2 tnfffi 10. WERKPLAATSINSTRUCTIES lastol I 1160MOTOREN I BRANDSTOFSYSTEEM. Bladzijden

Vergelijkbare documenten
Dieselmanagement (5) E. Gernaat (ISBN ) 1 Unit-injectoren en unitpompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

C777 Brandstofsysteem, onderhoud en ontluchten

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Richtlijnen voor een langere motor levensduur

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

"De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp?

DAFTrucks SLEEPAS,H EFI N RIC HTI NG ELECTRO.HYDRAULISCH ERKPLAATSINSTRUCTIES

AT-243 Dieselmotormanagement

Richtlijnen voor een langere motor levensduur

Probleemoplossingsgids

WERKPLAATS HANDBOEK LDW 502 LDW 602 LDW 903 LDW 1204 LDW 1204/T LDW 702 LDW 1003 LDW 1404 BRANDSTOFSYSTEEM FOCS

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :12 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

HANDLEIDING DIESELTESTKIT

7 DAFTrucks. DEMONTAGE EN MONTAGb EN 7674 STUURPOMP TYPE 7673 DEMONTAGE EN MONTAGE. het tandwiel fos; zorg hierbii het tandwiel niet worden

B200 schroefcompressor systeem

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

AST4910 Gereedschapsset voor het afstellen/ blokkeren van benzinemotoren met dubbele nokkenas

VMT 21 Brandstofsystemen 2

De werking van het YS brandstof systeem

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

De Yanmar 1 GM10. Winterklaar maken. Presentatie Jur Pels op najaarsbijeenkomst NBOA Wijk bij Duurstede Programma

Onderhoud Easy, Italfuoco en Milano

PLAATS OF VERWIJDER DE POMPELEMENTEN ALLEEN BIJ EEN STILSTAANDE POMP

7 DAFTrucks sruurhuts

F 1300t DAF Trucks R U ITEWISSE RI N STAL LATI E

Pompen AOC OOST Almelo Groot Obbink

PRINCIPE VAN HET CENTRAALVETSMEERSYSTEEM

Thermostaat vervangen bij een M20 blok.

Airco Electra kabel Afstandsbediening

DEFENDER BRANDSTOFSYSTEEM - Benzine 19

1. Verwijder het reservewiel. 4. Verwijder:

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD SAMOFA WATERGEKOELDE 4-TAKT DIESELMOTOREN 108W

Origineel vervangende onderdelen

Float Control Installatie handleiding

Nokkenas vervangen (M52TU / M54 / M56)

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Onderhoud 92% pelletkachels

Montagehandleiding. Watertool Mesafsluiter. Geschikt voor PE waterleidingen DN 90 DN 200. Kleiss/Mesafsluiter/ Pagina 1 van 5

FORD. Essentiële afstelling van een eenvoudige distributieset VKMA Install confidence. Infoblad

Handleiding POP gereedschap

Handleiding. AVK Pneumatisch Blindklinkgereedschap

LANCERING TURBOCHARGER MOUNTING KIT - THM50001

Montagehandleiding. van drukdompelpomp

Aluminium leidingen, koppelingen en toebehoren ALUMINIUM LEIDINGSYSTEEM VOOR PERSLUCHT

Voorkomen is beter dan genezen

6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 62A

De tweeslagmotor AOC OOST Almelo Groot Obbink

Enterprise 140 schottencompressor systeem

MONTAGE HANDLEIDING. MAXXGRIP Beadlock systeem; Hét beste beadlocksysteem voor Autosport, Off-Road, en zelfs geschikt voor op de openbare weg!

VOORZORGSMAATREGELEN:

nederlands Installatie manual NEDERLANDS Installatie instructie Hydraulische stuursystemen Buitenboordmotor-Hekdrive-binnenboord

Revisie Remcilinder. Brembo revisieset Pakkingringen Remreiniger Remvloeistof: 0,5 liter DOT4

Aan de hand van onderstaande tabel kan het juiste gereedschap voor de juiste bevestiger worden gekozen.

