Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Het effect van zelfsturing in een loopbaan op werkloosheidsduur

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Vier jaar loopbaanonderzoek binnen Steunpunt WSE. Wat leerden we over loopbanen in Vlaanderen (en daarbuiten)?

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS?

Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Duurzame loopbanen: It takes two to tango

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

De loopbaan van een werkloze

Loopbaancompetenties, determinanten en effecten:

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Steunpunt WSE Werkpakketten 2012

Korte jobs: springplank naar een duurzame baan?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar...

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

De eerste baan is niet de beste

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Leeswijzer rapporten

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

INHOUD. (subvraag 3.1) Leidinggeven aan kwaliteit op Curaçao (subvraag 3.2) Reikwijdte van de studie HOOFDSTUK III ASPECTEN VAN KWALTEIT

Nederlandse Samenvatting

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Uitgerust op rustpensioen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Hightech tewerkstelling in de Europese Unie. Maarten Goos, Ian Hathaway, Jozef Konings & Marieke Vandeweyer

Vier jaar loopbaanonderzoek binnen Steunpunt WSE. Wat leerden we over de transitie werk-werk?

1. Abstract. 2. Doel van het onderzoek. 3. Methoden en data LOOPBAANBEGELEIDING IN VLAANDEREN. Key words: Auteur(s): Marijke Verbruggen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 ( )

Arbeidsmarktdynamiek vanuit een leeftijdsspecifiek perspectief

Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent?

Blijft de stuurman langer aan boord? Lagere uittrede-intentie bij vijftigplussers die hun loopbaan in eigen handen nemen

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Leefstijl en preventie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

Samenvatting (Dutch summary)

Summary 124

De leerintentie van kortgeschoolde werknemers: een samenspel tussen individu en organisatie. Prof. Dr. Eva Kyndt

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Vier jaar loopbaanonderzoek binnen Steunpunt WSE. Wat leerden we over de transitie werk-pensioen?

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

Samenvatting (Summary in Dutch)

'Welk type van onderwijsmismatch is het meest nadelig voor schoolverlaters?' Inhoudsopgave

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Duurzaam loopbaanbeleid: Een zaak voor organisaties?

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

Transcriptie:

RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken: abstract, doelen, methoden en data, bevindingen, conclusies en beleidsimplicaties. Binnen elk tekstveld ben je vrij om eigen indelingen en tussentitels aan te brengen, op basis van de inhoud van het onderzoek. Ook gebruik van illustraties, figuren en tabellen is mogelijk. Gelieve deze in een afzonderlijk document bij te voegen. Vermijd voetnoten. - Voor de referentie(s) van het samengevatte onderzoek is ruimte voorzien in de laatste rubriek van het document : daar kan je ook verwijzen naar je eigen publicaties (NL. of anderstalig) die bij dit onderzoek horen. - Voor bepaalde rubrieken zal, afhankelijk van het onderzoek, meer of minder plaats nodig zijn. Naast de voorziene tekstvelden zijn er ook twee grijs gearceerde kaderstukken : een eerste voor de verduidelijking van begrippen en structuren en een tweede voor de methodologische toelichting. Deze ruimte kan je gebruiken als extra tekstveld. - Maak de tekst vlot leesbaar en begrijpelijk voor niet-ingewijden in de materie en discipline. - Schrijf de tekst ook met het oog op het internationale doelpubliek, dus begrijpelijk voor nietingewijden in de binnenlandse beleidscontext en arbeidsmarkt.

RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE TITEL: LABOR MARKET SEGMENTATION AND THE PROTEAN CAREER: THE EFFECTS ON LABOR MARKET EXPERIENCE. Auteur(s): Maxim Kovalenko, Dimitri Mortelmans 1. Korte samenvatting van het onderzoek (abstract) Uittredeleeftijd en totale loopbaanervaring (aantal actieve jaren op de arbeidsmarkt) zijn twee belangrijke loopbaancovariaten, die vanuit zowel beleids- als onderzoeksperspectief relevant zijn. In het vorige rapport van het WSE werkpakket Internationale vergelijking van loopbaanmobiliteit stond de problematiek van uittredeleeftijd centraal. In dit onderzoek wordt de relatie tussen loopbaanmobiliteit en totale loopbaanervaring onder de loep genomen. Wij benaderen het onderwerp in twee stappen. In eerste instantie wordt de link tussen loopbaanmobiliteit en loopbaanervaring bekeken vanuit het perspectief van de arbeidsmarktsegmentatietheorie. De verklaring van het verband tussen de beide variabelen verloopt via de kans op een loopbaan die onderbroken wordt door werkloosheid, inactiviteit of arbeidsongeschiktheid. Deze kans is significant hoger bij de respondenten die meer loopbaantransities maken. Bijgevolg zijn hun loopbanen ook korter, waardoor over het algemeen de relatie tussen loopbaanmobiliteit en loopbaanervaring negatief is. Respondenten met onderbroken loopbanen hebben ook een lager gemiddeld inkomen, lagere loopbaantevredenheid, lagere opleidingsniveau en zijn over het algemeen tewerkgesteld in lagere functies. Gemiddeld maken ze minder promoties en hebben minder kans om een loopbaangerelateerde opleiding te volgen. De clustering van deze negatieve karakteristieken wijst mogelijkerwijze naar de samenhang tussen de hogere loopbaanmobiliteit en de segmentatie van de arbeidsmarkt. In de tweede stap exploreren wij in hoeverre de protean loopbaanoriëntatie een beschermend effect heeft op loopbaanstabiliteit bij het maken van één of meerdere loopbaantransities. Deze loopbaanoriëntatie wordt in de loopbaanliteratuur aangehaald als een cruciaal copingsmechanisme in de context van de transitionele arbeidsmarkt met inherente onzekerheid over de tewerkstellingscontinuïteit. Hierbij worden positieve effecten op loopbaanervaring gevonden. Key words: Protean career, labor market segmentation, labor market experience, career length, career counseling, self-directed Proteaanse loopbaan, arbeidsmarktsegmentatie, loopbaanervaring, loopbaanlengte, loopbaanbegeleiding, zelfsturing 1

2. Doelen van het onderzoek Het stimuleren van langere loopbanen is een belangrijke beleidsdoelstelling, vooral in het kader van de toenemende vergrijzing en de stagnerende economische conjunctuur. In dit onderzoek wordt nagegaan welke causale mechanismen een verklarende rol spelen aangaande de samenhang tussen (verhoogde) loopbaanmobiliteit en de kans op een kortere/onderbroken loopbaan. Vervolgens wordt er onderzocht of respondenten met een bepaalde loopbaanoriëntatie (protean career) meer kans hebben op een continu loopbaan (en bijgevolg een langere loopbaan) en of de positieve effecten van deze loopbaanoriëntatie homogeen zijn voor verschillende groepen op de arbeidsmarkt. Het onderzoek evalueert en nuanceert de instrumentele waarde van loopbaanmobiliteit in functie van langere loopbanen. De effecten van een mogelijk copingsmechanisme op loopbaancontinuïteit worden ingeschat, wat relevant is voor het beleid inzake loopbaanbegeleiding. De homogeniteit van de effecten van dit copingsmechanisme geeft implicaties voor de definitie en de aanpak betreffende verschillende kansengroepen op de arbeidsmarkt. Verduidelijking van kernbegrippen + op welke wijze deze aansluiten bij de gangbare internationale definitie(s) + typisch Vlaamse begrippen en structuren Loopbaanervaring Loopbaanervaring wordt in deze studie gedefinieerd als aantal tewerkstellingsjaren, conform Keith & McWilliams (1997). Protean loopbaan Protean loopbaan is een begrip dat de transformatie van de traditionele loopbaan beschrijft (Hall, 1996). Tewerkstellingsstabiliteit is eerder een uitzondering dan regel op de moderne arbeidsmarkt. Bijgevolg moeten werknemers zelf voor de ontwikkeling van hun individuele loopbaan zorgen. De protean loopbaan bestaat uit twee dimensies (Briscoe, Hall, & Frautschy DeMuth, 2006): zelfsturing (selfdirectedness) en waardengedrevenheid (value-drivenness). Zelfsturing impliceert dat de werknemer proactief handelt en zelf controle uitoefent over de eigen loopbaan. Waardengedrevenheid betekent dat de werknemer in functie van eigen waarden handelt wat de loopbaan betreft en niet in functie van de omgeving. Arbeidsmarktsegmentatie Arbeidsmarktsegmentatietheorie postuleert dat de arbeidsmarkt niet homogeen is, maar eerder verdeeld in twee of meerdere strata of segmenten (Kalleberg, 2003). Werknemers in het primair segment zijn relatief beter betaald, ze ervaren meer promoties en werken over het algemeen in betere omstandigheden. Het omgekeerde geldt voor werknemers in het secundair segment. Hun loopbanen zijn minder stabiel en worden vaker onderbroken door werkloosheid of inactiviteit. Het is kenmerkend dat goede of slechte job- en loopbaankarakteristieken geclusterd zijn binnen respectievelijk primaire of secundaire segmenten. 2

