Methodologie Verkiezingen

Vergelijkbare documenten
Verkiezingen - Methodologie

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014

INSCHRIJVING VAN DE BURGERS VAN DE EUROPESE UNIE DIE IN BELGIE VERBLIJVEN, ALS KIEZERS VOOR DE VERKIEZING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nederlandse Kiescollege FORMULIER C/29 Collegehoofdbureau VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Lexicon ABC Verkiezingen - Versie 22/02/2010

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven).

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

De federale wetgevende verkiezingen van 13 juni 2010 in cijfers

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN.

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2006

Gewesten en gemeenschappen

de nieuwe SENAAT

VERKIEZING VAN DE SENAAT VAN... Proces-verbaal. Algemene optelling van de stemmen - Zetelverdeling Aanwijzing van de gekozenen

Verkiezingen 2014 Kieskring Brussel- Hoofdstad

AGENDA VERKIEZINGEN OP ZONDAG 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI 2019

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Proces-verbaal van de stemopnemingsverrichtingen bij elektronische stemming met papieren bewijsstuk.

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014

Wie bestuurt de Europese Unie?

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZINGSPROCEDURES

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 25 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Wie bestuurt de Europese Unie?

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN...

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 26 mei 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

III. CHRONOLOGISCHE SCHEMA S VANAF DE 40 STE DAG VOOR DE STEMMING.

VERKIEZINGEN OP ZONDAG 25 MEI 2014

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

DE PARLEMENTEN VAN BELGIË EN HUN INTERNATIONALE BEVOEGDHEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

DE PARLEMENTEN VAN BELGIË EN HUN INTERNATIONALE BEVOEGDHEDEN

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

TRACTATENBLAD VAN HET

Wie bestuurt de Europese Unie?

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

40 jaar Vlaams parlement

Vertaling Geschiedenis De Belgische staatshervorming

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Splitsing van BHV zonder toegevingen

De Directie Verkiezingen

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 25 MEI 2014 B E R I C H T

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN.

Formulier voor de aanvraag tot inschrijving als kiezer voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 13 JUNI B E R I C H T

Toelichtingsnota bij de overzichtstabel van de kandidaten per verkiezing en per kieskring

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 25 MEI 2014

Hoofdstuk IV. De gemeenschappen en de gewesten Afdeling I. De organen. Afdeling III. De bevoegdheden

DE WIJZIGINGEN. WETGEVENDE WIJZIGINGEN VOOR DE VERKIEZINGEN VAN DE KAMER EN VAN DE SENAAT VAN 10 JUNI 2007

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

TRACTATENBLAD VAN HET

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT EN VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Algemene optelling van de stemmen - Proces-verbaal.

Instructie: Quiz EU - Test je kennis!

VERKIEZING VAN HET PARLEMENT VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP VAN 7 JUNI Proces-verbaal van de algemene optelling van de stemmen.

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

Staatsrecht College 2 Wetgevende macht. Prof. dr. Gunter Maes

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen.

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

INHOUDSOPGAVE INLEIDING 9 GOED OM TE WETEN 13

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

De verkiezing van de Belgische Europarlementsleden

Aan de Dames en Heren Voorzitters van de kieskring- en

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 25 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Functie en bevoegdheden Sociale raad

Secretaris : M.. Voor de lijst : M.

verkiezingen Verkiezingen

Wie beslist wat? Duur: minuten. Wat doet u?

In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. KAMER

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

Statuten jeugdraad Glabbeek

INSCHRIJVING VAN NIET-BELGISCHE KIEZERS OP DE KIEZERSLIJSTEN

Transcriptie:

Methodologie Verkiezingen Verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement Inleiding Elk gewest en elke gemeenschap heeft een eigen parlement en een eigen regering. De Parlementen oefenen samen met hun Regering de wetgevende macht uit en hebben dezelfde soort bevoegdheden als het federale Parlement, namelijk: - het maken van wetten (de wetten van het Brussels Gewest heten ordonnanties) - het goedkeuren van de verdragen, - het controleren van de regering en het goedkeuren van de begroting; - het oprichten van parlementaire onderzoekscommissies In tegenstelling tot het federale niveau kunnen de Parlementen niet voortijdig ontbonden worden door de uitvoerende macht: het zijn dus legislatuurparlementen. Het aantal leden in het Parlement verschilt van gemeenschap tot gemeenschap, en van gewest tot gewest. Sinds juni 2004 telt het Brussels Hoofdstedelijk Parlement 89 rechtsreeks verkozen leden: 72 Franstaligen en 17 Nederlandstaligen. Verkiezingen Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (vroeger Brusselse Hoofdstedelijke Raad) wordt rechtstreeks verkozen bij algemeen stemrecht. De verkiezingen worden sinds 1989 om de vijf jaar georganiseerd en vallen samen met de verkiezing van het Europees Parlement (uitzondering de tweede regionale verkiezingen hadden tegelijk met de verkiezingen voor het federale parlement plaats op 21 mei 1995). De verkiezingen van 7 juni 2009 zijn de vijfde verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Er moeten 89 leden worden verkozen: 72 leden worden gekozen uit de lijsten van de Franstalige taalgroep en 17 leden worden gekozen uit de lijsten van de Nederlandstalige taalgroep. Er zijn16 aparte opvolgers per lijst voorzien. 1/15

