Sportmonitor Vlaardingen 2015

Vergelijkbare documenten
% dat vindt dat hij/zij voldoende beweegt jr jr jr. 81% Nederlandse Norm Gezond Bewegen 47% 48% 0% 4-12 jr jr jr.

Sportparticipatie Volwassenen

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018

Feiten en cijfers beweegnormen

Onderzoek Lichaamsbeweging en Sport 2011

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

BEWEGEN IN NEDERLAND

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Resultaten vragenlijst leerlingen

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari In opdracht van NOC*NSF

Burgerijenquête Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

12 Sportbeleidsstukken

Sportparticipatie 2012 Volwassenen

Rapport. Hagenaars en sport. Onderzoek sportdeelname 2014

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

SPORTPARTICIPATIE (2013)

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Bewegen in Nederland

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 26 Februari In opdracht van NOC*NSF

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 23 November In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

BEWEGEN IN NEDERLAND

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Jaaroverzicht Sportdeelname

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT

NOC*NSF Sportdeelname Index

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

SPORTPARTICIPATIE (2014)

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 28 April In opdracht van NOC*NSF

Bewegen in Nederland

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 27 Maart In opdracht van NOC*NSF

Jaaroverzicht Sportdeelname

Sportdeelname volwassenen 2012

Themarapport. Voeding en bewegen

BEWEGEN IN NEDERLAND

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Dordt sport! Inhoud SPORTMONITOR 2018 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Conclusies. 2 Sporten

Sportparticipatie 2008

Stadsenquête Leiden 2007

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Publiekssamenvatting Onderzoek sportdeelname. Gemeente Zeewolde

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

SPORT EN BEWEGEN IN LANSINGERLAND

Water drinken. Resultaten 1-meting op de CJ s in Zaanstad

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Sportdeelname gemeente Amsterdam

NOC*NSF Sportdeelname Index

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportmonitor Dordrecht 2008

Sport I.S PORTDEELNAME BIJ. Sportdeelname opnieuw toegenomen Het aandeel volwassenen dat aan sport doet is opnieuw

Rapportage gouden voornemens 2016

Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN EN GEMEENTELIJKE SPORTBELEID. In opdracht van NOC*NSF

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016

In paars de gegevens van de 13 tot 17-jarigen. Dus: Rosmolenwijk Zaandam Zuid: RZz, Zaanstad: Z, Zaanstreek-Waterland:ZW

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

V O LW A S S E N E N

Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Resultaten BOS-onderzoek nulmeting Gemeente Eijsden 9-12 jarigen

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Drentse Sportmonitor Inzicht in het beweeg- en sportgedrag van de inwoners van de provincie Drenthe

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Transcriptie:

