instanties dragen een vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor. 2. De leden en plaatsvervangend leden, bedoeld in artikel 3 onder b tot en met e hebben voldoende statuur en mandaat om hun organisatie te kunnen vertegenwoordigen. Artikel 5 Voorzitter 1. De gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen is voorzitter van de commissie. 2. De secretaris van de commissie is plaatsvervangend voorzitter van de commissie, of een door het hoofd van de afdeling Ruimte en Wonen aan te wijzen ambtenaar van deze afdeling. Artikel 6 Secretaris De secretaris van de commissie, en de adjunct-secretaris worden aangewezen door het afdelingshoofd Ruimte en Wonen. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 20/45

Artikel 7 De vergaderingen en regiobezoeken 1. Jaarlijks wordt een vergaderschema en een jaarplanning opgesteld van te bespreken onderwerpen en regiobezoeken. 2. Afhankelijk van de agendapunten wordt door de voorzitter bepaald of een gereserveerde datum wordt benut. 3. De agenda met stukken worden, zo mogelijk twee weken voor de vergadering, digitaal toegezonden. 4. Leden van Gedeputeerde Staten kunnen de vergadering bijwonen ten behoeve van het geven van toelichting en het voeren van overleg over specifieke onderwerpen. 5. De vergaderingen zijn openbaar. 6. In bijzondere gevallen kunnen de leden besluiten een onderwerp in besloten kring te bespreken. 7. Adviezen van de commissie worden schriftelijk aan Gedeputeerde Staten uitgebracht. 8. Adviezen van de commissie worden uitgebracht op basis van de bespreking in de vergadering en de conclusie door de voorzitter. 9. Adviezen worden ondertekend door de secretaris van de commissie. Artikel 8 Schriftelijke Consultatie Op basis van een Schriftelijke Consultatie van PPC-leden wordt namens de commissie advies uitgebracht over vastgestelde bestemmingsplannen op basis van de overgangsregeling van de Wro. Artikel 9 Overig In de gevallen waarin dit hoofdstuk van de verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing daarvan beslist de voorzitter. Artikel 10 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 11 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Provinciaal Planologische Commissie Zuid- Holland. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 21/45

BIJLAGE 1 Mogelijke onderwerpen voor de 2 e tranche Verordening Ruimte 1. Sanering 'papieren' glas Het rapport Scan papieren glas is medio februari afgerond. Uit dit rapport is wel de omvang van het probleem helder geworden, maar is niet concreet ingezoomd waar de locaties zich exact (op kavelniveau) bevinden en wat de risico's zijn (met name planschade). Dit inzicht is nodig om dit onderwerp in de Verordening op te nemen. Dit onderzoek moet daarom verder uitgediept worden. Als helder is om welke locaties het gaat en hoe groot de (financiële) risico's zijn, zal besloten moeten worden of dit onderwerp een plek in de Verordening zal krijgen of niet. 2. Biotopenregeling rond historische landgoederen en buitenplaatsen Provinciale Staten hebben in december 2008 aangegeven dat nieuw beleid voor landgoederenbiotopen ontwikkeld moet worden en dat dit beleid mogelijkerwijs in de Verordening Ruimte opgenomen moet worden. Het vergt nader onderzoek om te bepalen welk beleid hiervoor wordt opgesteld, welke elementen wel en niet onderdeel uitmaken van deze zones en wat dit voor consequenties heeft voor andere ruimtelijke ontwikkelingen en provinciale doelstellingen (bv. verdichtingsopgaven). Het beleid wordt uitgewerkt en in de 2 e tranche -indien dit juridisch gezien mogelijk is- meegenomen. In de eerste tranche is nu een motiveringsvereiste rond de historische landgoederen opgenomen. Deze zal worden vervangen door de mogelijke nieuwe regeling. 3. Buitendijkse gebieden (stedelijk gebied) Momenteel wordt nieuw beleid uitgewerkt ten aanzien van de basisveiligheid voor de bescherming tegen overstroming en wateroverlast. Hieraan moeten nieuw te ontwikkelen buitendijks gelegen stedelijke gebieden in ieder geval voldoen. Gedeputeerde Staten zullen normen vaststellen voor de basisveiligheid ter voorkoming van de gevolgen bij een overstroming. Verder zullen Gedeputeerde Staten de provinciale risicomethode voor buitendijks gebied (voor stedelijke gebieden) vaststellen, waarmee door gemeenten rekening gehouden moet worden bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen deze buitendijkse gebieden. Dit beleid is echter momenteel nog niet uitgewerkt. In de 1 e tranche is wel opgenomen een motiveringsvereiste voor bestemmingsplannen die nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken in dit gebied. Deze zal worden vervangen door de mogelijke nieuwe regeling. 4. Provinciaal basisnet externe veiligheid Voorstel zoals nu opgenomen in de 1 e tranche is de minimale versie. Er moet met name ten aanzien van de grote HMC-locaties nog het nodige uitzoekwerk plaatsvinden, alvorens dit zonder noemenswaardige juridische en financiële risico's in de Verordening Ruimte kan worden opgenomen. Dit zal komend half jaar nader uitgezocht en uitgewerkt worden. Ook zal dan bekend zijn wat het Basisnet externe veiligheid van het rijk nu inhoudt en hoe aansluitend het provinciale basisnet er uit gaat zien. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 22/45

