PIJN VERLICHTEN LEVEN HERSTELLEN Maak uw proefperiode een succes Innovating for life.
Uw tijdelijke neurostimulatiesysteem Luister tijdens het genezingsproces goed naar uw lichaam en volg de richtlijnen voor het goed omgaan met uw rug. Iedereen geneest in een ander tempo. U kunt geleidelijk uw gewone dagelijkse activiteiten weer oppakken. Het kan ook zijn dat u wilt beginnen met dingen te doen die u het liefst wilt doen, zoals een wandeling maken, naar een voetbalwedstrijd gaan kijken of vrienden en familie bezoeken. Bespreek uw activiteitenniveau altijd met uw arts. Vertel mensen wat u tot dus ver hebt bereikt en wat u snel weer hoopt te kunnen doen. Uw tijdelijke neurostimulatiesysteem bestaat uit een externe neurostimulator, screeningkabel, houder en MyStim programmeerapparaat. Stimulatie-instellingen Neurostimulatie werkt door het afgeven van milde elektrische 1 1. Externe neurostimulator geeft de lichte elektrische impulsen af die gebruikt worden om de pijnsensaties te onderbreken. 2. Screeningkabel de screeningkabel en de leads (geleidingsdraden) transporteren pulsen, die toegediend worden aan een gebied vlakbij uw wervelkolom. Elke puls kan gekenschetst worden door zijn amplitude, pulsduur en frequentie, en bepaalt hoe de behandeling zal aanvoelen. U kunt deze instellingen met uw MyStim-programmeerapparaat aanpassen om de best mogelijke behandeling te krijgen. de impulsen van de externe neurostimulator naar uw rug. Amplitude is de intensiteit van de puls. De amplitude 2 3. Houder met riemclip kan gebruikt worden om uw tijdelijke externe neurostimulatiesysteem aan uw riem te dragen zodat u uw dagelijkse activiteiten kunt uitvoeren. beïnvloedt de sterkte of dekking van de stimulatie die nodig is voor het beheersen van uw pijn. Pulsewijdte is de duur van de puls. De pulsewijdte beïnvloedt de sterkte of dekking van de stimulatie 4. MyStim-programmeerapparaat hiermee kunt u de stimulatieniveaus aanpassen om de best die nodig is voor het beheersen van uw pijn. 4 mogelijke pijnstilling te krijgen. Het werkt ongeveer als de afstandsbediening van uw televisie. Frequentie is het aantal pulsen dat per seconde afgegeven wordt. Lagere frequentie voelt aan als 'klopjes'. Luister tijdens het genezingsproces goed naar uw lichaam en volg de richtlijnen voor het goed omgaan met uw rug 2 3
Richtlijnen voor zelfzorg Uw tijdelijke neurostimulatiesysteem is ontwikkeld om op dezelfde manier te functioneren als een geïmplanteerd systeem. Om te evalueren hoe goed neurostimulatie bij u werkt, is het nuttig om uw gebruikelijke activiteiten te doen (in de mate die uw arts geadviseerd heeft). Tips voor succes 1. Houd uw pijnverlichting en activiteiten tijdens de proefperiode in de gaten, evenals eventuele wijzigingen die u aanbrengt aan de stimulatie-instellingen. Onthoud: Houd de plaats waar de lead geïmplanteerd is, evenals uw tijdelijke neurostimulator, schoon en droog. Verzorg het operatiegebied zoals uw arts heeft voorgeschreven. Als u koorts, koude rillingen, pijn of roodheid op de operatieplaats ondervindt, neem dan contact op met uw arts. Til niet meer dan 2,5 kg en strek uw armen niet uit boven uw hoofd. Vermijd buigen, strekken, klimmen of ver reiken. Volg het advies van uw arts met betrekking tot seksuele activiteiten tijdens de proefperiode. Vermijd te veel traplopen en te lang achter elkaar zitten. Oefen het bewegen van uw lichaam zonder de romp te draaien om te voorkomen dat de lead tijdens de proefperiode verplaatst. U kunt dit doen door uw heupen en schouders tegelijkertijd in één rollende beweging te draaien. Raadpleeg de arts die met uw neurostimulatiesysteem werkt, voordat u uw rug laat manipuleren door een chiropractor. (Fysiotherapie is prima als dat door uw arts aanbevolen wordt.) Zet uw tijdelijke neurostimulator uit voordat u gaat autorijden. 