rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Vergelijkbare documenten
rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels Openbare instellingen van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels Openbare instellingen van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instellingen van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

Studie Betaalgedrag 2e kwartaal 2013

Milieubelastingen naar economische activiteit

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

rijksdienst voor sociale zekerheid

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen

sectorfoto 2012 andere primaire en secundaire sectoren

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

SECTORFOTO 2014 KLEINE PRIMAIRE EN SECUNDAIRE SECTOREN

7 Andere primaire en secundaire sectoren

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

rijksdienst voor sociale zekerheid

Statistisch Bulletin. Jaargang

rijksdienst voor sociale zekerheid

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

rijksdienst voor sociale zekerheid

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau September Kunstlaan Brussel

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden?

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

OVERGANG OP DE NIEUWE ACTIVITEITENNOMENCLATUUR (NACE REV2)

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare Instelling van Sociale Zekerheid

Statistisch Bulletin. Jaargang

Inhoudstafel. Inleiding 1

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2013 Gelderland

Transcriptie:

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten: vierde kwartaal 2013

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Openbare instellingen van Sociale Zekerheid Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten: vierde kwartaal 2013

Inhoudstafel Voorwoord... 5 A. Algemeenheden over de tewerkstelling van studenten... 7 1. Inleiding... 7 2. Verplichte stage tijdens de studies... 7 3. Jongeren onderworpen aan de leerplicht... 7 4. Alternerende tewerkstelling en opleiding... 8 5. De arbeidsovereenkomst voor studenten... 8 B. Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst... 9 1. Vrijstelling van onderwerping aan de sociale zekerheid... 9 2. Het contingent van 50 dagen... 10 3. Bijzondere solidariteitsbijdrage... 11 C. Statistiekeenheden... 11 1. De arbeidsplaats... 11 2. De student-werknemer... 11 3. De bezoldigingen... 11 4. De bezoldigde dagen... 12 D. Classificatiecriteria... 12 E. Bijzonderheden... 13 Tabellen Overzicht Tabel 1: Niet onderworpen studentenarbeid...17 Belang van studentenarbeid Tabel 2: Aantal arbeidsplaatsen...18 Tabel 3: Lonen (in duizend EUR)...19 Tabel 4: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden)...20 Indeling naar dimensie van de werkgever Tabel 5: Aantal arbeidsplaatsen...21 Tabel 6: Lonen (in duizend EUR)...22 Tabel 7: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden)...23

Indeling naar activiteitstak (NACE-BEL code) (NACE 2008) Tabel 8: Aantal arbeidsplaatsen...24 Tabel 9: Lonen (in duizend EUR)...26 Tabel 10: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden)...28 Indeling volgens de plaats van de hoofdzetel van de werkgever Tabel 11: Aantal arbeidsplaatsen...30 Tabel 12: Lonen (in duizend EUR)...32 Tabel 13: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden)...34 Tewerkgestelde studenten Tabel 14: Indeling naar persoonskenmerken...36

Voorwoord Met de Wet van 28 juli 2011 ( 1 ) en het Koninklijk Besluit van 12 september 2011 ( 2 ) werd de reglementering met betrekking tot de studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten grondig gewijzigd. De reglementering is in voege getreden vanaf 1 januari 2012. De omstandige uitleg van de nieuwe reglementering vindt u verder in de inleidende tekst onder titel B. Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst. Ook nieuw sinds 2012 is de integratie van de gegevens die afkomstig zijn van de RSZPPO, de overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor de instellingen van de provincies en de lokale overheden. De laatste jaren zijn namelijk grote inspanningen geleverd om de statistische procedures van de beide instellingen op elkaar af te stemmen. Daarmee is dit de tweede statistische publicatie - naast de statistiek over de tewerkstelling naar plaats van tewerkstelling - die deze gegevens opneemt. In de samenvattende tabel worden de gegevens van de RSZ-PPO apart opgenomen, in de andere tabellen zijn ze geïntegreerd (logischerwijze in de publieke sector). ( 1 ) Wet houdende maatregelen met betrekking tot de invoering van een solidariteitsbijdrage bij het tewerkstellen van studenten die niet onderworpen zijn aan de sociale zekerheid van de loontrekkenden (BS van 19 augustus 2011) ( 2 ) KB tot wijziging van artikel 17bis van het KB van 28 november 1969 in uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de wet van 28 september 1944 met betrekking toe de sociale zekerheid van de werknemers (BS van 30 september 2011) 5

6

Studenten tewerkgesteld met een schriftelijke overeenkomst voor studenten en enkel onderworpen aan de solidariteitsbijdrage in het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZ-PPO) A. Algemeenheden over de tewerkstelling van studenten 1. Inleiding De arbeidsprestaties van jongeren gedurende hun studieperiode vormen een complexe realiteit omdat de arbeidsverhoudingen met de werkgever van verschillende aard kunnen zijn. Sommigen zijn onderworpen aan het volledig stelsel van de sociale zekerheid, voor bepaalde categorieën is er een beperkte onderwerping aan de sociale zekerheid, voor andere groepen is de onderwerping aan de sociale zekerheid dan weer niet vereist. Daarom blijkt het moeilijk om alle vormen van tewerkstelling van deze jongeren in kaart te brengen. 2. Verplichte stage tijdens de studies In bepaalde studiecyclussen maakt een onbetaalde stage bij een bepaalde werkgever of bedrijf deel uit van het studieprogramma. Indien deze verplichte stages niet bezoldigd zijn, gaan ze niet gepaard met een onderwerping aan de sociale zekerheid. De RSZ en de RSZPPO beschikken niet over statistische informatie over deze "stages". 3. Jongeren onderworpen aan de leerplicht Met leerplicht wordt een periode van 12 jaar bedoeld, die aanvangt met het schooljaar dat begint in het jaar waarin de leeftijd van 6 jaar wordt bereikt en dat eindigt op het einde van het schooljaar in het jaar waarin de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt. De leerplicht is in principe voltijds tot de leeftijd van 16 jaar bereikt is, maar er mag ook al in het systeem van de deeltijdse leerplicht gestapt worden op 15-jarige leeftijd als ten minste de eerste twee jaar van het middelbaar onderwijs afgewerkt zijn ( 1 ). Minderjarigen die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht hebben de keuze tussen: het secundair onderwijs met volledig leerplan verder zetten; een leerovereenkomst sluiten; onderwijs volgen met beperkt leerplan. In de laatste 2 gevallen bestaat er een band met de sociale zekerheid van de werknemers. ( 1 ) Wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht (BS van 6 juli 1983) 7