MX-motor. Controleren uitlaatsysteem op lekkage en bevestiging

Revisie stuurbekrachtings pomp (63-82)

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :44 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

GEBRUIKERSKAART P/N B Dutch

krijgen van het lucht/brandstof mengsel. Om een betere vulling tijdens deze inlaatslag te krijgen kunnen we een turbo toepassen.

Handleiding revisie verdamper Koltec VG392 / Necam Mega

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

KD riemspanner GT357.13

MOTOR. 1 of 1 22/01/ :48 REVISEREN 1 DISTRIBUTIERIEM, SPANINRICHTING EN TANDWIELEN. Distributieriem - verwijderen

Montage / Gebruikers- handleiding Rolluiken

1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen

Historische autotechniek (1)

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

WPT Series 5200 Glas Reparatie Systemen. Reparatie Handleiding Glas Reparatie Standaard Kit WP5200 (220 Volt)

Verwijder de deksel van het remvloeistofreservoir onder de buddyseat. Zuig met een injectiespuit zoveel mogelijk remvloeistof uit het reservoir.

LUCHTVERING L.AL.94.LOW. Bestemd voor: Alko Chassis. Model: vanaf

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Werk instructie de- en montage PA1 tandwielkast.

Montagevoorschrift voor Solid Glass keukenbladen

Examen VMBO-BB versie blauw

Inbouwhandleiding 80cc 4takt GY6 / 139QMB blok

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren.

Remleidingen handrem vervangen

Saab 9-3 M Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE.

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

Demontage van het fusee Klik met muis of spatiebalk voor volgende dia

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?

(zie afbeelding 3) Nm (65 mm) Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) Nm (60 mm) Nm (11 mm)

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

EAT-245 Diagnose Motormanagement diesel 1

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Onderhoud Petite en Alessia Pelletkachel

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Klepspeling stellen mm, bij koude motor

Gebruiksaanwijzing bierinstallatie

INNOVATORS IN MOTION

Handleiding droogkoelers

Carburateur reinigen. Interval:

Carburateur reinigen en afstellen 4T 50cc

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Transcriptie:

2 tnfffi 10 WERKPLAATSINSTRUCTIES lastol I 1160MOTOREN 10 BRANDSTOFSYSTEEM Brandstofsysteem, alg. beschrijving Brandstoftank Waterafscheider Brandstofopvoerpomp Brandstoff ijnf ilter Brandstofinspuitpomp Regulateurs Verstuivers Montage brandstofpompkoppeling en brandstofpomp op motor Instellen van het inspuitmoment Opsporen van lekkages in het brandstofsysteem Bladzijden 1 3 3 5 7 I 9 10 12 14 15

RKPLAATSINSTRUCTIES 1 160 MOTOREN BRANDSTOFSYSTEEM ALGEMENE BESCHRIJVING Hel brandstofsysteem bestaat uit verschillende componenten die onderling verbonden zijn door brandstofleidingen. De componenten zijn A. BRANDSTOFTANK B. WATERAFSCHEIDER, optional. C. BRANDSTOFOPVOERPOMP D. BRANDSTOFFIJNFILTER E. BRANDSTOFINSPUITPOMP F. REGULATEUR G. BRANDSTOFVERSTUIVERS

WE R KP LAATS I N STR U CTI ES 1160 MOTOREN A BRANDSTOFTANK Brandstoftank wordt vervaardigd uit gefosfateerde plaat. De buitenzijde van de tank wordt gelakt terwijl de tank aan de binnenzijde geen verdere behandeling krijgt. De tank wordt ontlucht via de tankdop of een aparte ontluchtingspijp op de tank, een en ander is afhankelijk van de eisen die door de wetgever van een land worden gesteld. f n de tank zit aan de zuigleiding van de brandstofopvoerpomp een filter. De brandstofretourleiding komt in de brandstoftank tot op de bodem. De reden van deze constructie is dat als de retourleiding tot de bovenzijde van de tank zou komen het gevaar zou bestaan dat de terugstromende brandstof door de valhoogte luchtbellen in de brandstof zou brengen. Luchtbellen zouden in de aanzuigleiding kunnen komen en daardoor de toevoer van de brandstof belemmeren. 14LH N 1. Retourleiding 2. Aanzuigleiding 3. Lekleiding 4. Brandstofniveau gever 5. Vuldop 6. Aanzuig filter B WATERAFSCHEIDER De waterafscheider wordt in enkele gevallen toegepast, de afscheider doet tegelijkertijd ook dienst als groffilter. Regelmatig aftappen van water en vuil is noodzakelijk. 1. Beluchtingsbout 2. Pakkingring 3. Kolf 4. Aftapplug

