De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

Vergelijkbare documenten
De Alpen-natuurlandschap

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting H2 par. 1 en 2

Het water maakt de berg kleiner

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

De Geo. 2 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

1 De Alpen - natuurlandschap

DE GEO HOOFDSTUK 3 Europa: van de bergen naar de zee. 1 De Alpen natuurlandschap

Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk)

ALPEN door: Joran van de Geest datum: April 2017

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

4 Leven in een koud gebied

Toets 2 - 'landschappen in europa'

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

In welk land ligt Oslo? Noorwegen. Welk land is een eiland in de Noordelijke IJszee? IJsland Welke letter heeft die zee op de kaart?

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

Week 1. Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links.

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

De Noordzee HET ONTSTAAN

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Klimaatverandering en de landschapszones in het hooggebergte

Hoog in de bergen 1. Bergweiden en bossen 2. Blad 1. Vorst Het vriest. Hooggebergte Hoge bergen waar ook sneeuw ligt. Grind Kleine ronde steentjes.

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

2 Landschapszones op aarde SO 1

Bijlagen. Paper 4. Paper Antwoordtabellen nul- en eindmeting 8. Inhoudsanalyse nul- en eindmeting 9. Hardopdenken eindmeting

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 5

Rijnreis hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 2 Endogene en Exogene processen 2 t/m 12

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

AK - Landschap. Bastiaan Burger ; CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. 1ste druk

aardrijkskunde vwo 2015-I

Rätikon Bergwandelen, Oostenrijk

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Kustlijn van de Noordzee

1 Het gevaar van water

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten.

hoog staat de zon? De zon in Noord-Europa Wat ga je leren? Begrippen

Beschrijven de Ring van vuur.

Erosie en verwering hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

DPD 8.30 DPD DPD 12:00 DPD 18:00 DPD GUARANTEE Postcodeoverzicht per producttype.

De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 2

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Samenvatting Aardrijkskunde Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 2 Endogene en Exogene processen 2 t/m 12

6.6. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 15 augustus keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Waterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Hoogteverschillen in Europa

Inhoud. 119 Het zonnige zuiden. 11 Onder de Noren. 147 Bergen: dé westelijke invalspoort. 45 Een turbulent verleden. 169 De must van de fjorden

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

Samenvatting. 1 Voelt de zon overal even warm aan?

Werkstuk Aardrijkskunde Oostenrijk

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Vroeger, toen hier ijs lag...

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 5, 6 en 7

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Aardrijkskunde H2 par 4,5,6

Europese feestdagen 2019

Staatsbosbeheer T Oudemolense Diep. Wandelen langs de beek - 7 km

Rijnreis vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Europese feestdagen 2018

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

inhoud blz. Inleiding 1. Wat is een berg? 2. Hoogte 3. Hoe ontstaan bergen? 4. Soorten gebergte 5. Beroemde bergen 6. Bergweetjes Pluskaarten

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Samenvatting Aardrijkskunde Endogene en exogene processen (H2 Aarde)

Oriëntatie. je op onderzoek naar toeristische en aardrijkskundige informatie over een gebied. 6 Oriëntatie

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

PT Marktbeeld Uien. Marktinformatie binnen- en buitenland

BOX 53/54/55. Deze 3dvd-box verschijnt in juni en neemt de kijker mee op een treinreis door o.a. Zwitserland, Groot-Brittannië en Duitsland.

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2 1, 2 en 3. 1ste druk

Leerlingenmateriaal. Docentenhandleiding. Inleiding. Inhoud. Niveau

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo

Thema 5 Over de grens. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Emigranten. Immigranten. Onder de loep. Begrippen. verblijfsvergunning.

Samenvatting Ω Europa Ω blad 1. Land in zicht

Landen van Europa. IJSLAND Reykjavik NOORWEGEN DENE- MARKEN VERENIGD KONINKRIJK IERLAND POLEN DUITSLAND BELGIË TSJECHIË OOSTEN- RIJK FRANKRIJK ITALIË

Tarieven Europa: staffel 1

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7

Kunstopdracht gemeente Berg en Dal, rotonde Zevenheuvelenweg-Nieuweweg

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa

Transcriptie:

De Geo 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3 www.degeo-online.nl eerste druk

Hoofdstuk 3 Europa: van de bergen naar de zee Start 1 a de invloed van de rivieren op het natuurlandschap van Europa b Op een klein oppervlakte zijn grote verschillen in natuurlandschappen. 2 a foto A en foto B b foto A en foto C 3 a 5 b Het landschap laat inrichtingselementen zien en een rivier. 4 a Antwoord verschilt per leerling. b c Antwoord verschilt per leerling. De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 2 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

1 De Alpen het natuurlandschap 1 A Duitsland B Zwitserland C Frankrijk D Oostenrijk E Italië F Slovenië G Hongarije H Slowakije I Tsjechië J Liechtenstein 1 Genève 2 Bern 3 Basel 4 Zürich 5 München 6 Innsbrück 7 Salzburg 8 Wenen 9 Milaan 2 a Veel reliëf betekent veel hoogteverschillen, hooggelegen kan ook vlak zijn. b 3 a botsing van twee platen b 1 Afrikaanse plaat. 2 Euraziatische plaat c plooiingsgebergte d 50 miljoen jaar geleden 4 a aan de sneeuw die er ligt b De rivierdalen zijn sneeuwvrij. 5 a Pangea b 180 miljoen jaar geleden c 135 miljoen jaar geleden d Langzaam: ze doen er miljoenen jaren over om een aantal kilometers op te schuiven. 6 a verwering en erosie b hoog, steile hellingen, spitse toppen en diepe dalen c flauwe hellingen, afgeronde toppen, ondiepe dalen 7 a Verwering is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en plantengroei. b verweringsmateriaal De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 3 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