Samen met de verkiezing van het Brussels Parlement vindt de rechtstreekse verkiezing plaats van de 6 Brusselse parlementsleden die in het Vlaams Parlement zullen zetelen. De 6 Nederlandstalige Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden rechtstreeks verkozen door de kiezers, die eerst hebben gestemd op een lijst van de Nederlandse taalgroep voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. De kiezers die op een lijst van de Franse taalgroep voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement stemmen, brengen geen stem uit voor het Parlement van de Franse Gemeenschap. Dat Parlement wordt niet rechtstreeks verkozen, maar het wordt samengesteld uit de 75 verkozen leden van het Waals Parlement en uit 19 verkozen leden van de Franse taalgroep in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is opgedeeld in acht kieskantons die elk één of meerdere gemeenten omvatten: - kieskanton Anderlecht (gemeenten Anderlecht en Sint-Agatha-Berchem); - kieskanton Brussel (gemeente Brussel); - kieskanton Elsene (gemeenten Elsene, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde); - kieskanton Schaarbeek (gemeenten Schaarbeek en Evere); - kieskanton Sint-Gillis (gemeente Sint-Gillis); - kieskanton Sint-Jans-Molenbeek (gemeenten Sint-Jans-Molenbeek, Ganshoren, Jette en Koekelberg); - kieskanton Sint-Joost-ten-Node (gemeenten Sint-Joost-ten-Node, Etterbeek, Sint- Lambrechts-Woluween Sint-Pieters-Woluwe) - kieskanton Ukkel (gemeenten Ukkel en Vorst). De 8 kieskantons van het Brussels Gewest vormen 1 kiescollege, dat wordt voorgezeten door het Gewestbureau en bestaat uit lijsten van de Franstalige taalgroep en van de Nederlandstalige taalgroep. Kiesvoorwaarden: Om als kiezer zijn stem uit te brengen voor de verkiezingen van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement moeten vier voorwaarden vervuld zijn: - Belg zijn (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten) - De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt (op de dag van de verkiezing) - Ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een van het Brussels Gewest (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten) - Niet strafrechtelijk uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht (op de dag van de verkiezing) Om verkiesbaar te zijn voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement moet men: - Belg zijn (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten) - De leeftijd van 18 jaar bereikt hebben (op de dag van de verkiezing) - Ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een gemeente van zijn Gewest (6 maand voor de verkiezing) - De burgerlijke en politieke rechten genieten (op de dag van de verkiezing) De kandidaten die aan de Brusselse Gewestelijke verkiezingen deelnemen worden voorgedragen op afzonderlijke lijsten naargelang van hun taal. Bij het indienen van hun kandidatuur verklaren ze tot welke taalgroep ze behoren; de op Nederlandstalige lijsten gekozen volksvertegenwoordigers vormen de Nederlandse taalgroep; de op Franstalige lijsten gekozen volksvertegenwoordigers vormen de Franse taalgroep. 2/15

Samenstelling van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad (zetelverdeling) Het aantal zetels per taalgroep is op voorhand vastgelegd. In 2009 zijn er in totaal 89 zetels te begeven, waarvan 72 voor de Franse taalgroep en 17 voor de Nederlandse taalgroep. Voor de verkiezingen van de Parlementen van gewest en van gemeenschap worden tot de zetelverdeling enkel toegestaan de lijsten die minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldige uitgebrachte stemmen in de kieskring behaald hebben (= kiesdrempel van 5 %). Bij de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement geldt de kiesdrempel van 5 % ten aanzien van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de betrokken taalgroep. Nadat de stemmen zijn geteld, kan per taalgroep worden berekend hoeveel kandidaten van elke lijst er verkozen zijn. Het aantal zetels dat een partij behaalt, is evenredig met het aantal kiezers dat op deze lijst of op een of meer kandidaten ervan heeft gestemd. De lijsten die binnen hun taalgroep de kiesdrempel van 5% niet hebben gehaald, hebben geen recht op een zetel. Bij de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement kunnen de lijsten binnen dezelfde taalgroep zich verbinden voor de zetelverdeling ( poolvorming ). De verdeling van de zetels over de lijsten wordt berekend op basis van het systeem D'Hondt. Volgens de berekeningswijze D'Hondt deelt men voor elke lijst het totaal aantal stembiljetten met stemmen voor die lijst achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4, 5 enz. De resultaten van die bewerking noemt men kiesquotiënten. De verkregen kiesquotiënten rangschikt men volgens grootte tot er voor alle partijen samen evenveel quotiënten zijn als te begeven zetels. Het laatste kiesquotiënt is dan de kiesdeler. Elke partij krijgt vervolgens zoveel zetels als zij kiesquotiënten heeft die groter zijn dan of gelijk aan de kiesdeler. Voorbeeld: bij een verkiezing zijn 12 zetels te begeven. Er zijn 4 partijen (A, B, C en D). Er dagen 100 kiezers op. Partij A behaalt 40 stemmen, partij B 30, partij C 20 en partij D 10. Stemcijfer gedeeld door A B C D 1 40.0 30.0 20.0 10.0 2 20.0 15.0 10.0 5.0 3 13.3 10.0 6.6 3.3 4 10.0 7.5 5.0 2.5 5 8.0 6.0 4.0 2.0 6 6.6 5.0 3.3 1.6 De kiesdeler (= het twaalfde quotiënt dat in aanmerking komt voor een zetel) is 7,5. Dit levert voor partij A 5 zetels op. Partij B krijgt 4 zetels, partij C 2 zetels en partij D 1 zetel. Wanneer het toeval wil dat meer dan een partij hetzelfde quotiënt heeft voor de laatst te verdelen zetel, dan gaat die zetel naar de partij met de meeste stemmen. Dat zou in het bovenstaand voorbeeld het geval zijn als er maar 7, 8, 9 of 10 zetels te verdelen waren, Behaalden de partijen evenveel stemmen, dan gaat de zetel naar de kandidaat met de meeste naamstemmen. Zijn ook dat er evenveel, dan gaat de zetel uiteindelijk naar de oudste kandidaat. 3/15

