Lokale en Regionale Besturen Nieuwsbrief politie Nummer 21 Brussel, 22 september 2016 Agenten van politie Bewapening en sociale promotie 1 Op het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 17 februari 2016 hebben de representatieve vakorganisaties met de overheid onderhandeld over de modaliteiten van de bewapening van de agenten van politie en over de aspecten van de sociale promotie voor de agenten van politie. Als ACOD hebben we toen een akkoord gegeven voor de sociale promotie doch een niet akkoord voor de bewapening. Ons niet akkoord voor de bewapening werd ingegeven door het gevaar dat bestaat dat agenten van politie zullen ingezet worden als goedkope inspecteurs. Nu reeds vangen we in die zin signalen op die ons gelijk zullen geven. 2 Om de bewapening en sociale promotie van de agenten van politie mogelijk te maken zijn een wetswijziging, koninklijke besluiten, een ministerieel besluit en omzendbrieven nodig. Het gaat meer bepaald om: - Wet tot wijziging van de wet op het politieambt betreffende het gebruik van geweld door de agenten van politie. Meer bepaald dienen de artikelen 37, 38, 44/14 en 44/15 WPA gewijzigd te worden. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten wat het statuut van de agenten van politie betreft. In RPPol worden de artikelen IV.I.13, VII.II.16, VII.II.17 en VII.II;20 gewijzigd en een artikel VII.II.19 bis ingevoegd. Het artikel 13,1 van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen wordt gewijzigd. Ook het artikel 8 van het koninklijk besluit van 24 september 2015 betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten wordt gewijzigd. - Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de agenten van politie. Dit koninklijk besluit zal een wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 3
juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Dienst Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie aanbrengen. Tevens wordt alzo een artikel 25/1 ingevoegd in dit koninklijk besluit van 3 juni 2007. - Ministerieel besluit betreffende de opleiding en de bewapening van de agenten van politie. Het betreft hier wijzigingen aan het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten. - Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 betreffende de opleiding en training in geweldbeheersing voor de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten. - Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. - Omzendbrief betreffende de nkosten verbonden aan de sociale promotie van de agenten van politie naar het basiskader Facturatie. 3 Met betrekking tot de regelgeving deelde de voorzitter van het onderhandelingscomité voor de politiediensten mee dat de adviezen van de Raad van State binnen zijn. Deze adviezen zijn gunstig zodat de verdere afhandeling kan gedaan worden. Eind oktober zullen deze gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. Hieronder geven we een toelichting met betrekking tot deze regelgeving. Bewapening agenten van politie 4 De bewapening van de agenten van politie bevat - wel te verstaan vanaf publicatie in het Belgisch Staatsblad de individuele en collectieve bewapening. De individuele bewapening omvat: - Korte vuurwapens, type halfautomatisch pistool, met een kaliber van maximaal 9mm; - Rechte uitschijfbare slagwapens; - Neutraliserende middelen. De collectieve bewapening omvat: - Lange halfautomatische vuurwapens, met een kaliber van maximaal 9 mm; - Rechte onbuigzame of buigzame slagwapens; - Neutraliserende middelen.
Dit betekent dat de bewapening van de agenten van politie gelijkaardig is aan die van de politieambtenaren. 5 De nieuwe agenten van politie (= zij die hun basisopleiding starten na publicatie van de regelgeving) zullen automatisch met die bewapening worden uitgerust. Om die reden wordt de basisopleiding van de agenten van politie aangepast. De module geweldbeheersing wordt van minimum 32 uren opgetrokken tot minimum160 uren. De module geweldbeheersing zal volgende items bevatten: 1) een klare kijk hebben op de politionele wetgeving en deontologie inzake gebruik van politionele dwang 2) een potentieel gewelddadige situatie verbaal beheersen 3) technieken van zelfverdediging beheersen 4) de meest voorkomende gevaarssituaties beoordelen en beslissingen nemen die bijdragen tot een doeltreffend beheersen van deze gevaarssituaties 5) fysieke vaardigheden met betrekking tot de verdedigingstechnieken en technieken van dwang zonder vuurwapens beheersen a) de ter beschikking gestelde middelen voor geweldbeheersing veilig, precies en adequaat hanteren b) individuele middelen van verdediging beheersen 6) fysieke vaardigheden met betrekking tot de verdedigingstechnieken en technieken van dwang met vuurwapens beheersen a) de nodige veiligheidsmaatregelen nemen m.b.t. wapens en munitie b) de princieopes van toegepaste balistiek omschrijven en de gevolgen van het gebruik van het individueel dienstvuurwapen in specifieke situaties inschatten c) het individueel