Forum for the Future: een derde hoogstaand congres!



Vergelijkbare documenten
Synthese van de accrual-hervorming van de Belgische staat en de gewesten

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

ISSAI 30 Ethische code

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS

Vlaamse begroting. Saskia Mahieu SBO van 8 juli 2015

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD


Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

TRACTATENBLAD VAN HET

VR DOC.0389/1BIS

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Aan het college van burgemeester en schepenen,

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE

ADVIES. 24 april 2019

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen Formulier voor kandidaatstelling Oproep juli 2012

VR DOC.0085/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004

Praktische nota bij artikel 618 Wetboek van vennootschappen (interimdividend)

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Klynveld Peat Marwick Goerdeler

VR 2016 DOC.0943/1BIS

TRACTATENBLAD VAN HET

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

TRACTATENBLAD VAN HET

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van maandag 19 juli

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen

WETTELIJKE BASIS. Definitie van vastgestelde rechten volgens het KB van 22 juni 2001

Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van ) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven.

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 2 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

VR DOC.0850/1BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Rekening van de Thesaurie en rekening van de vermogenswijzigingen 2010

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 JUNI 2001

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

OVERZICHT VAN DE VOORGESTELDE HERVORMING VAN DE NMBS GROEP

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

1. Standpunt van het IBR

VERSLAG (2016/C 449/29)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

TRACTATENBLAD VAN HET

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 26 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005;

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Bedrijfsrevisor. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten www.iec-iab.be Nr. 4 / 2011 Interview met Paul De Grauwe De ECB kan de schuldencrisis een halt toeroepen! Boekhoudrecht Synthese van de accrual-hervorming van de Belgische staat en de gewesten Beroep Studiedag van 26 september 2011: Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen Beroep Forum for the Future: een derde hoogstaand congres! Trends Is Europa definitief gered? AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P608443 IEC-IAB E. JACQMAINLAAN 135/2 BE-1000 BRUSSEL Forum for the Future: een derde hoogstaand congres!

Inhoud Accountancy&Tax Driemaandelijks tijdschrift van het IAB nr. 4 / 2011 ADMINISTRATIE EN REDACTIE IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel Tel.: +32 2 543 74 90 Fax: +32 2 543 74 91 E-mail: info@iec-iab.be REDACTIECOÖRDINATOR M. Tilmant E-mail: m.tilmant@iec-iab.be REDACTIECOMITÉ E. Basso, A. Bert, J. Colson, J. De Blay, A. Faljaoui, S. Ghilain, N. Hormans, C. Janssens, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, E. Steghers, M. Tilmant, B. Vanderstichelen, K. Vandriessche UITGEVERS Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortsel www.intersentia.be Anthemis, Chemin du Cyclotron 6, 1348 Louvain-la-Neuve www.anthemis.be ILLUSTRATOR COVER Rosemarie De Vos VERANTWOORDELIJKE UITGEVER A. Bert, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel ISSN 1375-9876 MEDEDELING VOOR DE LEZERS De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 UITVOEREND COMITÉ Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Secretaris-penningmeester: J. De Blay Secretaris: J.-L. Kilesse Leden: E. Degrève, B. Van Coile 3 4 8 20 25 30 32 32 33 34 Editoriaal Interview met Paul De Grauwe De ECB kan de schuldencrisis een halt toeroepen! Boekhoudrecht Synthese van de accrual-hervorming van de Belgische staat en de gewesten Raymond Ghysels, Pascale Phan en Christos Tsatsis Beroep Studiedag van 26 september 2011: wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen Jacques Colson Beroep Forum for the Future: een derde hoogstaand congres! Trends Is Europa definitief gered? Amid Faljaoui IAB in t kort Wetgeving IAB-info flashback Vakliteratuur RAAD Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Leden: J. Baeten, L. Ceulemans, M. Claes, C. Cloquet, J. De Blay, E. Degrève, J.-G. Didier, J. Hellin, J.-L. Kilesse, F. Schelfhaut, S. Troonbeeckx, B. Van Coile ALGEMEEN DIRECTEUR E. Steghers

EDITORIAAL Editoriaal I n volle Dexia-crisis hadden wij een interview met professor Paul De Grauwe, emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven en vanaf februari 2012 verbonden aan de London School of Economics. We spraken over de financiële crisis in Europa en de ondergang van een gevestigde financiële instelling. Drie jaar na de bankencrisis van 2008 zijn de vooruitzichten nog steeds onzeker en elk moment kan een nieuw probleem opduiken. De vraag rijst hoever men kan gaan in de ondersteuning van landen en banken zonder de eigen stabiliteit te ontwrichten. Hopelijk is er op het ogenblik dat u dit leest een regering met volle bevoegdheid die hierop op een adequate manier een antwoord kan bieden. Ondernemingen ondervinden nog steeds concurrentie door de nadelige loonkostevolutie ten opzichte van andere landen. Honkvaste grote ondernemingen gehecht aan land en streek nemen het woord delokalisatie in de mond, wat opnieuw tot banenverlies kan leiden. Indien dat zich voordoet, dan moet dit gedeeltelijk worden opgevangen door de tewerkstelling in ondernemingen die door hun gerichtheid op de binnenlandse markt of door hun geringe omvang niet dezelfde keuze kunnen maken. Vandaar dat het ontzettend belangrijk is dat voor de kmo, of eenvoudig voor de kleine ondernemingen, maatregelen worden genomen om het overleven te waarborgen. Rechtszekerheid voor de ondenemingen en de bedrijfsleiders zal het ondernemen stimuleren, terwijl de toegang tot krediet gewaarborgd moet blijven. Wij waren met een Belgische delegatie op het 66e congres van de Frans Ordre des Experts-Comptables in Marseille, met als thema De accountant en de zeer kleine onderneming. Met 4 600 deelnemers werd een record bereikt! Twee ministers konden rekenen op 3 000 toehoorders tijdens de plenaire zitting. We hebben er gehoord dat er overleg is tussen beroep en regering over maatregelen ter vereenvoudiging en maatregelen ter bevordering van het ondernemen. Tevens werden akkoorden gesloten tussen de Ordre en bankinstellingen om kredieten tot 25 000,00 waarvan het dossier wordt ingediend door een accountant, af te handelen binnen de veertien dagen. Intussen blijven wij in het ongewisse welke de definitieve voorstellen van Europa zullen zijn omtrent de boekhoudkundige verplichtingen voor de zeer kleine ondernemingen (micro-entiteiten). Er is nog geen overeenstemming tussen de lidstaten, maar een vereenvoudiging mag niet leiden tot een afbrokkeling van het vertrouwen in deze ondernemingen die door het eventueel wegvallen van de neerleggingsplicht genoodzaakt zullen zijn op een aangepaste wijze voldoende informatie te verstrekken aan de stakeholders waardoor een beoogde kostenverlaging veraf zou kunnen zijn. De deelnemers aan het FFF konden nogmaals vernemen hoe het beleid van het Instituut zich toespitst op de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Accountant en belastingconsulent zijn niet enkel titels of kwalificaties, maar moeten garant staan voor kwaliteit en competentie. Of men zich nu permanente of geprivilegieerde raadgever noemt van de onderneming is niet belangrijk. Het is de kwaliteit in de dienstverlening die voorop moet staan. En daarop focust het IAB de komende jaren. André Bert, Voorzitter 2011/4 3