Leerovereenkomst Minderjarigen die hun voltijdse leerplicht hebben beëindigd, kunnen een industriële leerovereenkomst ( 2 ), een erkende leerovereenkomst sluiten of tewerkgesteld worden met een overeenkomst voor socioprofessionele inschakeling die erkend is door de gemeenschappen en gewesten in het kader van het secundair onderwijs met beperkt leerplan. De onderwerping aan de sociale zekerheid van deze leerlingen is beperkt tot de regelingen van jaarlijkse vakantie, beroepsziekten en arbeidsongevallen. Wanneer de leerlingen een beroep van intellectuele aard aanleren, dient de werkgever hen rechtstreeks het vakantiegeld te betalen en is hij dus aan de RSZ geen bijdragen verschuldigd voor jaarlijkse vakantie. De beperking tot de aangeduide regelingen geldt slechts tot 31 december van het kalenderjaar waarin ze 18 jaar worden. Vanaf 1 januari van het volgende jaar (het jaar waarin ze 19 worden) vallen zij onder alle regelingen zoals een gewone werknemer. Deze beperkte onderwerping maakt het mogelijk om deze leerlingen in de statistieken van de sociale zekerheid af te zonderen. Zij worden echter samengevoegd met de personen die gebonden zijn door een stageovereenkomst in het kader van de opleiding tot ondernemingshoofd afgesloten overeenkomstig de reglementen betreffende de voortdurende vorming van de middenstand, de leerlingen met een overeenkomst voor socioprofessionele inschakeling die erkend is door de gemeenschappen en gewesten en de stageairs met een beroepsinlevingsovereenkomst, voor wie dezelfde beperkte verzekeringsplicht geldt met inbegrip van de leeftijdsgrens. Deeltijdse leerplicht en deeltijdse arbeid De jongeren die kiezen voor deeltijds onderwijs kunnen tewerkgesteld worden in het kader van een arbeidsovereenkomst en tezelfdertijd een verplicht beperkt leerplan blijven volgen. De leerplichtigen zijn onderworpen aan alle regelingen, met uitzondering van de regeling van rust- en overlevingspensioenen. Omwille van de beperkte onderwerping aan de sociale zekerheid, beschikt de RSZ eveneens over statistische informatie betreffende de deeltijds leerplichtigen. 4. Alternerende tewerkstelling en opleiding De regeling voor alternerende tewerkstelling en opleiding (vroeger ingesteld door het KB nr. 495 ( 3 )) is nu volledig geïntegreerd in de startbaanovereenkomsten. De overgangsregeling voor de contracten van vóór 2004 is sinds het eerste kwartaal 2007 volledig uitgedoofd. 5. De arbeidsovereenkomst voor studenten Gedurende de periode van hun studie en afgezien van de gevallen die hierboven besproken werden, kunnen de studenten een activiteit uitoefenen zowel tijdens als bui ten de schoolvakanties. De arbeidsovereenkomst voor studenten is een verplicht sociaal document. De wet inzake arbeidsovereenkomsten bepaalt de aard van de arbeidsbetrekking met de werkgever (gewone overeenkomst van arbeider, van bediende, van dienstbode, van handelsvertegenwoordiger, arbeidsovereenkomst voor de tewerkstelling van studenten, die naast algemene regels die ook op gewone contracten van toepassing zijn, specifieke regels voor dit ( 2 ) Wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen uitgeoefend door arbeiders in loondienst (BS van 31 augustus 1983). ( 3 ) KB nr. 495 van 31 december 1986 tot uitvoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de socialezekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren (BS van 23 januari 1987) en volgende teksten. 8

soort contracten bevat) en voorziet een aantal bijzondere bepalingen zoals o.a. voor nachtarbeid en verboden activiteiten. Elke tewerkstelling van een student moet in principe gepaard gaan met een onderwerping aan de sociale zekerheid, waarbij zowel de werkgever als de werknemer bij- dragen betalen. Er bestaan echter enkele uitzonderingen op dit algemeen principe, waarvan sommige betrekking hebben op alle werknemers en andere slechts van toepassing zijn op studenten. Deze uitzonderingen slaan op: de werknemers (dus ook de studenten) die occasionele arbeid verrichten: het betreft de arbeid verricht in de huishouding van de werkgever of van zijn gezin voor zover de totale wekelijkse arbeidsduur niet meer dan acht uur bedraagt, bij één of verschillende werkgevers; de werknemers (dus ook de studenten) die, onder bepaalde voorwaarden, tewerkgesteld zijn als animatoren van socio-culturele en sportieve activiteiten ten belope van maximum 25 dagen per jaar; de werknemers (dus ook de studenten) die tewerkgesteld zijn als occasionele handarbeiders in de sectoren van de landbouw en de tuinbouw (plukken van tabak en hop, kuisen en sorteren van teenwilgen) gedurende welbepaalde periodes van het jaar; de studenten die een stage doorlopen die voorzien is in hun studiepakket (zie 2 hierboven); de studenten die maximum 50 dagen tijdens het jaar tewerkgesteld zijn (zie verder). Alhoewel de studenten die tijdens of buiten het school- of academiejaar tewerkgesteld worden, behalve de voorziene uitzonderingen, bij de RSZ of de RSZPPO dienen aangegeven te worden, bestaat er geen statistische informatie die specifiek betrekking heeft op de op die manier omschreven werkende studenten. Wat de aangifte bij de RSZ of de RSZPPO betreft, worden deze "studenten-werknemers" niet onderscheiden van de andere werknemers van de onderneming. Wanneer er bovendien geen onderwerping is, is er momenteel geen kwartaalaangifte bij de sociale zekerheid. De huidige wettelijke bepalingen maken echter wel mogelijk om statistieken te maken specifiek toegespitst op de studenten die aan alle voorwaarden voldoen van een tewerkstelling met een schriftelijke overeenkomst voor studenten die hierna beschreven worden. B. Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst 1. Vrijstelling van onderwerping aan de sociale zekerheid Tot en met 2011 werd het kalenderjaar opgedeeld in twee periodes waarin telkens 23 kalenderdagen gewerkt mocht worden in het systeem: het derde kwartaal enerzijds en de andere kwartalen samen anderzijds. Sinds 2012 kunnen studenten werken in het kader van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor studenten die buiten de toepassing van de sociale zekerheid valt indien hij verspreid over het kalenderjaar niet meer dan 50 dagen tewerkgesteld wordt (het "contingent" genoemd, zie hieronder) en dit enkel tijdens periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen. Onder periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen wordt verstaan, de periodes waarbinnen een bepaalde student geacht wordt de lessen of 9

activiteiten te volgen aan de onderwijsinstelling waaraan hij verbonden is. Hij mag dus niet werken op de momenten dat hij geacht wordt cursussen of andere activiteiten te volgen. Een belangrijke kanttekening: wanneer een werkgever een studentenovereenkomst kan afsluiten met een student, dan moet hij dit ook doen. Het is dus geen vrije keuze. 6. Het contingent van 50 dagen Algemeen De dagen worden geteld per kalenderjaar. Dit houdt in dat de teller bij het begin van ieder nieuw kalenderjaar op 50 resterende dagen wordt gezet. De Dimona-aangifte ( 4 ) is de authentieke bron voor de controle hierop. De betrokken partijen kunnen dit opvolgen via een speciaal hiervoor opgezette website: student@work ( 5 ). De solidariteitsbijdrage is enkel van toepassing op de eerste 50 dagen die in Dimona worden aangegeven. Als het contingent wordt overschreden, kan de solidariteitsbijdrage niet meer worden toegepast vanaf dag 51. Vanaf dan is de student onderworpen en zijn de normale socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. Bij overschrijding van het contingent in geval van tewerkstelling bij één werkgever, zijn er twee mogelijkheden: als de werkgever de kwartaalaangifte (DmfA) correct invult, dat wil zeggen dat hij de dagen die vallen binnen het studentencontingent aangeeft met solidariteitsbijdragen en de andere aangeeft met gewone bijdragen, zijn de gewone bijdragen slechts verschuldigd vanaf dag 51, en niet voor de volledige periode van tewerkstelling. als de werkgever de kwartaalaangifte niet correct invult, dus ook de dagen die het contingent overschrijden met solidariteitsbijdrage aangeeft, dan zijn de gewone bijdragen verschuldigd vanaf dag 1. Combinatie met andere tewerkstellingen Het stelsel van de studentenarbeid met solidariteitsbijdrage mag gecumuleerd worden met het stelsel van de tewerkstelling van 25 dagen in de socio-culturele sector, op voorwaarde dat het gaat om duidelijk onderscheiden tewerkstellingen. De dagen van tewerkstelling in de socioculturele sector worden niet in mindering gebracht van het studentencontingent. Ook mag de student tewerkgesteld worden als gelegenheidsarbeider in de land en tuinbouw. Voor zover aan de voorwaarden van beide maatregelen voldaan is, wordt de solidariteitsbijdrage berekend op het forfaitaire dagbedrag i.p.v. op het werkelijke loon. Alle dagen die een student werkt gaan zowel af van het contingent van 50 dagen, als van het aantal dagen per jaar dat iemand als gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw kan werken. De dagen dat de student werkt als gelegenheidsarbeider in de horeca worden enkel afgetrokken van het studentencontingent (er bestaat geen contingent voor gelegenheidsarbeiders in de horeca). De solidariteitsbijdragen worden berekend op het reële loon of op het dagforfait, rekening houdend met de keuze die de werkgever heeft gemaakt voor zijn werknemers: Dimonafull (dagforfait of reëel loon) of Dimona-light (dagforfait). ( 4 ) Dimona is de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, verplicht bij het begin en het einde van een werkrelatie ( 5 ) De student heeft toegang tot zijn volledig dossier, de werkgever heeft enkel een beperkte toegang om het contingent te kunnen controleren. 10