Sportmonitor Vlaardingen 2015 September 2015 Kenniscentrum MVS

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 1 Inleiding Om het sportbeleid van de gemeente Vlaardingen beter op de wensen van bewoners aan te laten sluiten is in het voorjaar van 2015 een onderzoek verricht in het kader van de Sportmonitor 2015. In dit onderzoek is naar de mening van de inwoners gevraagd wat betreft de sportaccommodaties en het sportaanbod in Vlaardingen. Andere onderwerpen binnen het onderzoek waren de mate van lichaamsbeweging en sportdeelname. Het onderzoek richtte zich op de doelgroepen 0-12 jaar, 13-22 jaar en 23-79 jaar. Voor het veldwerk van het onderzoek zijn voor alle doelgroepen twee methoden ingezet. Men kon de bijgevoegde schriftelijke vragenlijst invullen of de vragenlijst via internet beantwoorden. De digitale methode, die sneller en meer efficiënt is, moet gezien worden als extra service naar de respondent. Hiervoor was op de website www.vlaardingen.nl/onderzoek een bericht met een link naar het onderzoek geplaatst. Uit ervaring is bekend dat wanneer de vragenlijst bijgevoegd wordt dat men eerder geneigd is deze methode te kiezen dan de digitale methode. De overgrote meerderheid van de respondenten heeft dan ook gekozen de schriftelijke vragenlijst in te vullen (zie onderstaand responsoverzicht). doelgroep omvang steekproef respons respons totaal respons in % (netto) schriftelijk internet respons 0-12 jr. 2.886 472 184 656 23% 13-22 jr. 2.973 295 208 503 17% 23-79 jr. 3.970 611 283 894 23% subtotaal 9.829 1.378 675 2.053 21% internetpanel 609 totaal 2.662 Uit het bevolkingsregister is aselect een steekproef van in totaal 9.896 personen getrokken. Hierbij is rekening gehouden met de diverse doelgroepen en de gebieden/wijken in Vlaardingen. Deze personen kregen een vragenlijst thuisgestuurd met het verzoek deze in te vullen en terug te sturen. 67 vragenformulieren bleken om uiteenlopende redenen (verhuizing, volle brievenbus, etc,) onbestelbaar. Van de resterende 9.829 namen uiteindelijk in totaal 2.053 personen deel aan het onderzoek. De respons bedraagt derhalve 21 procent, een tegenwoordig redelijk gemiddelde score bij bevolkingsonderzoek. Om het aantal respondenten bij dit onderzoek te verhogen is in dezelfde periode, na enkele jaren van afwezigheid van een Kenniscentrum, het gemeentelijk internetpanel van Vlaardingen aangeschreven. Het gevolg was een deelname van nog eens 609 inwoners aan de Sportmonitor Vlaardingen. De uiteindelijke respons van in totaal 2.662 respondenten is vervolgens vergeleken met de samenstelling van de totale bevolking van Vlaardingen. Voor zover nodig is de respons door middel van weegfactoren gecorrigeerd zodat een exacte afspiegeling ontstaat van de totale Vlaardingse bevolking van 0 tot en met 79 jaar. De uitkomsten van het onderzoek leveren daarmee een betrouwbaar beeld op van de mening van de Vlaardingse inwoners.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 2 Uitkomsten Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen Om de mate van lichaamsbeweging te kunnen bepalen is gebruik gemaakt van de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB). Deze norm geeft aan of een persoon genoeg beweegt. Iemand beweegt voldoende als diegene minimaal 5 dagen in de week een half uur matig intensief beweegt. Voor kinderen van 4 tot en met 17 jaar geldt een norm van minimaal een uur per dag sporten of het verrichten van een andere licht intensieve inspanning. De NNGB wordt ook wel de beweegnorm genoemd 1. De monitor Bewegen en Gezondheid