2. Volg nauwkeurig de richtlijnen op die u krijgt van de behandelend arts en/of pijnverpleegkundige. Om duidelijk te evalueren hoe goed de neurostimulatie werkt, is het raadzaam om uw dagelijkse activiteiten uit te voeren zoals u altijd doet Problemen oplossen Als u tijdens de proefperiode verlies van stimulatie ervaart, probeer uw lichaamshouding of uw stimulatie-amplitude dan aan te passen. Het MyStim -programmeerapparaat kan ook waarschuwingen, of communicatie- of informatieschermen tonen om u attent te maken op mogelijke problemen met uw systeem, of om u bij het gebruik van het programmeerapparaat te helpen. Raadpleeg uw arts als eventuele waarschuwingen niet duidelijk zijn. Neem contact op met uw arts als een van de volgende gebeurtenissen optreedt: U hebt pijn, roodheid of zwelling bij de incisies later dan 6 weken na de ingreep. U voelt ongemak of pijn tijdens stimulatie. Zet uw neurostimulator UIT en overleg met uw arts. Uw systeem werkt niet goed. U kunt de neurostimulator niet AAN of UIT zetten. U kunt de stimulatie niet met behulp van uw patiëntenprogrammeerapparaat aanpassen. 4 5
Waarschuwingsschermen Het programmeerapparaat laat waarschuwingsschermen zien om u te voorzien van informatie over uw systeem, om u te waarschuwen voor een probleem met uw systeem of om u te helpen bij het gebruik van uw programmeerapparaat. Wanneer het geluid AAN staat, waarschuwen drie tonen u voor de boodschap. De kabel naar de externe neurostimulator is los of ontkoppeld. Het programmeerapparaat en de neurostimulator moeten gesynchroniseerd worden. of frequentie) te verhogen boven de hoogst toegestane waarde. Sluit de kabel aan op de externe neurostimulator. Zet Synchroniseer het programmeerapparaat en de het programmeerapparaat UIT en daarna weer AAN. neurostimulator. Het programmeerapparaat heeft geprobeerd te communiceren of frequentie) te verlagen onder De batterijen van de externe met de externe neurostimulator, de laagst toegestane waarde. neurostimulator zijn leeg en er maar de communicatie is niet is geen stimulatie beschikbaar. geslaagd. Vervang de batterijen van de externe neurostimulator. Raadpleeg de handleiding die bijgeleverd is bij de externe neurostimulator. Breng het programmeerapparaat weer boven de externe neurostimulator waarbij het scherm van het programmeerapparaat naar buiten wijst en probeer opnieuw te communiceren. of frequentie) te verhogen boven wat uw neurostimulator kan Elektromagnetische interferentie (EMI) De batterijen van het programmeerapparaat zijn leeg. Programmeren is niet mogelijk. Vervang de batterijen van het programmeerapparaat. afgeven. Verlaag een andere parameter voordat u deze parameter verhoogt. Laad de oplaadbare batterij van de neurostimulator opnieuw op (indien van toepassing). Vervang de batterijen van de externe neurostimulator (indien van toepassing). Het advies van Medtronic is dat er geen MRI voor u voorgeschreven mag worden als er bij u een onderdeel van een geïmplanteerd neurostimulatiesysteem aanwezig is. Als u blootgesteld wordt aan een MRI kan dat weefselschade veroorzaken en tot ernstige verwondingen of de dood leiden. Laat uw arts of verpleegkundige contact opnemen met Medtronic voor specifieke MRI-richtlijnen. 6 7
Arts indiceert patiënt voor neurostimulatie van Medtronic Neurostimulatie De proefperiode neurostimulatie ervaren en evalueren Maak uw proefperiode een succes U krijgt een permanent neurostimulatiesysteem Uw permanente neurostimulatiesysteem Problemen oplossen www.medtronic.eu Europa Medtronic International Trading Sàrl. Route du Molliau 31 Case postale CH-1131 Tolochenaz www.medtronic.eu Tel. +41 (0)21 802 70 00 Fax +41 (0)21 802 79 00 België Medtronic Belgium N.V. Burgemeester Etienne Demunterlaan 5 BE-1090 Brussel www.medtronic.be Tel.: +32 (0)2 456 09 00 Fax: +32 (0)2 460 26 67 Nederland Medtronic Trading NL B.V. Earl Bakkenstraat 10 NL-6422 PJ Heerlen www.medtronic.nl Tel. +31 (0)45 566 80 00 Fax +31 (0)45 566 86 68 UC201006037aNL 2010 Medtronic. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Europa