ZUIG EN PERSSLAG ''VERPLAATS" SLAG

WERKPLAATS I N STR UCTI ES 1 160 MOTOREN C BRANDSTOFOPVOERPOMP Een brandstofopvoerpomp zuigt de brandstof uit de brandstoftank en perst deze brandstof via het brandstoffijnfilter naar de brandstofinspuitpomp. In de galerij van de brandstofpomp moet tijdens bedrijf een druk van tenminste 0,8 bar heersen. De opvoerpomp is een enkelvoudig werkende plunjerpomp die wordt aangedreven door een excentriek op de nokkenas van de inspuitpomp. Als de druk in de persleiding van de opvoerpomp te veel stijgt dan kan de veer die de plunjer in ziln uitgangs positie moet brengen, dit niet meer doen. Het brandstoffijnfilter wordt dus beschermd tegen een te hoge druk, In de aanzuigzijde is in de aansluitbanjo een filter gemonteerd. Door de banjo los te nemen kan men het filter reinigen. De opvoerpomp kan ook met de hand worden bediend, dit kan noodzakelijk zijn om het systeem na een reparatie te ontluchten. Draai hiervoor de gekartelde knop los, tegen de kfok in, hierna kan gepompt worden. Na het pompen met de hand moet de gekartelde knop weer goed vast gedraaid worden, knop met de klok meedraaien. Voor het type pomp zie het A&T Specification boek. 1. Gekartelde knop 2. Handpomp 3. Opvoerpomp

WE R KPLAATS I N STR UCTI ES 1 160 MOTOREN D BRANDSTOFFIJNFILTER Het brandstoffijnfilter is aan de achterzijde van de motor, ter hoogte van de cilinderkop gemonteerd. Het filter zit op deze plaats hoger dan de brandstofpomp. De brandstofpomp blijft onder alle omstandigheden gevufd. Mocht er een lek in het systeem zijn dan zal de motor toch aanslaan en zichzelf ontluchten, ten behoeve van het ontluchten van het filter is op één van de aansluitingen een ontluchtingsleiding aangesloten. De leiding is aangesloten door middel van een banjobout met een gecalibreerd gaatje. Door deze kleine opening kan de lucht ontsnappen die eventueel nog in de brandstof zit. Behalve de eventuele lucht ontsnapt er via deze banjobout een weinig brandstof, deze hoeveelheid is echter zo gering dat dit geen invloed heeft op de brandstofdruk in het filter. Het is van belang dat de gecalibreerde banjobout op het juiste aansluitpunt wordt gemonteerd, zie afbeelding. Dit aansluitpunt is gemonteerd aan de toevoerzijde van het filter, dus nog niet gereinigde brandstof. Het filter kan NIET worden gereinigd en moet regelmatig worden vervangen, zie onderhoudsschema.