5. Beschermd Stads- en Dorpsgebied In het kader van de modernisering van de monumentenzorg vindt er momenteel op rijksniveau discussie plaats omtrent de taak op het gebied van de bescherming van beschermde stads- en dorpsgebieden. Deze taak ligt momenteel bij het rijk en het is daarom een rijksverantwoordelijkheid om deze bescherming goed te regelen. Vanwege de modernisering van de monumentenzorg kan het zijn dat deze taak bij de provincie komt te liggen. Op het moment dat daar daadwerkelijk sprake van is, zal bezien worden of de provinciale verordening ingezet kan worden om de bescherming van deze gezichten adequaat te regelen. 6. Recreatie om de Stad (RODS) De recreatiegebieden rond het stedelijk gebied zullen met name via het ontwikkelingsspoor gerealiseerd worden. Op dit moment lijkt er dan ook geen aanleiding te zijn om hieromtrent bepalingen in de Verordening Ruimte op te nemen. Bij de voorbereiding van de 2 e tranche van deze Verordening zal één en ander nog nader in ogenschouw worden genomen. 7. Aanpassingen uit de AMvB Ruimte verwerken In voorliggend voorstel voor de Verordening Ruimte is zoveel mogelijk rekening gehouden met de teksten en kaarten uit de AMvB Ruimte voor zover deze nu bekend zijn. Deze voorstellen hebben de status van 3 e ambtelijk concept. Besluitvorming over de AMvB Ruimte vindt plaats eind dit jaar, begin volgend jaar. Volgens planning zal medio 2010 de AMvB Ruimte definitief van kracht worden. Wijzigingen die voor Zuid-Holland relevant zijn, moeten dan verwerkt worden. Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 23/45

Kaarten bij Voorontwerp Verordening Ruimte 28 april 2009 1. Contouren 2. Groene hart, Hoeksche Waard en Goeree Overflakkee 3. Provinciale landschappen 4. Landelijk wonen 5. EHS 6. Greenports 7. Knopen 8. Bedrijventerreinen 9. Waterkeringen 10. Buitendijkse gebieden 11. Raainummers 12. Molenbiotoop 13. Archeologie 14. Landgoederen Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 24/45

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 25/45 Kaart 1

Kaart 2 Groene Hart, Hoeksche Waard en Goeree Overflakkee Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 26/45

Provinciale landschappen Zuid-Holland Provinciale landschappen Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 27/45 Kaart 3

