1. Eerste opzet van een Intentie-verklaring van de vrijescholen in Nederland

Vergelijkbare documenten
WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken in het basisonderwijs

Kom met ons mee. Wij leiden u graag even rond op dit levendige plekje in Oldenzaal. Er is hier veel te leren én te beleven.

17/01/17. Steinerpedagogie. Een Inleiding. Wie staat er voor u?

Het hart van de vrijeschool

De drie stromen in het Godsdienstonderwijs (dit is het eerste van twee artikelen over godsdienstonderwijs en het vertellen in de vrijeschool)

KENMERKEN VAN DE ADRIAAN ROLAND HOLSTSCHOOL. Freek op t Einde, rector

KIEZEN VOOR DE VRIJESCHOOL

completer is beter Meer weten? = leren + U heeft nu een beeld van onze school, en misschien wilt u daarom nog meer weten.

. De school uitgangspunten en visie Naam en logo. De naam Rehoboth komt uit de Bijbel (Genesis 26:22).

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons.

Levende School

Kies wat goed voelt

2. Enkele gedachten over de identiteit van een school

Rond het twaalfde jaar, de andere Rubicon

cursussen professionalisering leerkracht Inleiding

3. Over aanpassingen en een wereld-uur in de 6 e klas

Deze tekst kan zowel gebruikt worden bij een zelfevaluatie als bij een accreditatieprocedure om als vrijeschool erkend te worden.

Web Download. De Kleuterklassen

Startersdriedaagse: programma leraren kleuterschool

Werkdocument vrijeschoolonderwijs in Nederland

Kies je voor CSW Bestevaêr?

Bonnefanten College, locatie Bernard Lievegoed School. bernard lievegoed school

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons. 2015/2016. Daar krijg je zin in leren.

Agenda. januari. Agenda. februari. Agenda uur: uur: maart. Open dag. zaterdag. klassen. echt niet Jullie zijn VAN

DE BEROEPSTRAINING ANTROPOSOFIE

Identiteit van DeSeizoenen

Strategisch beleidsplan

de volgende stap... Informatie voor de ouders Compleet onderwijs voor vmbo-t havo vwo

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons. Daar krijg je zin in leren.

Bijlage bij het jaarplan 2011

BELEIDSPLAN REKENEN

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

2. Algemene gegevens 2a. Contact en vaststellingsgegevens Vrije School Valentijn

Startersdriedaagse: programma leraren secundaire school

Rudolf Steiner over de menskundige veranderingen rond het 12 e jaar.

De stap van vorm naar regel. Het ontdekkingsproces in de grammatica

Waarin onderscheidt de Vrijeschool Pabo zich van de meeste andere pabo s?

Identiteitsbeleidbelijd Melanchthon

De grootste uitdaging voor je hersenen vind je in Bergen.

Uitgangspunten van de Koningin Julianaschool

Regenboogtrainer worden middenbouw

Voortgezet Vrijeschool Onderwijs in Zeeland. initiatief in oprichting

Alle bijeenkomsten: Floraplein 27 (tenzij anders aangegeven)

Wij gaan met plezier naar school.

Nota. Tussen Vrijheid en Verantwoording. Gedachten over de positie van het vreemde talenonderwijs binnen de basisschool van de vrijeschool

Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september Een stappenplan bij pesten op school

Met een brede basis sta je sterker, kom je verder

Levende School

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Inhoud. Tweede voordracht 22 augustus 34. Opvoedkunst - Methodisch-didactische aanwijzingen

SKH Zonnelicht. Pedagogisch beleid: liefde, licht, lucht

OA DC thema 69 Rudolf Steiner

Levende School

Rapportage. Onderzoek naar de motieven om wel of juist niet te kiezen voor een vrijeschool. Tristan van der Linden en Jeroen Gommers

Daar krijg je zin in leren. In deze folder lees je alles wat je weten wil over ons.

Op het ARH Bergen leer je veel meer. Leren én inspireren. School voor voortgezet vrijeschoolonderwijs vwo, havo en vmbo-t

Subscribe Past Issues Translate RS

Actief burgerschap en sociale integratie

Wat is de identiteit voor de schoolraad van de PBS?