E BRANDSTOFINSPUITPOMP Door de brandstofinspuitpomp wordt de voor het inspuiten van de brandstof benodigde druk opgewekt en de brandstof naar de betreffende cilinders van de dieselmotor toegevoerd. De verbrandingsprocessen in de dieselmotoren hangen af van het feit, in welke hoeveelheid en op welke manier de brandstof aan de motor wordt toegevoerd. De belangrijkste punten zijn hierbij: Het tijdstip van de inspuiting. De tijdsduur van de inspuiting. De verdeling van de brandstof in de verbrandingsruimte. De toegevoerde brandstof hoeveelheid. Op de DAF motoren zijn twee typen van brandstofinspuitpompen in gebruik, te weten: "A" pomp, met een plunjer diameter tot 9,5 mm "P" pomp, met een plunjer diameter vanaf 10 mm Beide pompen werken volgens dezelfde principes, het verschil zit in de sterkte en de stijfheid van de pomphuizen, bij een groter plunjerdiameter treden hogere drukken op en dan kan het huis van een "A" type pomp vervormen en gaat men over op het I'P" type pomp. De pompen bestaan uit zes pompelementen. Elk element bestaat uit een plunjer en een cilinder. Plunier en cilinder horen bii elkaar en mogen dan ook nooit door elkaar worden gebruikt. Elk pompelement is met persklep en persklephouder als een eenheid in het pomphuis gemonteerd. De door de nokkenas bediende pompplunjer perst de brandstof via de persklep en de verstuiverleiding naar de verstuiver. Na de persslag sluit de veerbelaste persklep de verstuiverleiding en de pompplunier wordt door de plunjerveer in zijn uitgangspositie gedrukt. 1160 Motoren hebben uitsluitend "P" type pompen.

WE R KP LAATS I N STR U CTI ES 1 160 MOTOREN F REGULATEURS RSV regelaar De brandstofinspuitpomp is een belangrijk deel van de brandstofinstallatie, even belangrijk is de regulateur of toerentalregel aar. Deze is er verantwoordelijk voor dat de motor bij verschillende belastingen een bepaald toerental aanhoudt, een gegeven maximaal toerental niet overschrijdt daarbii er voor zorgt dat de motor zichzelf niet vernietigd door te overtoeren. Bii alle dieselmotoren is een toerentalregelaar noodzakelijk. Er is geen vaste stand van de regelstang, waarbij de dieselmotor ziin toerental zonder regelaar precies aanhoudt. Bij stationair lopen zou een dieselmotor of afslaan of het aantal omwentelingen zou voortdurend stijgen totdat de motor op "hol" zou slaan. Dit laatste is te verklaren door het feit dat een dieselmotor met luchtovermaat werkt. Een verhoogde brandstofinspuiting in de cilinder resulteert in een hoger toerental, er is immers steeds voldoende lucht aanwezig voor de verbranding. Wanneer een koude motor wordt gestart en stationair met een bepaalde hoeveelheid brandstof draait, dan vermindert naar enige tiid de inwendige wrijving van de motor als ook de aandriifweerstand van de door de motor aangedreven aggregaten zoals generator, luchtcompressor en brandstofpomp. Hierdoor zou de motor, als de stand van de regelstang niet veranderde, het toerental steeds meer toenemen en dit zou uiteindelijk weer leiden tot het overtoeren van de motor. Bij de DAF ziin twee typen regulateurs in gebruik, beide typen ziin van het fabrikaat Robert Bosch. Het eerste type is de RSV regelaar, dit type regelt de motor in het gehele toerengebied afhankelijk van de stand van het brandstofhandel (gaspedaal). Het tweede type is een RQ regelaar. Een z.g.n' two speed regulateur, RQ regelaar. Deze regelaar zorgt dat de motor niet beneden het stationaire toerental komt en niet boven het maximale aantal toeren. Aan de afstelling van de regulateurs mag niets worden veranderd, dit is het werk van specialisten. RQ regelaar