van het TNO volgt sinds 2000 de ontwikkeling van het percentage personen van 18 jaar en ouder dat voldoet aan de NNGB. Volgens dit onderzoeksbureau voldoet in 2013 62 procent van de bevolking aan de beweegnorm. Voldoet u aan de beweegnorm (NNGB)? (bevolking 18 jaar of ouder) Vlaardingen Schiedam Nederland 42% 46% 62% Bron gegevens Nederland: TNO In Vlaardingen voldoet 42 procent van de volwassen bevolking van 18 jaar of ouder naar eigen zeggen aan de beweegnorm en verricht dus minimaal 5 dagen in de week minimaal een half uur matig intensieve activiteiten. Dit aandeel komt goed overeen met het percentage van de Schiedamse bevolking dat aan deze norm voldoet. Op gebiedsniveau is de situatie als volgt: Voldoen aan beweegnorm (NNGB) naar gebied waar respondent (vanaf 18 jaar) woonachtig is Centrum en Rivierzone 36% West 47% Vlaardinger Ambacht 48% Holy-Zuid 41% Holy-Noord 41% Vlaardingen 42% De verschillen op gebiedsniveau blijken voor deze norm zeer klein. Echter wanneer gekeken wordt naar achtergrondkenmerken van de respondenten, dan worden enkele verschillen zichtbaar. In onderstaande tabel is voor een aantal leeftijdsgroepen een vergelijking gemaakt met enkele referentiecijfers. Voldoet u aan de beweegnorm (NNGB)? Leeftijdscategorie Vlaardingen Schiedam Nederland 0-3 jr. 54% - - 4-11 jr. 76% 64% * 2 12-17 jr. 62% 52% * 18-34 jr. 45% 40% 58% 35-54 jr. 38% 47% 67% 55-64 jr. 44% 43% 64% 65+ 47% 56% 53% Bron gegevens Nederland: TNO 1 De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) geeft de minimale hoeveelheid lichaamsbeweging die nodig is voor de instandhouding en verbetering van de gezondheid. 2 Landelijke cijfers voor de leeftijdscategorieën aangeduid met een * zijn onvergelijkbaar met de gegevens op gemeenteniveau. De onderzoeksmethodiek en de vragen zijn daarvoor te verschillend.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 3 In vergelijking met de landelijke referentiecijfers is het de volwassen bevolking van Vlaardingen die gemiddeld genomen minder beweegt. Van deze personen geeft het overgrote deel aan dat zij te weinig of geen tijd hebben om voldoende te bewegen. De tijd gaat vaak in andere activiteiten zitten. Werk en een druk gezinsleven zorgen ervoor dat het er vaak niet van komt om voldoende te bewegen. Dit geldt zowel voor de jongeren als voor de volwassenen vanaf 18 jaar. Problemen met de gezondheid en het antwoord daar ben ik te oud voor zijn redenen die veelal door 65-plussers worden aangedragen. De jongste leeftijdscategorieën geven meer dan gemiddeld aan te voldoen aan de beweegnorm. In vergelijking met Schiedam scoren deze jonge leeftijdsgroepen in Vlaardingen beter op het gebied van de NNGB. In Schiedam voldoen de 65-plussers vaker aan de beweegnorm. De beweegnorm is tevens voor enkele doelgroepen onderscheiden. Dit is in de volgende tabel opgenomen. Voldoen aan beweegnorm (NNGB) naar geslacht en etniciteit Autochtoon Man 42% Vrouw 45% Allochtoon Man 48% Vrouw 29% Bij de volwassenen vanaf 18 jaar is er een verschil op basis van de etniciteit waarneembaar. 