dienstvuurwapen manipuleren en gebruiken d) het collectief vuurwapen manipuleren en gebruiken e) het individueel dienstvuurwapen en het collectief vuurwapen in teamverband gebruiken 7) politieambtenaren hulp verlenen bij het uitvoeren van controleprocedures en interventies bij het oplossen van risicosituaties a) tactische interventieprincipes toepassen b) dieren inzetten bij controle interventies c) interve,niëren in specifieke geweldsituaties (AMOK, hold up, fort Chabrol, gijzelname) d) potentiële doelwitten onderscheiden en beveiligen e) specifieke opdrachten in samenwerking met de dienst justitie uitvoeren 6 De agenten van politie die hebben deelgenomen aan een basisopleiding die is begonnen voor publicatie van de regelgeving (= zijn alle agenten van politie die momenteel in dienst zijn) kunnen een opleiding volgen en bij slagen mogen ze beschikken over een individuele en een collectieve bewapening. Deze opleiding kan gevolgd worden op beslissing van de minister voor de agenten van politie van de
federale politie en op beslissing van de burgemeester of van het politiecollege voor de agenten van politie van de lokale politie. Bijkomende voorwaarde is de toestemming van de agent van politie. Of anders gezegd de agent van politie kan weigeren om de opleiding te volgen. De opleiding die is voorzien voor de agenten die momenteel in dienst zijn bevat de items 5b, 6 en 7 van de module geweldbeheersing zoals omschreven onder punt 5. Om te slagen voor de opleiding moeten de agenten van politie minimum 12/20 scoren voor alle proeven van het examen. Zij die niet slagen in het examen en zij die weigeren de opleiding te volgen behouden een bewapening die uitsluitend uit neutraliserende middelen bestaat. Voor alle duidelijkheid de nieuwe agenten van politie (zie punt 5) kiunnen niet weigeren om de module geweldbeheersing in de basisopleiding te volgen. Deze aspiranten moeten slagen voor dit onderdeel om agent van politie te worden. Sociale promotie 7 De bevordering van agenten van politie door overgang naar het basiskader wordt grondig gewijzigd. Dit moet toelaten dat meer agenten van politie kunnen doorstromen naar het kader van de inspecteurs. Hieronder geven we de belangrijkste wijzigingen weer. a) kaderproef 8 Om te slagen in de kaderproef moet de kandidaat hetzij minder dan één standaardafwijking onder het gemiddelde van de referentiepopulatie liggen, hetzij de voorafgaandelijk vastgelegde en aan de kandidaten aangekondigde minimumscore behalen. Het is dus niet langer vereist dat de kandidaat minimum 50% behaald. b) Brevet overgang naar het basiskader 9 Om het brevet overgang naar het basiskader te behalen moet de agent van politie slagen in volgende onderdelen: - Beroepsproef - Een persoonlijkheidsproef met aan het ambt aangepaste selectietechnieken Daarnaast wordt ook het advies ingewonnen van de korpschef voor zij die deel uitmaken van de lokale politie. De kandidaten die tot de federale politie behoren krijgen een advies van de betrokken directeur. Het uitgebrachte advies wordt in aanmerking genomen in het raam van de persoonlijkheidsproef. De fysiek-medische geschiktheidsproef en selectiegesprek met selectiecommissie komen te vervallen. Op basis van de beroepsproef, persoonlijkheidsproef en advies van korpschef of directeur beslist de deliberatiecommissie of de kandidaat geschikt of ongeschikt is. De
geschikt bevonden kandidaten ontvangen het brevet voor overgang naar het basiskader. Alle agenten in het bezit van een brevet voor overgang naar het basiskader worden tot de basisopleiding van het basiskader toegelaten. Om dit laatste te realiseren kan de minister beslissen dat het aantal agenten van politie die het brevet voor overgang naar het basiskader heeft bekomen in mindering wordt gebracht van het aantal kandidaten die extern kunnen worden toegelaten. De agenten van politie met een brevet voor overgang naar het basiskader kunnen voor aanvang van de basisopleiding postuleren voor een betrekking van het basiskader en dit conform de regeling inzake mobiliteit. c) basisopleiding 10 De agenten van politie die toegelaten worden tot de basisopleiding voor het basiskader kunnen kiezen ofwel voor de gewone basisopleiding ofwel voor een versnelde basisopleiding. Zij die kiezen voor de versnelde basisopleiding dienen er wel rekening mee te houden dat indien zij niet slagen zij beschouwd worden als niet geslaagd voor de basisopleiding van het basiskader. De optie tot volgen van de gewone basisopleiding is dan ook niet meer mogelijk. De versnelde opleiding zal dezelfde zijn als deze voorzien voor de beschermingsassistenten van de Staatsveiligheid die inspecteur willen worden. 11 Van zodra alle teksten zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad zullen wij deze verspreiden. We zijn er ons van bewust dat we een summiere bespreking hebben gegeven van de regelgeving die in voege zal treden. Mocht je nog vragen hebben dan kan je steeds terecht bij de vaste afgevaardigden.