Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling. JAARVERSLAG Januari December 2010

Vergelijkbare documenten
Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen. JAARVERSLAG Januari December 2011

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen. JAARVERSLAG Januari December 2009

Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel. JAARVERSLAG Januari December 2008

Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling Vlaanderen. JAARVERSLAG Januari December 2012

Ouderenmis(be)handeling. Zwijgen biedt geen uitkomst

Vlaams meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel

Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik

Ouderenmis(be)handeling. Je ziet het pas als je het gelooft.

Provincieraadsbesluit

Doorbreek het taboe Els Messelis Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen -HuBrussel 18 december Els Messelis

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling VLOCO. JAARVERSLAG Januari December 2013

Graag informeer ik hierbij naar de werking van de Zorginspectie met betrekking tot het toezichtsdomein gehandicaptenzorg.

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

Risicotaxatie-instrument voor ouderenmis(be)handeling 14 juni 2013

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Resultaten bevraging van de Logo s. Suggesties voor een betere lokale samenwerking

Voor meer info: Hilde Rekkers

Verschijnt driemaandelijks JAARGANG 12 NUMMER 41 mei Verantw. uitgever : Dr. Conings Johan, p/a O.C.M.W.-Gasthuisstraat Lanaken

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

MDO in de Kempen. Een gedragen toekomstperspectief. Dr. Jos Weyts Huisarts, bestuurder SEL Kempen

Functiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie

EEN SOCIALE KAART, WAT BETEKENT DIT?

Algemeen Welzijnswerk

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Voorstelling Initiatief vrijwillige bewindvoering

Bondenberaad Groot Goes, 16 september 2013

alle campagnefoto s Maak het mee : Paul Delaet provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

Planning spuitenruil Provincie West-Vlaanderen 2013

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Elektronische nieuwsbrief 14 februari 2008 Jaargang 4 - nummer 1

Ouderenmishandeling Workshop 15 oktober 2015

SAMENWERKINGSAKKOORD GENT

Provincieraadsbesluit

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

VR DOC.1168/1BIS

VERZOEKSCHRIFT. over het Vlaams beleid inzake thuisgeweld VERSLAG

Jaarverslag 2014 VLOCO. Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling. versterkt welzijn. Jaarverslag.indd 1 29/05/15 12:02

Continuïteit. Bemiddeling

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Verslag aan de Provincieraad

ZORGNETWERKEN. Minder mazen en meer net

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

VR DOC.0082/1BIS

Algemeen. Gemeente: Hasselt. Provincie: Limburg. Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt

Visietekst PRAGT Perinataal Regionaal Ambulant GezinsTraject

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

Verdere informatie is te vinden in de statuten van de vzw, zoals gepubliceerd in het staatsblad van 22/03/2007.

Family Justice Center Mechelen Korte Keten. Raadscommissie Welzijn 08/05/2017

Grensoverschrijdend gedrag

WAT IS OUDERENMIS(BE)HANDELING?

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

4. JAARPLAN BEGROTING INDICATOREN 2012 Dienst Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg JAARPLAN 2012

Jeugd gezond heids zorg jaar

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP)

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Actieplan LOP Gent Basisonderwijs

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND

eerstelijnszones Waas & Dender Afstemmingsoverleg VAPH 11 juni 2018

Gezondheids- en Welzijnsbeurs Sint-Niklaas verslag 24-28/11/05

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president,

Organisatie van de Zorg

Ketenaanpak in Antwerpen

VERENIGING VLAAMSE OCMW-SECRETARISSEN AFDELING WEST-VLAANDEREN

Op zaterdag 21 mei organiseerde Plazzo een Trefdag Zelfzorg rond het thema vernieuwen en verjongen van je vereniging.

Convenant tussen OCMW Lier en Huisartsenvereniging Lier en Omstreken

TANDEMplus, het mobiele crisisteam van HERMESplus T REGISTRATIECIJFERS

Overlast en GAS: een geslaagd huwelijk?

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie

Gemandateerde voorzieningen

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Aanvraag van subsidies voor projecten toegankelijkheid sport en jeugdwerk voor kinderen in armoede

Ontwerp WRG-jaarplan 2010

Ouderenmishandeling en de rol van de SPV in de ouderenzorg

REGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout)

nr. 470 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 8 maart 2017 aan JO VANDEURZEN Meldpunt Oproepen 2016

TOOLS I.F.V. EEN VLOT VERLOOP VAN DE CSR DIALOOGGROEP BIZ CENTRAAL- & ZUID-WEST-VLAANDEREN

F U N C T I E P R O F I E L

WAT IS ZORGREGIE? VAN PROVINCIALE CENTRALE WACHTLIJST NAAR ZORGREGIE

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

Transcriptie:

Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling JAARVERSLAG Januari December 21 1

1 Inleiding... 3 2 Algemene situering... 4 2.1 Wat verstaan we onder ouderenmis(be)handeling? Een definitie:... 4 2.2 Vormen van ouderenmis(be)handeling (typologie)... 5 3 Beknopte historiek... 7 4 Huidige structuur Vlaams Meldpunt OMB en Steunpunten OMB... 8 4.1 Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling... 8 4.2 Huidige werking Steunpunten Ouderenmis(be)handeling... 1 5 Doelstellingen Vlaams Meldpunt OMB... 11 6 Activiteitenverslag... 22 6.1 Aantal meldingen en de gestelde hulpvraag... 22 6.2 Waar woont het slachtoffer?... 24 6.3 Wie zijn de melders?... 28 6.4 Vormen van mis(be)handeling... 29 6.5 Leeftijdscategorieën slachtoffer... 31 6.6 Relatie tussen pleger en slachtoffer... 32 6.7 Geslacht van Slachtoffer... 33 6.8 Probleemfactoren pleger... 34 6.9 Probleemfactoren slachtoffer... 36 7 Conclusies en aanbevelingen... 38 7.1 Interventieaanpak: lokale aanspreekpunten... 38 7.2 Ouderenmis(be)handeling is ruimer dan intrafamiliaal geweld... 38 7.3 Juridische knelpunten... 39 7.4 Registratie... 41 7.5 Vorming en sensibiliseringsmateriaal... 41 7.6 Specifieke aandacht voor de doelgroep ouderen... 41 7.7 Specifieke aandacht voor de problematiek in de bestaande hulpverlening. 42 8 Ter afsluiting... 43 2