8 a Het water neemt verweringsmateriaal mee. Dit verweringsmateriaal werkt als schuurmiddel en schuurt hard gesteente af. b Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen ijs,water of wind. 9 a een heel diep dal dat door riviererosie is ontstaan b De uitschuring gebeurt van buitenaf. 10 a De drie gebergten zijn alle drie dunbevolkt. b 1 Nederland 2 Povlakte 3 Benedenrijns Laagland c 1 dunbevolkt 2 dichtbevolkt d <1 inw/km² e f laagland Deze gebieden zijn wel laaggelegen, maar de temperatuur is er zo laag dat er maar weinig mensen (willen/kunnen) wonen. 11 a De Alpen zijn een hooggebergte goed b 225 miljoen jaar geleden botste de Afrikaanse plaat tegen de Euraziatische plaat. fout c Hooggelegen betekent dat een gebied altijd veel reliëf heeft. fout d Een middelgebergte heeft toppen van meer dan 1500 meter. fout e Een jong gebergte is minder afgesleten dan een oud gebergte. goed f Spleetvorst is een goed voorbeeld van erosie. fout g Verwering is een endogene kracht. fout h Het puin dat bij spleetvorst ontstaat, heet verweringsmateriaal. goed i Verwering is het afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal fout geladen water, ijs of wind. j De Eifel is een voorbeeld van een oud gebergte. goed De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 4 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

2 De Alpen: toerisme en verkeer 1 a de eerste sector (landbouw) b de derde sector (diensten) 2 a de alpenweiden beneden de boomgrens b de alpenweiden boven de boomgrens c de naaldbomengordel d Rondom de boerderij staan allemaal naaldbomen. De weilanden zijn ontstaan doordat de mens de bomen heeft gekapt. 3 Ja; er is een hoogseizoen, er zijn veel verblijfsaccommodaties en veel vakanties worden door reisbureaus geregeld. 4 a in ieder geval ergens boven de boomgrens b Je ziet geen bomen. c 1 Het is er ontzettend druk en er zijn veel verblijfsaccommodaties. 5 a b 1 februari 2 januari 3 maart 4 december c 1 augustus 2 juli 3 september 4 juni d winter De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 5 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

6 a 21 miljoen b De meeste toeristen blijven langere tijd en overnachten dus meerdere keren. c d 7 a te voet en met pakpaarden b met de trein via tunnels 8 a Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk b vrachtauto en trein c Via Zwitserland gaat het meeste vervoer per trein. d Antwoord verschilt per leerling e Antwoord verschilt per leerling De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 6 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

9 a de route via de Brennerpas b Van Noord-Europa naar Zuid-Europa gaan meer goederen. c 41,7 miljoen ton d over de weg. e Die wordt minder druk. 10 a Fiss ligt in het midden. b Duitsland c ca. 10% d >500 e >500% f Het goede antwoord: In de binnencirkel staat het toerisme van het jaar 1970. Dat zijn de felle kleuren. g 11 A VIII B VI C IV D X E III F VII G I H II I V J IX De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

3 Rivieren van ijs 1 a 1 Oslo 2 Bergen 3 Trondheim b Noordelijke IJszee D Skagerak A Atlantische Oceaan C Sognefjord B c Jostedalsbre 2 a korrelsneeuw b Er zit veel zand en puin in het ijs. c morenen d steile wanden en een vlakke bodem: U-vormig dus 3 In het firnbekken hoopt zich firn op. Dit wordt samengeperst tot ijs. Een ijstong glijdt over de rand van het het firnbekken naar beneden. Beneden is het warmer: het smeltwater van de gletsjer verdwijnt door spleten in het ijs en stroomt onder de ijstong verder. Hier vormt zich de gletsjertunnel. Aan het eind van de ijstong komt het smeltwater door de gletsjerpoort naar buiten: het begin van een rivier. 4 a Antwoord verschilt per leerling. b Antwoord verschilt per leerling. 5 a 1 firnbekken 2 ijstong b 40 à 50 meter per jaar 6 a Figuur 4.17 b Zwitserland c Alpen d een zijdal van een U-dal dat wat minder diep is uitgeschuurd dan het U-dal e 1 eindmorenen 2 stuwwallen 3 U-dalen 7 a 1 zwaartekracht 2 ijs 3 water 4 wind b ijs c De wind vervoert vooral droog zand. In Noorwegen is het veel te nat. 8 a Een fjord is een U-dal dat volgelopen is met zeewater toen na de ijstijd de zeespiegel steeg. b De dalbodem ligt heel diep. 9 a gletsjerpoort b ijstong 10 a in de voorlaatste ijstijd b 200.000 jaar geleden c alleen de noordelijke helft d poolwoestijn e Veel water lag in de vorm van het ijs op het land: de zeespiegel was toen veel lager. De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 8 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009

11 a b firnbekken De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 9 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009