29 procent van de allochtone vrouwen voldoet naar eigen zeggen aan de beweegnorm. Bij de overige groepen varieert dit van 42 tot 48 procent. Het inkomensniveau levert eveneens een verschil op. Zo geeft 46 procent van de hoge inkomensgroepen te kennen aan de beweegnorm te voldoen. Bij lage inkomensgroepen bedraagt dit 36 procent. Fitnorm Voor het meten van de mate van lichamelijke activiteit in de bevolking zijn er naast de NNGB alternatieve indicatoren ontwikkeld voor bewegen. Eén van deze indicatoren betreft de zogeheten fitnorm. Dit is een richtlijn voor het bereiken van een optimale fitheid en goede conditie. De fitnorm schrijft voor dat er tenminste 3 keer per week voor tenminste 20 minuten per keer inspannende lichaamsbeweging wordt beoefend. Het gaat dan om zware lichamelijke activiteiten die lang genoeg duren om bezweet te raken. Voldoen aan de fitnorm? (bevolking 18 jaar of ouder) Vlaardingen Schiedam Nederland 47% 40% 22% Bron gegevens Nederland: TNO In Vlaardingen voldoet bijna de helft van de volwassen bevolking van 18 jaar of ouder aan de fitnorm. In Nederland schommelt dit aandeel al jaren rond de 20 procent. Het blijkt dus dat Vlaardingse inwoners de NNGB minder vaak, maar de fitnorm vaker halen dan gemiddeld. Een zelfde beeld is te zien in Schiedam. Daar voldoet 40 procent van de volwassen bevolking aan de fitnorm. Analyse van de open antwoorden in het onderzoek geeft aan dat 5 keer per week een matig intensieve inspanning te veel wordt bevonden. Maar daar tegenover staat dat relatief veel respondenten te kennen geven dat zij 3 keer per week intensief sporten of bewegen voldoende vinden. Hiermee behalen zij dus wel de fitnorm, maar niet de beweegnorm.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 4 De verdeling naar leeftijdscategorieën ziet er als volgt uit: Voldoen aan de fitnorm? Leeftijdscategorie Vlaardingen Schiedam Nederland 0-3 jr. 26% - - 4-11 jr. 57% 57% *² 12-17 jr. 69% 67% * 18-34 jr. 62% 51% 28% 35-54 jr. 49% 35% 25% 55-64 jr. 41% 41% 20% 65+ 35% 33% 11% Bron gegevens Nederland: TNO Voor alle onderscheiden leeftijdscategorieën scoort Vlaardingen beter dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met Schiedam is het de Vlaardingse bevolking in de leeftijd van 18 t/m 54 jaar die vaker voldoet aan de fitnorm. Combinorm Naast de beweegnorm en de fitnorm bestaat nog een derde norm op het gebied van lichaamsbeweging, namelijk de combinorm. Deze combineert de beweeg- en fitnorm en beoordeelt of mensen aan ten minste één van beide voldoen. Voldoen aan de combinorm? (bevolking 18 jaar of ouder) Vlaardingen Schiedam Nederland 62% 61% 69% Bron gegevens Nederland: TNO De landelijke trend voor de combinorm is de afgelopen jaren min of meer dezelfde als voor de NNGB, oftewel een positieve ontwikkeling. In landelijke sportnota s wordt inmiddels de combinorm vaker gebruikt dan de NNGB. Een doel dat landelijk gesteld is, luidt dat 70 procent van de volwassen bevolking aan de combinorm voldoet. In Vlaardingen voldoet 62 procent van de volwassen inwoners aan deze norm en bevindt zich daarmee niet eens zo ver onder het landelijk gemiddelde. Voldoen aan de combinorm? Leeftijdscategorie Vlaardingen Schiedam Nederland 0-3 jr. 56% - - 4-11 jr. 84% 79% *² 12-17 jr. 82% 78% * 18-34 jr. 70% 64% 67% 35-54 jr. 59% 59% 72% 55-64 jr. 62% 61% 69% 65+ 61% 64% 57% Bron gegevens Nederland: TNO In bovenstaande tabel is te zien dat de leeftijdscategorieën 35-54 jr. en 55-64 jr. in Vlaardingen minder dan gemiddeld in Nederland voldoen aan de combinorm. Dit geldt eveneens voor de Schiedamse bevolking. De jeugd in Vlaardingen doet het net iets beter dan in Schiedam. Sportdeelname Volgens de RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek) is een sporter iemand die minimaal 12 keer per jaar, oftewel minimaal één keer per maand, een sport beoefent. Uit landelijk onderzoek is bekend dat van de Nederlandse bevolking van 6 tot en met 79 jaar 75 procent maandelijks sport en daarmee voldoet aan de richtlijn voor sportdeelname (SCP, Vrijetijdsomnibus 2012).