3. Methoden en data (voor meer methodologische toelichting kan je het kaderstuk gebruiken) De analyses zijn gebaseerd op de gegevens verzameld in het kader van de survey Loopbanen in Vlaanderen. De steekproef is representatief voor de Vlaamse bevolking op leeftijd en geslacht. 3

Methodische toelichting (bijvoorbeeld type van survey: statistische technieken) Naast de beschrijvende analyses worden er logistische en lineaire multivariate regressiemodellen gebruikt. 4. Bevindingen Samenhang tussen loopbaanmobiliteit en loopbaanervaring Uit voorgaand onderzoek blijkt dat er in de meeste Europese landen een negatieve relatie bestaat tussen loopbaanmobiliteit en de totale loopbaanervaring uitgedrukt in het aantal tewerkstellingsjaren (Kovalenko & Mortelmans, 2012). In het eerste deel van het huidige rapport wordt deze relatie verder onderzocht met het oog op de causale mechanismen tussen deze twee variabelen. De resultaten uit de Europese studie worden grotendeels gerepliceerd in de Vlaamse context. Loopbanen met een hogere mobiliteit zijn gemiddeld korter en hebben ook meer kans op een onderbreking door werkloosheid, inactiviteit of arbeidsongeschiktheid (zie Figuur 3 van het rapport). De clustering van negatieve en positieve loopbaankenmerken is duidelijk aanwezig. Het segment met onderbroken loopbanen en hogere mobiliteit wordt tevens door andere negatieve karakteristieken gekenmerkt: minder promoties, lagere lonen, lagere loopbaantevredenheid, minder loopbaangerichte opleidingen, lagere functieniveaus (zie Tabel 4 van het rapport). Dit beeld stemt overeen met de voorspellingen van de arbeidsmarktsegmentatietheorie, die hogere loopbaanmobiliteit vooral aan het secundaire segment toeschrijft. Deze dynamiek zou in principe het verband tussen hogere loopbaanmobiliteit en kortere loopbaanduur kunnen verklaren. Loopbanen binnen het secundaire segment van de arbeidsmarkt zijn precair en minder stabiel. Dit heeft invloed op zowel het aantal (ongewenste) transities, zowel op de kans om werkloos of tijdelijk inactief te worden. Bijgevolg gaan de mobielere loopbanen ook korter zijn, zonder dat er een rechtstreeks causaal verband tussen beide fenomenen bestaat. 4