7. Bijzondere solidariteitsbijdrage Het bijdragepercentage van de solidariteitsbijdrage bedraagt 8,13%. Hiervan is 5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student. Daarnaast is ook de bijdrage voor het Asbestfonds (0,01%) verschuldigd. Deze solidariteitsbijdrage geeft aan de student echter geen enkel recht inzake sociale zekerheid. Deze solidariteitsbijdrage wordt op een specifieke manier aangegeven bij de RSZ en de RSZPPO. Hierdoor wordt het mogelijk om statistieken op te stellen voor deze groep van studenten. De tabellen die in deze brochure voorgesteld worden, betreffen dus enkel de studenten tewerkgesteld bij werkgevers (die onder de RSZ en de RSZPPO ressorteren), en die enkel onderworpen zijn aan de solidariteitsbijdrage. C. Statistiekeenheden 1. De arbeidsplaats Het aantal arbeidsplaatsen wordt bekomen door het tellen per werkgever van het aantal tewerkgestelde studenten gedurende het kwartaal ( 6 ). Studenten die gedurende het kwartaal bij meerdere werkgevers gewerkt hebben (dit kan zowel bij de werkgevers aangesloten bij de RSZ als bij de RSZPPO geweest zijn), worden meerdere keren geteld. Het verschil tussen het aantal arbeidsplaatsen en het aantal tewerkgestelde studenten (zie hieronder) is volledig hieraan te wijten. 8. De student-werknemer De telling van het aantal tewerkgestelde studenten gedurende het kwartaal ( 6 ) berust op het elimineren van dubbeltellingen als gevolg van eventuele meerdere prestaties van een en dezelfde persoon. Dit is mogelijk dankzij het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ-nummer) van elke persoon. In de meeste gevallen is dit het rijksregisternummer. Wanneer dit ontbreekt gebeurt de identificatie via hulpbestanden die beheerd worden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. In tegenstelling tot de klassieke tewerkstellingsstatistieken, kan er in dit kader geen belangrijkste tewerkstelling bepaald worden en is er dus ook geen koppeling mogelijk aan werkgeverskenmerken. 9. De bezoldigingen De lonen zijn deze die zouden onderhevig geweest zijn aan de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid indien die student niet zou voldoen aan de wettelijke en reglementaire voorwaarden voor de betrokken periode. Het zijn brutolonen, onverminderd voor eventuele fiscale lasten. ( 6 ) En niet op het einde van het kwartaal. 11

10. De bezoldigde dagen De notie bezoldigde dag bevat naast de effectief gepresteerde dagen ook nog de volgende elementen: de niet gepresteerde dagen waarvoor een verloning betaald is die onderhevig is aan de berekening van de bijdragen. Dit omvat onder meer de wettelijke feestdagen en compensatiedagen hiervoor, de dagen kort verzuim, wettelijke en bijkomende vakantiedagen voor bedienden; de dagen inhaalrust andere dan de inhaalrust voor het bouwbedrijf. Deze bezoldigde dagen worden aangegeven als volledige dagen met toepassing van het principe dat elke begonnen dag voor een volledige dag telt, onafgezien van de duur van de prestaties. D. Classificatiecriteria Aan de arbeidsplaats die de student inneemt kan het statuut, arbeider of bediende, toegekend worden. Het aantal werkgevers en arbeidsplaatsen, de lonen en het aantal bezoldigde dagen wordt in tabel 1 tot 7 onderverdeeld in privé-sector enerzijds en overheidssector anderzijds. De opsplitsing tussen privé- en overheidssector is soms zeer delicaat; bovendien, een verhoging of een verlaging vastgesteld in één sector is niet noodzakelijk te wijten aan een vermindering of een vermeerdering van het personeel binnen de sector, maar kan ook het gevolg zijn van het overgaan van een aantal werkgevers van de privé- naar de overheidssector en vice versa, vooral de laatste jaren (o.a. privatiseringen, verzelfstandiging filialen,...). Verder wordt in de eerste tabel een onderscheid gemaakt tussen werkgevers die uitsluitend studenten in dienst hebben en werkgevers die, naast studenten, ook andere werknemers tewerkstellen. De overige statistische tabellen combineren diverse classificatiecriteria zoals het geslacht en de hoedanigheid van de werknemer, de aard van de economische activiteit, de locatie, de dimensie van de werkgevers en de belangrijkheid van het beroep doen op studentenarbeid. Het belang van de studentenarbeid wordt in tabel 2, 3 en 4 geïllustreerd. De aantallen, de lonen en de bezoldigde dagen zijn er weergegeven in functie van het globale aantal studenten waarop de werkgever al dan niet tegelijkertijd een beroep doet tijdens het betrokken kwartaal. De hiervoor gebruikte dimensieklassen worden aangeduid door een letter (van A tot I). Daarentegen worden in tabel 5, 6 en 7 het aantal arbeidsplaatsen, hun lonen en bezoldigde dagen weergegeven in functie van het aantal aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers die op het einde van het kwartaal tewerkgesteld waren. De hiervoor gebruikte dimensieklassen worden aangeduid door een cijfer (van 1 tot 9). De dimensieklassen die gehanteerd worden van A tot I (van 1 tot 9) omvatten de werkgevers met respectievelijk minder dan 5 studenten (werknemers), 5 tot 9 studenten (werknemers), 10 tot 19 studenten (werknemers), 20 tot 49 studenten (werknemers), 50 tot 99 studenten (werknemers), 100 tot 199 studenten (werknemers), 200 tot 499 studenten (werknemers), 500 tot 999 studenten (werknemers) en 1.000 of meer studenten (werknemers) in dienst. De indeling naar economische activiteitstak (tabel 8 tot 10) geschiedt volgens de algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen, de NACE-Bel. Iedere werkgever is ondergebracht in een bepaalde klasse volgens zijn belangrijkste economische activiteit. De indeling van de werknemers geschiedt volgens de classificering van de werkgever waarbij zij 12