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 5 De huidige meting van de sportmonitor laat zien dat dit in Vlaardingen voor 70 procent van de 6 t/m 79 jarigen geldt. In het overzicht op de volgende pagina is de sportdeelname in Vlaardingen uitgesplitst naar enkele persoonskenmerken. Sportdeelname (minimaal 1 keer per maand) naar persoonskenmerken Persoonskenmerken Sportdeelname Vlaardingen (6 t/m 79 jr.) 70% Geslacht Man 76% Vrouw 64% Leeftijd 6-11 jr. 89% 12-17 jr. 87% 18-34 jr. 79% 35-54 jr. 68% 55-64 jr. 62% 65-79 jr. 55% Etniciteit Autochtoon 72% Allochtoon 66% Inkomensgroep laag 51% Midden 74% Hoog 82% Gebied/wijk Centrum en Rivierzone 73% West 65% Vlaardinger Ambacht 73% Holy-Zuid 65% Holy-Noord 73% Inkomen, maar ook leeftijd en de daarmee samenhangende mate van gezondheid blijken van grote invloed op de sportdeelname. Van de lage inkomensgroepen is ongeveer de helft aan te merken als sporter. Naarmate de leeftijd stijgt, daalt het percentage sporters. De verschillen op gebiedsniveau zijn klein, maar blijken wel samen te hangen met de verschillen in inkomen, etnische achtergrond en uiteraard de leeftijd van de bewoners. Gebieden/wijken waar het inkomensniveau gemiddeld laag is en gebieden waar het aandeel ouderen en/of allochtonen hoog is blijken een lager percentage sporters te herbergen. Onder de gehele onderzoekspopulatie (0 t/m 79 jaar) is gevraagd aan welke sport(en) zij het afgelopen jaar hebben gedaan. Het gaat dan om sporten die men volgens de gebruiken en regels uit de sportwereld heeft verricht. Men kan uiteraard aan meerdere sporten doen. In onderstaande tabel is de top-5 van meest frequent beoefende sport naar doelgroep opgenomen. Top 5 meest frequent beoefende sporten in Vlaardingen naar doelgroep 0-12 jarigen Jongeren (13-22jr.) Volwassenen (23-79 jr.) Veldvoetbal Fitness Fitness Zwemmen Veldvoetbal Hardlopen/joggen/trimmen Gymnastiek/turnen Hockey Wielrennen/mountainbiken Hockey Dansen (ballet, streetdance, etc.) Wandelen Vecht- en verdedigingssporten Hardlopen/joggen/trimmen en Vecht- en verdedigingssporten Tennis Fitness is de sport die door Vlaardingers het meest frequent wordt beoefend, zowel door jongeren als door volwassenen vanaf 23 jaar. Het zijn vooral de individuele sporten die het meest populair zijn