1 Inleiding Via dit jaarverslag hopen we de problematiek van ouderenmis(be)handeling in de thuissituatie op Vlaams niveau verder (her)kenbaar te maken en de bevoegde overheden en betrokken organisaties te wijzen op de niet te ontkennen problematiek, met name ouderenmis(be)handeling in de thuissituatie. In de eerste plaats is het Vlaams Meldpunt een organisatie voor informatie- en adviesverstrekking. Daarnaast biedt het Vlaams Meldpunt een luisterend oor. Bij een vraag naar interventie wordt de situatie doorgegeven aan de best geplaatste hulpverleningsinstantie. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de provincie waarin het slachtoffer woont en met het al dan niet reeds aanwezige hulpverleningsen sociaal netwerk. Iedereen, zowel de brede bevolking als professionelen, die in aanraking (kan) komen met een (vermoeden van een) situatie ouderenmis(be)handeling, kan terecht bij het Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling. In dit document staan we in eerste instantie stil bij het fenomeen zelf. Er wordt toegelicht wat begrepen wordt onder ouderenmis(be)handeling en onder welke verschijningsvormen het fenomeen zich manifesteert zoals beschreven in de literatuur rond de problematiek. Verdere uitdieping van de problematiek vindt u terug in het activiteitenverslag van het Vlaams Meldpunt. Vervolgens willen we u een beknopt historisch overzicht meegeven om zicht te krijgen op de evolutie van de aanpak van Ouderenmis(be)handeling. In een vierde hoofdstuk wordt de huidige werking van het Vlaams Meldpunt en de steunpunten toegelicht. De doelstellingen van het meldpunt worden in het vijfde hoofdstuk geformuleerd en er wordt toegelicht welke stappen er dit jaar ondernomen zijn om de doelstellingen te kunnen bereiken met aansluitend een overzicht van de vergaderingen en vormingen die gevolgd zijn in 21. Het activiteitenverslag is opgenomen in een volgend deel. Hierin zijn de cijfergegevens verwerkt van de meldingen die in 21 binnengekomen zijn in het Vlaams Meldpunt en de actieve steunpunten. We ronden af met een aantal conclusies en beleidsaanbevelingen vanuit onze ervaringen en expertise met de problematiek. De medewerkers binnen het Vlaams Meldpunt - Iris De Roeck, medewerker beleid en vorming, Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - Ann Moreels, medewerker hulpverlening, Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - Ans Geers, medewerker vorming, Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling Directeur van CAW Zuid-Oost-Vlaanderen vzw is Marc Baele. 3

2 Algemene situering De vergrijzing van de bevolking houdt in dat een steeds grotere groep van ouderen door de beperkte residentiële opvangmogelijkheden, langer thuisblijft en hieraan gerelateerd potentieel slachtoffer kan worden van mis(be)handeling. De Vlaamse overheid stimuleerde de aanpak van ouderenmis(be)handeling tot 3 juni 27 door subsidiëring van projecten in de thuiszorg. Sedert 1 juli 27 werd het Vlaams Meldpunt door de Vlaamse overheid structureel erkend binnen het algemeen welzijnswerk. 2.1 Wat verstaan we onder ouderenmis(be)handeling? Een definitie: Onder mis(be)handeling van een ouder persoon (iemand van 55 jaar of ouder) verstaan we al het handelen of nalaten van handelen van al diegenen die in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt dan wel vermoedelijk zal lijden en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. (Comijs e.a. 1996, p. 18) Deze gehanteerde definitie van ouderenmis(be)handeling is opgebouwd uit verschillende criteria en dient te worden bekeken in het licht van onderstaande opmerkingen: - Bij de diagnose van de melding binnen het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling en de Steunpunten Ouderenmis(be)handeling wordt vertrokken vanuit de beleving van het slachtoffer en/of de melder. De hulpverlener moet zich echter voldoende neutraal opstellen teneinde een waarheidsgetrouwe diagnose te kunnen stellen. - Het slachtoffer van ouderenmis(be)handeling is 55 jaar of ouder. Het stellen van een leeftijdsgrens dient om het werkterrein van de specifieke hulpverlening met betrekking tot ouderenmis(be)handeling praktisch af te bakenen. - Er is sprake van een persoonlijke en/of professionele relatie tussen slachtoffer en diegene die mis(be)handelt. Hierbij speelt het wederzijdse vertrouwen een centrale rol. - We spreken van actieve ouderenmis(be)handeling als de pleger een handeling stelt die leed veroorzaakt bij de oudere. Passieve mis(be)handeling is het niet stellen van bepaalde gewenste handelingen, bijv. de oudere onvoldoende eten geven. - We spreken reeds over ouderenmis(be)handeling bij een éénmalige handeling of het nalaten van een handeling als dit door het slachtoffer als mis(be)handeling wordt beleefd. - Ouderenmis(be)handeling kan intentioneel zijn, de pleger heeft dan de bedoeling de oudere te kwetsen, zoals het stelen van dagelijkse 4

levensmiddelen of materialen voor verzorging. In andere situaties is men zich niet bewust (niet-intentioneel) van de gevolgen van zijn handelingen voor de oudere, zoals de oudere vastbinden overdag opdat deze niet kan rondlopen en dus ook niet kan vallen. - Het is belangrijk om signalen steeds te bekijken binnen de specifieke situatie van de oudere en zijn omgeving. Toegenomen (lichamelijke, psychische, ) afhankelijkheid; zorgstress, bijv. onkunde of onwetendheid van de verzorger; de familiegeschiedenis, bijv. aanwezige machtsverhoudingen die wijzigen, e.a. kunnen tot ouderenmis(be)handeling leiden. - Signalen van ouderenmis(be)handeling kunnen heel subtiel zijn en zijn voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar. Alle vermoedens of situaties van ouderenmis(be)handeling, volgens bovenstaande definiëring, binnen Vlaanderen kunnen gemeld worden aan het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling. 2.2 Vormen van ouderenmis(be)handeling (typologie) We onderscheiden volgende vormen van ouderenmis(be)handeling: - Fysieke of lichamelijke mis(be)handeling (Knijpen, duwen, trekken, vastgrijpen, slaan, schoppen, schudden, verbranden, aan het haar sleuren, laten vallen, onverantwoord vastbinden, onrechtmatig toedienen van medicijnen ) - Seksueel misbruik (Ongewenste intimiteiten, aanranding, verkrachting, zich onnodig moeten uitkleden ) - Psychische mis(be)handeling (Schelden, pesten, intimideren, chanteren, dreigen, vernederen, infantiliseren, negeren, familiale en/of sociale contacten van de oudere niet toelaten ) - Financieel en materieel misbruik (Stelen van geld of eigendom, misbruik maken van goedgelovigheid, giften eisen, onder valse voorwendselen toe-eigenen van bezittingen, misbruik van volmachten, erfenisbejaging ) - Verwaarlozing (Onvoldoende of niet-aangepaste voeding geven, niet voldoende medische zorg bieden ) - Schending van rechten (Onrechtmatig schenden van het recht op vrijheid, privacy, zelfbeschikking, bijvoorbeeld ongevraagd post lezen of achterhouden, iemand nooit alleen laten, geen bezoek toelaten ) 5

In de registratie van ouderenmis(be)handeling nemen we twee vormen van ouderenmis(be)handeling bijkomend op, die onder bovenstaande vormen kunnen worden geklasseerd maar die een aanzienlijke meerwaarde betekenen in functie van registratie van de problematiek. - Verzorging laat te wensen over (De oudere krijgt verzorging maar die laat te wensen over, er is geen sprake van verwaarlozing) - Multiple problem-situaties [Situaties waar verschillende vormen (met name 3 of meer) van ouderenmis(be)handeling samen voorkomen] De vormen zullen verder besproken worden in het activiteitenverslag van het Vlaams meldpunt. 6

