Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. augustus 2010 nummer 6 Tussen-evaluatie schapen Voorlopige conclusie van SNC Er is een dreigende afname van de biodiversiteit (het aantal soorten planten en dieren in een bepaald gebied). Anders gezegd: meer brandnetels en distels en minder bloemetjes en vlinders. Inleiding De gemeente Capelle aan den IJssel is in het voorjaar van 2009, een experiment gestart om 250 schapen het Schollebos te laten begrazen. SNC inventariseert al vele jaren de flora en fauna in het Schollebos. Om die reden heeft de gemeente bij de start van het experiment aan SNC gevraagd om de gevolgen voor de natuur te observeren. Na 1½ jaar maakt SNC de tussen-balans op. Wij kijken kritisch te rug en constructief vooruit. Daar waar nodig doen wij voorstellen tot verbete ring van dit experiment. Aan de gemeente de keuze om dit schapen experiment al dan niet bij te stellen. 27-04-2009 wethouder Martin Ponte met de schaapsherder bij de start van het drie-jarig proefproject, dat door de politiek eind 2011 geëvalueerd gaat worden. Gemeente bij de start van dit experiment. Er ontstaat een hogere belevingswaarde van het Schollebos. Mensen vinden schapen leuker dan een maaimachine. Bovendien ontstaan bloemrijke grasstroken door de schapen kort en intensief te laten grazen. Dit trekt vogels, hommels, bijen en vlinders aan. Ook krijg je dan een natuurlijk verloop van gras naar bomen, minder brandnetels en meer vrolijke bloemetjes.
zomerbloei voorjaarsbloei Doel volgens de gemeente: recreatie en ecologische vooruitgang. Als het doel van begrazing door schapen is het creëren van meer bloemrij ke grasstroken, dan is een gedetailleerd begrazingsplan onontbeerlijk. In zo n plan dient aangegeven te worden hoe vaak, hoe lang, hoe frequent, in welke maand, en met hoeveel schapen er gegraasd moet worden. Een goed begrazingsplan is tot op de dag nauwkeurig uitgestippeld. Zelfs met een goed plan is het resultaat niet voorspelbaar. Het zomaar los laten van 250 schapen in het Schollebos, zal dus nooit ecologische vooruitgang tot gevolg kunnen hebben. Werkwijze van gemeente voordat er sprake was van begrazing door schapen: Oevers en boszomen werden slechts één maal per jaar, na de zomerbloei, gemaaid. Het gras in het midden werd meermalen per jaar machinaal gemaaid. Resultaat: wandelaars kunnnen genieten van mooie bloemrijke zones met vlinders en andere insecten. De praktijk tot nu toe In juli 2010 blijkt dat er gebieden zijn aangewezen, die door de schapen gewoon kaalgevreten moeten worden. En dat gebeurt ook. gele lis Werkwijze bij het begrazings experiment: De schapen hebben één keer voor de bloei de beplanting weggevreten. Daarna werd er niet meer gegraasd en ook niet meer machinaal gemaaid. Resultaat: omdat de planten nog niet gezaaid hebben, ontstaat een totale verruiging, met distels en brandnetels, zoals op onderstaande foto is te zien. brandnetel en distel
Gevolgen van de tot nu toe toegepaste begrazing: er zijn minder plant- en diersoorten in het Schollebos. Door SNC gesignaleerde feiten 1. Vrijwel alle voorjaarsbloeiers langs de bospaden en bosranden werden al voor de bloei massaal weggevreten, waardoor deze geen zaad konden verspreiden zoals bijvoorbeeld fluitenkruid en lookzonder-look. Daardoor waren er voorjaar 2010 minder vlinders in het Schollebos, terwijl er landelijk juist een verbetering te zien was. zomerbloei weggegraasd zomerbloeiers 3. Alle zomerbloeiers langs begraasde oevers en bosranden werden eveneens voor of tijdens de bloei weggevreten. Daardoor ook in deze periode minder vlinders. Verder verdwenen broed- en schuilplaatsen van vele soorten vogels en andere dieren. citroenvlinder 2. Riet (op het land) werd weggevreten tijdens het broedseizoen van de kleine karekiet en bosrietzanger. Door het vroegtijdig verdwijnen van het riet geen schuil plek meer voor riet- en moerasvogels zoals waterral, waterhoen en andere rietvogels. schapen in t riet 4. Na ruim 1½ jaar nog niet één nieuwe plantensoort ontdekt op plekken waar de schapen hebben gegraasd of gelopen. Dus geen toename van biodiversiteit (meer plant- en diersoorten) en geen bloemrijke gazons 5. Waar de schapen in het voorjaar de bosranden kaal gevreten hebben, groeien nu voornamelijk brandnetel, distel en zaailingen van bomen, of zijn de randen gewoon kaal gebleven.