INTERVIEW Interview met Paul De Grauwe De ECB kan de schuldencrisis een halt toeroepen! De Dexia-affaire, de schuldencrisis, Griekenland, Italië, banken, inflatie en deflatie, notionele interest, fiscale amnestie Dit is slechts een greep uit de thema s waarover we een gesprek hadden met econoom Paul De Grauwe van de KUL en de London School of Economics. Op zijn 65e moest Paul De Grauwe zich erbij neerleggen: je zal maar één van de beste economen van België zijn, maar de hakbijl is onverbiddelijk: 65 jaar is de pensioenleeftijd, zelfs voor een professor aan de KULeuven. En dus blijft deze eminente econoom sinds september 2011 als emeritus aan de KULeuven verbonden (waar hij overigens wel één cursus behoudt), maar omdat hij zich nog jong voelt en deze verplichte pensioendatum onzin vindt, aanvaardde hij een leerstoel aan de prestigieuze London School of Economics. Zo kan hij s weekends thuiskomen en zich alsnog bezighouden met zijn kleinkinderen die hij aanbidt. Paul De Grauwe is in Ukkel geboren en heeft een Franstalige moeder en een Nederlandstalige vader. Hij is een liberale econoom in hart en nieren maar aarzelt niet om zijn oude overtuigingen vaarwel te zeggen, als de financiële actualiteit aantoont dat de stelling van de efficiënte markt niet meer geldt. Dergelijke houding is veeleer zeldzaam in de wereld van de macro-economen, die vaak liever de verkondigde leer oppoetsen dan de fundamenten van deze macro-economie in twijfel te trekken, die onder meer voorhoudt dat de crisis niet bestaat en in de meeste macromodellen de banksector negeert. Het mooiste compliment of eerbetoon dat hij onlangs mocht ontvangen, kwam van Paul Krugman, Nobelprijswinnaar economie en columnist bij The New York Times. Paul Krugman schreef immers: Martin Wolf van de Financial Times wees mij op deze studie van Paul De Grauwe over de eurozone een studie die ik graag zelf had geschreven. Kan men zich een mooiere hommage wensen? Deze uitzonderlijke econoom wilde graag zijn kennis met ons delen en de huidige crisis toelichten. IAB: De schuldencrisis blijft een hot topic. In die mate zelfs dat we ons afvragen of er nog wel een oplossing is. Paul De Grauwe: Om de huidige crisis te begrijpen, en vooral de aanvallen van de financiële markten, moeten we teruggaan tot de tijd waarin we de centrale banken nog niet de rol van ultieme kredietverstrekker hadden toebedeeld. Wanneer in die tijd een bank in de problemen kwam, werden de cliënten bang, ook voor de gezondheid van de andere banken. De spaarders en de beleggers sloegen op de vlucht de fameuze bank run van de Angelsaksen en de banken werden in het faillissement gedreven, zelfs als ze solvabel waren. Daarom heeft men aan de centrale banken gevraagd de rol van ultieme kredietverstrekker op te nemen of, met andere woorden, om de commerciële banken cash te verstrekken; zoveel cash als ze behoefden, net om dergelijke bank run te vermijden. IAB: Waarin is dat een les voor de eurozone? Paul De Grauwe: We komen er. De landen van de eurozone die schuld uitgeven, geven die niet uit in hun originele nationale munt, maar in euro. Dat wil zeggen dat die landen niet de mogelijkheid hebben om aan hun nationale bank te vragen hen de cash te verstrekken die nodig kan zijn om de 4 2011/4

INTERVIEW Voorzitter André Bert met econoom Paul De Grauwe IAB: Wat moeten we doen om deze beleggers gerust te stellen? Paul De Grauwe: Oorspronkelijk beschikte dit fonds slechts over 400 miljard euro, maar zelfs 1 000 miljard euro volstaat niet als een land als Italië door de financiële markten zou worden aangevallen. De beleggers weten dat maar al te goed en daarom, ik zeg het nog eens, is het probleem alleen op te lossen via de ECB. Maar blijkbaar is de ECB de gevangene van zijn eigen ideologie. Paul De Grauwe: Heel eenvoudig: de ECB verzoeken zoveel geld te drukken als nodig is om de schulden terug te kopen van de met schulden overladen landen. IAB: Is men niet bang dat de ECB een ongecontroleerde inflatie zal doen ontstaan, als ze de geldpersen in beweging zet? schuldeisers van het land terug te betalen. Daardoor ontstaat twijfel over de vraag of ze hun schuldeisers wel kunnen terugbetalen. De financiële markten zien dat ook en dat is de voornaamste reden voor hun zenuwachtigheid. IAB: Maar verbieden de verdragen dat niet? Paul De Grauwe: Dat blijft iedereen maar zeggen, maar het is niet waar. De ECB kan zonder enig probleem of beperking de overheidsschuld op de secundaire markt opkopen. IAB: Wat met het Europees Noodfonds (FESF) dat er in principe mee belast is de overheidsschuld op te kopen? Is dat niet de taak van het FESF? En daarenboven zou het moeten beschikken over de tegenwaarde van 1 000 miljard euro Paul De Grauwe: Dat is de officiële uitleg. Maar het is niet waar! Er zal geen inflatie komen. Kijk maar naar de Verenigde Staten, waar de FED, de Amerikaanse centrale bank, het instrument van de geldpers heeft gebruikt. De inflatie blijft nochtans onder controle. En trouwens, als je moet kiezen tussen een beetje inflatie of een recessie en massale werkloosheid, is de keuze toch snel gemaakt, niet? Het probleem met de ECB is dat als ze tussenkomt, dat altijd tegen haar zin is en ze onderstreept dat het maar tijdelijk is. De financiële markten horen die boodschap en trekken er de conclusie uit dat de crisis nog niet voorbij is 2 0 11 / 4 5

INTERVIEW IAB: Het FESF (Europees Noodfonds) heeft volgens u dus niet de middelen om een mogelijke besmetting door de Griekse crisis in te dijken? Paul De Grauwe: Op dit moment zeg ik erbij, want het kan zeer snel evolueren is het achterliggende plan het volgende: in plaats van het door de landen in moeilijkheden uitgegeven overheidspapier rechtstreeks te kopen, zou het FESF de private agenten die deze effecten kopen, een schijf van hun investering waarborgen. Bijvoorbeeld 20 %. Maar ik geloof nooit dat zoiets zal werken. Want deze wankele constructie komt bij de financiële markten niet geloofwaardig over. Ik zeg het nogmaals, alleen de ECB kan het uitdijen van de crisis beletten. De ECB beschikt over onbeperkte middelen, aangezien ze zoveel geld kan drukken als ze wil. In feite zou ze een communiqué moeten verspreiden waarin ze zegt: ik zal alle middelen waarover ik beschik gebruiken om de prijs van de Italiaanse of Spaanse staatsobligaties te ondersteunen. IAB: Uit de euro treden was vroeger onbespreekbaar. Maar dat is niet langer het geval. Vroeger kwam dit standpunt van Angelsaksische critici, zoals de Amerikaanse econoom Nouriel Roubini of de Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz. Maar wordt dat scenario vandaag zelfs niet in Europa overwogen? koersen van de schulden van de zwakste landen zullen blijven dalen en de balansen van de banken blijven verslechteren. We zullen dus nooit uit de vicieuze cirkel geraken. Gaan ze ons binnen een aantal maanden zeggen dat de banken nog eens geherkapitaliseerd moeten worden? En, laten we ernstig blijven, met het huidige beursklimaat zijn het de staten die de banken zouden moeten herkapitaliseren, want de privébeleggers willen niet investeren in deze risicosector. En, zoals u al begrepen hebt, zal de overheidsschuld daardoor nog eens toenemen en het wantrouwen van de beleggers nog erger worden En zal het overheidspapier nog maar eens worden aangevallen, zodat alles opnieuw begint. IAB: En hoe staat het met ons Belgenlandje? Paul De Grauwe: Iedereen kent onze zwakke punten, ook de financiële markten. Te lang zonder volwaardige regering en politieke spanningen over de opmaak van de begroting. Maar wij hebben ook pluspunten, onze economische prestaties zijn doorgaans behoorlijk en ook ons hoog spaarvermogen is een gegeven dat in ons voordeel pleit. Maar de recessie die er in 2012 aankomt, vergt snelle oplossingen. Onder meer via een vermindering van de uitgaven, en niet door nieuwe belastingen. IAB: Wat denkt u over de Dexia-affaire? Paul De Grauwe: Laat ons zeggen dat het waar is, de uittreding uit de euro is mogelijk geworden, ook al is het weinig waarschijnlijk. Maar het tempo van de Europese topontmoetingen 14 op 21 maanden bewijst dat wat gisteren onmogelijk was, morgen mogelijk kan worden. IAB: Op die Europese tops werden toch beslissingen genomen, onder andere over de herkapitalisatie van de banken? Dat is toch goed nieuws? Paul De Grauwe: Ik zeg niet dat de herkapitalisatie van sommige banken niet nodig is, maar dat is momenteel niet het heikelste probleem. Wat echt dringt, is de besmetting afstoppen, onder meer in Italië en in Spanje, de zwaargewichten van het zuiden van Europa. Vergeet niet dat Italië de derde economie van de eurozone is. Waarom zeg ik dat? Omdat, als de koersen van de Italiaanse, Griekse of Spaanse effecten instorten, de balansen van de banken verslechteren. Wat wil zeggen dat het de crisis van de overheidsschuld is, die de bankencrisis veroorzaakt. Mijn vraag is dus eenvoudig: wat zal er gebeuren als u de banken herkapitaliseert zonder het probleem van de besmetting op te lossen? De Paul De Grauwe: De details van deze trieste zaak moeten nog door een parlementaire onderzoekscommissie worden uitgespit, maar in een ruimere context dan de Dexia-affaire, denk ik dat men het beheer van de topmanagers van de Belgische banken die problemen hebben gehad, zou moeten aanpakken. Als de federale staat zich bijvoorbeeld borg stelt voor de slechte activa van een bank, moet ze ook het beheer ervan overnemen en die mensen tot ontslag dwingen! En degenen die fouten begaan hebben, moeten strafrechtelijk worden vervolgd. Dat is een absolute voorwaarde om bestuurders tot voorzichtigheid aan te manen. IAB: Zou men een andere oplossing kunnen overwegen? Paul De Grauwe: Ik heb het al in de pers verkondigd: we hadden de aandeelhouders naar huis moeten sturen zonder één euro. Eerlijk gezegd, zie ik niet in waarom de aandeelhouder van een bank recht zou hebben op een voorkeurbehandeling vanwege de overheid ten opzichte van elke andere aandeelhouder. De aandeelhouder heeft gegokt en verloren. Uiteraard weet ik ook dat men rekening moest houden met de belangen van de lokale overheden en dat er 6 2011/4