3 Beknopte historiek Het Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling is ontstaan eind 22 vanuit de oproep van de WHO om de aandacht rond het fenomeen van ouderenmis(be)handeling te vergroten. Uit het rapport van de VN van januari 22 betreft Consideration of the draft outcome document for the World Assembly on Ageing wordt duidelijk dat er een aantal specifieke maatregelen dienen getroffen te worden om deze problematiek aan te pakken. In 23 is het eerste projectjaar van het Vlaams Meldpunt gestart en werd het Vlaams Meldpunt steeds jaar na jaar als project erkend en gefinancierd. De Vlaamse minister van Welzijn heeft halverwege juni 27 het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling erkend als structurele organisatie. Op basis van deze erkenning kon een extra medewerker worden aangeworven, zodat het team van het Vlaams Meldpunt uit 2 voltijdse krachten bestaat. Tegelijkertijd echter vielen de projectsubsidies voor de provinciale steunpunten en het steunpunt Brussel weg. Om dit op te vangen heeft de Vlaamse overheid een convenant opgemaakt die als doel heeft de samenwerking te regelen tussen de Vlaamse overheid, de 5 Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Deze convenant werd door alle partijen ondertekend op 3 januari 28. Daarnaast blijft het Vlaams Meldpunt alles op alles zetten inzake sensibilisering, taboedoorbreking, registratie, deskundigheidsbevordering, opstarten van hulpverlening en het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. Dit jaarverslag probeert een weergave te zijn van de dagelijkse werking van het Vlaams Meldpunt Een knelpunt dat we in de voorbije jaren ervoeren is het feit dat er in de convenant geen duidelijke engagementen voor de provincies zijn opgenomen. Dit geeft hen de ruimte om hun eigen invulling te geven. Zo kan er gekozen worden voor een maximale invulling, zoals het opnemen van een intermediaire rol bij interventievragen, sensibilisatieacties, vorming, ed. De convenant laat echter ook ruimte voor een minimale invulling, zoals een bijdrage leveren tot vorming, overleg en deskundigheidsbevordering. In de praktijk zien we dat sommige provincies bewust kiezen voor deze minimale invulling. Sinds de afsluiting van deze convenant hebben de leden van de stuurgroep convenant gepleit voor een herziening van het document. Tijdens het overleg van 3 november 21 heeft de Vlaamse overheid toegelicht dat de convenant zal worden herzien in de loop van 211. In 21 werd hiertoe de eerste aanzet gegeven. 7

4 Huidige structuur Vlaams Meldpunt OMB en Steunpunten OMB 4.1 Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling Het Vlaams meldpunt werd sedert 1 juni 27 door de Vlaamse overheid structureel erkend waardoor werkingsmiddelen werden verdubbeld en er 2 voltijdse werknemers in dienst konden genomen worden. Het Vlaams Meldpunt heeft volgende algemene taken: Geldt als eerste aanspreekcentrum voor alle vragen rond (vermoedens van) situaties ouderenmis(be)handeling. Verzorgen van onthaal van de melder en het bieden van informatie en advies. Indien verdere ondersteuning nodig is verwijst het meldpunt gericht door. Centralisatie en registratie van de meldingen. Sensibiliseren. Signaalfunctie ten behoeve van het beleid. Stimuleren wetenschappelijk onderzoek. Deskundigheidsbevordering. Taboedoorbreking. In de eerste plaats is het Vlaams Meldpunt er voor iedereen die vragen heeft of een melding wil maken van (een vermoeden van) een situatie van ouderenmis- (be)handeling. Aangezien bij het meldpunt alle meldingen uit Vlaanderen binnen komen heeft het meldpunt een brede en grondige kennis van het fenomeen ouderenmis(be)handeling. Hierdoor kunnen zij gericht en vanuit praktijkervaring advies verlenen. Uit onze cijfers blijkt eveneens dat het meldpunt een belangrijke adviserende taak heeft. Zowel hulpverleners als particulieren hebben nood aan één centraal punt die een eerste analyse van de situatie maakt. Zo wordt er gericht geanticipeerd op de vraag van de melder. Adviesvragen worden op een deskundige manier beantwoord. Daarnaast kan het meldpunt op een professionele wijze aftoetsen of een interventie gewenst is. In samenspraak met de melder zal het meldpunt het dossier doorverwijzen naar de steunpunten ouderenmis(be)handeling, die een specifieke aanpak van de situaties garanderen (indien er een steunpunt actief is, zie verder). Op deze manier is een goede samenwerking tussen het meldpunt en de steunpunten gegarandeerd. Over de jaren heen is duidelijk geworden dat ouderen, zeker wanneer er sprake is van mis(be)handeling, nood hebben aan deze specifieke aanpak. Ouderen vinden immers moeilijk hun weg in een algemene aanpak. Vandaar dat ook de stuurgroep het belang van het Vlaams Meldpunt benadrukt. Dit omdat het meldpunt reeds heel wat expertise en bekendheid heeft opgebouwd in functie van deze specifieke benadering. 8

Een uniforme registratie stelt ons in staat een inzicht te krijgen in het fenomeen waardoor de kennis inzake ouderenmis(be)handeling bevorderd wordt en beleidsgerichte signalering mogelijk gemaakt wordt. Binnen het Vlaams Meldpunt worden zoveel mogelijk gegevens bevraagd en ingevoerd in de databank. Via gerichte vragen doen we aan situatie- en probleemanalyse. Zo verkrijgen we een zicht op de vormen van ouderenmis(be)handeling. Dit zijn situatie die werden aangemeld bij het Vlaams Meldpunt. Daarnaast zijn we ons bewust dat er ook meldingen rechtstreeks terechtkomen bij verschillende hulpverleningdiensten. Deze hulpverlening speelt een belangrijke rol in de probleemaanpak binnen die situaties, maar worden niet als ouderenmis(be)handeling apart geregistreerd. Bijgevolg misloopt het meldpunt een schat aan registratiegegevens. In dit opzicht is het Vlaams Meldpunt de best geplaatste organisatie om deze situaties te centraliseren. Het meldpunt zoekt daarvoor steeds naar mogelijke samenwerkingen rond registratie. Zo, bijvoorbeeld, heeft het Vlaams Meldpunt in de loop van 21 samengewerkt met de verschillende Diensten Maatschappelijk Werk (DMW) van de ziekenfondsen in Oost-Vlaanderen. Er werden engagementen opgenomen rond registratie van de problematiek. Het meldpunt heeft in samenspraak met de verschillende ziekenfondsen Oost- Vlaanderen een aangepaste registratiefiche ontworpen (zonder contactgegevens van cliënten). Deze cijfers werden aan het Vlaams Meldpunt doorgegeven met als doel een zicht te krijgen op de situaties waar de DMW van de verschillende ziekenfondsen mee aan de slag gaan, maar waarbij er geen interventie of adviesvraag is naar het Meldpunt toe. Dit project ging oorspronkelijk van start vanaf 1 januari 21 voor een proefperiode van 6 maanden. Na deze proefperiode werd beslist om dit project verder te zetten tot en met december 21. Deze cijfers zijn dan ook vervat in het activiteitenverslag. Concreet betekent dit dat er in de eerste helft van 21 27 situaties werden geregistreerd en in de tweede helft van het voorbije jaar betrof dit 8 situatie. Er werden dus in totaal 35 situaties doorgegeven als registratie. Een blijvende en zeer belangrijke taak blijft sensibilisatie naar zowel professionelen als de brede bevolking. Op regelmatige basis worden in vak- en populaire kranten en tijdschriften artikels gepubliceerd betreffende het thema. Het meldpunt blijft via publicaties, folders en affiches streven naar verdere taboedoorbreking en het bespreekbaar maken van de problematiek. Daarnaast blijft het meldpunt ijveren voor deskundigheidbevordering rond de problematiek. Daarvoor geeft het meldpunt regelmatig vormingen rond ouderenmis(be)handeling. Bovendien stapte het meldpunt in het jaar 21 in een Europees Daphné project Breaking the Taboo 2. Dit project heeft als doelstelling om een handboek met een curriculum te ontwikkelen die geweld tegen oudere vrouwen in familieverband behandelt en die kan geïntegreerd worden zowel in de verschillende thuiszorgsectoren als in de basisopleidingen voor zij die werkzaam zijn in de thuiszorg. Het BtT2 project (developing and testing tools to train the trainer) wordt gesubsidieerd in het kader van het Daphne III programma 27-213 door DG Justice, Freedom and Security van de Europese Commissie en wordt gecoördineerd door het Oostenrijkse Rode Kruis. Organisaties van Oostenrijk, Bulgarije, Duitsland, Portugal en Slovenië maken als partners deel uit van het project, dat loopt van december 29 tot december 211. 9