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 6 onder volwassenen, namelijk fitness, hardlopen, en wandelen. Onder de jongste leeftijdscategorieën staan teamsporten zoals veldvoetbal en hockey hoog op de lijst. Bij de jongste Vlaardingers zijn ook zwemmen (vaak voor een zwemdiploma), gymnastiek/turnen en verdedigingssporten populair. Sportstimulering, beoordeling sportaanbod en accommodaties In het onderzoek is eveneens gevraagd naar de mening over het sportaanbod en de sportaccommodaties in Vlaardingen. De respondenten konden een beoordeling geven in de vorm van een rapportcijfer (zie onderstaande tabel). Beoordeling sportaanbod en -accommodaties rapportcijfer Sportaanbod (mogelijkheden tot sporten en bewegen) 6.4 Sportaccommodaties (sportvelden, gymzalen, etc.) 6.7 Afgaande op de uitkomst uit het huidige onderzoek mag men concluderen dat men over het algemeen redelijk tevreden is over de sport- en beweegmogelijkheden en de sportaccommodaties in Vlaardingen. Echter er is zeker ruimte voor verbetering. Dat komt mede tot uiting wanneer gevraagd wordt naar welk sportaanbod en/of sportaccommodaties er volgens de inwoners ontbreken in Vlaardingen. Maar liefst 1.044 respondenten hebben antwoord gegeven op deze vraag. Top-10 van welke sport of sportaccommodatie er volgens de respondenten ontbreekt in het huidige aanbod van sportaccommodaties in Vlaardingen? 1. Buitenzwembad 2. Schaats- / ijsbaan 3. Basketbal 4. Aangepast sporten/voor bepaalde doelgroepen 5. Binnenzwembad 6. Sportveldjes/trapveldjes in de woonwijken 7. Accommodatie voor verdedigingssporten 8. Fitnessattributen in de openbare ruimte 9. Rugby 10. Moderne sporthal Het ontbreekt volgens de respondenten aan sporten en sportaccommodaties zoals een buitenzwembad, een schaatsbaan en een basketbalvereniging. Daarnaast geven de respondenten aan behoefte te hebben aan meer sportveldjes in de wijken en zijn zij bang dat het aanbod aan binnenzwemmen verschraald. Met name vanuit West komt de roep om een nieuwe sporthal. Van alle antwoorden betreft het ook sporten of accommodaties die wel degelijk in Vlaardingen te vinden zijn. Blijkbaar is enige publiciteit en/of informatie omtrent deze sporten/accommodaties vereist om dit bij een breed publiek kenbaar te maken. Sommige sporten zijn wel aanwezig, maar worden te duur bevonden. Dit komt eveneens tot uiting in de volgende vraag 3 : Wat zou de gemeente in uw ogen moeten doen om sport verder te stimuleren? % Lidmaatschap van een vereniging goedkoper maken 65% Kwalitatief betere sportaccommodaties realiseren 27% Verenigingen meer naar de wijk halen 26% Meer sportvoorzieningen in de buurt/wijk realiseren 37% Meer sportstimuleringsactiviteiten organiseren 33% Anders, namelijk 16% 3 Omdat er meerdere antwoorden op deze vraag mogelijk waren, telt het totaal niet op tot 100%.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 7 Ongeveer tweederde van de respondenten, zowel jongeren als volwassenen, zou willen dat het lidmaatschap van een vereniging goedkoper gemaakt kon worden. Ook het realiseren van sportvoorzieningen in de wijken en meer sportactiviteiten organiseren spreekt een groot deel van de Vlaardingers aan. In de categorie anders, namelijk komt de behoefte aan meer informatie over de sportmogelijkheden in Vlaardingen naar voren. Volgens de respondenten zouden reclames en voorlichting of sportdemonstraties op scholen een goed middel zijn om dit te bewerkstelligen. Overige opmerkingen die werden geuit hadden betrekking op de hoge kosten van sporten, de bezuinigingen op het gebied van sport en subsidies/steun aan sportverenigingen. Kortom in de ogen van de respondent zijn er tal van sportstimuleringsacties te bedenken. Aanvullend is de volgende vraag gesteld: Vindt u dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om sport te stimuleren? 28 17 55 0% 20% 40% 60% 80% 100% ja nee weet niet / geen mening Het overgrote deel van de respondenten kan geen mening vormen naar aanleiding van deze vraag. Dat betekent dat het beleid om sport te stimuleren vanuit de gemeente bij de meeste inwoners onbekend is. Die onbekendheid met (sport)stimuleringsactiviteiten komt eveneens terug in de uitkomst op de vraag of men het Sociaal Cultureel Fonds kent. In Vlaardingen is het namelijk mogelijk om voor kinderen van 4 tot 18 jaar een vergoeding aan te vragen uit het Sociaal Cultureel Fonds. Het gaat dan om kosten voor sport, recreatie en culturele activiteiten. Bent u bekend met het Sociaal Cultureel fonds? 