tewerkgesteld zijn; het beroep dat zij daar uitoefenen maakt hier nooit het voorwerp uit van enige statistische waarneming ( 7 ). De tabellen tonen respectievelijk de aantallen, de lonen en de bezoldigde werkdagen van de studenten in functie van deze economische activiteitstakken. De geografische spreiding, waarbij het bestuurlijk arrondissement als criterium geldt, is de plaats van de hoofdzetel van de onderneming ( 8 ). Het is dus niet de effectieve werkplaats waar de arbeid vervuld wordt. Deze gegevens worden gepresenteerd in tabel 11, 12 en 13. Tabel 14 geeft ook een geografische spreiding, maar dan wel naar woonplaats van de werknemer (telling van personen), gekruist met een indeling naar geslacht en leeftijdsklasse. E. Bijzonderheden De gegevens worden in deze brochure opgenomen zoals ze door de werkgever vermeld zijn op de kwartaalaangifte. Het is de situatie op 7 maanden na het verstrijken van het kwartaal. Was de reglementering tot 2011 vrij gecompliceerd en stelde de controle op het overschrijden van het toegestane aantal dagen tewerkstelling de controlediensten van de RSZ voor vrij grote praktische problemen, dan is dit met de nieuwe reglementering grotendeels opgelost met de invoering van de opvolgingstool op de website student@work, waar de student zijn persoonlijk dossier kan raadplegen en zijn nog beschikbaar aantal dagen kan attesteren. De kwartaalaangifte laat nog fijnere analyses toe (om technische redenen momenteel enkel voor de RSZ). Zo laat ze toe na te gaan bij hoeveel werkgevers een student gedurende het kwartaal werd tewerkgesteld. Tevens kunnen we nagaan bij hoeveel personen méér dan 50 dagen (met enkel de solidariteitsbijdrage) tewerkstelling werd vastgesteld ( 9 ). Voor dit kwartaal levert dit de volgende resultaten op: Aantal werkgevers waarbij de studenten tewerkgesteld werden Aantal personen(voor dit kwartaal) (enkel RSZ) Aantal personen die het quotum van 50 dagen overschreden hebben sinds 1 januari 1 151.495 555 2 13.008 2.601 3 1.207 1.035 4 135 309 5 29 102 6 3 36 7 0 9 8 0 4 9 0 1 10 0 0 Totaal 165.877 4.652 ( 7 ) Zo zal een werktuigkundige tewerkgesteld in een textielonderneming gerangschikt worden onder het textielbedrijf. ( 8 ) In deze geografische spreiding omvat het Vlaams Gewest de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West- Vlaanderen, omvat het Waals Gewest de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenstemt met het arrondissement Brussel-Hoofdstad. ( 9 ) Door de wijze van aangeven op de DmfA, waarbij elke begonnen dag als een volledige dag beschouwd wordt, kan dit cijfer enkel als indicatief beschouwd worden. Iemand kan namelijk 's morgens en in de namiddag bij twee verschillende werkgevers hebben gewerkt. In sommige gevallen wordt dit maar als één dag geteld. Op het moment van de ontlading voor deze publicatie hoeft deze controle nog niet noodzakelijk gebeurd te zijn. 13

14

Tabellen (RSZ en RSZPPO) De in deze brochure voorgestelde gegevens zijn beschikbaar op CD-rom of via e-mail (aanvragen via stat.info@rsz.fgov.be) en kunnen geraadpleegd worden op de RSZ-Website 15

16

Studentenarbeid niet onderworpen aan de sociale zekerheid voor het vierde kwartaal 2013 - globale gegevens Tabel 1 Sector Werkgevers met : Werkgevers Privé-sector arbeidsplaatsen lonen: in duizend EUR dagen: in duizenden arbeidsplaatsen lonen: in duizend EUR dagen: in duizenden arbeidsplaatsen lonen: in duizend EUR dagen: in duizenden Arbeiders studenten en andere werknemers 38.340 18.569 251,1 38.158 17.092 251,4 76.498 35.661 502,5 enkel studenten 1.043 529 8,1 1.559 703 12,4 2.602 1.232 20,5 Totaal privé-sector 39.383 19.098 259,2 39.717 17.795 263,9 79.100 36.892 523,0 studenten en andere Overheidssector werknemers 170 57 0,9 171 50 1,0 341 106 1,8 enkel studenten - - - - - - - - - Privé-sector Totaal Mannen Vrouwen Totaal 170 57 0,9 171 50 1,0 341 106 1,8 39.553 19.154 260,0 39.888 17.845 264,8 79.441 36.999 524,8 Bedienden studenten en andere werknemers 32.200 15.250 212,5 66.906 29.451 441,8 99.106 44.701 654,3 enkel studenten 519 451 5,5 1.313 761 11,7 1.832 1.212 17,2 Totaal privé-sector 32.719 15.701 217,9 68.219 30.211 453,5 100.938 45.913 671,5 studenten en andere 1.197 506 8,6 1.710 743 12,1 2.907 1.249 20,7 werknemers (RSZ) Overheidssector enkel studenten (RSZ) - - - - - - - - - Privé-sector Totaal overheidssector Totaal overheidssector Totaal RSZPPO 1.007 485 6,4 2.387 1.212 15,0 3.394 1.697 21,4 2.204 990 15,0 4.097 1.955 27,1 6.301 2.945 42,1 34.923 16.692 232,9 72.316 32.166 480,7 107.239 48.858 713,6 Totaal studenten en andere werknemers 20.311 70.540 33.819 463,6 105.064 46.542 693,3 175.604 80.362 1.156,8 enkel studenten 2.190 1.562 979 13,5 2.872 1.464 24,1 4.434 2.443 37,7 Totaal privé-sector 22.501 72.102 34.799 477,1 107.936 48.006 717,4 180.038 82.805 1.194,5 studenten en andere Overheidssector werknemers (RSZ) 134 1.367 562 9,5 1.881 793 13,1 3.248 1.355 22,6 enkel studenten (RSZ) - - - - - - - - - - Totaal overheidssector Totaal RSZPPO 413 1.007 485 6,4 2.387 1.212 15,0 3.394 1.697 21,4 547 2.374 1.047 15,9 4.268 2.005 28,1 6.642 3.052 44,0 23.048 74.476 35.846 493,0 112.204 50.011 745,5 186.680 85.857 1.238,4 17