6. Bedrijven die schaapskudden beheren of hierin adviseren, beweren dat schapenbegrazing zorgt voor verschraling en meer variatie. Maar over de exacte effecten is eigenlijk heel weinig bekend. (bron: Wageningen UR (University & Research centre) dagpauwoog Hogere recreatieve belevingswaarde. De aanwezigheid van de schaapskudde heeft wel degelijk een toegevoegde waarde op recreatief gebied. Op jaarbasis komen enkele honderden mensen schaapjes kijken. 7. Schapenbeheer leidt ook tot klachten. Veel bezoekers van het Schollebos vinden het leuk om de schapen even te zien. Vele anderen ergeren zich aan de overlast. De enorme hoeveelheid schapenpoep op paden en gazons, die daardoor moeilijker of zelfs helemaal niet meer begaanbaar zijn. Geluidsoverlast door de bladblazer die probeert de schapenpoep op de paden aan de kant te blazen. Andere klachten die SNC hoort, zijn o.a.: Het bos is er niet mooier op geworden Kaalslag langs oevers en bosranden. Het is een kale boel, alle bloeiende planten zijn weg. Het is alleen maar groen en saai. Het stinkt naar de schapenstront, Ik kan op veel plaatsen niet meer langs de singel kuieren, want het is één en al distel. De herderin gaat niet goed met haar hond om. 8. Het aantal vlinders is afgenomen. Landelijk lag het aantal vlinders in dit voorjaar wat hoger dan gemiddeld. Vlinders zijn afhankelijk van bloeiende planten. 9. In de schaapskudde heerst Rotkreupel. Ondanks herhaalde waarschuwingen (verspreiding van deze zeer besmettelijke ziekte, dierenleed), werd tot nu toe de kudde nog steeds niet hiervoor behandeld.
Rotkreupel De schapen in het Schollebos hebben last van rotkreupel. Rotkreupel is een hoefontsteking. Daardoor kunnen de schapen soms niet meer op hun poten staan. Zij gaan daarom maar op hun knieën gras vreten. Mensen reageren hierop door te roepen: Oh kijk eens, wat schattig he? Die luiwammes staat op zijn voorknietjes te eten! Rotkreupel is een zeer pijnlijke besmettelijke aandoening. Dit betekent dat er een grote verspreiding binnen de kudde op kan treden. Ook kunnen ze de ziekte naar andere gebieden verspreiden. Rotkreupel is goed te bestrijden (hoefjes kappen, vaccinatie, antibiotica, desinfectiebaden). Dit is wel kostbaar. Voorlopige conclusies van SNC 1. Verschraling van de grond als argument voor schapenbeheer, gaat niet lukken. Verschraling: de grond voedselarm maken, zodat er meer soorten planten komen. In het Schollebos ligt vruchtbare klei/zavelgrond. Bovendien wordt de grond nu verrijkt door de grote hoeveelheden schapenpoep en urine. 2. Geen vastgesteld natuurdoel en een bijbehorend begrazingsplan. Grondige kennis van het effect van begrazing ontbreekt. 3. Afname van de aantallen en soorten planten en dieren. 4. Toename van ruigteplanten zoals Brandnetel en Distel. Deze verruiging geeft een negatief belevingsgevoel van de recreant. 5. Minder belevingswaarde van het Schollebos door verdwijnen van grote hoeveelheden bloeiende planten en dieren die daarvan afhankelijk zijn. Het resultaat van het graasgedrag van deze schapen wordt geassocieerd met kaalslag. 6. Op plaatsen waar de schapen lang staan wordt het gras slecht gegeten door vervuiling met grote hoeveelheden schapenpoep en urine. 7. De diergeneeskundige verzorging van de kudde laat te wensen over. Veel schapen liepen in juli 2010 ernstig kreupel vanwege de zeer besmettelijk ziekte Rotkreupel. De volledige tussen-evaluatie kan u op verzoek per email gezonden worden. Deze nieuwsbrief bevat slechts een korte samenvatting daarvan.
Voorstellen tot verbetering 1.Tijdens de voorjaar- en zomerbloei bospaden vermijden. 2.Bosranden langs gazons tijdens de voorjaar- en zomerbloei afschermen, zodat de schapen er niet bij kunnen. Pas na de bloei laten begrazen; 1e keer half juli, 2e keer in september. 3. Oevers afschermen en pas in september één keer laten begrazen. 4. Ruige weides: twee keer laten begrazen in half juli en september. 5. Schapen minder opstallen op te kleine plekken. Meer met de schapen rondwandelen. 6. Bestrijding van de reuzenberenklauw: Deze planten groeien niet in het bos, maar langs de bosranden. Het gaat slechts om enkele exemplaren. Die kunnen beter gemaaid dan wel uitgestoken worden. 7. Langs de singels de bestaande graspaden toegankelijk houden door ze machinaal te maaien. 8. Schapen minder in het Schollebos laten grazen en hen andere plekken in Capelle aanbieden. Bijv. op een lange dijk zetten. Ruimte hiervoor genoeg in Capelle; op brede grasstroken bij Kade Ringvaart, stroken in Schollevaar en bij de Algerabrug. 9. Het maai- en begrazingsplan beter op elkaar afgestemmen. 10. Niet zomaar een kudde schapen loslaten in het Schollebos zonder een van te voren vastgesteld natuur-einddoel (ge wenst eindbeeld) en een bijbehorend graasplan, waarop aangestuurd kan worden. Maak een tijdgebonden wandelschema. 11. Een betere diergeneeskundige verzorging voor deze schapen. Bronnen www.capelleaandenijssel.nl Gemeente Capelle aan den IJssel. Persbericht 06-03-2009. Gemeente Capelle aan den IJssel. Ongedateerde plattegrond als bijlage bij maaicontract Schollebos. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. en Wijknatuurteam Alexander;:Inventarisatie Flora en Fauna Schollebos. Seyen, Sarah (2009). Begrazing in natuurbeheer: een praktische gids. Onuit-gegeven verhandeling, Katholieke Hogeschool Kempen, Industriële en Biowetenschappen Geel. http://handle.net/2161/ etd.4768. www.wassum.nl. www.resource.wur.nl/wetenschap/detail/ schaap kan weinig itrichten/ Bureau Oranjewoud. Natuurtoets Schollebos, 24-11-2009, projectnr. 203268 Offerte M.A. Oosthoek, Berkel en Rodenrijs, 25 november 2009, gericht aan Gemeente Capelle aan den IJssel, t.a.v. De heer J. van Zijl. 1½ jaar dagelijkse observatie door SNC. http://www.dapschagen.nl/schapen/gezondheid/rotkreupel/index.html http://www.intervet.nl/nieuws/schaap/ Rotkreupel.aspx http://www.vlindernet.nl/doc/ Nieuwsbrief_2010-06_juni.pdf http://resource.wur.nl/student/detail/ voor_de_kudde_uit_in_nederland/ Foto s SNC Oproep om natuurvriend(in) te worden Als u ons financieel wilt steunen, kunt u uw bijdrage overmaken op: banknummer 42 89 550 t.n.v. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel en omgeving te Capelle aan den IJssel.