Ook België maakt deel uit van het project. Els Messelis (Lachesis en Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen cvo HUB EHSAL Brussel, afdeling seniorenconsulentenvorming) is de Belgische partner. Zij krijgt voor dit project de samenwerking van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling. Voor meer informatie over het project: surf naar: www.btt-project.eu Door relevante en actuele thema s aan bod te laten komen tijdens het jaarlijks congres ouderenmis(be)handeling willen we de professionelen zoveel mogelijk handvaten bieden om met de problematiek om te gaan. Het Vlaams Meldpunt werkt samen met Professor Verté en Dr. Liesbeth De Donder van de VUB. In 21 werd de aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een risicotaxatie instrument voor ouderenmis(be)handeling. Dit zal worden toegelicht op het Vlaams Congres 211. We zijn heel tevreden dat Minister Vandeurzen de problematiek ouderenmis(be)handeling en het Vlaams Meldpunt opgenomen heeft in het ouderenbeleidsplan (21-214). 4.2 Huidige werking Steunpunten Ouderenmis(be)handeling Oost-Vlaanderen De provincie Oost-Vlaanderen heeft tot 21 de continuering van de werking gewaarborgd. Echter werd in de loop van 21 beslist om de middelen voor het Oost-Vlaams steunpunt terug te schroeven met.5 VTE. Dit betekent dat de provincie Oost-Vlaanderen nu nog slechts 2 halftijdse casemanagers subsidieert. Antwerpen Bij het provinciebestuur Antwerpen is een team Slachtofferbeleid en Intrafamiliaal Geweld bij de dienst Welzijn belast met de opvolging van ouderenmis(be)handeling. Daarnaast wordt door de provincie geïnvesteerd in de regionale ondersteuning van de hulpverlening door 2 halftijdse medewerkers ter beschikking te stellen van 2 CAW s in Antwerpen. In de regio Turnhout kan, indien nodig, contact opgenomen worden met de cliënten zelf. Bovendien werden beide medewerkers vanaf 21 structureel verankerd. Limburg LISTELvzw heeft binnen Limburg belangrijke opdrachten in registratie, netwerkvorming en mutliproblemcasussen. Op basis van onder andere de geregistreerde gegevens van de meldingen van 27 werd door Listel, in samenwerking met de provincie Limburg, gezocht naar een manier om beter op de gestelde hulpvraag te antwoorden. In het kader van interventievragen bij ouderenmis(be)handeling investeert de provincie sinds januari 29 in het aanstellen van 2,25 VTE onthaalmedewerkers bij CAW Sonar en CAW t Verschil. Zij staan in voor onthaal, vraagverduidelijking, doorverwijzing en opvolging. Daarnaast heeft de provincie samen met Listel een webapplicatie uitgewerkt waardoor registratie vlotter kan gebeuren door de overlegcoördinatoren thuisgezondheidszorg en de onthaalmedewerkers van de 2 CAW s. Tevens is het voortaan mogelijk om de onkosten van overleg rond deze problematiek via de provincie vergoed te krijgen. 1

Brussel Tot voor het wegvallen van de subsidies was het Steunpunt Ouderenmis(be)handeling Brussel ondergebracht bij de dienst Home-info. Door subsidiëring van de GGC en de VGC werd in december 28 opnieuw een Brussels meldpunt Ouderenmis(be)handeling ondergebracht bij de dienst Home-info. Vlaams Brabant De provincie Vlaams Brabant levert contactpersonen op het terrein aan het Vlaams Meldpunt. De vier grote samenwerkingspartners zijn: Samenwerkingsinitiatief in de thuiszorg (SIT), Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), de ingebouwde CAW van de mutualiteiten (ICAW) en de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). West-Vlaanderen In West-Vlaanderen is de aanpak van de problematiek op een laag pitje gezet. Tot midden 27 werd hiervoor een CAW-personeelslid betaald. Dit werd echter stopgezet. Wanneer het Vlaams Meldpunt daar een vraag tot interventie krijgt, wordt de melder doorverwezen naar de meest gepaste dienst op basis van de sociale kaart. 5 Doelstellingen Vlaams Meldpunt OMB Het ondersteunen van de verdere uitbouw van de provinciale steunpunten en/of regionale actoren De subsidies voor de provinciale steunpunten zijn weggevallen sedert 1/7/27, waardoor hun werking in het gedrang kwam. De provincies en de Vlaamse gemeenschapscommissie sloten op 3/1/28 met de Vlaamse overheid een convenant af, waarin een minimaal engagement betreffende samenwerking met en ondersteuning van het Vlaams Meldpunt wordt aangegaan. Vanuit het Vlaams Meldpunt wordt gestreefd naar de meest actieve uitbouw van deze structuur, i.c. een eigen specifiek steunpunt, in elke provincie en in Brussel. In dit kader werd een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers van de bevoorrechte partners die voor beleidsmatige en inhoudelijke sturing zal zorgen. Daarnaast werd voor bijkomende inhoudelijke sturing een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers uit het brede werkveld. Indicatoren: o Eind 21 is de afgesloten convenant geïmplementeerd in elke provincie en in Brussel Ook in 21 werd 2 x per jaar een structureel overleg georganiseerd tussen de betrokken actoren. Dit overleg stond in het teken van de evaluatie van de convenant. Daarnaast was er eveneens overleg tussen het Meldpunt, de provinciale medewerkers ouderenmis(be)handeling en het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling om de samenwerking te bevorderen. De convenant werd in de loop van 29 en 21 door de stuurgroep geëvalueerd. Een aantal punten van deze convenant staan ter discussie. 11