Belang van de studentenarbeid voor het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) Arbeidsplaatsen 18 Tabel 2 Sector Privé-sector Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Belangrijkheid ifv het aantal studenten (1) Werkgevers Eindtotaal Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal A 18.049 8.318 8.509 16.827 3.905 9.966 13.871 12.223 18.475 30.698 B 2.802 4.741 6.369 11.110 1.496 5.427 6.923 6.237 11.796 18.033 C 1.055 3.775 5.130 8.905 1.233 3.659 4.892 5.008 8.789 13.797 D 414 2.757 3.658 6.415 1.493 4.036 5.529 4.250 7.694 11.944 E 78 983 1.386 2.369 794 2.040 2.834 1.777 3.426 5.203 F 29 791 945 1.736 694 1.572 2.266 1.485 2.517 4.002 G 36 2.605 2.852 5.457 1.914 4.193 6.107 4.519 7.045 11.564 H 17 1.999 2.036 4.035 2.575 4.081 6.656 4.574 6.117 10.691 I 21 13.414 8.832 22.246 18.615 33.245 51.860 32.029 42.077 74.106 22.501 39.383 39.717 79.100 32.719 68.219 100.938 72.102 107.936 180.038 A 314 37 33 70 190 349 539 227 382 609 B 110 33 26 59 164 500 664 197 526 723 C 67 48 53 101 261 547 808 309 600 909 D 38 14 10 24 396 689 1.085 410 699 1.109 E 10 24 28 52 184 454 638 208 482 690 F 2 - - - 111 177 288 111 177 288 G 4 14 21 35 375 748 1.123 389 769 1.158 H 2 - - - 523 633 1.156 523 633 1.156 I - - - - - - - - - - 547 170 171 341 2.204 4.097 6.301 2.374 4.268 6.642 A 18.363 8.355 8.542 16.897 4.095 10.315 14.410 12.450 18.857 31.307 B 2.912 4.774 6.395 11.169 1.660 5.927 7.587 6.434 12.322 18.756 C 1.122 3.823 5.183 9.006 1.494 4.206 5.700 5.317 9.389 14.706 D 452 2.771 3.668 6.439 1.889 4.725 6.614 4.660 8.393 13.053 E 88 1.007 1.414 2.421 978 2.494 3.472 1.985 3.908 5.893 F 31 791 945 1.736 805 1.749 2.554 1.596 2.694 4.290 G 40 2.619 2.873 5.492 2.289 4.941 7.230 4.908 7.814 12.722 H 19 1.999 2.036 4.035 3.098 4.714 7.812 5.097 6.750 11.847 I 21 13.414 8.832 22.246 18.615 33.245 51.860 32.029 42.077 74.106 23.048 39.553 39.888 79.441 34.923 72.316 107.239 74.476 112.204 186.680 (1) zie inleiding van de brochure.

Belang van de studentenarbeid voor het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) Lonen (in duizend EUR) Tabel 3 Sector Privé-sector Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Belangrijkheid ifv het aantal studenten (1) Werkgevers Eindtotaal Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal A 18.049 3.950 3.656 7.607 2.719 5.367 8.086 6.670 9.023 15.693 B 2.802 2.157 2.779 4.936 770 2.574 3.344 2.927 5.353 8.280 C 1.055 1.869 2.579 4.448 692 1.812 2.504 2.560 4.391 6.951 D 414 1.615 2.026 3.641 754 1.902 2.656 2.369 3.928 6.297 E 78 509 707 1.216 356 853 1.209 864 1.561 2.425 F 29 374 461 835 326 640 966 700 1.101 1.800 G 36 1.279 1.247 2.527 836 1.860 2.696 2.115 3.107 5.223 H 17 855 767 1.622 1.133 1.773 2.906 1.988 2.541 4.528 I 21 6.490 3.571 10.061 8.116 13.430 21.546 14.606 17.001 31.607 22.501 19.098 17.795 36.892 15.701 30.211 45.913 34.799 48.006 82.805 A 314 14 17 31 78 148 226 92 165 257 B 110 10 6 17 80 226 306 90 232 322 C 67 13 10 23 104 264 368 116 274 391 D 38 2 1 3 176 314 490 178 315 493 E 10 10 6 16 107 237 344 117 243 360 F 2 - - - 71 108 178 71 108 178 G 4 8 9 17 174 373 547 182 382 564 H 2 - - - 201 285 487 201 285 487 I - - - - - - - - - - 547 57 50 106 990 1.955 2.945 1.047 2.005 3.052 A 18.363 3.965 3.673 7.638 2.797 5.515 8.312 6.761 9.189 15.950 B 2.912 2.167 2.785 4.952 850 2.800 3.650 3.017 5.586 8.602 C 1.122 1.881 2.589 4.470 796 2.076 2.872 2.677 4.665 7.342 D 452 1.617 2.027 3.644 931 2.215 3.146 2.548 4.242 6.790 E 88 519 714 1.232 462 1.090 1.553 981 1.804 2.785 F 31 374 461 835 397 747 1.144 770 1.208 1.979 G 40 1.287 1.256 2.543 1.009 2.234 3.243 2.297 3.490 5.786 H 19 855 767 1.622 1.334 2.059 3.393 2.189 2.826 5.015 I 21 6.490 3.571 10.061 8.116 13.430 21.546 14.606 17.001 31.607 23.048 19.154 17.845 36.999 16.692 32.166 48.858 35.846 50.011 85.857 (1) zie inleiding van de brochure. 19

Belang van de studentenarbeid voor het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) 20 Tabel 4 Sector Privé-sector Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Belangrijkheid ifv het aantal studenten (1) Werkgevers Eindtotaal Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal A 18.049 59,6 62,0 121,6 37,0 84,8 121,8 96,6 146,8 243,4 B 2.802 32,9 43,4 76,3 11,1 40,2 51,3 44,0 83,6 127,6 C 1.055 27,4 37,0 64,4 9,8 26,7 36,4 37,1 63,7 100,8 D 414 21,7 27,8 49,5 10,4 26,9 37,2 32,1 54,6 86,7 E 78 7,1 9,6 16,7 5,3 12,8 18,1 12,4 22,4 34,8 F 29 4,7 6,0 10,7 4,2 9,0 13,2 8,9 15,0 23,9 G 36 17,2 17,7 34,9 11,4 26,1 37,6 28,7 43,8 72,5 H 17 11,3 10,7 22,0 14,8 23,8 38,6 26,1 34,5 60,6 I 21 77,3 49,6 126,9 114,0 203,3 317,3 191,3 252,9 444,2 22.501 259,2 263,9 523,0 217,9 453,5 671,5 477,1 717,4 1.194,5 A 314 0,2 0,3 0,5 1,2 2,1 3,3 1,4 2,4 3,8 B 110 0,1 0,2 0,3 1,1 3,0 4,1 1,2 3,2 4,4 C 67 0,2 0,2 0,4 1,6 3,4 4,9 1,8 3,6 5,4 D 38 0,1 0,0 0,1 2,4 4,1 6,5 2,5 4,1 6,6 E 10 0,1 0,1 0,2 1,3 2,8 4,0 1,4 2,9 4,3 F 2 - - - 0,9 1,5 2,4 0,9 1,5 2,4 G 4 0,1 0,1 0,2 3,1 5,7 8,7 3,2 5,8 8,9 H 2 - - - 3,5 4,7 8,2 3,5 4,7 8,2 I - - - - - - - - - - 547 0,9 1,0 1,8 15,0 27,1 42,1 15,9 28,1 44,0 A 18.363 59,9 62,3 122,1 38,1 86,9 125,0 98,0 149,2 247,2 B 2.912 33,0 43,6 76,7 12,2 43,2 55,4 45,2 86,9 132,1 C 1.122 27,6 37,2 64,8 11,3 30,0 41,3 38,9 67,3 106,2 D 452 21,8 27,8 49,6 12,8 30,9 43,7 34,5 58,7 93,3 E 88 7,3 9,7 17,0 6,6 15,6 22,1 13,8 25,3 39,1 F 31 4,7 6,0 10,7 5,1 10,4 15,6 9,8 16,5 26,3 G 40 17,3 17,8 35,1 14,5 31,8 46,3 31,8 49,6 81,4 H 19 11,3 10,7 22,0 18,4 28,5 46,8 29,6 39,2 68,8 I 21 77,3 49,6 126,9 114,0 203,3 317,3 191,3 252,9 444,2 23.048 260,0 264,8 524,8 232,9 480,7 713,6 493,0 745,5 1.238,4 (1) zie inleiding van de brochure.