Zeteltoewijzing en naamstemmen Wanneer uitgemaakt is hoeveel zetels de verschillende partijen hebben behaald, moeten die zetels worden toegekend aan individuele kandidaten. Hierbij spelen de voorkeurstemmen een belangrijke rol. Of een kandidaat al dan niet verkozen is, kan zowel afhangen van het aantal voorkeurstemmen dat hij behaalt als van zijn plaats op de lijst. Om verkozen te zijn, moeten de kandidaten het verkiesbaarheidcijfer van hun lijst halen. Dat is het totaal aantal stemmen voor de lijst gedeeld door het aantal zetels waarop die partij recht heeft plus 1. De kandidaten die met hun voorkeurstemmen dat verkiesbaarheidcijfer halen, zijn in elk geval verkozen. De anderen zijn verkozen als zij nog kunnen putten uit de pot van de lijststemmen om met de voorkeurstemmen en lijststemmen samen het verkiesbaarheidcijfer te halen. De helft van de stemmen die bovenaan op de lijst van een partij werden uitgebracht, wordt immers verdeeld over de kandidaten, te beginnen met de eerste, vervolgens de tweede enz. Elke kandidaat krijgt op zijn beurt het aantal lijststemmen dat hij nodig heeft om samen met zijn voorkeurstemmen het verkiesbaarheidcijfer te halen, en dat tot de pot op is. Wie onderaan de lijst staat (= de lijstduwer) maakt dus weinig kans om verkozen te worden, behalve wanneer hij of zij genoeg voorkeurstemmen behaalt om daarmee alleen reeds het verkiesbaarheidcijfer te halen. Referenties FOD - Binnenlandse Zaken CRISP 4/15

Methodologie Verkiezingen Verkiezingen voor het Europees Parlement Inleiding Het Europees Parlement is één van 4 belangrijkste instellingen van de Europese Unie naast de Raad van Ministers, de Europese Commissie en het Hof van Justitie. De leden van het Europees Parlement worden om de vijf jaar door de Europese burgers verkozen. Het Europees Parlement heeft een aantal bevoegdheden, vergelijkbaar met de bevoegdheden van het Belgische federale parlement. Het Europees Parlement: - heeft een algemene adviserende bevoegdheid; - moet instemming verlenen voor de uitbreiding van de Unie door toetreding van nieuwe lidstaten en het sluiten van belangrijke internationale verdragen; - heeft de macht de Commissie te ontslaan door een motie van afkeuring; - oefent controle uit op de Commissie en op de Raad, waaraan het schriftelijke en mondelinge vragen stelt; - beschikt over belangrijke begrotingsbevoegdheden. Maar de belangrijkste bevoegdheid van een parlement, het maken van algemene normen of wetten, komt maar gedeeltelijk toe aan het Europees Parlement. De Europese normen worden in hoofdzaak door de Raad van Ministers gemaakt. Toch heeft het Parlement wel medebeslissingsrecht of wetgevende bevoegdheid betreffende de realisatie van de interne markt in de Europese Unie. Het aantal gevallen waarin die medebeslissingsprocedure moet worden gevolgd, wordt alsmaar talrijker. Het Parlement houdt zittingen van één week in Straatsburg en bijkomende zittingen van twee dagen in Brussel. De vergaderingen zijn openbaar. De vergaderingen van de parlementaire commissies en de meeste vergaderingen van de politieke fracties hebben plaats in Brussel. Het totaal aantal Europese afgevaardigden bedraagt 736, verdeeld over de 27 lidstaten van de Europese Unie: - Duitsland 99 - Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië 72 elk - Spanje en Polen 50 elk - Roemenië 33 - Nederland 25 - België, Portugal,, Griekenland, Tsjechië en Hongarije 22 elk - Zweden 18 - Bulgarije en Oostenrijk 17 elk - Slowakije, Denemarken en Finland 13 elk - Ierland en Litouwen 12 elk - Letland 8 - Slovenië 7 - Cyprus, Estland en Luxemburg 6 elk - Malta 5. Er zijn in het Europees Parlement geen nationale partijen, maar wel politieke fracties, waarin parlementsleden van de 27 landen, die tot dezelfde politieke richting behoren, zich hebben 5/15