Er werd besloten dat het convenant te vaag is om als beleidsinstrument impulsen te geven voor de uitbouw van een uniform, door alle sectoren op provinciaal niveau gedragen beleid inzake ouderenmis(be)handeling. Redenen daarvoor zijn: - Er zijn geen duidelijke engagementen opgenomen voor de provincies en de VGC. Het laat toe dat de provincies en de VGC hun taken in het kader van ouderenmis(be)handeling heel minimaal invullen en bestaande initiatieven afbouwen. Sommige ambtenaren bij de provincies hebben van de verantwoordelijke députés de opdracht gekregen hun werkzaamheden m.b.t. ouderenmis(be)handeling af te bouwen tot een absoluut minimum. - Het convenant is soms vaag op het vlak van de gewenste acties. Zo wordt hulpverlening vermeld, terwijl het niet duidelijk is wat hier precies bedoeld wordt: interventie, opvolging, case-management,? Het heeft bijgevolg niet kunnen garanderen dat alle provincies de inspanningen die zij rond het thema leverden met middelen van de Vlaamse overheid, na de stopzetting van de subsidiëring met eigen middelen verderzetten. De stuurgroep pleitte ervoor om het convenant niet stilzwijgend te verlengen maar daarentegen in 21 en 211 opnieuw te onderhandelen en verder te verfijnen. o Eind 21 zijn er per provincie en in Brussel provinciale netwerken actief en in het meest actieve geval specifieke steunpunten (zie verslaggeving inhoudelijk overleg + convenant betreffende een gezamelijke aanpak van ouderenmis(be)handeling voor het Vlaams Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de provincies) De convenant laat toe dat er een eigen invulling gebeurt door de verschillende provincies. Er kon gekozen worden voor een maximale of minimale invulling van de convenant. Concreet betekent dit dat er momenteel geen structureel en uniform aanbod is. In sommige provincies is gekozen voor een minimale invulling. In de loop van 21 zal de convenant worden geëvalueerd. Tijdens de laatste stuurgroep in 21 werd vanuit de administratie van de Vlaamse Overheid meegedeeld dat zij de opdracht hebben om de convenant te herwerken. De verslagen hierover zijn aanwezig op dienst. In de loop van 211 komt de stuurgroep opnieuw samen om de eerste versie te bespreken. o Eind 21 zijn de relevante regionale actoren beschikbaar (voor zover hun werking en middelen dit toelaten) (zie verslaggeving inhoudelijk overleg + convenant betreffende een gezamenlijke aanpak van ouderenmis(be)handeling voor het Vlaams Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de provincies) Met de relevante actoren werd er minimum 2 x per jaar op Vlaams niveau overlegd. In 21 kwam de Vlaamse Stuurgroep Convenant samen op 31 april 21 en 3 november 21. In 21 kwamen deelnemers van het inhoudelijk overleg samen op 18 maart 21 en 14 oktober 21. Dit werd vanaf 21 gekoppeld aan een casusoverleg met alle medewerkers van de steunpunten die casussen in de praktijk opvolgen. Zie verslaggeving stuurgroep convenant + inhoudelijk overleg o Ook in 21 is een stuurgroep actief 12

Dit werd gerealiseerd. 2 x per jaar werd een structureel overleg georganiseerd tussen de betrokken actoren. In 21 kwam de Vlaamse Stuurgroep Convenant samen op 31 april 21 en 3 november 21. Het betreft de Vlaamse en provinciale overheden, de VGC, het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling, SIT, SAW, CGG, VVSG, VVI, vertegenwoordiging van de verschillende ziekenfondsen (zie verslagen van de bijeenkomsten van de stuurgroep) Streven naar een structurele inbedding van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling in het hulpverleningsaanbod van Vlaanderen en Brussel. Het centraliseren van de meldingen rond ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen en het bieden van een luisterend oor, een informerende en adviserende functie opnemen t.a.v. iedereen die beroepsmatig en niet beroepsmatig met vermoedens van ouderenmis(be)handeling in de thuissituatie te maken krijgt uit Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (permanent) Indicatoren: o Registratiegegevens van de meldingen Elke melding wordt zowel schriftelijk als elektronisch geregistreerd. Hierbij worden volgende gegevens zoveel mogelijk bevraagd: de hulpvraag, de melder, de vorm van mis(be)handeling, de aanwezige hulp- of dienstverlening, de betrokkenheid van justitie. De registratie van deze meldingen wordt jaarlijks weergegeven en geanalyseerd in het jaarverslag. o Een gemeenschappelijke databank voor het Vlaams Meldpunt en de steunpunten, daar waar een actief steunpunt zal worden geïmplementeerd, is actief Bij iedere melding wordt een registratiefiche ingevuld en deze wordt ingevoerd in de databank. De actieve steunpunten beschikken allemaal over hetzelfde registratieformulier ouderenmis(be)handeling en kunnen deze dus gemakkelijk elektronisch doormailen zodat dit in één databank bij het Meldpunt wordt gecentraliseerd. De gegevens van de steunpunten worden eveneens in het jaarverslag van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling opgenomen. Het duidelijke profileren van het Vlaams Meldpunt en de steunpunten/regionale netwerken naar de buitenwereld (permanent). Indicatoren: o Folders zijn aanwezig en worden up-to-date gehouden. De folders werden nagekeken en er waren geen verdere aanpassingen nodig. In 21 werden extra exemplaren van deze folder bijgedrukt. o Het Vlaams Meldpunt beschikt over een centraal telefoonnummer Het Vlaams Meldpunt ouderenmis(be)handeling is elke werkdag te bereiken via het nummer 78/ 15.15.7. Het 78-nummer wordt bekend gemaakt door middel van onze website, folders, affiches, artikels en vormingen. o Een website is actief en wordt up-to-date gehouden 13

de website wordt up-to-date gehouden. De werking van de provinciale steunpunten werd kort beschreven. Op de website zijn eveneens de lezingen van de congressen van 28 en 29 en 21 te vinden. o Affiches zijn ter beschikking en worden up-to-date gehouden De affiches werden nagekeken en er waren geen verdere aanpassingen nodig. Via inventarisatie van knelpunten en analyse van registratiegegevens komen tot mogelijke bijsturing inzake de aanpak van ouderenmis(be)handeling (samenwerken met betrokken overheden aan structurele oplossingen) (permanent). Indicatoren: o Via een analyse van registratiegegevens komen tot een bundeling van knelpunten die worden ervaren. In het jaarverslag worden deze knelpunten besproken. Hieronder zijn kort de knelpunten opgelijst. Een uitdieping ervan is te vinden in het jaarverslag. Knelpunten: - Interventieaanpak: nood aan lokale aanspreekpunten - Nood aan meer wetenschappelijk onderzoek - Juridische knelpunten - Registratie - Vorming en sensibiliseringsmateriaal - Specifieke aandacht voor de doelgroep ouderen - Specifieke aandacht voor de problematiek in de bestaande hulpverlening o Een jaarverslag door het Vlaams Meldpunt Dit wordt telkens in het voorjaar gerealiseerd. Het jaarverslag kan na publicatie gedownload worden op onze website. Dit jaarverslag bevat steeds een korte schets van de problematiek, een schets van de historiek en evolutie van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling, een analyse van de registratiegegevens in de vorm van een activiteitenverslag en een aantal conclusies en aanbevelingen aan de overheid. Het Vlaams Meldpunt streeft naar een uniforme aanpak van de hulpverlening rond ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen en Brussel. Het onthaal van binnenkomende meldingen in het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling wordt voortdurend geëvalueerd en geoptimaliseerd. Indicatoren: o Alle binnenkomende meldingen worden geregistreerd en jaarlijks cijfermatig weergegeven in het jaarverslag (permanente opdracht) Elke melding wordt zowel schriftelijk als elektronisch geregistreerd. Zodra de gegevens verwerkt zijn, is de weergave van deze analyse te vinden op het Vlaams Meldpunt en in het jaarverslag. 14