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 28/45 Kaart 4a

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 29/45 Kaart 4b

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 30/45

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 31/45 Kaart 6

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 32/45 Kaart 7

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 33/45 Kaart 8

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 34/45 Kaart 9

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 35/45 Kaart 10

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 36/45 Kaart 11

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 37/45 Kaart 12

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 38/45 Kaart 13

Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 39/45 Kaart 14

Bijlage 1a Overzicht molens in Zuid-Holland Gemeente Kern Molennaam Straat Nr PC Alblasserdam Alblasserdam Kortlandse Molen Kortland 36 2954LD Alblasserdam Alblasserdam Souburgse Molen Kortland 75 2954LC Alblasserdam Kinderdijk De Blokker Blokweerschekade 7 2954LA Alphen a/d Rijn Aarlanderveen De Morgenster Noordeinde 96 2445XG Alphen a/d Rijn Aarlanderveen Molen no.1 Achtermiddenweg 4 2445AA Alphen a/d Rijn Aarlanderveen Molen no.2 Achtermiddenweg 2 2445AA Alphen a/d Rijn Aarlanderveen Molen no.3 kortsteekterweg 24 2407AG Alphen a/d Rijn Aarlanderveen Molen no.4 Kerkvaartsweg 61 2445AC Alphen a/d Rijn Alphen a/d rijn De Eendracht Gouwsluisseweg 46 2405XS Alphen a/d Rijn Alphen a/d rijn Steektermolen Steekterweg 31 2407BD Alphen a/d Rijn Alphen a/d rijn Vrouwgeestmolen Heimansbuurt 1 2401LV Alphen a/d Rijn Zwammerdam De Dikke Molen kortsteekterweg 2 2407AG Barendrecht Barendrecht Pendrechtse Molen Charloise Lagedijk 364 2993AG Bergambacht Bergambacht Den Arend Molenlaan 14 2861LB Bergambacht Bergambacht De Bachtenaar West Vlisterdijk 64A 2855AK Bergambacht Bergambacht Zuidbroeksemolen Provincialeweg/Opweg ong 2861 Bernisse Abbenbroek De Hoop Gemeenlandsedijk Zuid 25 3216AH Bernisse Geervliet Bernisse Molen Spuikade 1 3211BG Bernisse Zuidland De Arend Molendijk 35 3214VG Binnenmaas Heinenoord Goidschalxoort Goidschalxoordsedijk 55 3274BG Binnenmaas Maasdam De Hoop Gatsedijk 5 3299LA Binnenmaas Maasdam Polderse Molen Polderdijk 25 3299LL Binnenmaas Mijnsheerenland De Goede Hoop Molenweg 17 3271AM Binnenmaas Mijnsheerenland Oostmolen Provincialeweg 7 3271LW Binnenmaas Puttershoek De Lelie Molendijk 2 3297LC Binnenmaas s-gravendeel t Vliegend Hert Molendijk 33A 3295LD Binnenmaas Westmaas Windlust Smidsweg 7 3273LJ Bodegraven Bodegraven De Arkduif Overtocht 45 2411BT Bodegraven Nieuwerbrug Weijpoortsche Molen Weijpoort 25 2415BW Brielle Brielle t Vliegend Hert Molenstraat 32 3231AJ Delft Delft De Roos Phoenixstraat 111-112 2611AK De Korenaer of Molen Prins Margaretha van Den Haag Den Haag Maurits Hennebergweg 2A 2552BA Den Haag Den Haag De Nieuwe Veenmolen IJsclubweg 111 2593HH Den Haag Den Haag Laakmolen Trekweg 102 2516SB Dirksland Dirksland De Eendracht Vroonweg 11 3247CG Dirksland Herkingen De Dankbaarheid Molendijk 59 3249AN Dordrecht Dordrecht Kyck over den Dyck Noordendijk 144 3311RR Giessenlanden Arkel Jan van Arkel Vlietskade 1004 4241WB Giessenlanden Hoornaar Oudendijkse Molen Dorpsweg 63 4223ND Giessenlanden Hoornaar Scheiwijkse Molen Lage Giessen 53 4223SJ Giessenlanden Noordeloos Boterslootse Molen Grotewaard 1 4225PA Giessenlanden Noordeloos Stijve Molen Molenpad 14 4225PZ Goedereede Goedereede Windvang Goereeseweg 5 3252AL Goedereede Ouddorp De Hoop Molenweg 24 2353AM Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 40/45