4. Bevindingen (vervolg) Protean loopbaanoriëntatie als copingsmechanisme In het tweede deel van het rapport wordt onderzocht of de protean loopbaanoriëntatie een beschermend effect heeft op loopbaancontinuïteit en helpt om één of meerdere loopbaantransities te overbruggen. In eerste instantie worden de effecten van beide dimensies van de protean loopbaan bekeken op loopbaanervaring. Conform recent onderzoek (Briscoe, Henagan, Burton, & Murphy, 2012; De Vos & Segers, 2013) heeft de self-directedness dimensie een positieve invloed op loopbaanervaring gemeten als het aantal tewerkstellingsjaren. Iemand die zijn of haar loopbaan zelf in handen heeft, maakt meer kans op een ononderbroken loopbaan. Bijgevolg heeft deze groep gemiddeld langere loopbanen. De verklaring hiervoor is dat een zelfsturend individu relevante vaardigheden en gedragspatronen vertoont die een instrumentele waarde hebben voor de ondersteuning van loopbaantransities. Het gaat bijvoorbeeld over proactieve handelingen bij het zoeken naar een nieuwe job, het investeren in eigen loopbaankapitaal of het volgen van competentiegerichte opleidingen. Dit positieve effect was homogeen voor zowel het primaire als het secundaire arbeidsmarktsegment. De tweede dimensie van de protean loopbaanorientatie heeft een negatief effect op loopbaanervaring in het secundaire arbeidsmarktsegment. Dit kan erop wijzen dat sommige waarden van werknemers in deze groep in conflict staan met de vereisten van de continu loopbaan. Dit effect is bijna gelijk aan nul binnen het primaire segment. De samenhang tussen loopbaanmobiliteit en loopbaanervaring verschilt eveneens per arbeidsmarktsegment. Binnen het secundaire segment is deze relatie positief, hoewel er aanwijzingen zijn dat het effect zich slechts bij minimale arbeidsmobiliteit manifesteert. Voor het primaire arbeidsmarktsegment is de relatie tussen de twee variabelen licht negatief. De analyse van de verdeling van self-directed en value-driven loopbaandimensies heeft aangetoond dat ononderbroken loopbanen met drie of meer transities significant scoren op beide dimensies. Onderbroken loopbanen met drie of meer transities worden daarentegen gekenmerkt door significant lagere scores op de self-directed dimensie. Ten slotte werd er nagegaan in hoeverre individuen met kortdurige werkloosheidsperiodes tijdens de loopbaan verschillen op beide dimensies van de rest van de steekproef. Er werd bevonden dat deze subgroep geen verschillen vertoont in vergelijking met de groep met ononderbroken loopbanen. Anderzijds scoorde de subgroep van langdurige werklozen significant lager op self-directedness dan de andere groepen. Dit kan erop wijzen dat zelfsturend zijn een belangrijke rol speelt bij het overbruggen van loopbaantransities en dat deze loopbaanoriëntatie evenals de gerelateerde vaardigheden ongelijk verdeeld zijn onder de bevolking. Werknemers binnen het secundaire arbeidsmarktsegment (inclusief langdurig werklozen) zijn in dit opzicht benadeeld ten aanzien van de werknemers binnen het primaire segment. 5

5. Conclusies en beleidsimplicaties Mobiliteit en arbeidsmarktsegmentatie De negatieve relatie tussen mobiliteit en loopbaanervaring kan mogelijkerwijze verklaard worden door een derde factor, namelijk de samenhang van beide variabelen met arbeidsmarktsegmentatie. In het secundaire segment hebben loopbanen meer kans om onderbroken te zijn door werkloosheid of inactiviteit. Dit betekent dat ze ook korter zijn (desondanks het vroegere intrede op de arbeidsmarkt door minder jaren in het onderwijstraject). Anderzijds zijn deze loopbanen ook mobieler, voor een bepaald deel in functie van het precair karakter van tewerkstelling, wat een hoger aantal negatieve transities impliceert. Post-hoc vergelijkingen tussen de LiV gegevens (huidige rapport) en de SHARELIFE data (Kovalenko & Mortelmans, 2012) suggereren dat dit mechanisme een verklaring kan bieden voor het verband tussen beide fenomenen, dat werd vastgesteld in de meeste Europese landen in de analyse. De samenhang tussen mobiliteit en loopbaanervaring is afhankelijk van het arbeidsmarktsegment, zoals uit het interactie-effect van het hoofdmodel blijkt (zie Tabel 6 van het rapport). De belangrijkste implicatie voor het beleid is dat mobiliteit verschillende betekenis kan hebben voor de verschillende groepen op de arbeidsmarkt, evenals verschillende gevolgen. Het stimuleren van mobiliteit kan bijgevolg positieve effecten hebben binnen sommige arbeidsmarktstrata, maar negatieve binnen andere. Deze conclusie stemt overeen met onze eerdere bevindingen (Kovalenko & Mortelmans, 2012). Protean loopbaan als copingsmechanisme Self-directedness of zelfsturing blijkt een belangrijke copingsmechanisme te zijn in de moderne transitionele arbeidsmarktcontext. Deze indicatie vloeit voort uit alle modellen in onze analyse. Hogere scores op deze dimensie hangen samen met loopbaancontinuïteit en evenals met een aantal loopbaansuccesindicatoren. Zelfsturing lijkt een onontbeerlijk element te zijn in de context van de transitionele arbeidsmarkt, wat het succesvol overbruggen van loopbaantransities kan bevorderen. De positieve effecten van zelfsturing blijven bestaan ook na basisindicatorencontrole zoals opleidingsniveau, geslacht, leeftijd en (in sommige modellen) functieniveau. In tegenstelling tot mobiliteit, is het effect van self-directedness uniform voor alle arbeidsmarktstrata in de analyse. Uit recent onderzoek blijkt dat de zelfsturende loopbaanoriëntatie in het kader van loopbaanbegeleiding gestimuleerd kan worden (Verbruggen & Sels, 2008). Gezien de lagere scores op zelfsturende loopbaanoriëntatie binnen het secundair arbeidsmarktsegment, kunnen de kwetsbare werknemers met onderbroken loopbanen veel meer profiteren van loopbaanbegeleiding. Hierbij is de vraag voor het beleid of werknemers met onderbroken loopbanen voldoende aan bod komen binnen de context van loopbaanbegeleiding, gezien loopbaandiscontinuïteit geen expliciet criterium is voor de huidige definitie van kansengroepen. Het bevorderen van de participatie van kwetsbare groepen is eveneens cruciaal omdat deze in eerste instantie minder geneigd zijn om uit eigen initiatief in hun loopbaankapitaal te investeren, wat hun precaire positie op de arbeidsmarkt nog verder kan verzwakken. 6