verenigd. Een aantal van de nationale partijen die vertegenwoordigers hebben in het Europees Parlement hebben zich op Europees niveau verenigd in Europese partijen. Verkiezingen Voor de legislatuur 2009-2014 kiest België 22 vertegenwoordigers in het Europees Parlement, waaronder: - 13 vertegenwoordigers gekozen in het Nederlandse kiescollege - 8 vertegenwoordigers gekozen in het Franse kiescollege - 1 vertegenwoordiger uit het Duitse kiescollege Er zijn aparte opvolgers: de helft van het aantal effectieve kandidaten + 1. Er moeten minstens 6 opvolgers zijn. Voor de verkiezing van het Europees Parlement zijn er 3 kiescolleges en 4 kieskringen. De kiescolleges en kieskringen kunnen bij gewone wet in het federale Parlement worden gewijzigd. Het aantal te verkiezen leden per kiescollege wordt vastgelegd bij koninklijk besluit. 3 Kiescolleges 4 Kieskringen Nederlandstalig Vlaamse kieskring (= Vlaams Gewest min arr. Halle-Vilvoorde) Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Nederlandstalige lijsten) Franstalig Waals kieskring (Waals Gewest min 9 Duitstalige gemeenten) Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Franstalige lijsten) Duitstalig Duitstalige kieskring (9 Duitstalige gemeenten - kantons Eupen en Sankt-Vith) TOTAAL Hoofdbureau College Mechelen Namen Eupen Aantal te kiezen leden 13 (8 opvolgers) 8 (6 opvolgers) 1 (6 opvolgers) 22 leden Kiesvoorwaarden Om kiezer te zijn voor het Europees Parlement in België moet men: - Belg zijn of onderdaan van een lidstaat van de E.U ( op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten ) - De leeftijd van 18 jaar bereikt hebben (op de dag van de verkiezing) - Ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten) - Niet uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht om strafrechtelijke redenen (op de dag van de verkiezing) Belgen die verblijven in een lidstaat van de E.U. kunnen via de Belgische diplomatieke of consulaire post, vragen hun stemrecht uit te oefenen voor kandidaten op de Belgische lijsten. Zij mogen hun stemrecht dan niet uitoefenen in de staat waar zij verblijven. Deze Belgen stemmen per brief en zijn verplicht te stemmen. De onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, met uitzondering van de nationaliteitsvoorwaarde, voldoen aan de kiesvoorwaarden, kunnen hun stemrecht uitoefenen voor kandidaten die op een Belgische lijst staan. Zij dienen zich hiertoe in te schrijven op de kiezerslijst van hun Belgische verblijfsgemeente. Zij hebben dan stemplicht en mogen enkel voor een 6/15

Belgische lijst stemmen ( en mogen dus niet meer deelnemen aan de Europese verkiezingen in hun land van herkomst). Om in België verkiesbaar te zijn voor het Europees Parlement moet men: - Zijn woonplaats hebben in één van de lidstaten van de Europese Unie en ofwel Belg zijn ofwel onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie (deze voorwaarde moet vervuld zijn op de dag van de verkiezing). - Zich geen kandidaat hebben gesteld bij dezelfde verkiezing in een andere lidstaat. - Niet uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht (op de dag van de verkiezing). Voor de kandidaat die onderdaan is van een andere lidstaat geldt dat zij op de datum van de verkiezing in hun staat van herkomst niet van het passief kiesrecht vervallen of geschorst verklaard zijn. - De volle leeftijd van 21 jaar hebben bereikt (op de dag van de verkiezing) - Ofwel Nederlandstalig zijn indien men zich aanmeldt voor het Nederlandse kiescollege, ofwel Franstalig indien men zich aanmeldt voor het Franse kiescollege, ofwel Duitstalig indien men zich aanmeldt voor het Duitstalig kiescollege. De kandidaat moet dit bevestigen in zijn akte van bewilliging van zijn kandidatuur. Zetelverdeling De stemgegevens vanuit de provinciehoofdbureaus worden verzameld in de collegehoofdbureaus. Voor de verkiezing van het Europees Parlement zijn er geen lijstenverbindingen en gebeurt de zetelverdeling over de lijsten in de kiescolleges volgens het systeem D'HONDT. Referenties FOD - Binnenlandse Zaken CRISP 7/15