o De meldingen die werden doorgegeven voor interventie naar de regionale netwerken worden voortdurend opgevolgd en geëvalueerd (permanent) Om de 6 weken is er een overleg met de casemanagers van het Steunpunt Oost-Vlaanderen. Tijdens deze overleggen worden de interventies opgevolgd. In 29 zijn in Limburg 2 1/4 FTE onthaalmedewerkers vrijgesteld voor de problematiek van ouderenmis(be)handeling. Er werd vooral telefonisch overlegd over de opgevolgde interventies. In 21 werd opnieuw intervisie gegeven aan de overlegcoördinatoren. Dit ging door op 9/11/1, 17/11/1, 23/11/1 en 24/11/1. In de regio Turnhout worden sinds 29 eveneens huisbezoeken uitgevoerd. Er wordt om de 3 maanden samen gezeten met de medewerker van de regio Turnhout en andere relevante actoren ( SIT, CM, OCMW, CGGZ, thuiszorg, ). In de regio Mechelen wordt om de 4 maanden samen gezeten met een casusgroep. Daar worden interventies in situaties van ouderenmis(be)handeling besproken. Deze groep bestaat uit: sociale dienst ziekenhuizen, huisarts, OCMW, mutualiteiten, CGGZ, JWW, slachtofferhulp, Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling, de medewerker van het steunpunt Antwerpen uit de regio Mechelen In Vlaams-Brabant worden interventievragen doorverwezen naar contactpersonen die door de provincie Vlaams Brabant aangeduid werden in overleg met het werkveld. De vier grote samenwerkingspartners zijn: SEL, CAW, Dienst Maatschappelijk Werk van de ziekenfondsen en CGG. In Vlaams Brabant worden de meldingen die worden doorgegeven aan de contactpersonen telefonisch besproken. Aangezien er in West-Vlaanderen geen interventies meer mogelijk zijn, is er in deze provincie geen overleg over opvolging van interventie. Vanaf 21 wordt viermaandelijks met alle praktijkmedewerkers van de steunpunten en het Brussels Meldpunt worden samen gezeten om interventies bij situaties van ouderenmis(be)handeling te bespreken. Dit werd telkens na het inhoudelijk overleg georganiseerd. o Dossiervorming rond de opgevolgde interventies en beschikbare verslagen van het casemanagersoverleg gecoördineerd door het Vlaams Meldpunt Om de 6 weken is er een overleg met de casemanagers van het steunpunt Oost-Vlaanderen. Tijdens dit overleg worden de interventies en knelpunten besproken. De verslagen zijn aanwezig op dienst. In 21 kwamen deelnemers van het inhoudelijk overleg samen op 18 maart 21 en 14 oktober 21. Dit werd vanaf 21 gekoppeld aan een casusoverleg met alle medewerkers van de steunpunten die casussen in de praktijk opvolgen. Het op elkaar afstemmen van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling en de steunpunten en/of regionale netwerken (29-21) Indicatoren: 15

o Eind 21 is de afgesloten convenant geïmplementeerd in elke provincie en in Brussel. De convenant is geïmplementeerd, maar er wordt gevraagd om dit aan te passen. De convenant laat toe dat er een eigen invulling gebeurt door de verschillende provincies. Er kon gekozen worden voor een maximale of minimale invulling van de convenant. In sommige provincies is het oorspronkelijke steunpunt behouden. In andere provincies werd gekozen voor een minimale invulling. 2 x per jaar wordt een structureel overleg georganiseerd tussen de betrokken actoren. Dit overleg staat in het teken van de evaluatie van de convenant. Daarnaast is er eveneens overleg tussen het meldpunt, de provinciale medewerkers ouderenmis(be)handeling en het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling om de samenwerking te bevorderen. o Ook in 21 is een stuurgroep actief. Dit werd gerealiseerd. 2 x per jaar wordt een structureel overleg georganiseerd tussen de betrokken actoren. Het betreft de Vlaamse en provinciale overheden, de VGC, het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling, SIT, SAW, CGG, VVSG, VVI, vertegenwoordiging van de verschillende ziekenfondsen. (zie verslagen van de bijeenkomsten van de stuurgroep) Op de stuurgroep wordt de evaluatie van de convenant en de overleggen met de minister besproken. Eveneens worden actuele zaken zoals het overleg op het kabinet van staatssecretaris Wathelet, het project registratie ouderenmis(be)handeling van de dienst maatschappelijk werk van ziekenfondsen Oost-Vlaanderen besproken. Realisatie van een sensibilisatiecampagne op Vlaams niveau. Het continu voorbereiden en uitvoeren van sensibilisatiecampagnes. Indicatoren: o Er is een folder voorhanden, die wordt up-to-date gehouden en permanent verspreid Diensten kunnen permanent de folders bestellen bij het meldpunt. Wanneer men minder dan 5 folders besteld is dit gratis. Indien men meer dan 5 folders besteld wordt een vergoeding gevraagd die de onkosten dekt. In 21 werd de folder herdrukt. Deze werd 21 actief verspreid. o Er is een centraal telefoonnummer in gebruik voor Vlaanderen en Brussel dat permanent bekend wordt gemaakt Dit werd gerealiseerd. Het 78-nummer wordt bekend gemaakt door middel van onze website, folders, affiches, artikels en vormingen. o Een website is actief en wordt up-to-date gehouden In 29 werd de website aangepast. De werking van de provinciale steunpunten werd geactualiseerd en kort beschreven. Op de website zijn nu eveneens de lezingen van de congressen van 28, 29 en 21 te vinden. Via deze website wordt ook het congres van 211 aangekondigd. o Affiches zijn aanwezig en worden permanent verspreid Diensten kunnen permanent affiches bestellen bij het Meldpunt. 16

o er is permanent een stappenplan PR-materiaal aanwezig dat wordt geëvalueerd en bijgestuurd Er werden artikels geschreven voor en gepubliceerd in lokale bladen, nationale bladen en gespecialiseerde pers. Er wordt jaarlijks een aanbod gedaan aan bovenstaande media. De in 21 gepubliceerde artikels zijn terug te vinden in de persmap. Ondersteunen van de sensibilisatieacties binnen de verschillende steunpunten/regionale netwerken (permanent). Indicatoren: o Overlegmomenten met de medewerkers van de steunpunten rond die initiatieven Tijdens het inhoudelijk overleg worden zulke acties uitgewisseld en onze medewerking verleend. Op dit overleg zijn alle provincies vertegenwoordigd. In 21 kwamen deelnemers van het inhoudelijk overleg samen op 18 maart 21 en 14 oktober 21. Tijdens de werkgroep ouderenmis(be)handeling in Mechelen en de werkgroep ouderenmis(be)handeling in Turnhout worden deze acties eveneens besproken. In Turnhout ging deze werkgroep door op 24 februari 21, 5 mei 21, 23 juni 21 en 7 september 21. In Mechelen ging de werkgroep door op 22 januari 21, 18 juni 21 en 8 oktober 21. De verslagen zij aanwezig op dienst o Ondersteuning en/of deelname aan de concrete initiatieven van de steunpunten/regionale netwerken Indien nodig en/of gevraagd door de steunpunten, ondersteunt of neemt het Vlaams Meldpunt deel aan deze initiatieven. Het Vlaams Meldpunt bekendmaken bij het grote publiek (permanent) Indicatoren: o De lezingen gegeven door het Vlaams Meldpunt Er worden jaarlijks lezingen en vormingen gegeven in dienstencentra, voor verzorgenden, medewerkers van de diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten, politiescholen, ziekenhuizen, De lijst is aanwezig op het Vlaams Meldpunt. o Het aantal contacten met verschillende relevante actoren binnen de dienst-, hulp- en zorgverlening Zie verslagen van de bijeenkomsten van de stuurgroep convenant. Volgende actoren zijn op deze vergadering aanwezig: Vertegenwoordigers van Vlaamse provincies, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg, vertegenwoordigers van de landsbonden en koepels van de mutualiteiten, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, SIT s, Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling en CAW Zuid-Oost- Vlaanderen, kabinet minister Vandeurzen; Ouderen Overleg Komité; Belgische Vereniging van gebruikers en mantelzorgers; Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 17