G VERSTUIVER Verstuiverhouder De verstuiverhouder dient voor de bevestiging van de verstuiver in de cilinderkop van de motor. In de verstuiverhouder bevinden zich ook de drukveer, drukbout en ring(en) voor het instellen van de verstuiverdruk. f n de verstuiverhouder loopt het drukkanaal tot in het verstuivermondstuk en verbindt zo de verstuiver met de drukleiding. Verstuiver De door de inspuitpomp onder hoge druk aangevoerde brandstof wordt via de verstuiver in de verbrandingskamer gespoten. De verstuiver bestaat uit een verstuiverlichaam en de verstuivernaald. Deze twee delen zijn zeer nauwkeurig geslepen en worden daarna gepaard. Het is dus niet mogelijk om naald en lichaam uit te wisselen. Onderhoud Indien een motor geen trekklachten heeft, niet rookt' bij vollast en hoog toerental is er geen reden om de verstuivers te verwisselen of uit elkaar te nemen. Na ongeveer 150.000 km wordt aangeraden de druk van de verstuivers te controleren. Afs de gemeten druk niet meer dan 5 bar onder de laagste grens van de openingswaarde ligt, dan kan de verstuiver direct weer worden gemonteerd in de motor. temperatuur gehad. Naald en verstuiver moeten dan worden afgekeurd en vervangen worden door eeri nieuwe naald en verstuiver. Alvorens de verstuiver weer samen te bouwen moet het verstuiverlichaam en naald samen gecontroleerd worden. Het verstuiverlichaam wordt daartoe onder 45o gehouden, doop de naald in schone brandstofolie, laat de naald nu in het lichaam glijden. De naald moet nu tot op de zitting zakken. Na het monteren van de verstuiver en houder moet de complete verstuiver worden afgesteld op de juiste openingsdruk, zie hiervoor de gegevens zoals vermeld in de A & T Specifications. Het afstellen van de complete verstuiver is bij de verschillende typen verschillend, zte de afbeeldingen. Breng de afsteldruk op een waarde die ongeveer 5 bar boven de maximum afstelwaarde ligt, de afstelwaarde zakt namelijk zeer snel terug tot een lagere openingswaarde, dit tengevolge van zet verschijnselen Tenslotte moet nog een lekproef worden uitgevoerd. Breng de verstuiver op een druk die ongeveer 20 bar onder de openingsdruk van de verstuiverdruk f igt, er mag dan binnen de 10 seconden geen brandstofdruppel vallen, het ontstaan van een druppel is van geen belang. Als de verstuivers eerst worden opgeslagen alvorens te worden gebruikt moeten alle aansluitopeningen zorgvuldig worden afgedicht zodat er geen stof of vuil kan binnendringen. Let op Om de verstuivers uit de motor te demonteren is geen speciaal gereedschap nodig, een uitzondering hierop zijn de 825 motoren DHT(D) en DHS. Om deze verstuivers te verwijderen moet het hulpgereedschap, DAF no. 694835 gebruikt worden. Het gereedschap bestaat uit 3 delen; een bus, draadspindel en een moer. Het gereedschap moet als volgt worden gebruikt: Verwijder de brandstofinspuitleiding en de flens, welke de terstuiver op zijn plaats houdt. Plaats de bus over de verstuiver heen, zodanig dat de getrapte zijde op de rand van de verstuiverbus rust. Draai de draadspindel, met zijn inwendige draad, op de inspuitleidingaansf uiting van de verstuiver. Draai de moer op de draadspindel, totdat hij op de bus rust. Door nu de moer met behulp van een ring of steeksleutel verder vast te draaien, wordt de verstuiver uit de verstuiverbus getrokken. Door het gebruik van dit gereedschap wordt voorkomen, dat de verstuiverbus eventueel gelijktijdig met de verstuiver uit de cilinderkop zou worden getrokken. Controle en Testen Alvorens de verstuiver te testen moet eerst de naald op kleur worden gecontroleerd. Geel tot zeer licht bruin is aanvaardbaar. Een bruine of bruin/blauwe kleur is ontoelaatbaar, de naald heeft dan een te hoge 10

WE R KP LAATS I N STR U CTI ES 1160 MOTOREN Verstuiver bestemd voor DK, DKA, DKT(D), DKS(E) en DKX 1. Afdichtdop 2. Veerd ru k-afstel ri ngen 3. Veer 4. Lekof ie-aansf uiting 5. Afdichtring 6. Aansluiting verstuiverleiding 7. Staaffilter 8. Afdichtring 9. Verstuiverhouder 10. Drukstift 11. Wartel 12. Drukstift 13. Verstuiverhouder 14. Wartel 15. Verstuiverhuis 16. Verstuivernaald 17. Verstuivernaald 18. Verstuiverhuis Verstuiver bestemd voor DKV, DKXE, DKX, Dj<Z (ATl) 1. Afdichtdop 2. Lekolie-aansluiting 3. Afdichtring 4. Aansl uiti ng verstuiverleiding 5. Staaffilter 6. Afdichtring 7. Verstuiverhouder 8. Veerdruk afstelringen 9. Veer 10. Wartel 1 1. Tussenschijf l2.veerhouder 13. Verstuiverhuis 14. Verstuivernaald 15. Verstuiverhuis 11