INTERVIEW Franse aandeelhouders waren die de Franse staat niet in de kou wilde laten staan. Maar voor het overige ben ik er niet zeker van dat de manier waarop Dexia gered werd wel goed is voor België! IAB: Waarom denkt u dat? Paul De Grauwe: Omdat het evident is, zeker wat de verstrekte waarborgen betreft. Voor België bedragen die waarborgen 13 % van het BBP, tegen slechts 2 % voor Frankrijk. Dat verschil gaan ook de ratingbureaus opmerken, met alle mogelijke negatieve gevolgen voor de rating van België. IAB: En wat denkt u van een mogelijke derde fiscale amnestie? Paul De Grauwe: Ik heb er niets op tegen: geld terughalen in deze tijden van crisis is altijd positief. Maar weet men exact wat de twee vorige fiscale amnestiemaatregelen hebben opgebracht? IAB: Bent u, wat de begrotingsmaatregelen betreft die moeten worden genomen om ons deficit te verminderen, voorstander van het snoeien in de uitgaven of van meer fiscale ontvangsten? IAB: Iets heel anders nu: wat denkt u over de notionele interest? Het gerucht gaat dat in de begrotingsonderhandelingen sprake is van een eventuele afschaffing of wijziging van het systeem. Paul De Grauwe: Volgens mij is dat systeem positief, zeker voor de kmo s die belang hebben bij een versterking van hun eigen vermogen. Maar ik meen ook dat moet worden vermeden dat de grote ondernemingen het systeem doen ontsporen om hun belastbare grondslag in overdreven mate te verminderen. Paul De Grauwe: Ik pleit zeer duidelijk voor een vermindering van de overheidsuitgaven! Ik meen dat het deficit als volgt moet worden verminderd: 2/3 door een vermindering van de uitgaven en 1/3 door meerontvangsten. 50 % van die overheidsuitgaven komt op rekening van de sociale zekerheid. Ik denk niet dat ze dat bij de besprekingen naast zich kunnen leggen. Maar er moeten nog andere inspanningen worden geleverd. Inzetten op de uitgaven, in de plaats van op de ontvangsten, dat is ook een manier om deflatie te voorkomen! 2011/4 7

BOEKHOUDRECHT Synthese van de accrual-hervorming van de Belgische staat en de gewesten Vergelijkende analyse van Study 14 van de IFAC, 3e editie januari 2011 en van het verslag van het Belgisch Rekenhof, 5 januari 2011 Raymond Ghysels, Pascale Phan en Christos Tsatsis Centre de recherche en comptabilité et contrôle de gestion, Solvay Brussels School of Economics & Management van de ULB 1. Inleiding Dit artikel analyseert de hervorming van de boekhouding van de Belgische overheidssector en diens overschakeling van een besloten begrotingsboekhouding naar een geïntegreerd vermogens- en begrotingsboekhoudstelsel. De lokale overheden zijn in feite al overgestapt naar een vermogensboekhouding bovenop hun begrotingsboekhouding: de gemeenten in 1995, de ocmw s in 1997, de provincies in 2003 en de overheidsbedrijven vanaf 2005, afhankelijk van het gewest waartoe ze behoren. Nu is het de beurt aan de federale Staat 1 en de entiteiten die ervan afhangen. 2 1 Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat. 2 Wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Deze hervorming, die in werking treedt op 1 januari 2012 3, wordt toegelicht door twee heel recente belangrijke teksten, de ene met internationale, de andere met nationale draagwijdte. Het opzet van dit onderzoek is dus een analyse te maken van de accrual-hervorming, door ze te toetsen aan Study 14 van de IFAC 4 en aan het verslag van 3 Rekenhof, Voorbereiding van de administratieve openbare instellingen (AOI), de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) en de staatsbedrijven (SB) op de boekhoudkundige verplichtingen van de comptabiliteitswet van 22 mei 2003, inwerkingtreding op 1 januari-2012: 1. voor de Staat: door art. 133 van de Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, gewijzigd door art. 32 van de Wijzigingswet van 22 december 2008, 2. voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest: door art. 1 van het KB van 4 mei 2010. 4 IFAC, International Federation of Accountants, Cf. www.ifac.org. IFAC, Study 14, januari 2011, New York, 332 p. De tweede editie van Study 14 dateert van december 2003. 8 2011/4

BOEKHOUDRECHT het Rekenhof. 5 Uit Study 14 komt het wisselend belang naar voren van een internationale ervaring met hervormingen naar accrual accounting doorheen de wereld. De Belgische ontwikkelingen zullen ook worden vergeleken met de internationale standaarden, uitgevaardigd door de IPSAS Board (hierna IPSASB), die al zijn aangenomen door een 70-tal landen, de belangrijke internationale instellingen en de INTOSAI. 6 De begroting is nooit een beheersinstrument geweest, maar vooral een instrument voor de machtiging van uitgaven. We kunnen Suzanne DESILLE 7 dus bijvallen als ze schrijft: de begrotingsboekhouding is een overheidshandeling strekkende tot het voorzien en het toestaan van uitgaven, in het algemeen belang, met het oog op de voldoening van de behoeften of de herverdeling van de inkomsten maar niet meer Hervorming van de boekhouding van de Belgische overheidssector: de federale staat en de entiteiten schakelen (eindelijk) over op een geïntegreerd vermogens- en begrotingsboekhoudstelsel 2. Voordelen van de vermogensboekhouding 2.1. Opmerkingen door de IPSASB De IPSASB somt, zeer bondig, een tiental voordelen 8 op die van belang zijn bij het vaststellen van de aansprakelijkheid en het vereenvoudigen van de investerings- en beheersbeslissingen, als de boekhouding op vermogensrechtelijke basis wordt opgemaakt: 1. betere rapportering, zowel op korte als op lange termijn, van: a. de aanwendingen (gebruik, toewijzing of bestemming van de middelen) en b. de middelen (in kapitaal door eigen vermogen of inbrengen, in ontvangen subsidies en in inkomsten uit arbeid door getarifeerde diensten); 2. nauwkeurige bepaling van het vermogen en de langetermijnevolutie ervan, a. zowel wat betreft de vermogensmutaties (wijziging van de structuur van het vermogen zonder wijziging van de nettowaarde), b. als wat betreft de schommelingen van het vermogen 9 (wijziging van de bruto- of nettowaarde van het vermogen en van de structuur, die aanleiding geven tot een verrijking of een verarming); 3. betere waardering van de kaspositie en de financiële prestaties, alsook, dankzij de completere en duidelijkere financiële analyses, van de cashflow, in het bijzonder wat de talrijke balans- en resultatenratio s betreft; 4. hulpmiddel voor betere beslissingen over de middelen en bij de verschillende opportuniteitskeuzen inzake de aanwendingen en een betere waardering op lange termijn van de a. onderhouds- en herstellingskosten en van de bijkomstige investeringen, of b. van de exploitatiekosten of kosten van financiële verplichtingen; 5. weergave, via de financieringstabellen, van de oorsprong en de bestemming van de fondsen; 6. mogelijkheid tot het meten van het evenwicht tussen het bedrijfskapitaal, de behoefte aan bedrijfskapitaal en de kaspositie (en niet louter de liquide middelen) 10 ; 5 De referenties worden verder in het artikel overgenomen. 6 INTOSAI, International Organization of Supreme Audit Institutions (de wereldwijde koepelorganisatie van nationale rekenkamers). 7 S. DESILLE, Eerste Auditeur bij het Rekenhof, L apport d une comptabilité générale dans le système de comptabilité des administrations: avantages et difficultés, Documentatieblad, FOD Financiën, 69ste jaargang, nr. 1, p. 127-142, Brussel. 8 IFAC, Study 14, o.c., 1.17-1.27. 9 Cf. ook het voorvermeld KB van 7 april 1954, art. 26, lid 1, 2. Jammer genoeg geldt die bepaling enkel voor de ION s. 10 F. KHROUZ, Comptabilité et gestion, Comptabilité générale, analyse financière et consolidation des comptes, Solvay Brussels School of Economics & Management, Brussel, 2010, p. 345. 2011/4 9