Methodologie Verkiezingen Federale verkiezingen voor Kamer en Senaat De verhouding tussen het federale Parlement en de assemblees van gemeenschappen en gewesten In 1830 was België een eenheidsstaat. De grondwetsherzieningen van 1970, 1980, 1988 en 1993 hebben het land een federale structuur gegeven. Elk gewest en elke gemeenschap hebben daarin een eigen, rechtstreeks verkozen parlement en een eigen regering: zij maken hun eigen wetten over een aantal specifieke materies en zorgen voor de uitvoering ervan. België telt 3 gewesten: het Brussels hoofdstedelijke Gewest, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest. De gewesten zijn bevoegd voor plaatsgebonden aangelegenheden zoals economie, leefmilieu, openbare werken en vervoer. België telt 3 Gemeenschap en de bevoegd voor aangelegenheden gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Duitstalige Gemeenschap. De gemeenschappen zijn onderwijs, culturele en persoonsgebonden De bevoegdheden die niet expliciet aan de gewesten of de gemeenschappen werden toegewezen, de restbevoegdheden, berusten bij de federale overheid. De restbevoegdheden kunnen worden overgedragen aan de gewesten of de gemeenschappen, maar daarvoor moet een nieuw grondwetsartikel eerst de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid opsommen. De parlementsleden op federaal niveau en op het niveau van de gewesten en gemeenschappen worden apart en rechtstreeks verkozen. Door de rechtstreekse verkiezing beschikken de gemeenschaps- en gewestparlementen over een eigen democratische legitimiteit. Toch hebben de deelgebieden geen eigen grondwet. Hun statuut ligt vervat in de federale grondwet en in wetten die meestal met een bijzondere meerderheid moeten worden aangenomen 1. Dit betekent dat het federale Parlement beslist over de wijziging van de gemeenschaps- en geweststructuren. Dit opmerkelijke verschil met andere federale staten is historisch te verklaren: in België hebben de deelgebieden zich namelijk vanuit de centrale staat ontwikkeld, terwijl de meeste andere federale staten gevormd zijn vanuit vroeger onafhankelijke gebieden. Er bestaat geen hiërarchie van wetten in België. De decreten (ordonnanties) van de gemeenschappen en gewesten zijn juridisch gelijkwaardig aan de federale wetten. In België kan het federale Parlement dus nooit een decreet (ordonnantie) van een gemeenschap of een gewest herroepen. Het federale Parlement en de gemeenschaps- en gewestparlementen zijn wederzijds autonoom 2. Om te vermijden dat de autonomie van gewesten en gemeenschappen tot conflicten leidt, zijn er instrumenten ingebouwd: 1 Naast een tweederde meerderheid in totaal is ook een meerderheid in beide taalgroepen vereist. 2 Een decreet (ordonnantie) of een federale wet kan wel geheel of gedeeltelijk door het Grondwettelijk Hof worden vernietigd, wanneer de gemeenschap, het gewest of de federale staat zijn bevoegdheid overschrijdt. 8/15

- de Senaat is de ontmoetingskamer tussen de federale overheid en de deelgebieden die erin vertegenwoordigd zijn door de gemeenschapssenatoren; - de Senaat adviseert over belangenconflicten tussen de verschillende federale geledingen; - samenwerkingsakkoorden (= beleidsafspraken) zijn mogelijk tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten; - het Grondwettelijk Hof ziet toe op de naleving van de bevoegdheidsverdeling tussen de federale geledingen en kan wetten en decreten vernietigen als de instantie haar bevoegdheid overschrijdt. De Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat Bevoegdheden Sinds de verkiezingen van 21 mei 1995 is de bevoegdheidsverdeling tussen Kamer en Senaat een feit. Het Belgische tweekamerstelsel beantwoordt zo meer aan het bondsstatelijke model. De Senaat is daarbij deels opgevat als een "Kamer van de deelstaten", waarin de gemeenschappen via de gemeenschapssenatoren kunnen deelnemen aan de federale besluitvorming. De Kamer speelt de belangrijkste rol. Tot de uitsluitende bevoegdheden van de Kamer behoren de controle op de federale regering en de financieel en budgettaire controle. Ook is de Kamer bevoegd voor de gewone wetgeving. De Senaat kan wel eigen wetsontwerpen indienen of wijzigingen voorstellen aan de wetten die in de Kamer zijn aangenomen, maar de Kamer behoudt het laatste woord. Voor de fundamentele federale wetgeving zijn de Kamer en de Senaat op voet van gelijkheid bevoegd, namelijk: - de herziening van de Grondwet; - de wetten die met een bijzondere meerderheid moeten aangenomen worden; - de wetten betreffende de basisstructuur van de Belgische Staat; - de wetten die de samenwerkingsakkoorden tussen de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten goedkeuren; - de goedkeuring van de internationale verdragen - de wetten op de organisatie van de hoven en de rechtbanken, de Raad van State en het Grondwettelijk Hof. Samenstelling: De Kamer telt 150 volksvertegenwoordigers, die alle rechtstreeks worden verkozen. De Senaat telt 71 senatoren. Daarvan worden er: - 40 rechtstreeks verkozen - 21 aangewezen door en uit de gemeenschapsparlementen (gemeenschapssenatoren) - 10 uit het Vlaams parlement - 10 uit het Parlement de la Communauté Française - 1 uit het Parlament der Deutsprachigen Gemeinschaft - 10 gecoöpteerd door de rechtstreeks verkozen senatoren en gemeenschapssenatoren - 6 door de Nederlandstalige senatoren. - 4 door de Franstalige senatoren De uitslag van de verkiezingen voor de rechtstreeks verkozen senatoren bepaalt het aantal gemeenschapssenatoren en gecoöpteerde senatoren dat elke fractie mag aanwijzen 3. 3 Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap verkiest bij volstrekte meerderheid één van zijn leden als Senator. 9/15