5. Conclusies en beleidsimplicaties (vervolg) De ongelijke verdeling van attitudes en vaardigheden gerelateerd aan self-directedness kan ook vanuit een breder maatschappelijk perspectief worden bekeken. Omdat deze loopbaanoriëntatie door opleiding en begeleiding beïnvloed kan worden, kan men deze ongelijkheid preventief aanpakken, bijvoorbeeld in het kader van het initieel onderwijstraject. In de context van de moderne arbeidsmarkt moet men vanaf het begin van de loopbaan voorbereid zijn op meerdere transities, wat een specifieke set van attitudes en vaardigheden impliceert. Het kan onvoldoende zijn om de verwerving van deze vaardigheden volledig aan de individuele werknemers over te laten. De capaciteit om dit op een zelfstandige manier te doen hangt samen met het oorspronkelijk socio-economisch kapitaal, wat tot de reproductie van de klassieke ongelijkheden in de steeds mobielere arbeidsmarkt kan leiden. 7

Volledige referentie van onderzoeksrapport(en) of paper(s) en andere sleutelpublicaties van het hier samengevatte onderzoek Briscoe, J. P., Hall, D. T., & Frautschy DeMuth, R. L. (2006). Protean and boundaryless careers: An empirical exploration. Journal of Vocational Behavior, 69(1), 30 47. doi:10.1016/j.jvb.2005.09.003 Briscoe, J. P., Henagan, S. C., Burton, J. P., & Murphy, W. M. (2012). Coping with an insecure employment environment: The differing roles of protean and boundaryless career orientations. Journal of Vocational Behavior, 80(2), 308 316. doi:10.1016/j.jvb.2011.12.008 De Vos, A., & Segers, J. (2013). Self-directed career attitude and retirement intentions. Career Development International, 18(2), 155 172. doi:10.1108/cdi-04-2012-0041 Hall, D. T. (1996). Protean Careers of the 21st Century. The Academy of Management Executive (1993), 10(4), 8 16. Kalleberg, A. L. (2003). Flexible Firms and Labor Market Segmentation Effects of Workplace Restructuring on Jobs and Workers. Work and Occupations, 30(2), 154 175. doi:10.1177/0730888403251683 Keith, K., & McWilliams, A. (1997). Job Mobility and Gender-Based Wage Growth Differentials. Economic Inquiry, 35(2), 320 333. doi:10.1111/j.1465-7295.1997.tb01913.x Kovalenko, M., & Mortelmans, D. (2012). A comparative perspective on career mobility in Europe: career patterns and their effects on retirement timing (No. 10-2013) (p. 84). Brussels: Steunpunt WSE. Verbruggen, M., & Sels, L. (2008). Can career self-directedness be improved through counseling? Journal of Vocational Behavior, 73(2), 318 327. doi:10.1016/j.jvb.2008.07.001 8