DE WERELD WORDT GEMAAKT DOOR MENSEN DIE KUNNEN SAMENWERKEN. Leren én inspireren. School voor voortgezet vrijeschoolonderwijs vwo, havo en vmbo-t

Alles wat je wilt weten over. kringactiviteiten

SAMENWERKEN. Leren én inspireren DE WERELD WORDT GEMAAKT DOOR MENSEN DIE KUNNEN

WAARDERENDE KLASSENRADEN

Profielschets. Zelfbewuste school

O.b.s. De Hasselbraam Anna Polaktuin JS Heerhugowaard

Missie school Vanuit onze visie op het onderwijs volgt onze missie met BRON-waarden:

Vrijeschool Pabo. Bachelor of Education in Primary Schools - Voltijd

Perstekst SCHOLEN DA VINCI. Donderdag p11u. Nora De Caluwe Directeur

CKV Festival CKV festival 2012

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Opleidingen tot Aardeheler Werken aan je innerlijke ontwikkelingswezen en aan de aarde

Bonnefanten College, locatie Bernard Lievegoed School. bernard lievegoed school

WEZENLIJKE KENMERKEN VAN DE STEINERPEDAGOGIE 1

Veelgestelde vragen. Vrijeschool

SCHOOL IDUNA VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

verdiepen én verbazen

NIEUWSBRIEF Leven met natuurwezens

Op expeditie naar waarde(n)

SCHOOLGIDS. BASISSCHOOL TILIANDER werkend vanuit antroposofie

Een Vrije School: De Zwaan is een Vrije School die zijn denken en handelen ontleent aan de Antroposofie, met een verrijking vanuit de wilsrichting.

Jaarplan. S a m e n l e r e n, d e n k e n e n b e g r i j p e n NASSAULAAN 5, 9717 CE GRONINGEN

STICHTING META ODOS. Op weg vanuit de Antroposofie naar Christelijk esoterisch onderwijs 3/17/17 drs. Jan P.

Vrijheid van onderwijs

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

kunstbedrijven westerkwartier Kunst aan de basis Cursusaanbod voor de basisscholen

Lezing door Hanneke Poot

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 15. Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 23. Voorwoord 13

Jaarplan Jaar Datum 15 juni 2016

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

BELEIDSPLAN

INHOUDSOPGAVE. 1 Inleiding blz 4. 2 de school en haar visie op onderwijs blz 5

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Ametrien. Wil je graag dingen veranderen, maar blijft je innerlijke

Transcriptie:

1. Eerste opzet van een Intentie-verklaring van de vrijescholen in Nederland Inleiding Deze Intentie-verklaring wil in beknopte vorm trachten de positie van het vrijeschoolonderwijs naar buiten toe te verduidelijken. Zoals bekend wordt de vrijeschool in de eerste plaats gezien als behorend tot het neutraal bijzonder onderwijs. Echter in wereldbeschouwelijke zin valt het vrijeschoolonderwijs niet alleen onder het begrip: inrichting, maar evenzeer onder het begrip richting, d.w.z. onder het bijzondere onderwijs! Deze intentie-verklaring kan gezien worden als een zeer beknopte verwoording die vooral naar buiten toe (naar de ouders en eventueel toekomstige ouders en andere onderwijsinstellingen) zichtbaar wil maken waar de vrijeschool in Nederland in ideëel, formeel, pedagogisch en geestelijk opzicht voor wil staan. Er is hierbij ook geprobeerd duidelijk te maken wat tot de persoonlijke sfeer van de individuele leerkracht behoort, en wat tot het algemene pedagogische leven van een vrijeschool behoort. Dit heeft dus niets te maken met het eventuele beschrijven van de identiteit van de vrijeschool. Het gaat er hier meer om de levende werkelijkheid van alle dag, de wijze waarop de leerkrachten in hun werk staan weer te geven. Die concrete werkelijkheid van de hierboven genoemde vier gebieden proberen we hier in beknopte vorm in een aantal (32) punten te beschrijven. Wij zien deze poging om enkele elementen, waarbij ook de motivatie van de leerkrachten naar voren komt, ook in zekere zin als een verplichting ten opzichte van de inspiratiebron van de vrijeschoolpedagogie. Die inspiratiebron leeft ideëel in elke leerkracht en laat tegelijk de leerkracht op alle wezenlijke gebieden van de pedagogie en de methodiek vrij. Een niet onbelangrijk gevolg van een dergelijke Intentie-verklaring zou kunnen zijn, dat dit ook een element zou kunnen worden dat een sterkere eenheid in de schoolbeweging brengt. Deze Intentie-verklaring is vooral toegesneden op de vrijebasisschool. Ideeël 1. De vrijeschool biedt onderwijs aan kinderen van alle gezindten uit alle maatschappelijke lagen van de bevolking. 2. De school vraagt van de ouders schoolgeld om een aantal extra s binnen de school te kunnen bekostigen. Het schoolgeld mag overigens geen bezwaar voor de ouders zijn hun kind(eren) naar de vrijeschool te sturen. 3. De pedagogie die op de vrijeschool wordt gehanteerd zou je een spirituele ontwikkelingspedagogie kunnen noemen. Zij begeleid de leerlingen door de verschillende klassen heen. Daarbij is dit ontwikkelingsprincipe bepalend voor de manier waarop de leerstof wordt aangeboden. Deze ontwikkelingswetten zien de leerkrachten als universele wetten van de ontwikkeling van de mens. 4. Daarin schuilt ook de rechtvaardiging dat grote delen van het onderwijs (vooral het zgn. periodeonderwijs) in een traditionele, klassikale vorm worden gegeven. (Het periodeonderwijs wil zeggen, dat een bepaald vak of project in de vorm van periodes van drie á vier weken wordt gegeven, elke schooldag, de eerste twee lesuren