Indeling van de studenten tijdens het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) naar dimensie van de werkgevers Arbeidsplaatsen Tabel 5 Sector Dimensie Werkgevers Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal 1 11.963 7.866 10.759 18.625 2.841 8.625 11.466 10.707 19.384 30.091 2 4.253 4.042 4.221 8.263 1.492 4.538 6.030 5.534 8.759 14.293 3 2.603 3.122 3.137 6.259 1.258 3.275 4.533 4.380 6.412 10.792 4 2.036 3.200 3.421 6.621 1.501 3.728 5.229 4.701 7.149 11.850 Privé-sector 5 782 2.557 2.897 5.454 857 2.144 3.001 3.414 5.041 8.455 6 387 1.118 1.414 2.532 1.099 2.182 3.281 2.217 3.596 5.813 7 258 1.715 1.787 3.502 1.600 3.838 5.438 3.315 5.625 8.940 8 106 1.377 1.116 2.493 1.993 3.670 5.663 3.370 4.786 8.156 9 113 14.386 10.965 25.351 20.078 36.219 56.297 34.464 47.184 81.648 Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Eindtotaal 22.501 39.383 39.717 79.100 32.719 68.219 100.938 72.102 107.936 180.038 1 9 1 3 4 3 4 7 4 7 11 2 15 8 6 14 22 12 34 30 18 48 3 15 35 13 48 27 17 44 62 30 92 4 26 41 44 85 16 24 40 57 68 125 5 429 13 16 29 1.019 2.406 3.425 1.032 2.422 3.454 6 16 37 47 84 20 35 55 57 82 139 7 13 10 7 17 91 169 260 101 176 277 8 2 1 1 2 13 14 27 14 15 29 9 22 24 34 58 993 1.416 2.409 1.017 1.450 2.467 547 170 171 341 2.204 4.097 6.301 2.374 4.268 6.642 1 11.972 7.867 10.762 18.629 2.844 8.629 11.473 10.711 19.391 30.102 2 4.268 4.050 4.227 8.277 1.514 4.550 6.064 5.564 8.777 14.341 3 2.618 3.157 3.150 6.307 1.285 3.292 4.577 4.442 6.442 10.884 4 2.062 3.241 3.465 6.706 1.517 3.752 5.269 4.758 7.217 11.975 5 1.211 2.570 2.913 5.483 1.876 4.550 6.426 4.446 7.463 11.909 6 403 1.155 1.461 2.616 1.119 2.217 3.336 2.274 3.678 5.952 7 271 1.725 1.794 3.519 1.691 4.007 5.698 3.416 5.801 9.217 8 108 1.378 1.117 2.495 2.006 3.684 5.690 3.384 4.801 8.185 9 135 14.410 10.999 25.409 21.071 37.635 58.706 35.481 48.634 84.115 23.048 39.553 39.888 79.441 34.923 72.316 107.239 74.476 112.204 186.680 21

Indeling van de studenten tijdens het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) naar dimensie van de werkgevers Lonen (in duizend EUR) 22 Tabel 6 Sector Dimensie Werkgevers Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal 1 11.963 3.335 4.200 7.535 1.822 3.942 5.764 5.157 8.142 13.299 2 4.253 1.854 1.845 3.700 792 2.050 2.842 2.646 3.896 6.542 3 2.603 1.638 1.546 3.185 656 1.573 2.229 2.294 3.119 5.413 4 2.036 1.848 2.003 3.851 817 1.860 2.677 2.665 3.863 6.528 Privé-sector 5 782 1.161 1.426 2.587 499 1.213 1.712 1.660 2.639 4.299 6 387 515 711 1.226 484 949 1.433 999 1.660 2.659 7 258 817 808 1.625 789 1.678 2.467 1.606 2.486 4.091 8 106 787 603 1.390 746 1.508 2.254 1.533 2.111 3.644 9 113 7.143 4.651 11.794 9.095 15.440 24.535 16.238 20.091 36.329 Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Eindtotaal 22.501 19.098 17.795 36.892 15.701 30.211 45.913 34.799 48.006 82.805 1 9 1 1 1 1 2 3 1 3 4 2 15 2 2 3 7 4 11 9 6 14 3 15 7 2 10 9 7 15 16 9 25 4 26 9 7 16 5 8 12 14 14 28 5 429 4 5 9 490 1.223 1.713 493 1.228 1.722 6 16 14 13 27 11 15 26 25 28 53 7 13 5 2 6 34 49 83 39 51 90 8 2 0 0 1 8 5 13 8 6 14 9 22 15 19 34 426 642 1.068 441 661 1.102 547 57 50 106 990 1.955 2.945 1.047 2.005 3.052 1 11.972 3.335 4.201 7.536 1.823 3.943 5.766 5.158 8.145 13.303 2 4.268 1.856 1.847 3.703 799 2.054 2.853 2.655 3.901 6.557 3 2.618 1.646 1.549 3.194 665 1.579 2.244 2.310 3.128 5.438 4 2.062 1.857 2.010 3.867 822 1.867 2.690 2.679 3.877 6.557 5 1.211 1.165 1.431 2.596 989 2.436 3.425 2.154 3.867 6.021 6 403 529 724 1.253 496 964 1.459 1.024 1.688 2.712 7 271 822 809 1.631 823 1.727 2.550 1.645 2.536 4.181 8 108 787 603 1.391 754 1.513 2.267 1.541 2.117 3.658 9 135 7.158 4.670 11.828 9.521 16.082 25.603 16.679 20.752 37.431 23.048 19.154 17.845 36.999 16.692 32.166 48.858 35.846 50.011 85.857

Indeling van de studenten tijdens het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) naar dimensie van de werkgevers Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) Tabel 7 Sector Dimensie Werkgevers Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal 1 11.963 53,7 73,0 126,7 24,9 65,6 90,5 78,6 138,6 217,2 2 4.253 28,1 28,9 57,0 12,3 35,2 47,5 40,4 64,1 104,5 3 2.603 23,7 22,9 46,6 10,1 25,9 36,0 33,8 48,8 82,7 4 2.036 25,0 27,7 52,7 11,6 27,5 39,1 36,6 55,2 91,8 Privé-sector 5 782 14,2 17,9 32,0 6,7 15,3 22,1 20,9 33,2 54,1 6 387 7,0 9,2 16,2 6,4 12,3 18,7 13,4 21,5 34,8 7 258 10,6 11,1 21,7 10,0 23,6 33,5 20,5 34,7 55,2 8 106 10,4 8,4 18,8 10,5 21,4 31,9 20,9 29,8 50,7 9 113 86,5 64,8 151,3 125,4 226,7 352,2 212,0 291,5 503,5 Totaal privé-sector Overheidssector Totaal overheidssector Totaal Eindtotaal 22.501 259,2 263,9 523,0 217,9 453,5 671,5 477,1 717,4 1.194,5 1 9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,1 2 15 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,3 0,2 0,2 0,3 3 15 0,1 0,0 0,2 0,2 0,1 0,3 0,3 0,2 0,4 4 26 0,2 0,2 0,3 0,1 0,2 0,3 0,3 0,4 0,6 5 429 0,1 0,1 0,2 6,4 15,2 21,6 6,5 15,3 21,8 6 16 0,2 0,2 0,4 0,2 0,2 0,4 0,4 0,4 0,8 7 13 0,1 0,0 0,1 0,5 0,8 1,4 0,6 0,9 1,4 8 2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 9 22 0,2 0,3 0,5 7,3 10,4 17,7 7,5 10,7 18,2 547 0,9 1,0 1,8 15,0 27,1 42,1 15,9 28,1 44,0 1 11.972 53,7 73,0 126,7 24,9 65,6 90,5 78,7 138,6 217,3 2 4.268 28,2 28,9 57,1 12,4 35,3 47,8 40,6 64,2 104,8 3 2.618 23,8 23,0 46,8 10,3 26,0 36,3 34,1 49,0 83,1 4 2.062 25,2 27,8 53,0 11,7 27,7 39,4 36,9 55,5 92,4 5 1.211 14,2 18,0 32,3 13,2 30,5 43,7 27,4 48,5 75,9 6 403 7,2 9,4 16,5 6,6 12,5 19,1 13,8 21,8 35,6 7 271 10,6 11,1 21,8 10,5 24,4 34,9 21,1 35,5 56,7 8 108 10,4 8,4 18,8 10,6 21,5 32,0 20,9 29,9 50,8 9 135 86,7 65,1 151,8 132,7 237,2 369,9 219,4 302,2 521,7 23.048 260,0 264,8 524,8 232,9 480,7 713,6 493,0 745,5 1.238,4 23