69% 31% ja nee Na een korte inleiding met betrekking tot dit fonds blijkt dat ruim tweederde van de Vlaardingse inwoners het Sociaal Cultureel Fonds niet kent. Voeding Bij de jongste doelgroep ontvingen de ouders de vragenlijst met de bedoeling dit voor hun kind of eventueel met hun kind in te vullen. Een vragenblok over voeding was voor deze doelgroep toegevoegd aan de vragenlijst. De vragen gingen over eet- en drinkgewoonten van kinderen in de leeftijd 0 t/m 12 jaar.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 8 Zoete dranken Zoete dranken worden vooral uit een glas of pakjes gedronken. Gemiddeld gaat het om 2 glazen of pakjes per dag. Zoete dranken worden vooral gedronken na schooltijd, in de pauze op school en bij het middageten. 74 procent van de kinderen vindt zoete dranken lekker. Daartegenover staat een even groot aandeel van de ouders dat vindt dat zoete dranken niet gezond zijn voor hun kind. 42 procent van de ouders/verzorgers vindt het makkelijk om zoete drankjes mee te geven naar school. Kraanwater Maar liefst 89 procent van de kinderen wordt blij van het drinken van kraanwater. De verschillen naar wijken zijn minimaal. Gemiddeld drinken de kinderen 1 glas water per dag. De momenten om water te drinken zijn zeer divers. Bij het avondeten en na het sporten wordt het meest water gedronken. Slechts 4 procent van de kinderen drinkt nooit water. Ontbijt De uitkomsten geven aan dat bijna alle kinderen(95%) iedere dag van de week ontbijten. Degene die dat niet doen, zijn over het algemeen nog heel jong, namelijk 0 of 1 jaar. Bovendien zien we dat 11 en 12 jarigen heel af en toe een ontbijt overslaan. Toch ontbijt ook het overgrote deel van deze groep (90%) elke dag. Op gebiedsniveau liggen de percentages eveneens dichtbij elkaar. Slechts enkele kinderen (3%) ontbijten op een ander tijdstip dan s ochtends thuis voordat naar school gegaan wordt. Brood wordt nog steeds door de meeste kinderen als ontbijt gegeten, namelijk door 75 procent. Fruit Over het eten van fruit zijn ongeveer de zelfde vragen gesteld. Gemiddeld eet 57 procent van de kinderen elke dag fruit. Op gebiedsniveau zijn de verschillen klein, maar valt Holy-Zuid enigszins negatief op. Aandeel van de 0-12 jarigen dat iedere dag fruit eet, naar gebied (in %) Holy-Noord 58 Holy-Zuid 51 Vlaardinger Ambacht West 61 63 Centrum en Rivierzone 55 0 20 40 60 80 100 % De momenten om fruit te eten zijn wat meer divers. 60 procent van de kinderen eten fruit thuis als tussendoortje, gevolgd door 28 procent op school. De helft van de kinderen eet dan 1 stuk fruit per dag. Groente Gemiddeld eet 33 procent van de kinderen iedere dag groente. Op gebiedsniveau zijn de verschillen wederom klein, maar ook hier scoort Holy-Zuid wat lager dan gemiddeld.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 9 Aandeel van de 0-12 jarigen dat iedere dag groente eet, naar gebied (in %) Holy-Noord 36 Holy-Zuid Vlaardinger Ambacht West Centrum en Rivierzone 29 32 32 35 0 20 40 60 80 100 % De meeste kinderen eten tussen de 50 en 100 gram groenten per dag. Dat komt overeen met ongeveer 1 à 2 opscheplepels per dag. Het voedingsblok werd afgesloten met enkele stellingen waarop de ouders en hun kinderen konden reageren. Het onderwerp was groente en fruit. Aandeel van de ouders dat het (helemaal) eens is met onderstaande stellingen met betrekking tot groente en fruit. Mijn kind vindt fruit lekker 89 Mijn kind vindt groente lekker 66 Fruit is goedkoop 24 Groente is goedkoop 33 Fruit is gemakkelijk klaar te maken en op te eten 79 fruit is gemakkelijk mee te nemen naar school Groente is gemakkelijk klaar te maken en op te eten 71 73 Groente is makkelijk mee te nemen naar school 35 0 20 40 60 80 100 % De ouders zijn het met de meeste stellingen duidelijk eens. Over de kosten van groente en fruit zijn de meningen meer verdeeld. Dit geldt ook voor het meenemen van groente naar school. Een net zo groot aandeel van de ouders is het oneens met deze stelling.