DISCIPELEN VAN DE DIENSTKNECHT Het Evangelie naar MARKUS Het Evangelie van Jezus Christus ZBSH Voorburg 21 november 2015 Piet van Dijk Hellevoetsluis
Uitgangspunt: Keuze om het boek als uitgangspunt te nemen en niet een thema Vanuit dit uitgangspunt zijn twee vragen van belang: Hoe wordt de Heer Jezus voorgesteld in dit boek? Welke lessen zijn er voor de discipelen toen en nu? Legenda: rood tegenstand, lastering, verwerping Aanhalingen uit NT komen uit de Telos vertaling blauw plaats van handeling OT komen uit groen reactie op tegenstand
De Dienstknecht: tegenstand Bijbelgedeelte: Markus 3:13-6:6 Werk van de Heer Jezus Woorden van de Heer Jezus Aanstelling van de twaalf Gelijkenissen (doel en functie)
De Dienstknecht: tegenstand Werk van de Heer Jezus Openbaring 4:6,7: En in het midden van de troon en rond de troon vier levende wezens, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste levende wezen was een leeuw gelijk, en het tweede levende wezen een kalf gelijk, en het derde levende wezen had het gezicht als een mens, en het vierde levende wezen was een vliegende arend gelijk.
Achtergrond - Plaats van handeling 1. In huis 2. Langs de zee, aan de zee op het land (Mk 4:1) 3. In de synagoge 4. Door de korenvelden (zie jvdh 17-10-2015) 5. Naar een woeste plaats (Mk 1:35, 45) 6. Op de berg (Mk 3:13) 7. In het schip op de zee (Mk 4:35-41)
Achtergrond - Plaats van handeling 1. In huis 2. Langs de zee, bij de zee, aan de zee op het land (Mk 4:1) 3. In de synagoge 4. Door de korenvelden (zie jvdh 17-10-2015) 5. Naar een woeste plaats (Mk 1:35, 45) 6. Op de berg (Mk 3:13) 7. In het schip op de zee (Mk 4:35-41)
Het getuigenis van de Dienstknecht bestaat uit: Woord en Werk 1:14,15 = koninkrijk nabij gekomen 1:21-34 = uitdrijving demonen bekering en geloof in het evangelie genezing allerlei ziekten 1:39 = prediking (zie ook 1:22) met gezag 1:39b-45 = uitdrijving demonen, melaatse 2:2, 10 = Hij sprak het woord tot hen 2:3-12 = genezing van de verlamde 2:13,19v,25v = leringen 3:1-12 = genezing verschrompelde hand, kwalen, uitdrijving onreine geesten Mk 16:20 En zij gingen uit en predikten overal, terwijl de Heer meewerkte en het woord bevestigde door de tekenen die daarop volgden. Heb 2:3,4.terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar Zijn wil.
Het getuigenis van de Dienstknecht is aanleiding tot: Woord en Werk Tegenstand 1:14,15 = koninkrijk nabij gekomen 1:21-34 = uitdrijving demonen satan d.m.v. demonen bekering en geloof in het evangelie genezing allerlei ziekten 1:39 = prediking (zie ook 1:22) met gezag 1:39b-45 = uitdrijving demonen, melaatse 2:2, 10 = Hij sprak het woord tot hen 2:3-12 = genezing van de verlamde schriftgeleerden 2:13,19v,25v = leringen 3:1-12 = genezing verschrompelde hand, schriftgeleerden, kwalen, uitdrijving onreine geesten farizeeën, overleg Hem om te brengen
Dienstknecht: reactie op de tegenstand Mk 2:6vv = schriftgeleerden overlegden in hun hart, lastering Mk 3:6 = farizeeën beraadslagen Hem om te brengen Mk 2:13v = Hij gaat verder met werken: Hij leerde, roept Levi, maaltijd met vele tollenaars en zondaars Mk 3:7 = meer genezingen en uitdrijving van onreine geesten Mk 3:13vv = roeping en aanstelling van de twaalf, onderwijs op de berg Vraag: welke les ligt hierin voor de discipelen?
Dienstknecht: de twaalf geroepen en aangesteld op de berg bij de Heer Jezus Deze plaats spreekt van: afzondering van de mensen verkering in de nabijheid van God de hemelse bediening geleerd worden door de Heer Jezus uitgezonden worden door de Heer Jezus gehoorzaamheid leren aan de Heer Jezus Hij heeft gezag gezag ontvangen van de Heer Jezus (Mk 6:7) Deze beginsituatie op de berg bij de Heer Jezus is voor discipelen van nu van even groot belang als van toen. Vraag: wie zijn de discipelen van nu?