Indeling naar activiteitstak van de studenten en betrokken werkgevers voor het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) Arbeidsplaatsen 24 Tabel 8 Activiteitstakken (NACE 2008) Werkgevers Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal A. Landbouw, bosbouw en visserij 192 265 143 408 10 37 47 275 180 455 Landbouw 182 243 138 381 8 37 45 251 175 426 Bosbouw 7 21-21 2-2 23-23 Visserij en aquacultuur 3 1 5 6 - - - 1 5 6 B. Winning van delfstoffen 1 1-1 - - - 1-1 C. Industrie 2.018 1.436 912 2.348 374 3.991 4.365 1.810 4.903 6.713 Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten 1.474 756 708 1.464 279 3.870 4.149 1.035 4.578 5.613 Textiel-, kleding- en leernijverheid 32 27 32 59 8 10 18 35 42 77 Houtindustrie, vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk 27 59 4 63 7 4 11 66 8 74 Vervaardiging van papier en papierwaren 15 28 14 42 2 4 6 30 18 48 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media 62 62 31 93 23 23 46 85 54 139 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten - - - - - - - - - - Vervaardiging van chemische producten 25 20 5 25 7 9 16 27 14 41 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten 6 5 2 7 4 2 6 9 4 13 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof 21 23 10 33 3 6 9 26 16 42 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten 27 63 24 87 3 6 9 66 30 96 Vervaardiging van metalen in primaire vorm 5 3 1 4 1 1 2 4 2 6 Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en apparaten) 164 224 34 258 9 19 28 233 53 286 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten 12 2 6 8 7 2 9 9 8 17 Vervaardiging van elektrische apparatuur 13 14 6 20 2-2 16 6 22 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.v. 44 47 6 53 4 5 9 51 11 62 Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers 10 10 2 12 2 4 6 12 6 18 Vervaardiging van andere transportmiddelen 2 1 2 3 - - - 1 2 3 Vervaardiging van meubelen en overige industrie 53 66 19 85 7 16 23 73 35 108 Reparatie en installatie van machines en apparaten 26 26 6 32 6 10 16 32 16 48 D. Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht 2 3 3 6 2-2 5 3 8 E. Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering 33 30 1 31 25 15 40 55 16 71 Winning, behandeling en distributie van water 2 - - - 1 3 4 1 3 4 Inzameling en verwerking van afval en afvalwater; terugwinning, sanering en ander afvalbeheer 31 30 1 31 24 12 36 54 13 67 F. Bouwnijverheid 945 966 79 1.045 74 122 196 1.040 201 1.241 G. Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen 6.130 3.084 2.265 5.349 11.100 22.294 33.394 14.184 24.559 38.743 Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen 339 401 71 472 77 65 142 478 136 614 Handelsbemiddeling en groothandel (excl. auto's en motorfietsen) 853 827 336 1.163 505 701 1.206 1.332 1.037 2.369 Detailhandel (excl. auto's en motorfietsen) 4.938 1.856 1.858 3.714 10.518 21.528 32.046 12.374 23.386 35.760

H. Vervoer en opslag 274 576 165 741 70 74 144 646 239 885 Vervoer 176 230 44 274 30 39 69 260 83 343 Opslag en vervoerondersteunende activiteiten 78 313 117 430 32 31 63 345 148 493 Posterijen en koeriers 20 33 4 37 8 4 12 41 8 49 I. Verschaffen van accommodatie en maaltijden 7.005 12.720 17.866 30.586 146 410 556 12.866 18.276 31.142 J. Informatie et communicatie 335 166 198 364 313 286 599 479 484 963 Uitgeverijen 25 1 2 3 27 39 66 28 41 69 Productie van films en muziek, radio en TV 89 146 187 333 72 94 166 218 281 499 Telecommunicatie 9 1-1 17 20 37 18 20 38 Informaticatechnologie en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatica 212 18 9 27 197 133 330 215 142 357 K. Financiële activiteiten en verzekeringen 298 12 13 25 228 270 498 240 283 523 L. Exploitatie van en handel in onroerend goed 160 47 20 67 64 99 163 111 119 230 M. Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten 1.000 149 75 224 1.205 1.653 2.858 1.354 1.728 3.082 Rechts- en boekhoudkundige dienstverlening, activiteiten van hoofdkantoren; bedrijfsbeheer 632 29 25 54 515 601 1.116 544 626 1.170 Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen 179 22 2 24 168 84 252 190 86 276 Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied 21 12 9 21 19 17 36 31 26 57 Reclamebureaus, mediarepresentatie, markt- en opinieonderzoek 115 36 10 46 476 911 1.387 512 921 1.433 Wetenschappelijke en technische activiteiten (incl. veterinaire diensten) 53 50 29 79 27 40 67 77 69 146 N. Administratieve en ondersteunende diensten 899 17.627 12.958 30.585 17.286 34.196 51.482 34.913 47.154 82.067 Verhuur- en lease 76 82 27 109 28 26 54 110 53 163 Terbeschikkingstelling van personeel 192 16.006 11.090 27.096 17.013 33.802 50.815 33.019 44.892 77.911 Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten 46 14 17 31 35 59 94 49 76 125 Beveilings- en opsporingsactiviteiten, overige zakelijke dienstverlening 585 1.525 1.824 3.349 210 309 519 1.735 2.133 3.868 O. Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen 396 8 14 22 895 2.091 2.986 903 2.105 3.008 P. Onderwijs 225 174 181 355 1.265 1.746 3.011 1.439 1.927 3.366 Q. Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 1.453 881 2.726 3.607 986 3.580 4.566 1.867 6.306 8.173 Menselijke gezondheidszorg 520 267 531 798 497 1.293 1.790 764 1.824 2.588 Maatschappelijke dienstverlening met huisvesting 752 538 2.089 2.627 400 2.026 2.426 938 4.115 5.053 Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting 181 76 106 182 89 261 350 165 367 532 R. Kunst, amusement en recreatie 636 1.096 1.353 2.449 618 846 1.464 1.714 2.199 3.913 Kunst en amusement, bibliotheken, musea, loterijen en kansspelen 201 188 266 454 316 445 761 504 711 1.215 Sport, ontspanning en recreatie 435 908 1.087 1.995 302 401 703 1.210 1.488 2.698 S. Overige diensten 967 303 908 1.211 226 535 761 529 1.443 1.972 Verenigingen 223 116 165 281 189 327 516 305 492 797 Reparatie van computers en consumentenartikelen 18 11 9 20 2 4 6 13 13 26 Overige persoonlijke diensten 726 176 734 910 35 204 239 211 938 1.149 T. Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel 66 3 6 9 20 49 69 23 55 78 U. Extraterritoriale organisaties en lichamen 13 6 2 8 16 22 38 22 24 46 Totaal 23.048 39.553 39.888 79.441 34.923 72.316 107.239 74.476 112.204 186.680 25