Gemeente Kern Molennaam Straat Nr PC Goedereede Ouddorp De Zwaan Dropsweg 35 3253AG Gorinchem Gorinchem De Hoop Dalemwal 3 4201BS Gorinchem Gorinchem Nooit Volmaakt Bagijnenwal 38 4201JJ Gorinchem Gorinchem Oostmolen Schelluinsekade 2 4204TX Gorinchem Gorinchem Westmolen Schelluinsekade 18 4204TX Gouda Gouda De Roode Leeuw Vest 65 2801VE Gouda Gouda Haastrechtse Molen Provincialeweg west 64 2808PC Gouda Gouda Mallemolen Eerste Tiendeweg 3 2802AB Gouda Gouda t Slot Punt 17 2801PZ Graafstroom Bleskensgraaf De Vriendschap Heulenslag 3 2871VE Graafstroom Bleskensgraaf Hofwegensemolen Hofwegen 15 2971XA Graafstroom Bleskensgraaf Wingerdse Molen Abbekesdoel 92 2971VD Graafstroom Goudriaan Goudriaanse Molen Molenkade 5 2977AC Graafstroom Molenaarsgraaf De Kerkmolen Molenhoek 24 2973AG Graafstroom Molenaarsgraaf De Middelmolen Graafdijk West 57 2973XE Graafstroom Oud-Alblas De Hoop Oosteinde 7 2969AS Graafstroom Oud-Alblas De Peilmolen Peilmolenweg 1 2969BV Graafstroom Oud-Alblas Kooijwijkse Molen Kooiwijk 1 2969LA Groedereede Stellendam Korenlust Molenkade 3 3251LL Hardinxveld- Hardinxveld- Giessendam Giessendam De Tiendwegse Molen Tiendweg 1 3373AV Hellevoetsluis Hellevoetsluis De Hoop Molenstraat 23 3221AH Hellevoetsluis Nieuwenhoorn Zeezicht Rijksstraatweg 254A 3223KE Kaag en Brasem Hoogmade Dekkermolen Van Klaverweydeweg 25 2355AA Kaag en Brasem Hoogmade Doesmolen Doespolderkade 3 2355AB Kaag en Brasem Hoogmade Grosmolen Doespolderweg 4 2355CP Kaag en Brasem Hoogmade Hoogmadesche Molen Noordeinde 34 2355AN Kaag en Brasem Hoogmade Kalkmolen Doespolderkade 3A 2355AB Kaag en Brasem Hoogmade Vlietmolen Vlietkade 1 2355CR Kaag en Brasem Kaag De Kaager Balgery 2 2159LZ Kaag en Brasem Oud Ade De Vrouw Venner Leidseweg 3 2374AN Kaag en Brasem Oud Ade Rode Molen Rode Polder ong 2374BP Kaag en Brasem Oude Wetering Googermolen Googermolenweg 1 2371ET Kaag en Brasem Rijnsaterwoude De Geestmolen Heilige Geestlaan 6 2465AX Kaag en Brasem Rijpwetering Adermolen Aderpolder 3 2375NK Kaag en Brasem Rijpwetering Akkerslootmolen Akkerslootpolder 7 2374AB Kaag en Brasem Rijpwetering Blauwe Molen Blauwemolenweg 10 2375LZ Kaag en Brasem Rijpwetering Buurtermolen Buurterpolder ong 2375NJ Kaag en Brasem Rijpwetering Lijkermolen no. 1 Poeldijk 8 2375NE Kaag en Brasem Rijpwetering Lijkermolen no. 2 Poeldijk 1 2375NE Kaag en Brasem Rijpwetering Moppemolen Poeldijk 16 2375NH Kaag en Brasem Rijpwetering Waterloosmolen Achterdijk 11 2375XJ Kaag en Brasem Roelofarendsveen Veendermolen Aderweg 2 2371AH Katwijk Katwijk aan den Rijn De Geregtigheid Valkenburseweg 7 2223KA Korendijk Goudswaard Windlust Molendijk 63 3267AL Korendijk Nieuw-Beijerland De Swaen Spuidijk 29 3264LC Korendijk Piershil Simonia Molendijk 39 3265AB Korendijk Zuid-Bijerland Landzigt Molendijk 19 3284LE Lansingerland Bleiswijk A nr. 1 Rottedijk 19 2665LR Lansingerland Berkel en Rodenrijs De Valk Molenweg 109 2651AC Leerdam Leerdam Ter Leede Provincialeweg 1 4142EE Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 41/45

Gemeente Kern Molennaam Straat Nr PC Leiden Leiden d Heesterboom Haagweg 57 2321AC Leiden Leiden De Herder Haarlemmerweg 77A 2334GE Leiden Leiden De Put Park de Put 11 2312NM Leiden Leiden De Valk 2e Binnenvestgracht 1 2312BZ Leiden Leiden Kikkermolen Oegstgeesterweg ong 2334BZ Leiden Leiden Marendijkmolen Groene Marendijk 1 2334CT Leiden Leiden Rodenbrugermolen Kanaalweg 80 2313DW Leiden Leiden Stadsmolen Gooimeerlaan 5 2316JZ Leiden Leiden Stevenshofjesmolen Henriette Bosmanspad ong 2331 Leiderdorp Leiderdorp Achthovense Molen Ruigekade ong 2351SX Leiderdorp Leiderdorp Doeshofmolen Ruigekade ong 2351SX Leiderdorp Leiderdorp Meerburgermolen Munnikenpolder ong 2353 Leiderdorp Leiderdorp Munnikkenmolen Persant snoepweg 1 2353KA Leiderdorp Leiderdorp Zijllaanmolen Dwarswateringkade 11 2353AA leidschendamvoorburg Leidschendam Bovenmolen Stompwijkseweg 24 2266GE Leidschendam- Voorburg Leidschendam De Salamander De Wiek 19 2265VK leidschendamvoorburg Leidschendam Middelmolen Stompwijkseweg 26 2266GE leidschendamvoorburg Leidschendam Ondermolen Stompwijkseweg 28 2266GE Leidschendam- Voorburg Voorburg De Vlieger Essepad 3 2272JS Liesveld Groot-Ammers Achterlandse Molen Molenkade 5 2964LB Liesveld Groot-Ammers De Achtkante Molen Molenkade 4 2964LB Liesveld Groot-Ammers De Graaflandse Molen Molenkade 3 2964LB Liesveld Groot-Ammers De Jonge Sophia Wilgenweg 3 2964AM Liesveld Groot-Ammers Gelkenes Molen Molenkade 2 2964LB Liesveld Langerak Westermolen Nieuwpoortseweg 1 2967LB Liesveld Streefkerk Achtkante molen Beneden Tiendweg 3 2959BA Liesveld Streefkerk Broekmolen Achterdijk ong 2959ZA Liesveld Streefkerk Hoge Tiendwegmolen Beneden Tiendweg ong 2959BA Liesveld Streefkerk De Liefde Nieuwe Veer 42 2959AK Liesveld Streefkerk Kleine Molen Beneden Tiendweg 2 2959BA Liesveld Streefkerk Sluismolen Beneden Tiendweg ong 2959BA Liesveld Streefkerk Oude Weteringmolen Beneden Tiendweg 5 2959BA Lisse Lisse Keukenhofmolen Keukenhof ong 2161AN Lisse Lisse Lageveensemolen Lageveense polder ong 2161DT Lisse Lisse Lisserpoelmolen Rooversbroekdijk 100 2161LL Lisse Lisse Zemelmolen 1e Poellaan 69 2161LA Maassluis Maassluis De Hoop Zuiddijk 94 3143AT Maassluis Maassluis De Wippersmolen Wipperskade 1 3141SW Middelharnis Nieuwe Tonge d'oranjeboom Molendijk 91 3244AM Middelharnis Sommelsdijk De Korenbloem Westdijk 1 3245BM Stad aan het Middelharnis Haringvliet De Korenaar Molendijk 79 3243AL Midden-Delfland Maasland De Drie Lelies Molenweg 8 3155AV Midden-Delfland Maasland Dijkmolen Molenweg 6 3155AV Midden-Delfland Schipluiden De Korpershoek Graagweg 5 2636AG Midden-Delfland Schipluiden Groeneveldse Molen Woudseweg 186 2636AV Nieuwerkerk aan Nieuwerkerk aan den den IJssel IJssel Windlust Kortenoord 3 2911BD Nieuwkoop Woerdense Verlaat Westveense Molen Westveensekade 6 3652MC Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 42/45