o Contacten met wetenschappelijke instellingen (hogescholen, universiteiten, binnen- en buitenlandse onderzoekscentra) om het meldpunt blijvend bekendheid te geven en de aandacht rond de problematiek te vergroten (zie verslagen) In 21 zijn er contacten geweest met Professor Verté van de VUB. o Beschikbare wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd onder impuls van het Vlaams Meldpunt of waaraan het Vlaams Meldpunt zijn medewerking verleende Weerslag van de onderzoeken of contacten zijn ter beschikbaar bij het Vlaams Meldpunt. In 21 werkte het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling samen met Professor Verté van de VUB. In 21 werd meewerkt aan het Daphne III-project Breaking the taboo two: developing and testing tools to train the trainer. België maakt deel uit van het project. Els Messelis (Lachesis en Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen cvo HUB EHSAL Brussel, afdeling seniorenconsulentenvorming) is de Belgische partner. Zij werkt hiervoor samen met het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling. Een medewerker van het meldpunt nam deel aan internationale bijeenkomsten. Het meldpunt werkt mee aan het uitwerken van het vormingsmateriaal. In 21 werd via het Europees platform AGE meegeholpen om de Europese aandacht voor het fenomeen te vergroten. Via de bijeenkomsten op het kabinet van Staatssecretaris Wathelet werd het charter (Europese charter voor de rechten en verantwoordelijkheden van ouderen met een langdurige zorg- of hulpbehoefte) besproken. Het Vlaams Meldpunt was aanwezig op de conferentie die hierover werd georganiseerd. o Bekendmaking van het Vlaams Meldpunt in de populaire, mutualistische en professionele pers Er werden in 21 artikels geschreven voor en gepubliceerd in lokale bladen, nationale bladen en gespecialiseerde pers. Er wordt jaarlijks een aanbod gedaan aan bovenstaande media. De artikels zijn aanwezig op het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling. Deskundigheidbevordering. Het continu aanbieden van vormings- en trainingspakketten (permanent). Indicatoren: o Vormings- en trainingsmateriaal is aanwezig en wordt voortdurend aangepast aan nieuwe inzichten en ontwikkelingen In 21 werd het vormingsmateriaal verder ontwikkeld. Verslagen zijn aanwezig op dienst. In 21 werd meegewerkt aan het Daphne III-project Breaking the taboo two: developing and testing tools to train the trainer. o Aantal gegeven vormingen, trainingen en opleidingen aan ouderen(verenigingen), professionelen, mantelzorgers, vrijwilligers, studenten Er worden jaarlijks lezingen en vormingen gegeven in dienstencentra, voor verzorgenden, medewerkers van de diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten, politiescholen, hogescholen, ziekenhuizen, De lijst van 18

gegeven vormingen, trainingen en opleidingen zijn beschikbaar bij het Vlaams Meldpunt. Jaarlijks congres Indicatoren: o Het jaarlijks georganiseerd congres in het kader van de World Elder Abuse Awareness day in juni In 21 werd het congres georganiseerd op 11 juni. Hieronder de thema s die tijdens het congres van 21 werden besproken. - Voorstelling Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - Screeningsinstrument voor ouderenmis(be)handeling Drs. N. De Witte, Hogeschool Gent, Vrije Universiteit Brussel - Beroepsgeheim mag geen belemmering zijn voor samenwerking Meester Jan Van De Moortel, Advocaat - De medische sector belicht: knelpunten in het heden, uitdagingen voor de toekomst, Dr. Luc Van De Ven, Klinisch ouderenpsycholoog UZ Leuven - De rol van politie en parket bij ouderenmis(be)handeling, Mevrouw Inge Deman, eerste substituut Procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde Op de website van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling zijn deze lezingen te vinden. Expertiseopbouw Het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling werkt voortdurend aan de opbouw van expertise rond ouderenmis(be)handeling. Er wordt dan ook regelmatig samengezeten met de steunpunten en andere relevante actoren (OCMW, SIT, CGGZ, ziekenhuizen,.). Indien mogelijk worden door de medewerkers relevante vormingen gevolgd. Continue opbouw van expertise (permanent) Indicatoren: o Verslagen van gevolgde nationale en internationale studiedagen, congressen en overlegmomenten De verslagen zijn aanwezig op dienst. o Recente wetenschappelijke literatuur is beschikbaar op het meldpunt Op het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling is deze wetenschappelijke literatuur aanwezig. 5.1 Bijgewoonde vormingen / voorstellingen (chronologisch) 2 april 21: Infosessie: Conflicten binnen het gezin. Hoe geraak ik eruit?, Steunpunt opvoedingsondersteuning 19

21 april 21: 'Intersectorale blik op zorg aan ouderen', Zorgcircuit GGZ Ouderen, Oudenaarde-Ronse-Zottegem 3 april 21: Studiedag oudermishandeling 'Als ze boven je hoofd uitgroeien' Antwerpen, CAW Het welzijnshuis, Provincie Antwerpen 16 juni 21: Studievoormiddag Algemeen Welzijnswerk en psychosociale problemen van ouderen, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk 1 oktober 21: Studiedag 'Armoede treft 1 op 5 ouderen', Vlaamse Ouderenraad 26 oktober 21,19 oktober 21 en 9 november 21: De kunst van het vormingdoor Kris De Ketelbutter 17 nov 21: EUSTACEA project final congerence, A European Strategy to fight elder abuse, AGE Platform Europe 19 nov 21: Studiedag 'De Taal van de traan', Hogeschool Gent, Dep. Sociaal Agogisch Werk Op sectoraal niveau: Inhoudelijk overleg met de medewerkers van de verschillende steunpunten: vergaderingen gaan door om de 4 maanden in de gebouwen van het VVP te Brussel Leden: alle (provinciale) medewerkers van de steunpunten, het Brussels Meldpunt en de medewerkers van het Vlaams Meldpunt. Stuurgroep convenant: Deze stuurgroep komt 2-jaarlijks samen om overleg te plegen tussen de betrokken actoren omtrent de problematiek. In het jaar 29 stond het overleg in het teken van de evaluatie van de convenant. Op provinciaal niveau: Werkgroep ouderenmis(be)handeling Turnhout: Deze werkgroep komt 4 maal per jaar samen. Deze werkgroep heeft als doel netwerkvorming en overleg en samenwerking rond het beleid en activiteiten betreffende ouderenmis(be)handeling in de regio Turnhout. Werkgroep ouderenmis(be)handeling Mechelen: Deze werkgroep komt 4-maal per jaar samen. Er wordt gewerkt rond netwerkvorming, informatie uitwisseling, bekijken van knelpunten, uitwerking van ondersteuning rond ouderenmis(be)handeling. Casusoverleg Intrafamiliaal Geweld (IFG) Mechelen: In deze casusgroep worden casussen van ouderenmis(be)handeling en andere vormen van IGF in Mechelen besproken. Rondetafel ouderenmis(be)handeling Vlaams-Brabant: Deze groep komt 2-maal per jaar samen. In deze rondetafel wordt de het provinciale beleid en aanpak van ouderenmis(be)handeling besproken. 2