BOEKHOUDRECHT 7. bevordering van de inschatting van de looptijd van de langetermijnfinanciering van de investeringen en van de exploitatiekosten of -uitgaven ten gevolge van die investeringen; 8. de vaststelling van de inventaris van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen; 9. bevordering en verbetering van het aantonen van het verantwoorde beheer van de middelen; en 10. vereenvoudiging van de waardebepaling van de maatstaf van de kostprijswaardering. Ideaal zou zijn: de integratie van de verschillende boekhoudprogramma s 2.2. Opmerkingen van het Belgisch Rekenhof 3. Bovendien zal door iedere dienst van het algemeen bestuur ook een jaarverslag dienen te worden opgemaakt. Dit jaarverslag moet de link leggen tussen: a. de boekhoudkundige gegevens, en b. de activiteiten van de dienst of instelling. 4. Op het vlak van de begroting en de begrotingscomptabiliteit voorziet de wet, wat de uitgaven betreft, in twee soorten kredieten: a. enerzijds, de vastleggingskredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar, en, b. anderzijds, de vereffeningskredieten ten belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend uit hoofde van rechten vastgesteld in uitvoering van voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen. 12 5. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen gesplitste en niet-gesplitste kredieten, en 6. de op het einde van het begrotingsjaar beschikbare vastleggings- en vereffeningskredieten worden geannuleerd. Het Rekenhof had in zijn 160e Boek 11 de essentie van de Belgische accrual-hervorming al zeer duidelijk samengevat in zes opmerkingen: 1. daar waar de algemene rekening van de Staat thans bestaat uit: a. de uitvoeringsrekening van de begroting, b. de rekening van de vermogenswijzigingen, en c. de thesaurierekening, bestaat zij volgens de nieuwe wet uit: d. de jaarrekening, en e. zover een wettelijke bepaling een dienst niet vrijstelt van het opmaken van een begroting, uit de rekening van uitvoering van de begroting, en f. een toelichting bij deze rekening. 2. De jaarrekening zelf bestaat uit: a. de balans, b. de resultatenrekening, c. de samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen overeenkomstig de economische classificatie, en d. de toelichting die de noodzakelijke informatie bevat om de balans en de resultatenrekening te kunnen analyseren. 11 Rekenhof, 160e Boek, zitting 2003-04, 3.1. Aan deze zes opmerkingen moet nog worden toegevoegd dat het Verslag aan de Koning vóór de bekendmaking van het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot vaststelling van het boekhoudplan van toepassing op de federale staat en op de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie duidelijk vermeldt dat: de Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, met inbegrip van haar uitvoeringsbesluiten 13, overeenkomstig de wil van de wetgever in 1991, eveneens een belangrijk referentiekader vormt voor de toekomstige patrimoniale boekhouding van de openbare sector. Wat de balansrekeningen betreft, vindt onderhavig besluit bijgevolg grotendeels zijn inspiratie in de bepalingen die van toepassing zijn op de ondernemingen. Het specifiek ka- 12 Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, art. 8: Een recht is vastgesteld wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1 zijn bedrag is op nauwkeurige wijze vastgesteld; 2 de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is bepaalbaar; 3 de verplichting om te betalen bestaat; 4 een verantwoordingsstuk is in het bezit van de betrokken dienst. De modaliteiten voor het vaststellen van de rechten moeten door de Koning in een bijzonder koninklijk besluit worden vastgelegd. 13 In het bijzonder het KB van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen. 10 2011/4

BOEKHOUDRECHT rakter van de openbare sector heeft echter significante aanpassingen noodzakelijk gemaakt met betrekking tot de resultatenrekening, zoals die gedefinieerd wordt door voornoemde wet en besluiten. Niettegenstaande dat Study 14 herhaaldelijk naar de IPSAS-standaarden verwijst, is daar, vreemd genoeg, niets van te bespeuren in de Belgische teksten: parlementaire stukken, verslagen, memories van toelichting, wetten, besluiten, enz. Nochtans staat het vast dat de invloed van deze standaarden de komende jaren nog zal toenemen, net zoals de IAS/IFRS dergelijke evolutie hebben doorgemaakt. 3. Beheer van de wijziging van de boekhoudstandaard 3.1. De valstrikken van de wijziging Dit omschakelingsproces mag niet geïsoleerd plaatsvinden, afgesneden van de omgeving waarin de overheidsentiteiten evolueren 14, noch beperkt blijven tot een louter boekhoudkundige verandering. De hervorming streeft ook naar de modernisering van het beheer van overheidsaangelegenheden en naar het aannemen van good governance-regels. Om succesvol te zijn, moet de omschakeling steunen op een top down bottom up-aanpak en de onvoorwaardelijke betrokkenheid bij en steun van alle (politieke en administratieve) hogere overheden krijgen. Zo nodig moet voor de politieke mandatarissen die weinig vertrouwd zijn met de algemene boekhouding, de interne controle en de beheerscontrole een verplichte opleiding worden voorzien. administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA) 16 en de staatsbedrijven (SB) 17 op de boekhoudkundige verplichtingen van de comptabiliteitswet van 22 mei 2003 de gevaren van deze accrual-hervorming toegelicht, die lopende voorbereidingen inhouden. Sommige entiteiten vrezen niet tijdig klaar te zijn. Ze wijzen o.m. op een gebrek aan informatie over de draagwijdte van de nieuwe wet, het ontbreken van uitvoeringsbesluiten en informatie over de financiële staten en/of een gebrek aan middelen en kennis. Veelal rekent men op externe hulp van de FOD waaronder de instelling ressorteert of van een externe accountant. 18 Een niet-realistische spreiding van de implementatie van de hervorming is vaak de oorzaak van het mislukken ervan Dat alles is nog beheersbaar, maar de onopgeloste vragen aangaande de compatibiliteit, het gebruiksgemak, de beschikbaarheid en de functionaliteit van de software waarin de algemene boekhouding, de begrotingsboekhouding en de analytische boekhouding zijn geïntegreerd, vergroten het gebrek aan voorbereiding en de onzekerheid. 19 Met het oog op de invoering van een vermogensboekhouding moeten de bepalingen van de wetten, besluiten, decreten, ordonnanties en normen, vóór de inwerkingtreding ervan, duidelijk en volledig zijn, zodat de inspectie van Financiën en het Rekenhof hun respectieve taken ten volle kunnen opnemen. Om die reden heeft het Rekenhof, in zijn opmerkelijk, scherpzinnig maar streng verslag Voorbereiding van de administratieve openbare instellingen (AOI) 15, de 14 Study 14, 2.1 tot 2.4. 15 Onder administratieve openbare instelling wordt verstaan de overheidsinstellingen met rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van de openbare instellingen van sociale zekerheid van de categorie D van de Wet van 16 maart 1954 en van de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in het KB van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid. Deze definitie beoogt enkel de categorieën A, B en C en de federale instellingen en de instellingen met een administratieve opdracht, zijnde de non-profitinstellingen. Economische en industriële activiteiten vallen dus niet onder dit begrip. Het is niet beperkt tot de instellingen van openbaar nut, ook de niet door de Wet van 1954 bedoelde instellingen worden beoogd. 16 Onder administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie wordt verstaan de administraties waarvan het beheer en de boekhouding door een wet zijn afgezonderd van het beheer en de boekhouding van de diensten van het algemeen bestuur, zonder dat ze over rechtspersoonlijkheid beschikken. 17 Onder staatsbedrijven wordt verstaan, de entiteiten die worden geregeld door een bijzondere wet. Naar ons weten bestaat er slechts één enkele onderneming van dit type. Het betreft de Koninklijke Munt van België. Cf. Wet van 4 april 1995 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, art. 49 tot 63. 18 Rekenhof, Verslag van 5 januari 2011, p. 39. 19 Rekenhof, voormeld Verslag van 5 januari 2011, p. 29-36. 2011/4 11