MONTAGE BRANDSTOFPOMPKOPPELING BRANDSTOFPOMP OP MOTOR EN De brandstofpompkoppeling kan gemonteerd worden, terwijl de brandstofpomp reeds gemonteerd is. Het is ook mogelijk eerst de koppeling te monteren en daarna de brandstofpomp te monteren. In beide gevallen moet er op worden gelet dat de koppelingsplaten zonder spanning worden gemonteerd. Zetde bevestigingsbouten van de pomp en van de stoel verder gelijkmatig vast, onderwijl de pomp tornend als controle dat daarbij niet meer weerstand wordt ondervonden dan van de pomp zelt. Zetde bevestigingsbouten van pomp en stoel kruislings en gelijkmatig vast met het voorgesch reven aan haal koppel. BRAN DSTOFPOM PKOPPELI NG Voeg de koppelingsplaten (13) sets-gewijs (4 platen per set) samen, één set monteren aan de stelplaat (16) die aan de compressor wordt bevestigd. De koppelflens (18) monteren op de compressoras en de bevestigingsmoer (21) aanhalen met het voorgeschreven aanhaalmoment. De stelplaat op de koppelflens monteren en vastzetten met behulp van de 4 klemplaten (19) en bouten (20), bouten "los/vast" aanhalen. De andere set koppelingsplaten kan nu worden bevestigd aan het vliegwiel (17) van de brandstofpomp (1). Hierna kan het koppelstuk (14) gemonteerd worden. Alle bouten aanhalen met het voorgeschreven aanhaalmoment. Het inspuitmoment instellen c.q. controleren, zie "instellen van het inspuitmoment". Bij bovenstaande beschrijving wordt er van uit gegaan dat de afstand tussen de koppelflens en het vliegwiel van de brandstofpomp de juiste is. Deze afstand kan gecontroleerd c.q. worden ingesteld met behulp van het speciaal gereedschap DAF no. 535944, zie onder montage van brandstofpomp. MONTAGE VAN BRANDSTOFPOMP OP MOTOR Plaats de pompstoel (2) tegen de motor zodanig dat de sleufgaten (X) van de stoel in de pennen vallen die op de motor zitten. Bevestig de bouten (10)4x handvast zo dat het nog mogelijk is om de stoel, door middel van tikken, in langsrichting te verplaatsen. Op het montagevlak van de stoel zitten 4 tapgaten, alleen het "buitenste/achterste gat" moet voorzien worden van een centreerbus (6), zie de afbeelding. Monteer de brandstofpomp (1) op de stoel, bevestig de pomp door middel van vier bouten (3 & 4), handvast monteren. De as van de brandstofpomp moet nu "in lijn" worden gebracht met de as van de compressor (7). Voor het uitlijnen moet de volgende procedure worden toegepast; Monteer het uitlijngereedschap DAF no. 535944. Tik de pompstoel in voorwaartse richting tot het uitlijngereedschap net tegen de koppelflens op de compressor aanligt. Torn de pomp enkele malen rond door het uitlijngereedschap met de hand rond te draaien. De brandstofpomp kan nu zijn juiste positie zoeken. 12