Indeling naar activiteitstak van de studenten en betrokken werkgevers voor het vierde kwartaal 2013 (RSZ en RSZPPO) Lonen (in duizend EUR) 26 Tabel 9 Activiteitstakken (NACE 2008) Werkgevers Arbeiders Bedienden Totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal A. Landbouw, bosbouw en visserij 192 118 51 169 5 15 21 123 67 190 Landbouw 182 110 51 160 4 15 19 114 66 179 Bosbouw 7 8-8 1-1 9-9 Visserij en aquacultuur 3 0 1 1 - - - 0 1 1 B. Winning van delfstoffen 1 0-0 - - - 0-0 C. Industrie 2.018 819 479 1.298 182 1.522 1.704 1.002 2.000 3.002 Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten 1.474 439 381 820 122 1.461 1.583 561 1.842 2.403 Textiel-, kleding- en leernijverheid 32 16 15 31 4 3 7 20 18 38 Houtindustrie, vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk 27 20 2 22 3 2 5 24 3 27 Vervaardiging van papier en papierwaren 15 12 8 20 1 2 4 13 10 24 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media 62 46 11 57 13 13 27 60 24 84 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten - - - - - - - - - - Vervaardiging van chemische producten 25 7 3 10 1 6 7 8 9 17 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten 6 2 1 3 3 2 5 5 3 8 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof 21 11 3 14 1 4 5 12 7 19 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten 27 36 15 51 1 2 4 37 18 55 Vervaardiging van metalen in primaire vorm 5 1 0 1 0 0 0 1 0 1 Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en apparaten) 164 132 17 149 17 7 24 148 24 173 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten 12 2 1 3 4 1 5 6 2 8 Vervaardiging van elektrische apparatuur 13 8 2 10 1-1 9 2 11 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.v. 44 23 4 27 1 3 4 24 7 31 Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers 10 13 3 16 1 3 4 13 6 20 Vervaardiging van andere transportmiddelen 2 2 1 3 - - - 2 1 3 Vervaardiging van meubelen en overige industrie 53 31 7 39 3 8 11 34 16 50 Reparatie en installatie van machines en apparaten 26 19 4 22 5 4 9 24 7 31 D. Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht 2 2 1 3 1-1 3 1 4 E. Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering 33 19 0 19 7 9 16 27 9 36 Winning, behandeling en distributie van water 2 - - - 0 0 1 0 0 1 Inzameling en verwerking van afval en afvalwater; terugwinning, sanering en ander afvalbeheer 31 19 0 19 7 9 16 26 9 35 F. Bouwnijverheid 945 440 34 474 65 92 156 504 126 631 G. Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen 6.130 1.883 1.176 3.058 6.319 11.793 18.112 8.202 12.968 21.171 Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen 339 227 34 261 45 28 73 272 62 334 Handelsbemiddeling en groothandel (excl. auto's en motorfietsen) 853 449 173 622 281 338 619 730 511 1.242 Detailhandel (excl. auto's en motorfietsen) 4.938 1.207 968 2.175 5.993 11.427 17.420 7.200 12.395 19.595

H. Vervoer en opslag 274 406 104 510 59 52 111 464 156 621 Vervoer 176 150 20 170 30 35 65 179 55 234 Opslag en vervoerondersteunende activiteiten 78 228 82 310 23 14 37 252 95 347 Posterijen en koeriers 20 28 2 30 6 3 9 33 6 39 I. Verschaffen van accommodatie en maaltijden 7.005 5.882 7.977 13.859 99 249 349 5.981 8.226 14.208 J. Informatie et communicatie 335 123 164 286 285 216 501 408 380 787 Uitgeverijen 25 0 0 0 12 17 29 12 18 30 Productie van films en muziek, radio en TV 89 115 161 276 58 82 140 173 243 416 Telecommunicatie 9 0-0 20 18 38 20 18 38 Informaticatechnologie en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatica 212 8 2 10 194 99 293 202 101 303 K. Financiële activiteiten en verzekeringen 298 6 4 10 164 170 333 170 173 343 L. Exploitatie van en handel in onroerend goed 160 21 10 31 54 51 105 75 61 135 M. Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten 1.000 67 31 98 712 777 1.489 779 809 1.588 Rechts- en boekhoudkundige dienstverlening, activiteiten van hoofdkantoren; bedrijfsbeheer 632 16 9 25 366 418 783 382 427 808 Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen 179 13 0 14 142 60 203 156 61 216 Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied 21 7 3 9 10 9 20 17 12 29 Reclamebureaus, mediarepresentatie, markt- en opinieonderzoek 115 16 2 18 179 263 441 195 264 459 Wetenschappelijke en technische activiteiten (incl. veterinaire diensten) 53 15 17 32 15 27 42 30 44 74 N. Administratieve en ondersteunende diensten 899 8.143 5.164 13.306 6.530 12.201 18.731 14.673 17.364 32.037 Verhuur- en lease 76 38 11 49 16 12 28 55 23 78 Terbeschikkingstelling van personeel 192 7.239 4.242 11.480 6.393 12.025 18.417 13.632 16.266 29.898 Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten 46 8 8 17 25 26 51 33 35 68 Beveilings- en opsporingsactiviteiten, overige zakelijke dienstverlening 585 857 902 1.760 96 138 234 953 1.040 1.994 O. Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen 396 6 11 17 397 1.000 1.397 403 1.012 1.415 P. Onderwijs 225 54 49 103 529 737 1.266 582 787 1.369 Q. Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 1.453 523 1.563 2.086 804 2.621 3.425 1.327 4.184 5.511 Menselijke gezondheidszorg 520 151 276 427 410 965 1.374 560 1.241 1.801 Maatschappelijke dienstverlening met huisvesting 752 348 1.254 1.602 341 1.510 1.852 690 2.764 3.454 Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting 181 24 33 57 53 146 199 77 179 256 R. Kunst, amusement en recreatie 636 490 542 1.032 343 369 711 833 911 1.743 Kunst en amusement, bibliotheken, musea, loterijen en kansspelen 201 62 83 145 163 193 356 225 276 501 Sport, ontspanning en recreatie 435 428 459 887 180 176 355 607 635 1.242 S. Overige diensten 967 139 480 619 103 242 346 243 722 965 Verenigingen 223 61 85 146 88 138 225 149 223 372 Reparatie van computers en consumentenartikelen 18 4 6 10 1 1 2 4 8 12 Overige persoonlijke diensten 726 75 388 463 15 103 118 90 491 581 T. Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel 66 2 4 6 21 40 61 23 44 67 U. Extraterritoriale organisaties en lichamen 13 11 1 12 11 11 22 22 12 34 Totaal 23.048 19.154 17.845 36.999 16.692 32.166 48.858 35.846 50.011 85.857 27