BOEKHOUDRECHT 3.2. De stappen van de omschakeling Tussen de verschillende entiteiten die bij de omschakeling betrokken zijn, zal onvermijdelijk een behoorlijke diversiteit worden vastgesteld. 20 Een brede schakering van benaderingen en combinaties daarvan behoort tot de mogelijkheden, afhankelijk van een veelheid aan historische, institutionele, economische en andere factoren. Bij deze overschakelingsfasen wijst de IPSASB op twee cruciale kwesties: 1. de gap analysis en 2. de spreiding van de overschakelingsmodaliteiten. De gap analysis 21 is het gevolg van de meest correcte inschatting van de kloof tussen het huidig eigen systeem van financiële verslaggeving en het systeem dat de accrual accounting voorstaat en dat op 1 januari 2012 in werking zou moeten treden. Het probleem voor de meeste entiteiten is dat nog niet alle uitvoeringsbesluiten tot vaststelling van het nieuw boekhoudkundig kader zijn genomen. Daardoor worden de noodzakelijke aanpassingen aan de software voor algemene, begrotings- en analytische boekhouding tegengehouden, te meer daar de ideale oplossing uiteraard de integratie van deze verschillende boekhoudprogramma s is. Met betrekking tot de spreiding van de omschakelingsmodaliteiten, adviseert de IPSASB de toepassing van een step-by-step implementatie. 22 De IPSASB stelt vast dat dergelijke hervorming moet beginnen met de, eventueel stelselmatige, recognition van alle activa en passiva die aan dit erkenningscriterium beantwoorden, maar ook aan dat van de boekhoudomgeving. De board vestigt de aandacht op de volgende drie snelheden : 1. de korte spreiding (over één tot drie jaar) komt voor wanneer de uitvoerende macht een beperkt aantal entiteiten krachtig ondersteunt; 2. de middellange spreiding (over vier tot zes jaar) is verkieslijk wanneer de voorbereiding van de implementatiemaatregelen genormaliseerde boekhoudplannen, jaarrekeningschema s, waarderingsregels en wettelijke regels voor de openbaarmaking van de financiële verslaggeving van de overheidsentiteiten noodzaakt; 3. de lange spreiding (over meer dan zes jaar) wordt noodzakelijk wanneer, bovenop de sub punt 2 hiervoor ver- 20 Study 14, o.c., 2.18-2.50. 21 Study 14, o.c., 2.19. 22 Study 14, o.c., 2.25-2.32. melde elementen, eisen inzake de integratie van de algemene, begrotings- en analytische boekhoudingen, een serie testen en een gepaste opleiding van de nationale, gewestelijke en lokale boekhouders en de onwetende politieke mandatarissen nodig zijn. Die periode dreigt nog te worden verlengd door een zekere hervormingsmoeheid! Een niet-realistische spreiding van de implementatie van de hervorming is vaak de oorzaak van het mislukken ervan. 23 In dat opzicht is de Belgische ervaring tot dusver geen succes. Het Rekenhof 24 moet jammer genoeg vaststellen dat: 1. na de invoering op 1 januari 2009 van de Wet van 22 mei 2003 bij vijf pilootdepartementen, deze wet, samen met het daarmee gepaard gaande IT-project Fedcom, op 1 januari 2010, hetzij zes jaar later, slechts bij vier departementen in werking getreden is; 2. sinds de opstart van Fedcom nog maar één uitvoeringsbesluit 25 definitief goedgekeurd en gepubliceerd is, terwijl er een twintigtal uitvoeringsbesluiten verwacht worden 26 ; 3. de onvolledige juridische omkadering ertoe leidt dat de departementen ad hoc oplossingen uitwerken. Die situatie vormt een risico voor het welslagen van het project; 4. in de SAP-toepassing nog een sluitende controle op de beschikbaarheid van de wettelijke programmakredieten ontbreekt, waardoor het risico op kredietoverschrijdingen blijft bestaan; 5. de invoering van de nieuwe boekhouding bovendien niet zorgt voor een toereikende financiële rapportering en een tijdige indiening van de algemene rekening, noch voor een versterking van de interne controle; 6. de Commissie voor de Openbare Comptabiliteit opgericht werd bij Wet van 18 januari 2010, maar tot dusver 23 Study 14, o.c., 2.32. 24 Rekenhof, 167e Boek, zitting 2010-11, vol. 1, p. 22 e.v. 25 Cf. KB van 10 november 2009 tot vaststelling van het boekhoudplan van toepassing op de federale staat en op de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie. 26 Dienaangaande betreurt S. DESILLE: Dit besluit zal niet samen of meteen na de wetten worden genomen, zoals het koninklijk besluit van 7 april 1954 tot uitvoering van voormelde wet van 16 maart 1954. Dat is jammer, want daardoor wordt de indruk gewekt van een onvoltooide hervorming die niet dringend moest worden ingevoerd. Momenteel wachten we er steeds op in L apport d une comptabilité générale dans le système de comptabilité des administrations: avantages et difficultés, o.c. 12 2011/4

BOEKHOUDRECHT het uitvoeringsbesluit dat de leden ervan aanwijst, ontbreekt. 27 Die Commissie moet haar werkzaamheden aanvatten, zodat zij onder meer de hiaten van het bestaande boekhoudplan kan verhelpen (deze Commissie heeft gelijkaardige bevoegdheden als de Commissie voor Boekhoudkundige Normen); 7. de dienst Federale Accountant, die een cruciale rol speelt op het vlak van het beheer van het systeem, de ondersteuning van de departementen, de wetgeving, de vorming en de rapportering, over onvoldoende capaciteit lijkt te beschikken om een gepast antwoord te bieden op alle uitdagingen die zich stellen over de implementatie van het nieuwe systeem; en 8. ook niet in staat lijkt om een gepast antwoord te bieden op de verwachtingen van de departementen die al met Fedcom werken. 3.3. De nood aan controle tijdens de overgangsperiode De IPSASB raadt, tijdens de overgangsfase, de volgende noodzakelijke controles aan 28 : 1. de bestaande controles moeten, de hele duur van de overgangsperiode, tot de volledige voltooiing van de hervorming, worden gehandhaafd. Die controles moeten parallel worden doorgevoerd; 2. die controles zullen bijdragen tot de nieuwe compliance with the stated basis of accounting 29 ; 3. de eerste nieuwe financiële rapporteringen moeten worden uitgegeven als trial run; 4. de entiteiten moeten de moed betonen om deze zogenaamde eerste financiële verslaggeving niet gecertificeerd te durven publiceren, as an interim step and for a limited number of reporting periods en 5. vervolgens de latere staten publiceren. Die vormen, wat in de accrual-hervorming genoemd wordt, de algemene rekening 30 (bestaande uit de jaarrekening en de rekening van uitvoering van de begroting). De IPSASB meldt dat de FEE (Fédération des experts-comptables européens) onlangs een studie heeft gepubliceerd over de impact van de accrual-hervorming op de overheidssector. 31 Het doel van de hervorming is dat het accrual boekhoudprincipe het mogelijk maakt een true and fair view of the net assets, financial position and results of operations in accordance with the relevant financial reporting framework te verstrekken, wat een begroting, of zelfs een rekening van uitvoering van de begroting nooit zouden vermogen te doen. In meer dan de helft van de 13 lidstaten 32 die het accrual gebaseerd systeem voor hun nationale rekeningen hebben aangenomen, werd een deel van de controles uitbesteed aan privékantoren en werd bijstand verleend door gespecialiseerde externe accountants. Het is verbazend dat alleen België en Frankrijk de uitbesteding van dergelijke professionele diensten verbieden. 33 Speciaal voor België preciseert de studie jammer genoeg dat: 1. In Belgium the Court of Audit exerts external control on the budgetary, accounting and financial operations of the provinces but not of the municipalities which are controlled by the Provincial governments. 34 2. In Belgium the audit offices of the local governments do not employ staff with a professional accountancy qualification. 35 30 Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, art. 4. 31 Implementation of Accrual Accounting: The Impact on Public Sector Audit, December 2008. 32 Deze landen zijn Denemarken (2002), Spanje (in 1983), Italië (1997), 27 Wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, art. 3, tot invoeging van de art. 16/1 tot 16/8. 28 Study 14, o.c., 2.33-2.36. 29 Study 14, o.c., 2.33. The audit opinion will reflect that the financial statements are prepared in accordance with the specified policies, except if legislation requires use of the words fairly presents. Finland (1998), Frankrijk (2006), Letland (2003), Malta (2002), Nederland (1994), Portugal (in 1990), Zweden (in 1991), Roemenië (2006), het Verenigd Koninkrijk (2000), Slowakije (2008). België is uiteraard niet in de lijst opgenomen, want, noch op nationaal niveau, noch op gewestelijk niveau (met uitzondering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) is er tot dusver een accrual-hervorming doorgevoerd. De inwerkingtreding van de hervorming is of was gepland voor 2013 in Oostenrijk, voor 2010 in Tsjechië en voor 2009 in Litouwen. 33 Implementation of Accrual Accounting, o.c., 4.2.2. Contracting of third parties. 34 Implementation of Accrual Accounting, o.c., 4.2.1. Responsibility for the audit. 35 Implementation of Accrual Accounting, o.c., 4.3.1. Education. 2011/4 13