van de dag. Deze vorm van lesgeven is effectief. Zij comprimeert de leerstof en maakt een intensiever ingaan op de leerstof mogelijk). Daarnaast wordt ook met andere vormen van lesgeven geëxperimenteerd. 5. Deze universele ontwikkelingswetten en de openheid naar de samenleving toe deden Rudolf Steiner spreken over de opbouw van de Waldorfschool (vrijeschool), als het leggen van een kiem voor een algemene mensheidsschool. 6. De leerkrachten scholen zich permanent in deze pedagogie. Zowel door studie van de antroposofische pedagogie (Rudolf Steiner heeft ca 270 pedagogische voordrachten gehouden) als door de wekelijkse kinderbesprekingen. Hierbij wordt de pedagogie geactualiseerd en wordt er tevens een appel gedaan op de innerlijke ontwikkeling van de leerkracht. In die zin ziet de leerkracht zijn werk (zowel met de leerlingen als met zijn collega s en de ouders) ook als een vorm van permanente scholing. 7. Aan de school worden een aantal vakken gegeven die buiten het reguliere leerplan vallen. Zo krijgen in principe alle klassen het vak euritmie, een pedagogische variant van het bewegingsvak de kunst-euritmie, dat naast het vak gymnastiek gegeven wordt. Verder wordt er vanaf de eerste klas les in een of twee vreemde talen gegeven. Daarnaast wordt er meer dan gewone aandacht besteed aan de kunstvakken die zowel in afzonderlijke lessen voorkomen (handwerken, houtbewerking) als intensief gebruikt worden bij de verwerking van het gewone onderwijs (tekenen, schilderen). 8. Van de leerkracht wordt daarom ook een kunstzinnige verhouding tot de leerstof verwacht. De leerstof is niet kant en klaar, maar wordt in veel gevallen zelf door de leerkracht omgevormd en geschikt gemaakt voor de specifieke vragen van zijn klas. Vertellen, zingen, muziek maken, schilderen en tekenen (bordtekenen) zijn voor elke leerkracht evenzovele uitdagingen tegelijk met het lesgeven de eigen kunstzinnige en algemene ontwikkeling als mens ter hand te nemen. 9. Het begrip vrij in vrijeschool doelde erop dat de school oorspronkelijk vrij was van overheidsbemoeienis. Zij wilde haar positie ten opzichte van de inhoud van de leervakken en haar verhouding tot de samenleving geheel zelf kunnen bepalen. Daarom werd zij ook gedeeltelijk gefinancierd door het bedrijf van Emil Molt, en gedeeltelijk door de bijdragen van de ouders. Het gebruik van dit begrip is tegenwoordig, sinds de vrijeschool overheidssubsidie ontvangt, niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Vandaar ook dat de naam vrije school (Freie Waldorfschule) in Nederland is veranderd in de eigennaam vrijeschool. Formeel 10. De school kent vanaf het 4 e jaar een kleuterklas. Binnen de vrijeschool is een eigen pedagogie ontwikkeld voor de kleuterklasperiode. Daarom is de kleuterklas internorganisatorisch gescheiden van de basisschool. 11. De vrijeschool houdt vast aan de onderscheid tussen het kleuteronderwijs en klassen van de basisschool, omdat er in de kleuterklas nog op een fundamenteel andere manier met de kinderen wordt omgegaan. Daar is van leren, of van het invoeren van bepaalde spelende leervormen nog geen sprake. Vanaf het 6 e, 7 e jaar gaan de kinderen die schoolrijp zijn daarom ook gewoon naar de eerste klas (groep drie).

12. De vrijeschool is oorspronkelijk in 1919 in Duitsland gesticht (Waldorfschool) als een zgn. Einheitsschule, d.w.z. een school die onderwijs geeft aan jongens en meisjes van 4 tot en met 18 jaar. De school bestond toen hij volgroeid was (in 1923), uit 12 klassen. Die waren opgedeeld in een onderbouw (klas 1 t/m 8) en een bovenbouw (klas 9 t/m 12). Behalve het feit dat de Volksschule in die tijd 8 klassen kende, werd ook in de waldorfschool het principe gehanteerd, dat de klassenleerkracht zijn of haar klas in de onderbouw vanaf klas 1 t/m klas 8 begeleidde en de kinderen aan het einde van klas 8 overgaf aan een nieuwe klassenleerkracht/mentor uit de bovenbouw. Die situatie bestaat in Nederland niet meer, wel wordt er vastgehouden aan het principe dat de klassenleerkracht indien mogelijk zes jaar met zijn of haar klas meegaat. Hoewel er inmiddels binnen de vrijescholen verschillende vormen van klassenleraarschap zijn ontwikkeld, wordt toch de begeleiding van het leerproces over zes jaar als een wezenlijk element gezien bij het begeleiden van het leerproces en de ontwikkeling van het kind. 13. In Nederland is het helaas zo, dat er binnen het onderwijssysteem geen plaats was voor het type van een Eenheidsschool. Door de verschillende vormen van bekostiging is de in principe 12-jarige vrijeschool tegenwoordig gesplitst in een basisschool (de klassen 1 t/m 6) en een school voor vo (de klassen 7 t/m 12). In de praktijk is de indeling van de bovenbouw gecompliceerder, aangezien er verschillende vormen zijn waarop de bovenbouwen administratief zijn ingedeeld. Tot en met 19 telde de onderbouw nog 7 klassen, vanaf 2000 is de onderbouw feitelijk een 6-klassige basisschool geworden. 14. Hiermee is een nieuw probleem ontstaan voor de vrijescholen. Pedagogisch horen de 7 e en 8 e klas nog bij de onderbouw, maar juridisch en organisatorisch zijn zij bij de bovenbouw ondergebracht. Er zijn de laatste jaren een speciale vormen ontwikkeld om deze situatie het hoofd te bieden. Een nieuwe speciaal op deze klassen gerichte pedagogie van de middenbouw is ontwikkeld met veelal onderbouw leerkrachten die zich op deze leeftijdsfase gespecialiseerd hebben. 15. Ideëel gesproken probeert de vrijeschool waar mogelijk op verschillende manieren de verbinding tussen onderbouw en bovenbouw (tussen basisschool en het vo) levend te houden. Op vele scholen die geen directe binding met een bovenbouw hebben, en zelfs ook bij scholen waar wel een bovenbouw in de buurt is, is de praktijk echter dat een vrijebasisschool met eigen organisatie en een eigen pedagogisch concept is ontstaan. Spiritueel 16. De vrijeschoolpedagogie is een van de werkgebieden van de antroposofie net zoals bijv. de biologisch-dynamische landbouw en de antroposofische geneeskunst dat zijn. Dat wil in concreto zeggen dat de pedagogie achter de vrijeschool zich laat bevruchten door de antroposofie. 17. De antroposofie is een wereldbeschouwing die door de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1861-1925) is geïnaugureerd en ook wel geesteswetenschap wordt genoemd. Deze geesteswetenschap geeft een spirituele visie op de ontwikkeling van mens, mensheid, aarde en kosmos.