Intervisie Limburg: Jaarlijks werkt het meldpunt mee aan een intervisie die door LISTEL vzw wordt georganiseerd. Deze intervisie heeft als doel handvaten aan te reiken aan de overlegcoördinatoren die met situaties van ouderenmis(be)handeling aan de slag gaan. Het is een moment waarop casussen kunnen worden besproken en opgevolgd. Op lokaal niveau: Vergadering voor onthaalvrijwilligers; deze vindt 3-maandelijks plaats in het Sociaal Huis Pandora; Leden: alle onthaalvrijwilligers en de coördinator van de onthaalvrijwilligers Kernvergadering: deze vindt 6-wekelijks plaats in het Sociaal Huis Pandora; Leden: alle medewerkers van het CAW Zuid-Oost-Vlaanderen vzw die gehuisvest zijn in het Sociaal Huis Pandora en beroepskrachten van andere diensten die daar ook gevestigd zijn en 2 afgevaardigden van de vrijwilligers van Pandora. Klein team: driewekelijks overleg met de verschillende leden van de dienst Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling en het steunpunt ouderenmis(be)handeling Oost-Vlaanderen. Dit vindt plaats in het Sociaal Huis Pandora Adhoc-vergaderingen: op regelmatige basis met 1 of meer leden van de diensten rond ouderenmis(be)handeling van het CAW Zuid-Oost-Vlaanderen vzw. Deze vergaderingen gaan meestal door in het Sociaal Huis Pandora. 21

6 Activiteitenverslag Vooraleer we dieper ingaan op de specifieke kenmerken van de meldingen ouderenmis(be)handeling die in het Vlaams meldpunt en de steunpunten zijn binnengekomen, willen we even blijven stilstaan bij de evolutie van de meldingen gedurende de voorbije werkjaren. Uit onderstaande grafiek kunnen we afleiden dat het aantal meldingen stabiel is ten opzichte van de laatste jaren. Zoals reeds hierboven vermeld werd er een nieuwe richting ingeslagen door het opmaken en ondertekenen van de convenant. Omdat er in dit convenant geen duidelijke engagementen voor de provincies zijn opgenomen, konden deze hun eigen invulling aan geven. Dit betekende dat een aantal provincies kozen voor een minimale invulling. Dit kwam niet ten goede aan een sluitende en uniforme werking rond de aanpak van ouderenmis(be)handeling. Het meldpunt merkt hierdoor dan ook dat bij interventievragen onze melders minder geneigd zijn om beroep te doen op onze diensten. In complexe situaties is er nood aan een onafhankelijke, neutrale persoon of instantie waarnaar interventievragen kunnen doorverwezen worden. Organisaties die aan huis komen bieden vaak diensten aan die moeten gegarandeerd worden, bijv. thuisverpleging, gezinszorg, en hebben niet de opdracht om de problemen rond ouderenmis(be)handeling aan te pakken. Voornamelijk in de Provincies waar dit aanbod niet aanwezig is, merken we dat hulpverleningsinstanties geen meerwaarde zien bij het melden van interventievragen bij complexe situaties, aangezien zij er zelf verder mee aan de slag moeten. overzicht aantal meldingen 6 5 516 52 53 499 437 4 371 42 frequency 3 276 2 1 jaar 23 jaar 24 jaar 25 jaar 26 jaar 27 jaar 28 jaar 29 jaar 21 jaar 6.1 Aantal meldingen en de gestelde hulpvraag 22

frequency percent Valid Advies Informatie Interventie Registratie 245 18 148 88 49 3,6 29,7 17,6 Total 499 1 melding vraag 3 25 2 frequency 15 1 5 Advies Informatie Interventie Registratie vraag Bedenkingen: Tussen 1 januari en 31 december 21 noteerden we 499 meldingen voor heel Vlaanderen en Brussel die binnengekomen zijn bij het Vlaams meldpunt en de steunpunten ouderenmis(be)handeling. Hierbij zijn eveneens de meldingen opgenomen die rechtstreeks bij het Brussels Meldpunt zijn binnengekomen. 53% van de melders vragen om informatie of advies over de mogelijkheden die bestaan of de stappen die men best onderneemt om een (vermoeden van een) situatie van ouderenmis(be)handeling aan te pakken. Een vraag naar interventie gebeurt in 29% van de gevallen. 17% procent van de melders vragen om dergelijke situatie te registreren, zonder meer. 23

6.2 Waar woont het slachtoffer? frequency percent Valid Antwerpen Brussel Limburg Oost- Vlaanderen Vlaams Brabant West- Vlaanderen Vlaams Meldpunt Wallonië 1 22 81 141 69 38 46 2 2 4,4 16,2 28,3 13,8 7,6 9,2,4 Total 499 1 woonplaats slachtoffer 16 14 12 1 frequency 8 6 4 2 Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams Brabant West-Vlaanderen Vlaams Meldpunt Wallonië provincie 24

Bedenkingen: Het grootste aantal meldingen komen uit de provincies Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg. In vergelijking met de andere provincies heeft Oost-Vlaanderen procentueel het grootste aantal meldingen. Daaruit kunnen we afleiden dat het Steunpunt Oost Vlaanderen inzake sensibilisering, bekendheid en interventiemogelijkheden nog steeds de voortrekkersrol opneemt. Jammer genoeg werden in 21 de middelen van het Steunpunt Oost-Vlaanderen ingeperkt. Hierdoor viel.5 VTE weg, waardoor in Oost-Vlaanderen nog maar 2 halftijdse medewerkers actief zijn. Ongeacht de veranderingen in het kader van de convenant is de Provincie Antwerpen blijven investeren in de aanpak van ouderenmis(be)handeling. De inzet bleef gelijk. Bovendien zijn de 2 CAW medewerkers bij het regionaal steunpunt ouderenmis(be)handeling structureel verankerd. Sinds 1 januari 29 is er een samenwerkingsverband gestart tussen de Provincie Limburg en 2 Limburgse CAW s (Sonar en t Verschil) rond de problematiek van ouderenmis(be)handeling. De Provincie subsidieert daartoe de CAW s elk.25 VTE voor onthaal, vraagverheldering, doorverwijzing en opvolging. Daarnaast heeft de provincie samen met vzw Listel een webapplicatie uitgewerkt waardoor registratie vlotter kan gebeuren door de overlegcoördinatoren thuisgezondheidszorg en de onthaalmedewerkers van de 2 CAW s. Taboedoorbreking, vorming en sensibilisering blijven belangrijke opdrachten voor zowel de Steunpunten als het Vlaams Meldpunt. Als we analyseren wat voor hulpvraag gesteld wordt, opgesplitst per provincie,komen we tot volgende resultaten: 25