De 21 gemeenschapssenatoren vervullen een dubbel mandaat: senator en lid van een gemeenschapsparlement 4. Zij vertegenwoordigen de gemeenschappen in de Senaat. Zo kan de Senaat de ontmoetingskamer zijn tussen de deelgebieden en de federale overheid. Van de gemeenschapssenatoren moeten minstens 1 Nederlandstalige en 6 Franstalige senatoren hun woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Bovenop de 71 senatoren telt de Senaat momenteel nog 3 senatoren van rechtswege 5. Die zijn stemgerechtigd maar worden niet meegerekend bij het bepalen van het aanwezigheidsquorum. Om geldig te kunnen stemmen moeten dus 36 van de 71 senatoren aanwezig zijn. Zowel de Kamer als de Senaat is opgedeeld in taalgroepen: een Nederlandse en een Franse taalgroep. De indeling in taalgroepen is belangrijk voor de wetten die met een bijzondere meerderheid moeten worden aangenomen (de zgn. communautaire wetten): die wetten vereisen een tweederde meerderheid in totaal en een meerderheid in beide taalgroepen. Een volksvertegenwoordiger behoort van rechtswege tot de Nederlandse of de Franse taalgroep als de kieskring waarin hij verkozen is integraal tot het Nederlandse of Franse taalgebied behoort. Voor de verkozenen uit de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is de taal die ze bij de eedaflegging als eerste gebruiken bepalend voor de taalgroep waartoe ze behoren. De verkozenen uit het Duitse taalgebied maken deel uit van de Franse taalgroep. Zowel de verkozen als de aangewezen Senatoren behoren automatisch tot de Nederlandse of de Franse taalgroep. De Senator aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en de Senatoren van rechtswege zijn niet in een taalgroep ondergebracht Kamer Senaat Nederlandse taalgroep Franse taalgroep Buiten taalgroep - verkozen in kieskring die integraal - verkozen in kieskring die integraal tot tot het Nederlandse taalgebied het Franse taalgebied behoort behoort - verkozen in kieskring Brussel-Halle- - verkozen in kieskring Brussel-Halle- Vilvoorde die de eed eerst aflegt in het Vilvoorde die de eed eerst aflegt in Frans het Nederlands -verkozen in het Duitse taalgebied -25 Senatoren gekozen door het Nederlandse kiescollege; -10 Senatoren aangewezen door en uit het Vlaams Parlement; - 6 Senatoren gecoöpteerd door de voorgaande categorieën Senatoren -15 Senatoren gekozen door het Franse kiescollege; -10 Senatoren aangewezen door en uit het Parlement van de Franse Gemeenschap; - 4 Senatoren gecoöpteerd door de voorgaande categorieën. - 1 Senator aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap - 3 Senatoren van rechtswege Verkiezingen Kamerleden en Senatoren worden om de 4 jaar verkozen, behalve bij vervroegde verkiezingen. De Grondwet bepaalt dat er binnen 40 dagen na de ontbinding van de Kamers verkiezingen georganiseerd moeten worden en de nieuwe Kamers binnen twee maanden bijeengeroepen moeten worden. 4 Ze worden aangewezen voor een termijn van 4 jaar. Aangezien de Gemeenschapsparlementen zitting hebben voor een termijn van 5 jaar, kan het gebeuren dat een Gemeenschapssenator niet herverkozen wordt bij gemeenschappelijke parlementsverkiezingen: de fractie waartoe hij behoorde voorziet dan in zijn vervanging. 5 Senatoren van rechtswege zijn de kinderen van de Koning die ten minste18 jaar oud zijn en de eed afgelegd hebben als senator. Ze zijn stemgerechtigd vanaf 21 jaar. Momenteel betreft het Z.K.H. Prins Filip, H.K.H. Prinses Astrid en Z.K.H. Prins Laurent. 10/15

Kiesvoorwaarden voor Kamer en Senaat: In België bestaat stemplicht. Om als kiezer zijn stem uit te brengen voor de Kamer en de Senaat, moet men: - Belg zijn - ten volle 18 jaar oud zijn - niet uitgesloten zijn van het kiesrecht De Belgen die permanent in het buitenland verblijven, ingeschreven zijn in de registers van de Belgische diplomatieke of consulaire beroepsposten en de kiesvoorwaarden vervullen, hebben eveneens stemplicht voor de federale parlementsverkiezingen 6. Om verkiesbaar te zijn voor Kamer/Senaat moet men: - Belg zijn - het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten - de volle leeftijd van 21 jaar hebben bereikt - zijn woonplaats hebben in België. De kieslijst moet (kieswet van 13 december 2002) - op één na - evenveel vrouwen als mannen tellen. De 50/50-verhouding geldt zowel voor de effectieve kandidaten als voor de opvolgers. Bovendien mogen de eerste twee kandidaten en de eerste twee opvolgers niet van hetzelfde geslacht zijn. Voor de andere plaatsen op de lijst geldt geen verplichte man/vrouw volgorde. Verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers De 150 Kamerleden worden alle rechtsreeks verkozen. In 2003 werden voor de Kamer van volksvertegenwoordigers provinciale kieskringen ingevoerd. De kieskringen vallen dus samen met de provinciegrenzen. Er zijn twee uitzonderingen: de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en de kieskring Leuven vallen niet samen met een provincie. Er zijn in totaal dus 11 kieskringen. Het aantal zetels wordt bepaald op basis van het aantal inwoners van de kieskring. Aantal zetels per kieskring: Kieskringen die integraal tot het Nederlandse taalgebied behoren Leuven: 7 Antwerpen: 24 Limburg: 12 Oost-Vlaanderen: 20 West-Vlaanderen: 16 Verkiezing van de Senaat Kieskringen die integraal tot het Franse taalgebied behoren Waals-Brabant: 5 Henegouwen: 19 Luik: 15 Luxemburg: 4 Namen: 6 Brussel-Halle-Vilvoorde: 22 79 49 22 Voor de verkiezing van 40 rechtstreeks verkozen senatoren wordt België ingedeeld in 3 kieskringen: de Vlaamse kieskring, de Waalse kieskring en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. De kiezers worden ingedeeld in 2 kiescolleges: het Nederlandse kiescollege en het Franse kiescollege. Beide colleges kiezen een vast door de Grondwet bepaald aantal Senatoren: het 6 De Belgen in het buitenland kunnen op 5 manieren stemmen: - persoonlijk stemmen in een Belgische gemeente, - via volmacht stemmen in een Belgische gemeente, - persoonlijk stemmen in de diplomatieke of consulaire beroepspost waar ze zijn ingeschreven, - via volmacht stemmen in hun diplomatieke of consulaire beroepspost, - stemmen via briefwisseling. 11/15