18. Met name de gedachten over de ontwikkeling van de mens zijn op verzoek van de ondernemer Emil Molt (destijds directeur van de Waldorf-Astoria-sigarettenfabriek in Stuttgart) door Rudolf Steiner voor de pedagogie vruchtbaar gemaakt. Een intensieve en uitgebreide cursus menskunde (toegespitst op de lichamelijke, psychische en geestelijke ontwikkeling van de (jonge) mens was er in 1919 nodig om de twaalf beginnende leerkrachten op hun toekomstige taak voor te bereiden. 19. Het is echter geen voorwaarde dat de huidige leerkrachten lid van de Antroposofische Vereniging in Nederland zijn, wel dat zij zich in hun werk met de leerlingen zowel als in de sociale omgang met collega- leerkrachten laten inspireren door gedachten uit de antroposofie. 20. Op de school speelt de inhoud van de antroposofie naar de kinderen toe geen rol. In zoverre is de school dus geen wereldbeschouwelijke school. Wel biedt de antroposofie de leerkrachten een methode aan waarmee zij concreet kunnen werken. 21. Hoewel de antroposofie zeer wezenlijke gedachten heeft over de betekenis van Christus voor de ontwikkeling van de mensheid en de individuele mens, kan de school niet christelijk in de belijdende zin van het woord genoemd worden. De persoon van Christus wordt binnen de scholen vooral gezien als een leraar van de universele liefde tussen de mensen, die tevens de wereld van de planten en de dieren omvat. Daarom kan de school zowel wat zijn achtergrond als inspiratie betreft absoluut christelijk genoemd worden. 22. Niet alleen gaat het in de vrijeschool om de begeleiding van de opvoeding van het kind, zowel in de onderbouw als in de bovenbouw (zij het in de laatste uiteraard vanuit andere gezichtspunten), maar in de visie van de leerkrachten aan een vrijeschool strekt deze ontwikkeling zich algemeen gesproken over het hele verdere leven uit. De mens is een zich ontwikkelend wezen op weg een vrij mens te worden, of wat hetzelfde is: van mens tot werkelijk mens te worden. In de bovenbouw zal dit langere perspectief op de eigen ontwikkeling steeds meer binnen het bewustzijn van de leerlingen gebracht kunnen worden. 23. Het is de overtuiging van de leerkrachten dat het onderwijs aan de vrijeschool zonder indoctrinerend te zijn, de beste voorwaarden biedt om ook in de toekomst tot deze verdere en hogere ontwikkeling van het mens-zijn, die zeker ook een steeds grotere verantwoording ten opzichte van maatschappij en wereld inhoudt, te komen. 24. Daarnaast is de nadruk die er vooral in de onderbouw op de ontwikkeling van de creativiteit, de fantasie en het leren functioneren in een beschermde sociale groep wordt gelegd, in de ogen van de leerkrachten een belangrijke hulp om bij de kinderen tot het ontwikkelen van die eigenschappen te komen, die in het latere leven nodig zijn om initiatieven te ontplooien, flexiebel en sociaal te zijn in de omgang met anderen en zichzelf makkelijker aan (in de toekomst te verwachten) gewilde en ongewilde veranderingen in het beroepsleven te kunnen aanpassen. 25. De leerkrachten die aan een vrijeschool werken gaan er tevens vanuit dat de mens in een geestelijke wereld een voorgeboortelijk bestaan doormaakt en dat de leerkrachten daardoor in de kinderen een andere dan alleen maar de fysieke werkelijkheid tegemoet