2 tnftfudc 10 WERKPLAA"'*S" noffi* It H w 1. Brandstofpomp 2. Stoel 3. Bout 4. Bout 5. Ring 6. Centreerbus 7. Compressor 8. Veerring 9. Ring 1 0. Bout \/l À:N 13 V -- 13 t F ' F,' f 11. Bout 12. Bus 13. Koppelingsplaten 14. Koppelstuk 15. Afstandring 16. Stelplaat 17. Vliegwiel 18. Koppelflens 19. Klemplaat 20. Bout NN 11 @ 14 e11 44 -Lfl 12 13

a INSTELLEN VAN HET INSPUITMOMENT voor het instellen van het inspuitmoment moet de motor in de juiste stand worden gebracht, d.w.z. dat cilinder no. 1 op het juiste aantal graden voor het bovenste dode punt (TDC) moet staan, het inspuitmoment. Torn de motor ALTIJD ln DE DRAAIRIOHTING.zet het vliegwiel van de motor op het merkteken inspuiting van de 1e cilinder. Nu moet het merkteken op het vliegwiel van de brandstofpomp overeenkomen met de wijzer op de brandstofpomp. Indien dit niet het geval is, dan moeten de klemplaten aan de compressorzijde van de koppeling worden gelost, waarna de aanwijzer en merkteken tegenoverelka ar gezet kunnen worden. Ito lro - -- Indien getwijfeld wordt aan de juiste afstelling kan het inspuitmoment worden ingesteld met behulp van een z.g.n. capillair buisje. Het voordeel van deze methode is dat behalve de brandstofinspuitleiding van cilinder no. 1 geen andere delen los genomen hoeven te worden, zodal de kans op binnendringen van vuil of beschadigingen van onderdelen te verwaarlozen is. Het capillair buisje is eenvoudig zelf te maken. De benodigde onderdelen zijn: Een stukje inspuitleiding met wartel. (A + B). Plastic slangetje met een inwendige diam. van 6 mm.(c). Capillairbuisje met een uitwendige diam. van 6 mm.(d). Plaats het hulp gereedschap op de pers-aansluiting van de 1e cilinder van de brandstofpomp. Zet het vliegwiel van de motor op het merkteken inspuiting van de 1e cilinder. Maak de klemplaatjes van de brandstofkoppeling los, niet verwijderen. Controleer of de brandstofpomp NIET in de koudstart positie staat. Plaats het brandstofhandel ongeveer in de midden positie. Draai het vliegwiel van de brandstofpomp heen en weer net zolang tot er brandstof in het capif lair buisje zichtbaar wordt. Zorg dat het systeem goed ontlucht is. Draai nu het vliegwiel voorzichtig in de draairichting tot de brandstof in het capillairbuisje beweegt. Dit punt is nu het juiste inspuitmoment, de koppeling vastzetten. 14

WE R KPLAATS I NSTR UCTI ES 1160 MOTOREN OPSPOREN VAN LEKKAGES IN HET BRANDSTOFSYSTEEM Wanneer een motor na korte tijd te hebben stilgestaan moeilijk aanslaat moet de oorzaak heel vaak worden gezocht in lekkage van het systeem. Het opsporen van deze lekkages kan vlug en snel worden opgezocht met behulp van een eenvoudig zelf te maken afpersgereedschap. De volgende onderdelen zijn hierbij nodig: A BOSCH brandstofopvoerpomp, deze pomp is de zelfde welke op de brandstofpomp gemonteerd is. 1 en 4 2x Brandstofslang DAF no.249700, aan te sluiten op de pers en zuigzijde van de pomp + 2x baniobout, DAF no. 183799. Nippel' DAF no.248660. Kniestuk, DAF no. 502791, waarvan het niet conische einde moet worden dicht gesoldeerd. 2 Afsluitkraan. 3 Manometer, tot 6 bar. Uit te voeren handelingen. De aansluiting van de brandstofzuigleiding ter plaatse van de brandstoftank losnemen, de zuigzijde van het afpersgereedschap aansluiten op de tankzuig aansluiting. De perszijde van het gereedschap aansluiten op de brandstof zuigleiding. Alvorens de perszijde van het persgereedschap vast te zetten eerst de brandstof uit de tank oppompen zodanig dat het hele gereedschap is gevuld met brandstof. - Brandstof retourleiding losnemen en afdichten, de opening aan de tank afdekken, zodat er geen vuil in de tank kan komen..2.-'.-'\.. \ 15