Nederlandse college 25, het Franse kiescollege 15. Per kiescollege worden de zetels verdeeld volgens het proportionele stelsel D Hondt. Het Nederlands kiescollege bestaat uit de kiezers van de Vlaamse kieskring en de kiezers van Brussel-Halle-Vilvoorde die voor een lijst stemmen die bij het Nederlands kiescollege ingediend werd. Het Franse kiescollege bestaat uit kiezers van het Waalse Gewest en de kiezers van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde die voor een lijst stemmen die bij het Franse kiescollege ingediend werd. 3 Kieskringen 2 Kiescolleges Aantal te kiezen senatoren Vlaamse kieskring (= Vlaams Gewest min arr. Halle-Vilvoorde) Nederlandstalig 25 Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde - Nederlandstalige lijsten - Franstalige lijsten Franstalig 15 Waals kieskring (Waals Gewest) TOTAAL 40 Samenstelling van Kamer en Senaat (zetelverdeling) De zetels worden, evenredig met het aantal behaalde stemmen (lijst- en naamstemmen) toegekend aan de lijsten die de kiesdrempel hebben gehaald. Voor de Kamer geldt een provinciale kiesdrempel van 5%. Dat betekent dat een lijst minstens 5% van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen in de provincie moet hebben om te kunnen meedoen aan de zetelverdeling in die provincie. De kiesdrempel geldt niet in de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde, Leuven en Waals-Brabant. Voor de Senaat moet een lijst minstens 5% behalen van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen voor de lijsten, voorgedragen voor het Nederlandse kiescollege of het Franse kiescollege. De zetelverdeling gebeurt op een proportionele wijze volgens de berekeningsmethode D Hondt. Eerst wordt het aantal zetels per lijst berekend binnen elke kieskring/kiescollege; vervolgens worden de zetels toegewezen aan de individuele kandidaten. Voor de Senaat geldt dit uiteraard enkel voor de 40 rechtstreeks verkozen senatoren. De uitslag van de verkiezingen voor de rechtstreeks verkozen senatoren bepaalt wel het aantal gemeenschapssenatoren en gecoöpteerde senatoren dat elke fractie mag aanwijzen. Referenties FOD - Binnenlandse Zaken 12/15

Methodologie Verkiezingen Gemeenteraadsverkiezingen De gemeente De Belgische gemeenten zijn de laagste bestuurlijke eenheid in België. De gewesten zijn sinds 1 januari 2002 zelf bevoegd om het bestuur van gemeenten te regelen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 19 gemeenten, het Vlaams Gewest telt er 308 en het Waals Gewest 262. Het Lambermontakkoord van 16 oktober 2000 droeg de bevoegdheid voor de organisatie en werking van het lokale bestuur over aan de gewesten (Gemeentewet, Provinciewet, gemeentelijke en provinciale kieswetgeving, kerkfabrieken, agglomeraties en federaties met uitzondering van de politie en de brandweer). Volgens het akkoord mogen het Vlaams en het Waals Gewest bij de uitoefening van deze bevoegdheid geen afbreuk doen aan de wettelijke tegemoetkomingen aan de anderstalige inwoners in hun faciliteitengemeenten. Zij mogen ook de grenzen van de zes Vlaamse randgemeenten rond Brussel en van Voeren respectievelijk Komen-Waasten niet wijzigen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de tweetaligheid van het gewest en de waarborgen die de Vlamingen er hebben, respecteren. De gemeente heeft een dubbele functie: - de gemeente is een ondergeschikt lokaal bestuur belast met de uitvoering van beslissingen genomen door andere machtsniveaus (federale overheid, gewest, gemeenschap). - de gemeente is een autonome gedecentraliseerde overheid met een eigen beslissingsbevoegdheid. De gemeente kan naar eigen goeddunken initiatieven nemen als de materie niet is uitgesloten van zijn bevoegdheid door de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie. De gemeente heeft een reeks verplichte taken die identiek zijn voor iedere gemeente (zelfs al kan de uitvoering verschillend zijn), en facultatieve taken, eigen aan iedere gemeente. De gemeente heeft o.m. de volgende verplichte taken: - ordehandhaving - bijhouden van de registers van de burgerlijke stand, - organisatie en cofinanciering van het OCMW, - organisatie van gemeentelijk basisonderwijs, - het beheer van de wegen - afgifte van stedenbouwkundige en milieuvergunningen, - planning: elk van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient een GemOP (gemeentelijke ontwikkelingsplan) aan te nemen, dat is gebaseerd op de richtlijnen van het GewOP (gewestelijk ontwikkelingsplan). Alle andere activiteiten van de gemeenten vallen onder de facultatieve taken, in het bijzonder: - verkeer - huisvesting Opmerking: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het huisvestingsbeleid bijna volledig toegekend aan het gewest (ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de 13/15