Gemeente Kern Molennaam Straat Nr PC Nieuw-Lekkerland Kinderdijk De Hoge Molen Boezemkade 2 2957LA Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Kleine of Lage Molen Boezemkade 3 2957LA Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no. 3 Nederwaard 6 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no. 4 Nederwaard 7 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no. 5 Nederwaard 8 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no. 7 Nederwaard 10 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no. 8 Nederwaard 11 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no.1 Nederwaard 4 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no.2 Nederwaard 5 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Nederwaard Molen no.6 Nederwaard 9 2961AS Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 1 Overwaard 4 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 2 Overwaard 5 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 3 Overwaard 6 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 4 Overwaard 7 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 5 Overwaard 8 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 6 Overwaard 9 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 7 Overwaard 10 2961AT Nieuw-Lekkerland Kinderdijk Overwaard Molen no. 8 Overwaard 11 2961AT Noordwijk Noordwijk Hoogewegse Molen Van Berckelweg ong 2203LA Noordwijkerhout Noordwijkerhout Hogeveensemolen Leidsevaart 82 2211VR Oegstgeest Oegstgeest Oudenhofmolen Lelielaan ong 2343VX Oostflakkee Achthuizen Windlust Achterhuizensedijk 53 3256AP Oostflakkee Den Bommel De Bommelaer Molendijk 33 3258LM Oostflakkee Oude Tonge De Korenbloem Molendijk 101 3255AM Pijnacker Nootdorp Nootdorp Windlust Oudeweg 70 2631PB Reeuwijk Oukoop Oukoopse Molen Prinsendijk 6 2811NG Ridderkerk Rijsoord De Kersenboom Waalweg 11 2988CH Rijnwoude Benthuizen De Haas Dorpsstraat 141 2731AN Rijnwoude Hazerswoude Blauwe Wip of Geremolen Westgerepolder 3 2391CZ Rijnwoude Hazerswoude Groenendijkse Molen Groenendijksepolder 2 2394AZ Rijnwoude Hazerswoude Nieuw Leven Dorpsstraat 228 2391CJ Rijnwoude Hazerswoude Rietveldse Molen Rietveld 2 2391NH Rijnwoude Hazerswoude Rijnenburgermolen Beethovenlaan 63A 2394HB Rijnwoude Hazerswoude Rooie Wip Gemeneweg 22 2391NB Rijnwoude Koudekerk aan den Rijn Honsdijkse Molen Dorpsstraat 65 2396HD Rijnwoude Koudekerk aan den Rijn Lagenwaardse Molen Batelaan 1 2396ET Rijswijk Rijswijk De Schaapweimolen Molenwetering 2 2286KP Rotterdam Hoek van Holland De Nieuwlandse Molen Nieuwlandse molenpad 52 3151XH Rotterdam Rotterdam De Distilleerketel Voorhaven 210 3024RR Rotterdam Rotterdam De Ster Plaszoom 316 3062CL Rotterdam Rotterdam De Zandweg Kromme Zandweg 99 3082PZ Rotterdam- Rotterdam Hillegersberg De Prinsenmolen Prinsenmolenpad 72 3054XM Rotterdam Rotterdam-Kralingen De Lelie Plaszoom 316 3062CL Rotterdam Rotterdam-Terbregge De Vier Winden Terbregse Rechter Rottkade 91 3055XC Rotterdam- Overschie Rotterdam De Speelman Overschiese Kleiweg 775 3045LN Rozenbrug Rozenbrug De Hoop Molenweg 45 3181AT Schiedam Schiedam Babbersmolen Vijfsluizen 2a 3118 Schiedam Schiedam De Drie Koornbloemen Vellevest 5 3111PR Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 43/45