treedt. (Dat ook in de antroposofie de reïncarnatie en het begrip karma een belangrijke rol spelen, betekent niet dat dit tot de algemene pedagogische uitgangspunten van de vrijeschool gerekend zou moeten worden. Dat ligt meer op het gebied van de persoonlijke visie op de wereld van de afzonderlijke leerkracht). 26. Het kind wordt niet gezien als een onbeschreven blad (een tabula rasa in de geest van John Locke), d.w.z. als een wezen dat bij de geboorte zonder innerlijke ervaringen, kaal op aarde is gekomen. Daarbij past inderdaad als belangrijkste pedagogische taak het op de juiste en zo economische manier overbrengen van leerstof. Binnen het denken van de vrijeschoolpedagogie wordt er van uitgegaan, dat een kind op aarde verschijnt en vanuit de geestelijke wereld een innerlijke wijsheid met zich meeneemt, waarbij de leerkracht zal proberen aan te sluiten. 27. Deze voorgeboortelijke wereld speelt in zoverre een rol dat de leerkrachten, in hun houding ten opzichte van de kinderen en vooral ook in de manier waarop zij methodisch met de leerstof omgaan, ervan uitgaan dat de kinderen s nachts, in de slaap opnieuw een verbinding met de geestelijke wereld hebben, en daar s morgens weer uit terugkeren. 28. De leerkracht heeft tot taak het kind te harmoniseren, d.w.z. de groei- en ontwikkelingskrachten met elkaar in evenwicht te brengen. Hij doet dat o.a. door in het onderwijs uit te gaan, resp. gebruik te maken van kosmische, psychische en lichamelijke (groei)ritmen zoals bijv. het ritme van het waken en slapen, van meer intellectueel gerichte en meer kunstzinnige activiteiten, tussen het meer spannen (concentratie) en ontspannen. Vaak worden deze bewegingen samengevat met het begrip ademen. In de praktijk van het lesgeven zullen de leerkrachten deze kwaliteit van het ademen proberen te realiseren. Pedagogisch 29. Het kan niet verbazen, dat een school die zich door de antroposofische menskunde laat inspireren, waarin de mens naar lichaam, ziel en geest wordt beschreven, een pedagogie heeft ontwikkeld die zich direct op de drie gebieden van de ziel richt. Denken, voelen en willen worden als drie eigen gebieden van de ziel met eigen pedagogisch-methodische middelen aangesproken en afzonderlijk ontwikkeld. 30. Belangrijke gezichtspunten die vooral in de onderbouw pedagogisch gebruikt worden en die direct uit de antroposofische menskunde voort zijn gekomen zijn bijv. - het uitgaan van het bestaan van een reële geestelijke wereld, - vandaar ook het werken met de spirituele betekenis van de slaap, - de nadruk op het kunstzinnige element, zowel in de kunstzinnige verwerking van de leerstof als in de vertelstof, - de vertelstof van de klassen in de onderbouw wordt gezien als ontwikkelingsstof en heeft tot taak de ontwikkelingsmomenten van de biografie te begeleiden en te stimuleren, - bij het kunstinnige wordt zowel aan het muzikale en het gebied van de taal (recitatie), als aan het gebied van het plastisch-beeldende een essentiële en eigen opvoedende rol toebedeeld, - de nadruk op het beeldende en het uitstellen van het moment waarop het abstractlogische in het onderwijs de overhand neemt, tot in de vroege puberteit,

- als een belangrijk pedagogisch hulpmiddel wordt bij het klassikale onderwijs de leer van de temperamenten gezien. 31. In het onderwijs wordt grote nadruk gelegd op de ontwikkeling van de fantasie en de ontwikkeling van creativiteit. Het is ook daarom dat vrijeschoolmensen over het algemeen een negatief oordeel hebben over de veel te dominerende plaats die de televisie in het leven van de kinderen inneemt. 32. De klas wordt gezien als een leefgemeenschap waarin de sociale krachten van een kind op de beste manier kunnen worden geoefend en tot ontwikkeling kunnen worden gebracht. Dat betekent niet dat er geen conflicten kunnen ontstaan, maar wel dat een leerkracht die binnen een langer perspectief kan zien en kan hanteren. Men kan waarschijnlijk zeggen dat een leerkracht die zijn leerlingen over een langer traject heeft te begeleiden ook een groter inzichten een groter vertrouwen bezit in de ontwikkeling van die kindderen. Opmerking Natuurlijk zijn er ook in Nederlandse vrijescholen als gevolg van de steeds veranderende sociaaal-economische situatie ingrijpende experimenten ontstaan. Dat houdt o.a. in dat ook op de vrijescholen de duo-banen hun intrede hebben gedaan en dat zelfs naar vormen is gezocht om de als te zwaar gevoelde 6-jaren durende klassenleraarschap in te korten. (bijv. in periodes van kortere duur). juli 2009