BOEKHOUDRECHT 3. België antwoordde op de vragen in verband met de quality control, dat no changes with regard to the audit were caused by the implementation of accrual accounting. 36 4. België onderscheidt zich als één van de vier enige staten where no professional qualified accountants are involved in the audit of the financial statements of local governments. 37 sentieel belang is, is het belangrijk dat, wanneer een persoon onbeschikbaar is, hij door een andere kan worden opgevolgd. Zo niet kan het project, of een deel ervan, vastlopen. Dat geldt des te meer daar de accrual-hervorming een verandering in de administratieve cultuur zal teweegbrengen. 3.4.3. Gepaste human resources en financiële middelen 3.4. Implementatieplannen De IPSASB presenteert, in een bijlage bij Study 14, de kerngegevens voor de ontwikkeling van een implementatieplan, dat de vragen opsomt die tijdens de overgangsfase moeten worden behandeld. Binnen het beperkte bestek van deze bondige analyse is het echter niet mogelijk hier verder op in te gaan. De IPSASB acht de kans op welslagen het grootst als de volgende kenmerken aanwezig zijn: a) een duidelijk mandaat, b) het engagement van de politieke mandatarissen, c) het engagement van de hoge ambtenaren, d) gepaste human resources en financiële middelen, e) een efficiënte structuur van het projectbeheer, f) technologische capaciteiten en behoorlijke IT-systemen en g) de naleving van de wet. 3.4.1. Het engagement van de politieke mandatarissen Het politiek engagement from both the governing body and the opposing party 38 is vereist, zowel om de veranderingen voor te stellen als om de continuïteit van het project te verzekeren, want om deze boekhoudkundige vormverandering te doen slagen, moeten alle middelen worden ingezet. Het politiek engagement moet van bij de aanvang van het proces aanwezig zijn, zo niet loopt men het gevaar dat middelen worden verspild. 3.4.2. Het engagement van de hoge ambtenaren Eén van de voornaamste redenen voor dit engagement is dat de hervorming wijzigingen in de machtstructuur binnen de administratie kan teweegbrengen. Op dat vlak moeten de hoge ambtenaren de taak van fixer opnemen, als de zaken verkeerd lopen. Hoewel de rol van de sleutelfiguren van es- Dit project vergt uiteenlopende competenties om de hervorming te beheren. Het is dus belangrijk deze te identificeren, te verwerven en te behouden. 39 Een entiteit die bij de accrual-hervorming betrokken is, moet dus: 1. aandacht hebben voor de individuele competenties die nodig zijn voor het beheer van het project en het beheer van de wijziging; 2. aandacht hebben voor het inzicht en de ervaring in accounting policy issues and systems requirements ; 3. ervoor zorgen dat de sleutelfiguren the interrelationships between the different elements of the reform process begrijpen; 4. ervoor zorgen dat het boekhoudkundig personeel alle aspecten (upstream en downstream) beheerst: a. van het ingeven en registreren van de gegevens, b. van de geïnformatiseerde verwerking ervan in het geïntegreerd boekhoudsysteem, c. van de analyse ervan in de financiële verslaggeving; 5. eventueel overgaan tot de aanwerving van gekwalificeerd personeel en een beroep doen op gespecialiseerde externe accountants (specialist skills). 3.4.4. Een efficiënte structuur van het projectbeheer Wegens de omvang en de diversiteit van de competenties die bij dergelijke hervorming moeten worden ingezet, moet het project worden gesplitst in verschillende componenten, namelijk: 1. een omstandig documentair kader: a. dat een stevige basis vormt voor de communicatie van deze hervorming, b. tot ondersteuning van het inzicht in de redenen voor de veranderingen en van de aanpak die wordt gevolgd om de volledige voltooiing van de wijzigingen te bereiken, c. dat bevestigt dat de implementatie ermee in overeenstemming is; 36 Implementation of Accrual Accounting, o.c., 4.5. Quality Control System. 37 Implementation of Accrual Accounting, o.c., 5.2. Results on the Local Level of Government. 38 Study 14, o.c., 2.40. 39 Study 14, o.c., 2.42. 14 2011/4

BOEKHOUDRECHT 2. een formeel implementatieplan dat afhankelijk zal zijn van de omvang van de hervorming 40 ; 3. een duidelijke toewijzing van de verantwoordelijkheid voor elke taak en de respectieve rol ervan in het project; 4. de identificatie van de belangrijke fasen die moeten worden doorlopen en de sturing doorheen die verschillende fasen; 5. een gedetailleerd proces inzake de goedkeuring van de doorlopen fasen; 6. formele communicatie- en coördinatiemechanismen en -kanalen om de informatie te verspreiden en te ontvangen. Wat de boekhoudsoftware zelf betreft, is het hoogstwaarschijnlijk dat de evaluatie ervan, in een aanzienlijk aantal gevallen, zal uitwijzen dat ze de test van de omschakeling niet zal doorstaan. Het Rekenhof stelt vast dat in de helft van de gevallen de entiteiten niet in staat zijn een begrotingsboekhouding te voeren, laat staan een boekhouding van de vastleggingen en vereffeningen 42, en zeker geen algemene boekhouding op basis van de principes van het dubbel boekhouden die, op basis van het beginsel van het simultaan boeken, zelf een begrotingsboekhouding en een analytische boekhouding integreert. Na de invoering op 1 januari 2009 van de wet van 22 mei 2003 bij vijf pilootdepartementen, is deze wet, samen met het daarmee gepaard gaande IT-project Fedcom, op 1 januari 2010, hetzij zes jaar later, slechts bij vier departementen in werking getreden 3.4.5. Technologische capaciteiten en behoorlijke IT-systemen De inwerkingtreding van dergelijke boekhoudkundige en financiële hervorming kan opmerkelijke veranderingen teweegbrengen to a wide range of information systems. 41 Een vaststelling van het Rekenhof maakt ons behoorlijk bang: Ook blijkt uit sommige antwoorden dat de boekhoudsoftware enkel wordt gebruikt in het kader van de algemene boekhouding en dat de begrotingsboekhouding wordt gevoerd met behulp van Excel. 43 Als we weten dat een rekenblad de onveranderlijkheid van de boekingen niet garandeert, kan dat aanleiding geven tot nog grotere gevaren. Het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten vestigt de aandacht op deze kwestie van primordiaal belang in een technische nota bestemd voor de leden. 44 Kortom, de vaststelling van het Rekenhof is vrij beangstigend: De overgrote meerderheid van de entiteiten die hebben bevestigd dat ze met de huidige software niet in staat zijn om aan alle vereisten van de nieuwe wetgeving te voldoen, zijn vooralsnog niet van plan om nieuwe boekhoudsoftware aan te schaffen. Zij wijzen erop dat zolang niet alle vereisten gekend zijn waaraan het nieuwe boekhoudsysteem moet voldoen en ook alle onduidelijkheden van de wet niet zijn uitgeklaard, geen sluitend lastenboek voor de aanschaf van boekhoudsoftware kan worden opgesteld. Ook wordt erop gewezen dat eerst een voorafgaande analyse nodig is of dat voor de ingebruikname van nieuwe software volgens bij gespecialiseerde firma s verkregen inlichtingen toch wel tweeëneenhalf à drie jaar moet worden gerekend En het Hof besluit niet al te optimistisch: deze vaststellingen lijken op het eerste zicht weinig vertrouwenswekkend met het oog op een vlotte overgang naar het boekhoudsysteem van de wet van 2003. 40 Study 14 geeft in appendix B een vijftiental informatiebronnen over implementatieplannen. Wegens de beknoptheid van dit artikel is het onmogelijk deze bronnen, waaraan best een afzonderlijke studie kan worden gewijd, te behandelen. 41 Study 14, o.c., 2.44-2.47. 42 Rekenhof, Verslag van 5 januari 2011, Hoofdstuk 6, Toekomstige boekhoudsoftware, p. 33-36. 43 Rekenhof, Verslag van 5 januari 2011, p. 29. 44 Kwaliteitscriteria van de boekhoudsoftware, Technische nota van het IAB, 30 april 2003, p. 16 e.v. 2011/4 15