Gemeente Kern Molennaam Straat Nr PC Schiedam Schiedam De Nieuwe Palmboom Noordvest 34 3111PH Schiedam Schiedam De Noord Noordvest 38 3111PH Schiedam Schiedam De Vrijheid Noordvest 40 3111PH Schiedam Schiedam De Walvisch Westvest 229 3111BT Spijkernisse Spijkernisse Nooitgedacht Noordeinde 97-99 3201AK Teylingen Voorhout De Hoop Doet Leven Eerste Elsgeesterweg ong 2215PZ Teylingen Warmond Boterhuismolen Zijldijk 4 2362AE Teylingen Warmond Broekdijkmolen Broekpolder 1 2361PA Teylingen Warmond De Kok Kogjespolder ong 2361NB Teylingen Warmond De Nieuwe Hofmolen Oosteinde 11 2361HB Teylingen Warmond Faljerilmolen Polder Faljeril ong 2361ND Teylingen Warmond Klaas Hennepoelmolen Adr. v. Royenlaan ong 2341PE Teylingen Warmond Lakermolen Laakeiland ong 2361 Teylingen Warmond Zwanburgermolen Zwanburgerpolder 3 2361CX Teylingen Warmond Zweilandermolen Zweilanderpolder ong 2362 Vlaardingen Vlaardingen Aeolus Kortendijk 16 3134HB Vlist Haastrecht Boezemmolen nr 6 Oost Vlisterdijk 1 2855AC Vlist Vlist Bonrepasmolen Bonrepas 1 2855AA Voorschoten Voorschoten Knipmolen Vliet en Wegen 3 2251AJ Wassenaar Wassenaar Windlust Molenplein 10 2242HW Wassenaar Wassenaar Zuidwijksemolen Rijksstraatweg 247 2241BX Westland Monster De Vier Winden Haagweg 2 2681PE Westland s-gravenzande korenmolen Naaldwijkseweg 119 2691RD Westland Wateringen WIndlust Heulweg 8 2291BX Westvoorne Oostvoorne korenmolen Molendijk 32 3233LN Westvoorne Rockanje Rockanje Molendijk 36 3235XH Zederik Hei- en Boeicop Hoekmolen Kanaaldijk 19 4126LR Zederik Lexmond Vlietmolen Zederikkade 223 4128LS Zederik Meerkerk Bonkmolen Lakerveld 282 4128LM Zevenhuizen- Moerkapelle Moerkapelle Molen nr. 6 Rottedijk 16 2751DJ Zevenhuizen- Moerkapelle Zevenhuizen Eendrachtsmolen Rottekade 1 2761EA Zevenhuizen- Moerkapelle Zevenhuizen Tweemanspolder nr. 1 Molenviergang 4 2761BK Zevenhuizen- Moerkapelle Zevenhuizen Tweemanspolder nr. 2 Molenviergang 6 2761BK Zevenhuizen- Moerkapelle Zevenhuizen Tweemanspolder nr. 3 Molenviergang 8 2761BK Zevenhuizen- Moerkapelle Zevenhuizen Tweemanspolder nr. 4 Molenviergang 2 2761BK Zoetermeer Zoetermeer De Hoop Eerste Stationsstraat 37A 2712HB Zoeterwoude Zoeterwoude Grote Molen Molenpad 9 2382GZ Zoeterwoude Zoeterwoude Zelden van Passe Hofweg ong 2381EX Zoeterwoude Zoeterwoude-Rijndijk Barremolen Burgemeester Smeetweg 1 2382PH Zwijndrecht Heerjansdam Landzicht Molenweg 64 2995BL Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 44/45

Bijlage 1b Voorontwerp Verordening (ambtelijk) 20 april 2009 45/45