Het getuigenis van de Dienstknecht leidt tot toenemende tegenstand Mk 3:20-35 - zijn verwanten: Hij is buiten Zichzelf, wilden Hem grijpen - de schriftgeleerden: Hij heeft Beëlzebul; en door de overste van de demonen drijft Hij de demonen uit niet alleen de Dienstknecht wordt verworpen maar ook het getuigenis van de Heilige Geest = Schuldig aan een eeuwige zonde: lasteren tegen de Heilige Geest = - zijn moeder en zijn broers laten Hem roepen; Hij is in huis (vs.20), zij zijn buiten (vs.31) en maken geen deel uit van het gezelschap om Hem heen Reactie: wie de wil van God doet, die is mijn broeder en zuster en moeder
De Dienstknecht: reactie op volledige verwerping AANKONDIGING VAN IETS NIEUWS Mk 2:20 = de bruidegom wordt van hen weggenomen Mk 2:21 = nieuwe stof op een oud kleed 22 jonge wijn in oude zakken Mk 3:34v = oude betrekkingen (natuurlijke familiebanden) terzijde basis van nieuwe betrekkingen is: Wie de wil van God doet Mt 13:1 = Jezus ging uit het huis en zitten bij de zee Mk 4:1 = bij de zee huis~~israël zee~~mensen buiten Israël, de volken plaats van handeling verandert van huis naar zee
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk Mk 12:1vv = wijngaardenier verwacht vrucht van de wijngaard en zend zijn slaven en tenslotte zijn enige, geliefde zoon (geen vrucht) Mk 4:3vv = Hoort! ~~ een dringend beroep op de toehoorders = Hij, Die kwam om vrucht te zoeken in Zijn wijngaard, gaat als Zaaier Zelf vrucht voortbrengen = waar vrucht wordt gezien is de opbrengst verschillend: dertig-, zestig- en honderdvoudig Mm
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk Markus 4:2-9 en 13-20 De gelijkenis van de zaaier Mk Mt Lk Basis van de gelijkenissen over het koninkrijk het zaad = het Woord het zaad = het Woord van het koninkrijk het zaad = het Woord van God de opbrengst is afhankelijk van de bodem niet van het zaad, dat is goed Mk 4:16 (rotsachtige bodem) === Hd 2:37 wanneer zij het woord horen het terstond met vreugde aannemen Toen zij nu dit hoorden, werden zij in het hart getroffen en zij zeiden....wat moeten wij doen mannenbroeders? Vraag: hoe verklaart u het verschil tussen Mt 13:8 ~~ Mk 4:8?
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk Spreken in gelijkenissen over de verborgenheid van het koninkrijk van God Vragen om uitleg door hen die werkelijk belangstelling hebben Onderscheid tussen hen die binnen en hen die buiten zijn Verwerping van de Messias door zijn volk leidt tot uitstel van oprichting van het koninkrijk in macht en majesteit (vgl Jes 6:8-13 tijdelijk! Er is een totdat) Voorlopig uitsluitend gevestigd in de harten van hen die Hem als hun Heiland en Heer hebben aangenomen Rom 14:7,8 Want niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf; want hetzij wij leven, wij leven voor de Heer; hetzij wij sterven, wij sterven voor de Heer; hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn van de Heer. Rom 14:17,18 Want het koninkrijk van God is niet eten en drinken, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap in Heilige Geest. Want wie Christus daarin dient*, is voor God welbehaaglijk en bij de mensen beproefd. *) d.i. als slaaf dienen
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk Verantwoordelijkheid van de mens in de dienst en het getuigenis van de Heer Mk 4:21-25 zie Phil 2:15,16 Ogenschijnlijk besteedt de Heer Jezus geen aandacht aan het werk maar Hij weet wanneer het de tijd van de oogst is Mk 4:26-29 De Dienstknecht is op aarde actief bij het begin (zaaien) en het einde (oogsten) De ontwikkeling van het koninkrijk tot iets dat verworden is tot een systeem waarin ook naamchristenen onderdak vinden Mk 4:30-32
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk Markus 4:35-41 - De storm op zee Vs 36: namen zij Hem, zoals Hij was, in het schip mee vgl. de situatie op de berg de discipelen komen bij Hem als Hij hen roept en hier heeft Hij gezag over hen Hij geeft andere namen, Hij leert, Hij maakt hen tot Zijn discipelen etc. in het schip gaat Hij mee met de discipelen, zoals Hij was, dwz ook hier heeft Hij gezag, Hij verandert niet en is ook onveranderlijk terwijl Hij toont dat Zijn gezag nog verder gaat want alles is Hem onderworpen, ook de wind en de zee = Beproevingen blijven de zijnen niet bespaard terwijl Hij toch in hun midden is Ogenschijnlijk heeft Hij geen aandacht voor de zijnen terwijl de macht van satan in de wereld hen belaagt het oog op Hem richten terwijl we Hem aanroepen, waarna Hij Zijn macht toont en uitkomst geeft Waarom bent u angstig? Hebt u nog geen geloof? Mk 4:35-41 Vraag: wat leert de geschiedenis van de storm op zee, ons?