BOEKHOUDRECHT 3.4.6. De wijze van wetgeven Alvorens de wet af te kondigen, verdient het de voorkeur een ontwerptekst voor te stellen en de schriftelijke reacties van de bij de hervorming betrokken entiteiten te ontvangen. Deze methode van wetgeven biedt het voordeel dat de instemming van de bij de geplande hervorming betrokken nationale en gewestelijke boekhouders kan worden verkregen. De uitwisseling van reacties vóór de ontwerptekst door het parlement wordt aangenomen is an opportunity to inform and educate other political parties and influential groups within government of the benefits of the changes. 45 3.5. Goed gebruik van de middelen De IPSASB stelt vast dat de entiteiten die bij dergelijke hervorming betrokken zijn, vaak over beperkte middelen beschikken. Ze moeten er dus spaarzaam mee omgaan volgens het materialiteitsbeginsel, dat inhoudt dat, zolang de oordeels- en besluitvorming op basis van de verslaggeving niet beïnvloed wordt, de inwinning en de registratie van alle informatie kan vereenvoudigd worden. Voorbeeld: het verzamelen van de informatie die nodig of nuttig is voor de openingsbalans kan heel wat tijd in beslag nemen. Het is nochtans een onontkoombare verplichting. Daarover zal de nationale of gewestelijke boekhouder zijn oordeel moeten uitbrengen, zodat de door de entiteit verstrekte financiële verslaggeving de highest level of external scrutiny kan doorstaan. 46 3.6. Accrual budgeting Hoewel Study 14 gericht is op de algemene boekhouding, wordt niet uit het oog verloren dat steeds meer entiteiten inmiddels begrotingen opstellen die gebaseerd zijn op transacties, en niet meer op kasinstromen en -uitstromen. Michel JONET 47 preciseert dat de ramingen van de ontvangsten uitgedrukt worden als vastgestelde rechten. De ramingen van de uitgaven worden uitgedrukt als gesloten verbintenissen of als vastgestelde rechten: vandaar het on- derscheid in de uitgavenkredieten tussen vastleggingskredieten 48 en vereffeningskredieten. 49 Het nieuwe systeem maakt geen onderscheid meer tussen niet-gesplitste en gesplitste kredieten. De boekhoudkundige aanrekeningsregels zijn neergelegd in artikel 20 van de Wet van 22 mei 2003. De reconciliatie van de verrichtingen van de algemene en de begrotingsboekhouding moet worden gemaakt. Op de begrotingsartikelen worden enkel de vastgestelde rechten aangerekend voor zover daarvoor voldoende krediet is. De reconciliatie is ook aan de orde, niet alleen met het oog op de reconciliatie tussen de algemene en begrotingsrekeningen in de algemene boekhouding maar ook tussen de begrotingsrekeningen (waarop alle begrotingsverrichtingen worden aangerekend) en de begrotingsartikelen (waarop enkel wordt aangerekend voor zover er voldoende kredieten zijn). 50 De entiteiten die vandaag al verplicht zijn een begrotingsboekhouding te voeren, vormen een minderheid, aldus het Rekenhof. 3.7. Chart of accounts De IPSASB bemerkt, in de van de Staten ontvangen antwoorden, dat de boekhoudplannen economic, functional, administrative, and regional classifications as well as more detailed classifications for cost centers, programs, projects, outputs, and outcomes bevatten. 51 In the same way that the chart of accounts is a systematic coding system for the classification and coding of transactions and events within the accounting system, a budget classification is a systematic coding system for the classification and coding of transactions and events within the budget system. If the chart of accounts incorporates the budget system, it will include all the accounts specified in the budget classification, together with other accounts required for accounting and reporting purposes (for example, assets, liabilities and revenues). 52 48 Vastleggingskredieten: bedragen ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar. 49 Vereffeningskredieten: bedragen ten belope waarvan tijdens het 45 Study 14, o.c., 2.48. 46 Study 14, o.c., 2.51-2.55, vnl. 2.52. 47 Documentatieblad, 2004, nr. 1, M. JONET en L. MAUDENS, Een becommentarieerde lezing van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, p. 18 e.v. begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend uit hoofde van de rechten vastgesteld in uitvoering van de voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen. 50 Rekenhof, Verslag van 5 januari 2011, p. 21. 51 Study 14, o.c., 2.82. 52 Study 14, o.c., 2.85. 16 2011/4

BOEKHOUDRECHT Wanneer verscheidene entiteiten, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, maar alle met boekhoudkundige persoonlijkheid, hun rekeningen moeten consolideren met de rekeningen van de hiërarchisch hogere entiteit, wordt ook de oprichting van een central chart of accounts aanbevolen. Deze central chart of accounts moet tegemoetkomen aan de behoeften van elke entiteit en een eenvormige structuur opleggen, maar flexibel genoeg blijven om bijzondere behoeften in te willigen. Terzijde wordt opgemerkt dat in Zwitserland, een federaal land, despite its strongly [con]federal structure, the core of the chart of accounts (being the first four digits) is mandatory for all entities. 53 In België zou uiteraard dezelfde oplossing toepasbaar moeten zijn! Het Rekenhof merkt op: De meeste [Belgische] entiteiten blijken wel te beschikken over een (al dan niet goedgekeurd) boekhoudplan. In de praktijk lijkt men echter ver af te staan van een geïntegreerde algemene en begrotingsboekhouding op basis van een boekhoudplan met algemene en begrotingsrekeningen, gelinkt aan de begrotingsartikelen. Tal van entiteiten geven aan dat zeker de koppeling met de eigenlijke begrotingsboekhouding niet gerealiseerd is. 54 4. Begrip boekhouding, dubbel boekhouden en beginsel van het simultaan boeken Het Rekenhof komt in zijn verslag van 5 januari 2011 geregeld terug op deze begrippen. Het bovenvermelde Verslag aan de Koning, van zijn kant, preciseert dienaangaande: 1. de boekhoudkundige organisatie en de opmaak van periodieke financiële staten beperken zich niet tot de eerbiediging van een nomenclatuur van rekeningen (in een boekhoudplan) die overeenstemmen met een classificatie van elementen van het patrimonium en van verrichtingen van de betrokken entiteiten in functie van vooraf vastgestelde criteria, maar impliceren eveneens boekings- en aanrekeningsregels, alsook regels op het vlak van de opmaak van de jaarrekening; 2. dit boekhoudplan omvat ook basisregels voor de waardering van de activa en de passiva en voor de opmaak van de jaarrekening, alsook voor de boeking en de aanrekening van de verrichtingen; 3. door het feit dat alle begrotingsverrichtingen een tegenhanger hebben in de algemene boekhouding, streeft het voorliggende systeem ernaar dat elke verrichting aanvankelijk in de algemene boekhouding wordt geboekt, maar telkens zij ook een budgettair karakter heeft, tezelfdertijd in de rekeningen van de begrotingscomptabiliteit wordt aangerekend door middel van een informaticaproces dat geen enkele bijkomende tussenkomst vereist. 4.1. Centralisatie In de Wet van 17 juli 1975, die van toepassing is op de ondernemingen, was bepaald: Voor gezamenlijke mutaties die in de loop van de periode in het ongesplitste hulpdagboek of in de bijzondere hulpdagboeken zijn geregistreerd, wordt ten minste eens in de maand een samenvattende boeking verricht in een centraal dagboek. Die recapitulatie omvat: 1. hetzij het totaal van de boekingen in de gezamenlijke hulpdagboeken, uitgesplitst volgens de betrokken hoofdrekeningen of posten die in het rekeningenstelsel van de onderneming voorkomen; 2. hetzij, de onderneming een boekhouding voert waarbij de aantekening tegelijk in de hulpdagboeken en op de betrokken rekeningen geschiedt, ten minste het totaal van de boekingen in elk van de hulpdagboeken. 55 De verplichting om de verrichtingen in een dagboek te registreren, verzet zich ertegen dat ze alleen op de rekeningen worden geboekt. 56 Het concept van de centralisatie is onlosmakelijk verbonden met het beginsel van de onveranderlijkheid 57 van de boekingen en de boekhoudkundige periode. 53 Study 14, o.c., 2.94. 54 Rekenhof, Verslag van 5 januari 2011, p. 19. Het verslag aan de Koning bij het boekhoudbesluit van 10 november 2009 geeft hierbij aan dat de wet van 17 juli 1975 een belangrijk referentiekader vormt en, dat, wat de balansrekeningen betreft, de inspiratie vooral in de bepalingen die van toepassing zijn op de ondernemingen werd gevonden, maar dat het specifiek karakter van de openbare sector significante aanpassingen noodzakelijk heeft gemaakt met betrekking tot de resultatenrekening. Sommige (sub)klassen van het actief in het MAR zijn bv. passief in het koninklijk besluit van 10 november 2009 en omgekeerd. (Sub)klassen van de kosten en opbrengsten in het nieuwe boekhoudplan kunnen dan weer een geheel andere draagwijdte hebben dan de rubrieken van het MAR. 55 Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding [ ] van de ondernemingen, art. 4, lid 3 en 4. Deze bepaling moet worden geïnterpreteerd in het licht van art. 7, nieuw, van het KB van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 (Cf. KB van 25 januari 2005, hierna). 56 CBN-advies 174-1 Beginselen van een regelmatige boekhouding, Bulletin CBN, nr. 38, februari 1997, p. 2-32. 57 Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, art. 15, lid 1; De boeken en de dagboeken worden bijgehouden en bewaard op een wijze die hun 2011/4 17

BOEKHOUDRECHT De centralisatie (of recapitulatie volgens de Wet van 1975) is de verrichting waarbij de mutaties en de debet- en creditsaldi van een gegeven periode (bijvoorbeeld: een maand) ne varietur worden afgesloten, in de wetenschap dat ze, wegens de centralisatie, achteraf niet meer kunnen worden veranderd. Maar zolang een periode nog niet is afgesloten, moet het mogelijk zijn in die periode boekingen te doen. De Commissie voor de Openbare Comptabiliteit werd opgericht bij Wet van 18 januari 2010, maar tot dusver ontbreekt het uitvoeringsbesluit dat de leden ervan aanwijst 4.2. Geïntegreerde boekhouding De Staat moet haar boekhouding dus voeren op basis van een gesloten duaal systeem, waarin de algemene boekhouding volgens de principes van het dubbel boekhouden de overhand heeft. De begrotingsboekhouding moet erin worden geïntegreerd en zorgen voor de mapping 58 ervan. Alle vastgestelde rechten, zowel de budgettaire als de niet budgettaire, worden in een rekening van het algemeen boekhoudplan opgenomen. Uiteraard komen alleen de budgettair vastgestelde rechten (die trouwens slechts een deel van houdtechnisch oogpunt, de primauteit van de algemene boekhouding bevestigd. 59 De primauteit van de algemene boekhouding op de begrotingsboekhouding houdt in casu in dat alle boekingen eerst in de algemene boekhouding worden ingevoerd, en vervolgens in de begrotingsboekhouding, als ze ook het budgettair luik betreffen. Sommige verrichtingen, zoals afschrijvingen van vaste activa, herwaarderingen en waardeverminderingen, zijn voor die tweede boekhouding niet van belang. In verband met het begrip geïntegreerde boekhouding dat in de tekst van de wetten, besluiten en decreten steeds vaker terugkomt, dient nog één opmerking te worden gemaakt. Naar aanleiding van door de Senaat georganiseerde studiedagen 60, hadden senator Coormans en consorten al op 4 juli 1990 een wetsvoorstel ingediend tot hervorming van de algemene Rijks- en provinciale boekhouding. 61 Het essentieel punt van dit wetsvoorstel was de invoering in de Rijkscomptabiliteit van een systeem van genormaliseerde rekeningen waarin alle budgettaire, financiële en vermogensverrichtingen zouden worden geïntegreerd en op basis waarvan de Rijkscomptabiliteit zou moeten worden gehouden. De memorie van toelichting bij dit wetvoorstel wees op twee voordelen daarvan: Dergelijk systeem zou het mogelijk maken om alle budgettaire, financiële en patrimoniale verrichtingen op samenhangende wijze te integreren en zou bovendien een permanent middel vormen met het oog op de controle ervan. 62 4.3. Het beginsel van het simultaan boeken De verrichtingen worden methodisch geboekt in de rekeningen van de algemene boekhouding en, voor zover ze ook een begrotingsverrichting uitmaken, simultaan in de rekeningen van de begrotingsklassen. 63 het totaal van de vastgestelde rechten uitmaken) in de begrotingsboekhouding voor. Daardoor wordt, vanuit boekmateriële continuïteit, hun regelmatigheid en de onveranderlijkheid van de boekingen verzekert. De Koning moet de modaliteiten van de materiële continuïteit, de regelmatigheid en de onveranderlijkheid van de boekingen nog vastleggen in een bijzonder koninklijk besluit. 58 Term uit het jargon van de Angelsaksische accountants en alhier overgenomen. Het komt neer op de aanmaak van een oorsprongstabel en van een tabel houdende de overeenstemming tussen afzonderlijke boekhoudplannen die in dezelfde entiteit worden gebruikt voor algemene, budgettaire of analytische doeleinden. 59 M. JONET, Une lecture commentée de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l Etat fédéral, 3 juli 2003, p. 15. 60 Parl.St. Senaat, nr. 1010 (1989-90). 61 Parl.St. Senaat, nr. 1020-1 (1989-90). 62 Parl.St. Kamer, nr. 1870/001 (2001-02), p. 9. 63 Wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, art. 13, lid 1. 18 2011/4

BOEKHOUDRECHT Het Rekenhof, dat jammer genoeg soms in de woestijn preekt, vestigde 7 jaar geleden, in zijn 160e Boek, al de aandacht op de begrippen duaal systeem en simultaan boeken 64 : 1. De boekhouding van de federale Staat zal in de toekomst worden gevoerd op basis van een gesloten duaal systeem waarin de basisboekhouding de algemene dubbele boekhouding is, die het mogelijk moet maken de concordantie te verzekeren met de begrotingscomptabiliteit die zich erin integreert. Voor zover de verrichting ook een begrotingsverrichting is, moet de boeking en de aanrekening simultaan gebeuren in de beide (algemene en budgettaire) boekhoudingen. Aangezien de commentaar van het Rekenhof voornamelijk de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de federale staat betreft, levert het Hof geen commentaar op de analytische boekhouding, maar niemand twijfelt eraan dat die opmerkingen ook gelden voor het beginsel van de samenhang van de organisatie van die boekhoudingen. 2. Een tweede belangrijke wijziging is het verlaten van de kasboekhouding en de vervanging ervan door een boekhouding op transactiebasis. Dit houdt in dat de verrichtingen zowel in de algemene boekhouding als in de budgettaire boekhouding, en dit zowel voor uitgaven als voor ontvangsten, zullen worden geboekt op het moment van de vaststelling van een recht. 65 Het simultaan boeken brengt ook de volgende gevolgen teweeg voor de regelmatigheid van het gebruikte algemeen boekhoudprogramma. De software moet garanderen dat elke in het dagboek geboekte verrichting gelijktijdig geboekt wordt in het grootboek van de algemene rekeningen en, zo nodig, in de bijzondere rekeningen, zodat, te allen tijde en onder alle omstandigheden, een rekenkundige controle mogelijk is op de mutaties en op de wederzijds saldo s. 64 Rekenhof, 160e Boek, zitting 2003-04. De belangrijkste woorden van deze twee uittreksels worden cursief weergegeven. 65 Dienaangaande leze men ook M. JONET, o.c., 3.1. Wanneer de aan de algemene boekhouding aan te rekenen verrichting ook een budgettaire verrichting is, moeten de boeking en de aanrekening, bij de vaststelling van het recht, simultaan in de twee boekhoudingen worden gedaan, p. 15: Elk vastgesteld budgettair recht moet gelijktijdig in de algemene boekhouding en in de begrotingscomptabiliteit van hetzelfde jaar worden opgenomen, wat de aanwezigheid van genoeg beschikbaar vereffeningskrediet voor het desbetreffend budgettair artikel veronderstelt, p. 20. 5. Besluit De nota bepaalt met name het volgende: Onder functie die strijdig is met de wettelijke of reglementaire voorschriften moet inzonderheid, zij het niet limitatief, worden verstaan elke functie die het mogelijk zou maken: boekingen in te voeren die niet in evenwicht zijn, onder andere, boekingslijnen zonder tegenpost; de gecentraliseerde inhoud van de boekhoudbestanden rechtstreeks te wijzigen, met uitzondering van de extraboekhoudkundige gegevens, zoals de vervaldatum of een omschrijving; gecentraliseerde boekingen te wijzigen of uit te wissen in schending van het beginsel van de onveranderlijkheid van de boekingen; debet- of credittotalen, overdrachten, rekeningensaldi rechtstreeks te wijzigen; reeds afgesloten periodes opnieuw te boeken; een rekening die in de loop van het boekjaar werd gebruikt of waaraan het saldo niet gelijk is aan nul te verwijderen; enz. Er is meer overeenstemming nodig, niet alleen tussen de algemene en begrotingsrekeningen in de algemene boekhouding maar ook tussen de begrotingsrekeningen en de begrotingsartikelen Tot besluit moet de integriteit van de algemene, de begrotings- en de analytische boekhouding, inzonderheid, beantwoorden aan de desbetreffende regels, aanbevolen door het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten. 66 66 Kwaliteitscriteria van de boekhoudsoftware, Technische nota van het IAB, 30 april 2003, p. 19 e.v. 2011/4 19

BEROEP Studiedag van 26 september 2011: Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) Jacques Colson Accountant en belastingconsulent Commissie van Begeleiding en Toezicht IAB Na de geslaagde studiedag van 26 september 2011, die werd ingericht door de drie instituten van de economische beroepen (IAB, IBR en BIBF) past het om enkele beschouwingen te geven om de praktische toepassing van deze wet te motiveren. In een vorig nummer van Accountancy en Tax (2011/2) werd een tussentijdse stand van zaken gepubliceerd, waarbij voornamelijk het juridische gedeelte van de wet onder de loep werd genomen. In dit artikel zullen wij trachten meer praktisch toe te lichten waar een economisch beroepsbeoefenaar aandacht voor dient te hebben. Het bureau van de Franstalige sessie was samengesteld uit (vlnr) Micheline Claes, Jean-Marie Conter, Alain Zenner, Melissa Vanmeenen, Gérard Delvaux, Eric Van Den Broele en Olivier Kahn 20 2011/4