Brusselse huisvestingscode). De Brusselse gemeenten hebben nog weinig bewegingsvrijheid om deze materie te reglementeren; ze hebben wel nog enkele middelen ter beschikking om hun woningpark te verbeteren. - goedkeuring van instrumenten voor planning en stedenbouw - socio-culturele activiteiten - brandveiligheid Opmerking: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn de brandweerdiensten gegroepeerd op gewestniveau (via de agglomeratiebevoegdheden). Er bestaan dus geen gemeentelijke brandweerdiensten meer. Hetzelfde geldt voor de civiele bescherming. In Brussel is het Gewest zelf aangewezen als centrum voor het eenvormig oproepstelsel voor dringende medische dienstverlening. Politieke organen van de gemeente Elke gemeente heeft een gemeenteraad. De gemeenteraad bestaat uit een assemblee van verkozenen, de gemeenteraadsleden, en een executieve, het college van burgemeester en schepenen. De burgemeester is het hoofd van het gemeentebestuur en de gemeenteraad. Hij staat ook aan het hoofd van de lokale politie of hij zetelt in de politieraad indien het lokale politiekorps verschillende gemeenten bedient. Als vertegenwoordiger van de regering is de burgemeester belast met de uitvoering van de wetten, decreten, de verordeningen en besluiten van hogere overheden. De burgemeester wordt door de gewestregering benoemd uit de leden van de gemeenteraad voor een periode van zes jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de burgemeester ook worden benoemd buiten de verkozenen voor de gemeenteraad. Schepenen worden door en uit de gemeenteraadsleden verkozen. Het aantal gemeenteraadsleden en schepenen is afhankelijk van het inwonersaantal van de gemeente. Verkiezingen De gemeenteraadsleden worden om de zes jaar op de tweede zondag van oktober rechtstreeks gekozen, door alle kiezers van de gemeente, voor de periode van zes jaar te rekenen van de 1ste januari na hun verkiezing. Kiesvoorwaarden: Om als kiezer zijn stem uit te brengen voor de gemeenteraadsverkiezingen, moet men: Belg zijn (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten), of onderdaan zijn van één van de overige lidstaten van de Europese Unie en ingeschreven zijn op de kiezerslijst (wet van 27 januari 1999), of onderdaan zijn van een staat buiten de Europese Unie, al minstens vijf jaar wettig en ononderbroken in België verblijven en ingeschreven zijn op de kiezerslijst (wet van 19 maart 2004); minstens 18 jaar oud zijn (op de dag van de verkiezing); ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten), de burgerlijke en politieke rechten genieten (op de dag van de verkiezing). Om als kandidaat deel te nemen aan de verkiezingen voor de gemeenteraad, moet men: 14/15

minstens 18 jaar oud zijn (op de dag van de verkiezing); ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente (op de dag dat de kiezerslijst wordt afgesloten) zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing Belg zijn of EU-onderdaan. Onderdanen van staten buiten de EU kunnen zich geen kandidaat stellen, ook niet als ze zich als kiezer hebben ingeschreven. Zetelverdeling De verdeling van de zetels gebeurt volgens het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging: de zetels worden naar evenredigheid van de op iedere lijst uitgebrachte stemmen toegekend. Eerst wordt het stemcijfer van iedere lijst vastgesteld. Het stemcijfer is de som van de geldige stembiljetten voor een bepaalde lijst. Voor de zeteltoewijzing bij de gemeenteraadsverkiezingen word de berekeningswijze Imperiali gebruikt. Volgens deze berekeningswijze deelt men het stemcijfer voor iedere lijst achtereenvolgens door 1, 1 1/2, 2, 2 1/2, 3, 3 1/2, 4, 4 1/2, enz. en rangschikt men de quotiënten in de volgorde van hun belangrijkheid, tot er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten bereikt worden als er leden te kiezen zijn. Het is dus een soortgelijk systeem als het systeem D Hondt; alleen deelt men niet door 1, 2, 3, 4, zoals bij het systeem D'Hondt. Het systeem Imperiali geeft iets voordeel aan de grotere partijen. De verkregen quotiënten rangschikt men volgens grootte tot er voor alle lijsten samen evenveel quotiënten als te begeven zetels zijn. Hierna krijgt iedere lijst zoveel zetels als het aantal keer dat haar stemcijfer quotiënten heeft opgeleverd, gelijk aan of hoger dan het laatst gerangschikte quotiënt 7. Referenties FOD - Binnenlandse Zaken MBHG- BPB 7 Als het quotiënt hetzelfde is voor verschillende lijsten, dan gaat de zetel naar de lijst met het hoogste stemcijfer. Als twee lijsten evenveel stemmen behaalden, dan gaat de zetel naar de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen. Zijn ook de voorkeurstemmen gelijk, dan gaat de zetel uiteindelijk naar de oudste kandidaat. Als een lijst meer zetels zou krijgen dan er kandidaten zijn, dan worden de niet-toegekende zetels gevoegd bij de zetels die aan de andere lijsten toekomen. De zetels worden over deze lijsten verdeeld op dezelfde manier zoals beschreven werd. Voor ieder nieuw quotiënt wordt opnieuw een zetel toegekend. 15/15