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 10 Conclusie In de programmabegroting van de gemeente Vlaardingen is onder andere een doelstelling opgenomen betreffende sport en bewegen. Zo is het bijvoorbeeld een doel om het aantal Vlaardingers dat voldoet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen toe te laten nemen. De voorliggende monitor diende ervoor om te kunnen meten wat de stand van zaken is op het gebied van sport- en beweeggedrag. Van de bevolking van 18 jaar en ouder in Vlaardingen voldoet 42 procent aan de beweegnorm (NNGB). Dit is fors minder dan gemiddeld in Nederland (62%), maar redelijk vergelijkbaar met het aandeel in Schiedam. Het is bekend dat kinderen in de basisschoolleeftijd het meest aan sport doen. Dit is in Vlaardingen eveneens te zien. In de puberteit neemt dit sterk af en op volwassen leeftijd blijft dit redelijk constant, waarna rond de leeftijd van 70 jaar de wil en de mogelijkheden om aan sport te doen afnemen. Het verbaast dus niet dat de sportdeelname en beweegnormen onder de jongste leeftijdscategorieën in Vlaardingen hoog scoren. Bovendien was de inzet van de gemeente Vlaardingen de afgelopen jaren juist op deze groepen gericht. In vergelijking met landelijke referentiecijfers gaat het met name om de volwassenen die lager scoren op de diverse normen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen sociaal-economische factoren enerzijds en gezondheid, bewegen en sportdeelname anderzijds. Groepen moet een lage sociaal economische status vertonen over het algemeen een minder gezonde leefwijze en doen minder aan sport. Voor Vlaardingen geldt dat de stad op meerdere indicatoren die invloed hebben op de sociaal-economische status, niet zo gunstig scoort: zo ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen zo n 10 procent onder het landelijk niveau en wonen er in Vlaardingen relatief veel huishoudens met een zeer laag inkomen. Bovendien kent de stad naar verhouding veel laagopgeleide inwoners. Ook het aandeel mensen dat niet werkt, ligt boven het landelijk gemiddelde. Kortom, allemaal omstandigheden die een ongunstige invloed hebben op een gezonde leefstijl. Dit verklaart mede waarom de beweegnorm en de sportdeelname van Vlaardingen (enigszins) achterblijft bij landelijke cijfers. Bovendien is het in deze omstandigheden ook moeilijker om bewegen en sporten onder de inwoners te bevorderen. Uit het huidige onderzoek komen nog enkele aandachtspunten naar voren, die wellicht van invloed kunnen zijn op de beweegnormen en sportdeelname: Vooral het aandeel allochtone vrouwen dat voldoet aan de beweegnorm (NNGB) is met 29 procent laag. Specifieke aandacht voor deze vaak moeilijk te bereiken groep is noodzakelijk; Het ontbreekt volgens de respondenten aan sporten en sportaccommodaties zoals een buitenzwembad, een schaatsbaan en een basketbalvereniging. Daarnaast geven de respondenten aan behoefte te hebben aan meer sportveldjes in de wijken en zijn zij bang dat het aanbod aan binnenzwemmen verschraald. Een aantal van deze sporten en sportaccommodaties is weliswaar in Vlaardingen aanwezig, maar blijkbaar niet onder alle inwoners even goed bekend. Enige informatie hieromtrent zou breder beschikbaar moeten komen. Meer informatie en het faciliteren van sporten die ontbreken zouden de sportdeelname wellicht kunnen verhogen; De meerderheid van de respondenten is best tevreden met de sportaccommodaties (rapportcijfer 6,7) en het sportaanbod (rapportcijfer 6,4) in Vlaardingen. Desondanks is er wel ruimte tot verbetering. Om de sport te stimuleren zou de gemeente volgens de respondenten sport goedkoper moeten maken, vooral voor mensen die het financieel moeilijk hebben en voor gehandicapten. Verder wordt aangegeven dat specifiek aanbod voor bijvoorbeeld ouderen, vrouwen of mensen met een handicap gemist wordt. Het gaat dan vaak om sportaanbod met een lagere intensiteit en meer persoonlijke begeleiding.

S p o r t m o n i t o r 2 0 1 5 P a g i n a 11 Over het algemeen kan gesteld worden dat informatievoorziening een belangrijk aandachtpunt is om zowel de beweegnormen en de sportdeelname als een gezonde leefstijl te stimuleren. Uit het onderzoek blijkt dat niet iedereen in Vlaardingen weet wat er aan (doelgroepgerichte) sport- en bewegingsactiviteiten/evenementen georganiseerd wordt. Wat voeding (eten en drinken)betreft zijn de uitkomsten positief. Men staat positief tegenover het drinken van kraanwater, men weet over het algemeen wat gezond is en wat niet, de kinderen ontbijten bijna allemaal voordat zij naar school gaan. Het eten van fruit en groente gebeurt niet elke dag, maar voor het overgrote deel wel minstens 5 keer per week. Meer informatie over dit onderzoek is verkrijgbaar bij Ton Dijkshoorn van het Kenniscentrum MVS tel. 2191008, ton.dijkshoorn@vlaardingen.nl