De Dienstknecht: nieuwe betrekkingen en dienstwerk In de voorgaande geschiedenis toont de Dienstknecht wat Hij doet voor gelovigen die bij Hem zijn en toont hen Zijn macht Mk 5: 1-20 = macht van satan in de wereld en in de mens (Romeins legioen=6.000 man) Mk 5:21-43 = ondanks totale verwerping blijft God s liefde voor Israël en door Zijn macht zal eens gebeuren wat Ezechiël profeteert: Israël herrijst (o.a. Ez 37) ondertussen is er zegen en genezing voor ieder die in geloof tot Hem komt (o.a. Rom 5:1,2) In beide geschiedenissen toont de Dienstknecht Zijn alles overwinnende macht in aanwezigheid van de macht van de satan en te midden van de machteloosheid van de mensen, gelovig en ongelovig Mk 6: 1-6 = ondanks erkenning van wijsheid en krachten neemt men aanstoot aan Hem De verwerping is nu compleet, niet alleen als Messias maar ook als Profeet en Dienstknecht : zowel door schriftgeleerden en verwanten als in Zijn vaderstad
De Dienstknecht: tegenstand Als we zien naar de werkzaamheden van de Heer Jezus in de eerste hoofdstukken van Markus en de omstandigheden waaronder Hij werkt, wat kunnen de discipelen daaruit dan leren? Wie zijn de discipelen van nu? Er is een opmerkelijk verschil tussen Mt 13: 8 en Mk 4:8. Waarmee hangt dit samen? Wat leert ons de geschiedenis van de storm op zee? Wie of wat zijn demonen en in hoeverre zijn zij nu nog actief?
Excurs: DEMONEN Demon = boze geest; boodschapper en dienstknecht van de satan Satan = aanklager, tegenstander, verzoeker, grote draak, oude slang, mensenmoorder van het begin, leugenaar, vader van de leugen (zie Ezechiël 28 over oorsprong van de satan gepersonifieerd als de koning van Tyrus) Demonen zijn gevallen engelen onder leiding van satan (Beëlzebul, overste der demonen) en vormen een koninkrijk (hiërarchie). In Efeze 2 en 6 spreekt Paulus over: de overste van de macht der lucht (demonenwereld); de overheden, de machten, de wereldbeheersers dezer duisternis, de boze geesten in de hemelse gewesten. Satan wordt genoemd: overste dezer wereld en God dezer eeuw
Excurs: DEMONEN Demonen behoren tot de onzichtbare geschapen werkelijkheid (evenals engelen). Zij hebben een eigen wil en ook gevoel! Zij kennen de Heer Jezus en erkennen Hem als de Zoon van God, vragen gunsten van hem en gehoorzamen Hem. Als zij zich voor de Heer neerwerpen doen zij dat niet uit liefde tot Hem maar zij sidderen. Naar hun aard doen zij met de mensen die in hun macht zijn: schreeuwen, zelfbeschadiging, duivelse machten en krachten, naakt lopen, ziekten (stuipen); dit alles illustreert hun boze karakter en hun haat tegen mensen. Satan = tegenstander, van mensen maar bovenal van God. Hierin volgen de demonen hun leider feilloos. Het werkterrein van satan en de demonen is de aarde. Zij zijn de onzichtbare kwade krachten en machten achter wereldse leiders, veroorzakers van oorlogen en wreedheden zoals wij die anno 2015 dagelijks via de media krijgen voorgeschoteld. Maar ook criminelen waarvan wel duidelijk is dat zij uit zijn op het ongeluk en de ellende van hun slachtoffers, zijn werktuigen van de satan en zijn demonen. Wat dat betreft kunnen we vaststellen dat er ontelbare legioenen demonen werkzaam zijn in onze huidige wereld.
Excurs: DEMONEN Vele schriftplaatsen bepalen ons erbij dat de Heer Jezus de macht van satan en zij demonen heeft gebroken en dat zij nu a.h.w. in de dodencel wachten op hun definitieve vonnis. Voor de gelovigen is dit een geruststelling zoals o.a. blijkt uit Kolosse 2:15: En Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en door het kruis over hen getriomfeerd.
Excurs: DEMONEN Maar laten we niet overmoedig worden en doen wat Paulus de Efeziërs op het hart drukt in Efeze 6:10-12 Overigens, sterkt u in de Heer en de kracht van zijn sterkte. Doet de hele wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. Want onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten.