Power Systems. De Hardware Management Console installeren



Vergelijkbare documenten
Power Systems. De Hardware Management Console installeren

Power Systems. Hardware Management Console installeren en configureren

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Software-installatiehandleiding

HP Power Distribution Rack

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

N300 Wi-Fi-router (N300R)

Software-updates Gebruikershandleiding

2 mei Remote Scan

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

Inhoud verpakking. Terminologielijst. Powerline Adapter

Software-updates Gebruikershandleiding

Inhoud verpakking. Terminologielijst. Powerline Adapter

ipact Installatiehandleiding CopperJet 816-2P / P Router

Power Systems. De Advanced System Management Interface

Het lokale netwerk configureren

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

HP UPS R3000 ERM Installatie-instructies

Software-updates Handleiding

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000

Samsung Auto Backup FAQ

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Software voor printerbeheer

Gebruikershandleiding

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Inhoud van de verpakking

Modemnetwerk en lokaal netwerk (Local Area Network)

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding software

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Handleiding installatie router bij FiberAccess

Inhoud van de verpakking

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Controlelijst bij het uitpakken

Firmware Upgrade Utility

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

Softphone Installatie Handleiding

Boutronic. MSSQL Express server voor Log functie. >> Installatie handleiding << 2 april 2012, versie 1.0d

Software-updates Handleiding

Quickstart ewon Cosy 131

b-logicx handleiding INHOUDSOPGAVE VPN verbinding voor Windows XP UG_VPN.pdf

Met de functie 'Bind IP to MAC' heeft u meer controle over het gebruik en vastleggen van LAN IPadressen die in het netwerk worden gebruikt.

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

Handleiding Hulp bij verbindingsinstellingen. Versie

R6200v2 Smart Wi-Fi-router Installatiehandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

goes Secure Siemens Groep in Nederland Sander Rotmensen tel:

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Samsung Drive Manager - veelgestelde vragen

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Optibel Breedband Telefonie Installatie- en Gebruikershandleiding

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

SMART HOMES - SMART BUILDINGS. Snel aan de slag

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Belangrijke veiligheidsinstructies

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E51 Symbian S60 Smartphone

1. Controleren van de aansluiting op de splitter

ImageNow Taalpakket Aan de slag

- Als het Power lampje niet brandt controleer of u de adapter in een (werkend) stopcontact gestoken heeft en de adapter op het modem is aangesloten.

N150 Wi-Fi-router (N150R)

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Instellingen voor de C100BRS4 met Wanadoo kabel Internet.

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA

Instellingen voor de C100BRS4 met Chello kabel Internet.

TW100-S4W1CA Breedband Router (met 4-Poort Schakelaar) Snelle Installatie Gids

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

CoolDing software. Versie 2.0

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

UW COMPUTER UPGRADEN

Tijdhof Consulting Technotes. Configuratie van de Grandstream HandyTone 496 ATA. Tijdhof Consulting - 1 februari 2006

Modem en lokaal netwerk (Local Area Network) Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Transcriptie:

Power Systems De Hardware Management Console installeren en configureren

Power Systems De Hardware Management Console installeren en configureren

Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften op pagina vii, Kennisgevingen op pagina 87, de publicatie IBM Systems Safety Notices, G229-9054, en de IBM Environmental Notices and User Guide, Z125-5823. Deze editie heeft betrekking op IBM Hardware Management Console Versie 7, Release 7.7.0, Maintenance Level 0 en op alle daaropvolgende releases en gewijzigde versies, totdat in nieuwe uitgaven anders wordt aangegeven. Copyright IBM Nederland B.V. 2013. Copyright IBM Corporation 2013.

Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften............................ vii Hardware Management Console installeren en configureren............. 1 Taken voor installatie en configuratie........................... 1 Een nieuwe HMC op een nieuwe server configureren.................... 1 De HMC-code updaten en upgraden.......................... 1 Migratie van HMC-code van versie 6 naar versie 7..................... 2 Een tweede HMC toevoegen aan een bestaande installatie................... 2 HMC-netwerkverbindingen............................. 3 Typen HMC-netwerkverbindingen.......................... 3 Besloten en open netwerken in de HMC-omgeving.................... 5 HMC als DHCP-server............................. 5 Een connectiviteitsmethode kiezen voor de server voor het bellen van het servicenummer....... 5 Verbinding met ondersteuning op afstand via internet-ssl.................. 7 Een internetprotocol kiezen............................ 8 Lijst van internet SSL-adressen........................... 8 Met behulp van een VPN (virtual private network) verbinding maken met ondersteuning op afstand... 8 Adressenlijst van VPN-server............................ 9 Verbinding met ondersteuning op afstand via telefoonlijn en modem.............. 9 Meerdere servers voor servicenummer bellen gebruiken................... 10 Netwerkinstellingen kiezen op de HMC.......................... 10 HMC-netwerkverbindingen............................. 10 Typen HMC-netwerkverbindingen.......................... 11 Besloten en open netwerken in de HMC-omgeving.................... 12 HMC als DHCP-server............................ 13 Een connectiviteitsmethode kiezen voor de server voor het bellen van het servicenummer....... 13 Verbinding met ondersteuning op afstand via internet-ssl................. 15 Een internetprotocol kiezen............................ 15 Lijst van internet SSL-adressen........................... 15 Met behulp van een VPN (virtual private network) verbinding maken met ondersteuning op afstand... 16 Adressenlijst van VPN-server........................... 16 Verbinding met ondersteuning op afstand via telefoonlijn en modem.............. 17 Meerdere servers voor servicenummer bellen gebruiken................... 17 De configuratie van HMC voorbereiden.......................... 17 Configuratiewerkblad voor de HMC........................... 18 De HMC instellen................................. 24 Bekabeling van de stand-alone HMC.......................... 24 De 7310-CR4 HMC in een rek installeren........................ 26 Onderdelenlijst maken.............................. 27 Locatie bepalen................................ 27 De locatie markeren zonder te werken met een rekmontagesjabloon............. 28 Schuifrails in het rek installeren.......................... 29 De HMC op de schuifrails monteren......................... 32 De kabelgeleiderarm bevestigen.......................... 35 Bekabeling van in een rek geïnstalleerde HMC..................... 35 Installatie van de 7042-CR5, 7042-CR6 en 7042-CR7 in een rek................. 36 Installatie van het beeldscherm en het toetsenbord..................... 42 Onderdelenlijst maken.............................. 43 De locatie markeren zonder te werken met een rekmontagesjabloon.............. 44 Installatie van het beeldscherm en het toetsenbord in een rek................. 44 Installatie van de consoleschakelaar (optioneel)..................... 49 De HMC configureren................................ 50 De HMC snel configureren via Configuratiewizard..................... 50 De HMC configureren met de HMC-menu's....................... 50 De HMC starten................................ 51 Copyright IBM Corp. 2013 iii

Datum en tijd wijzigen............................. 51 De HMC-netwerktypen configureren......................... 51 HMC-instellingen configureren voor gebruik van een open netwerk om een verbinding te maken met het beheerde systeem.............................. 52 HMC-instellingen configureren voor gebruik van een besloten netwerk om een verbinding te maken met het beheerde systeem............................. 52 HMC-instellingen configureren voor gebruik van een open netwerk om een verbinding te maken met logische partities............................... 53 HMC-instellingen configureren voor gebruik van een open netwerk om een verbinding te maken met gebruikers op afstand.............................. 53 Instellingen configureren voor de server die het servicenummer voor de HMC belt........ 54 Vaststellen welke Ethernet-poort als eth0 is gedefinieerd................. 54 Bepaling van de interfacenaam voor een Ethernet-adapter................. 55 De mediasnelheid instellen........................... 56 Een besloten of open netwerk selecteren....................... 56 De HMC als DHCP-server configureren....................... 56 Het IP V4-adres instellen............................ 57 Het IPv6-adres instellen............................ 57 Alleen IPv6-adressen gebruiken......................... 57 De instelling van de firewall voor HMC wijzigen..................... 57 Beperkte toegang op afstand tot de shell inschakelen.................. 58 Webtoegang op afstand inschakelen........................ 58 Een routering configureren als standaardgateway..................... 58 Domeinnaamservices configureren.......................... 59 Domeinextensies configureren........................... 59 De HMC configureren voor gebruik van LDAP-verificatie op afstand.............. 59 De HMC configureren zodat deze de Key Distribution Center-servers voor Kerberos-verificatie op afstand kan gebruiken................................ 60 De HMC configureren zodat deze contact kan opnemen met service en ondersteuning........ 61 De HMC met de installatiewizard voor servicenummer bellen configureren zodat deze een verbinding kan maken met service en ondersteuning...................... 61 De lokale console configureren voor het rapporteren van fouten aan service en ondersteuning.... 61 Bestaande servers voor servicenummer bellen kiezen om voor deze HMC een verbinding te maken met service en ondersteuning............................ 64 Controleer of de verbinding met service en ondersteuning werkt.............. 64 Gebruikers machtigen om verzamelde systeemgegevens te bekijken............. 64 Service-informatie verzenden.......................... 65 Wachtwoorden voor het beheerde systeem instellen:.................... 65 Het serverwachtwoord wijzigen......................... 65 Het algemene ASM-wachtwoord (Advanced System Management) wijzigen........... 65 Stel het ASM-wachtwoord (Advanced System Management) in op de beginwaarde......... 66 De verbinding tussen de HMC en het beheerde systeem testen................ 66 Stappen na de configuratie.............................. 66 Een backup maken van essentiële HMC gegevens..................... 66 Een backup van de hele vaste schijf van de HMC maken in een systeem op afstand.......... 67 De HMC-machinecode bijwerken, upgraden en migreren.................... 68 De versie en de release van de HMC-machinecode vaststellen................. 69 Machinecode-updates ophalen en toepassen voor de HMC met een internetverbinding......... 69 Stap 1. Controleren of u over een internetverbinding beschikt................ 69 Stap 2. Het bestaande niveau van de HMC-machinecode vaststellen.............. 69 Stap 3. Vaststellen welke niveaus van de HMC-machinecode er beschikbaar zijn.......... 69 Stap 4. De update van de HMC-machinecode aanbrengen.................. 70 Stap 5. Controleren of de update van de HMC-machinecode correct is geïnstalleerd......... 70 Machinecode-updates ophalen en toepassen voor de HMC van een DVD of een FTP-server....... 70 Stap 1. Het bestaande niveau van de HMC-machinecode vaststellen.............. 70 Stap 2. Vaststellen welke niveaus van de HMC-machinecode er beschikbaar zijn.......... 71 Stap 3. De update van de HMC-machinecode ophalen................... 71 Stap 4. De update van de HMC-machinecode aanbrengen.................. 71 Stap 5. Controleren of de update van de HMC-machinecode correct is geïnstalleerd......... 72 De software van de HMC upgraden.......................... 72 Stap 1. De upgrade ophalen............................ 72 iv Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Stap 2. Het bestaande niveau van de HMC-machinecode vaststellen.............. 72 Stap 3. Een backup maken van de profielgegevens van het beheerde systeem........... 72 Stap 4. Maak een backup van de HMC-gegevens..................... 73 Stap 5. De huidige HMC-configuratiegegevens noteren................... 73 Stap 6. De status van de opdracht op afstand vastleggen.................. 74 Stap 7. De upgradegegevens opslaan......................... 74 Stap 8. De HMC-software upgraden......................... 74 Stap 9. Controleren of de upgrade van de HMC-machinecode correct is geïnstalleerd......... 75 De machinecode van de HMC migreren van versie 6 naar versie 7................ 75 Zorg ervoor dat aan de minimumeisen wordt voldaan................... 75 Stap 1. De upgrade ophalen............................ 75 Stap 2. Het bestaande niveau van de HMC-machinecode vaststellen.............. 76 Stap 3. Een backup maken van de profielgegevens van het beheerde systeem........... 76 Stap 4. Een backup van essentiële consolegegevens maken................. 76 Stap 5. De huidige HMC-configuratiegegevens noteren................... 77 Stap 6. De status van de opdracht op afstand vastleggen.................. 77 Stap 7. De upgradegegevens opslaan......................... 78 Stap 8. De HMC-software upgraden van versie 6 naar versie 7................ 78 Stap 9. Controleren of de upgrade van de HMC-machinecode correct is geïnstalleerd......... 79 Stap 10. Een updatepakket verkrijgen......................... 79 Stap 11. Bewerkingen op deze HMC opnieuw plannen................... 79 De HMC vanaf een locatie op afstand upgraden met behulp van netwerkupgrade-images........ 79 Locaties van HMC-poorten.............................. 80 Kennisgevingen................................ 87 Merken..................................... 88 Elektronische emissie................................ 88 Kennisgevingen Klasse A.............................. 89 Kennisgevingen Klasse B.............................. 92 Voorwaarden en bepalingen.............................. 95 Inhoudsopgave v

vi Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften kunnen overal in deze handleiding voorkomen: v Kennisgevingen van het type GEVAAR vragen aandacht voor een situatie die levensgevaarlijk of extreem gevaarlijk is voor personen. v Kennisgevingen van het type WAARSCHUWING vragen aandacht voor een situatie die gevaarlijk is voor personen vanwege bepaalde omstandigheden. v Kennisgevingen van het type Attentie geven aan dat er schade kan ontstaan aan een programma, een apparaat of gegevens. Wereldwijde veiligheidsinformatie In sommige landen is vereist dat de veiligheidsvoorschriften in de publicaties bij een product worden aangeboden in de taal of talen van dat land. Indien deze eis in uw land geldt, zijn er veiligheidsvoorschriften opgenomen in het publicatiepakket (bijvoorbeeld in de gedrukte documentatie, op de DVD of als onderdeel van het product) dat bij het product wordt geleverd. De documentatie bevat veiligheidsvoorschriften in uw taal, met verwijzingen naar de Engelse bron waaruit ze afkomstig zijn. Voordat u een Engelstalige publicatie gebruikt voor het installeren, gebruiken of onderhouden van dit product, dient u zich eerst op de hoogte te stellen van de bijbehorende veiligheidsvoorschriften in de documentatie. Raadpleeg de documentatie ook als u de veiligheidsvoorschriften in de Engelstalige publicaties niet geheel begrijpt. Vervangende of extra exemplaren van de documentatie met veiligheidsvoorschriften kunt u verkrijgen door te bellen met de IBM Hotline op 1-800-300-8751. Duitse veiligheidsinformatie Das Produkt ist nicht für den Einsatz an Bildschirmarbeitsplätzen im Sinne 2 der Bildschirmarbeitsverordnung geeignet. Veiligheidsinformatie voor lasers IBM -servers kunnen gebruik maken van I/O-kaarten of -voorziening die werken met glasvezel in combinatie met lasers of LED's. Laserproducten IBM-servers kunnen geïnstalleerd zijn binnen of buiten een rek voor IT-apparatuur. Copyright IBM Corp. 2013 vii

Gevaar! Als u aan of in de buurt van het systeem werkt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Elektrische spanning en stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Ter voorkoming van een elektrische schok: v Sluit deze eenheid uitsluitend met behulp van het door IBM geleverde voedingssnoer aan op de voedingsbron. Gebruik het door IBM verstrekte snoer niet voor andere producten. v Maak de voedingseenheid niet open en voer er geen onderhoud aan uit. v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en voer tijdens onweer geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit. v Mogelijk is het product uitgerust met meerdere voedingssnoeren. Om alle gevaarlijke voltages te verwijderen, dient u alle voedingssnoeren los te koppelen. v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade en geaarde stopcontacten. Controleer of de stopcontacten een spanning en een fasefrequentie hebben die overeenkomt met hetgeen staat vermeld op het plaatje voor elektrische vereisten. v Sluit alle apparatuur die op dit product wordt aangesloten aan op correct bedrade stopcontacten. v Koppel en ontkoppel signaalkabels indien mogelijk met één hand. v Zet nooit apparatuur aan wanneer u sporen van vuur, water of fysieke beschadigingen ziet. v Ontkoppel de aangesloten netsnoeren, telecommunicatiesystemen, netwerken en modems voordat u kleppen van de apparatuur opent, tenzij anders aangegeven in de installatie- en configuratieprocedures. v Bij het installeren of verplaatsen van dit product of het openen van kleppen van dit product of aangesloten apparatuur dient u alle kabels aan te sluiten en te ontkoppelen zoals is aangegeven in de onderstaande tabel. Ontkoppelen: 1. Zet alles uit (tenzij anders aangegeven). 2. Haal de stekkers uit het stopcontact. 3. Ontkoppel de signaalkabels van de aansluitingen. 4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten. Aansluiten: 1. Zet alles uit (tenzij anders aangegeven). 2. Sluit alle kabels aan op de apparaten. 3. Sluit de signaalkabels aan op de aansluitingen. 4. Steek de stekkers in het stopcontact. 5. Zet de apparaten aan. (D005) Gevaar! viii Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Neem bij het werken aan of in de buurt van IT-reksystemen de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: v Zware apparatuur - Onjuiste behandeling kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur. v Plaats de hoogteverstellingen van de rekbehuizing altijd in de laagste positie. v Installeer de stabilisatiebeugels altijd op het rek. v Om gevaarlijke situaties ten gevolge van ongelijke belasting te voorkomen, dient u de zwaarste apparatuur altijd zo laag mogelijk in de rekbehuizing te installeren. Begin de installatie van servers en optionele apparaten vanaf de onderkant van de rekbehuizing. v In een rek geïnstalleerde apparaten mogen niet worden gebruikt als planken of werkruimten. Plaats geen voorwerpen op apparaten die in een rek zijn geïnstalleerd. v Vanuit elke rekbehuizing kan meer dan één netsnoer zijn aangesloten op een stopcontact. Als u tijdens het uitvoeren van onderhoud instructie krijgt om de stekker uit het stopcontact te halen, dient u te controleren of u alle stekkers van de apparaten in de rekbehuizing uit het stopcontact hebt gehaald. v De apparatuur in een rekbehuizing mag uitsluitend worden aangesloten op stroomvoorzieningsapparatuur die zich in dezelfde rekbehuizing bevindt. Sluit nooit het netsnoer van een apparaat in een rekbehuizing aan op een stroomvoorzieningsapparaat in een andere rekbehuizing. v Bij gebruik van een stopcontact met onjuiste bedrading kunnen de metalen gedeelten van het systeem, of van apparaten die op het systeem zijn aangesloten, onder een gevaarlijke spanning komen te staan. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om ervoor te zorgen dat de bedrading en de aarding van het stopcontact in orde zijn, zodat elk risico van een elektrische schok wordt vermeden. WAARSCHUWING v Installeer geen station in een rek als de interne temperatuur in het rek hoger zal zijn dan de door de fabrikant aanbevolen temperatuur voor alle in het rek gemonteerde apparaten. v Installeer een eenheid niet in een rek als de luchtcirculatie belemmerd is. Let erop dat de luchtstroom aan de zij-, boven- en onderkant niet geblokkeerd raakt of gehinderd wordt. v Er dient aandacht te worden besteed aan de aansluiting van de apparatuur aan het voedingscircuit, zodat overbelasting van de circuits niet leidt tot aantasting van de bekabeling van de voeding of de overbelastingsbeveiliging. Voor de juiste voedingsaansluiting van het rek raadpleegt u de labels op de apparaatuur in het rek. v (Voor schuifladen.) Trek geen lades of voorzieningen uit het rek en installeer ook geen lades of voorzieningen in het rek zolang de stabilisators niet aan het rek zijn bevestigd. Schuif niet meer dan één lade tegelijk uit. Het rek kan instabiel worden als er meerdere lades tegelijk worden uitgeschoven. v (Voor vaste laden.) Deze lade zit vast en mag niet worden verplaatst voor onderhoud, tenzij anders aangegeven door de fabrikant. Wanneer wordt geprobeerd de lade geheel of gedeeltelijk uit het rek te trekken, kan het rek instabiel worden of kan de lade uit het rek vallen. (R001) Veiligheidsvoorschriften ix

Let op! Het verwijderen van componenten uit de bovenste posities van de rekbehuizing bevordert de stabiliteit van het rek tijdens het verplaatsen ervan. Volg de onderstaande richtlijnen als u een gevulde rekbehuizing binnen een kamer of een gebouw wilt verplaatsen. v Haal apparatuur die kan worden verwijderd uit de rekbehuizing, beginnend vanaf de bovenkant. Herstel de configuratie van de rekbehuizing indien mogelijk naar de configuratie waarin u de rekbehuizing hebt ontvangen. Als u niet weet hoe die configuratie was, houd u dan aan het volgende: Verwijder alle apparaten uit positie 32U en hoger. Controleer of de zwaarste apparatuur zo laag mogelijk in de rekbehuizing is geplaatst. Controleer of er zich geen lege U-niveaus bevinden tussen apparaten die zijn geïnstalleerd onder niveau 32U. v Als de rekbehuizing die u verplaatst onderdeel is van een groep van rekbehuizingen, maakt u de rekbehuizing los van de groep. v Bekijk van tevoren de route waarlangs u de rekbehuizing wilt verplaatsen en verwijder eventuele obstakels of items die anderszins gevaar kunnen opleveren. v Controleer of de route die u hebt gekozen geschikt is om het gewicht van de gevulde rekbehuizing te dragen. Raadpleeg de documentatie bij uw rekbehuizing voor het gewicht van een gevulde rekbehuizing. v Controleer of alle deuropeningen ten minste 2030 mm hoog en 760 mm breed zijn.. v Zorg ervoor dat alle apparatuur in het rek en alle bijbehorende laden, planken, kleppen en kabels goed vastzitten. v Zorg dat de vier opvulstukken in de hoogste positie staan. v Zorg dat er tijdens het verplaatsen geen stabilisatiesteun is geïnstalleerd in de rekbehuizing. v Zorg dat er in de route geen hellingen van meer dan 10 graden voorkomen. v Wanneer de rekbehuizing op de nieuwe locatie is gearriveerd, doet u het volgende: Breng de vier hoogteverstellingen omlaag. Stabiliseer de rekbehuizing met de bijgeleverde steunen. Als u apparaten uit de rekbehuizing hebt verwijderd, vult u de rekbehuizing weer, beginnend vanaf de onderste positie. v Als de verplaatsing over grote afstand is, herstelt u de configuratie van de rekbehuizing naar de configuratie waarin u de rekbehuizing hebt ontvangen. Verpak de rekbehuizing in het originele verpakkingsmateriaal of gelijkwaardig materiaal. Breng ook de hoogteverstellingen naar beneden zodat de zwenkwielen het pallet niet meer raken en schroef de rekbehuizing vast aan het pallet. (R002) (L001) (L002) x Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

(L003) of Alle laserproducten voldoen in de Verenigde Staten aan de vereisten van de Code of Federal Regulations (DHHS 21 CFR) van het Department of Health and Human Services 21, Subchapter J voor klasse 1 laserproducten. In de rest van de wereld voldoen de lasers aan IEC 60825 voor laserproducten van klasse 1. Controleer het label van alle onderdelen van de laser voor certificeringsnummers en goedkeuringsgegevens. Let op! Dit product kan een of meer van de volgende onderdelen bevatten: CD-ROM, DVD-ROM, DVD-RAM of lasermodule. Dit zijn klasse 1 laserproducten. Houd rekening met het volgende: v Verwijder de kappen niet. Als u de kappen van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen. v Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. (C026) Veiligheidsvoorschriften xi

Let op! In omgevingen voor gegevensverwerking kan apparatuur voorkomen die gegevens over systeemverbindingen verzenden met lasermodules die werken met een hoger vermogen dan Klasse 1. Kijk daarom nooit in het uiteinde van de glasvezelkabel of de geopende aansluiting. (C027) Let op! Dit product bevat een laser van Klasse 1M. Vermijd direct oogcontact met optische instrumenten. (C028) Let op! Bepaalde laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van categorie 3A of 3B. Houd daarbij rekening met het volgende: laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal. (C030) Let op! De batterij bevat lithium. Ter voorkoming van een mogelijke explosie dient u de batterij niet bloot te stellen aan open vuur of op te laden. Houd u aan het volgende: v Vermijd contact van de batterij met water. v Verhit de batterij niet tot meer dan 100 C v Probeer de batterij niet te herstellen of uit elkaar te halen. U dient de batterij alleen te vervangen door een door IBM exemplaar. Lever gebruikte batterijen in bij een inzamelpunt voor klein chemisch afval (KCA). In de Verenigde Staten hanteert IBM een proces voor het inzamelen van dergelijke batterijen. Bel 1-800-426-4333 voor informatie. Zorg dat u het IBMonderdeelnummer van de batterij bij de hand hebt wanneer u belt. (C003) Gegevens over stroomvoorziening en bekabeling voor NEBS (Network Equipment- Building System) GR-1089-CORE De volgende opmerkingen gelden voor IBM-servers waarvoor is aangegeven dat ze voldoen aan NEBS (Network Equipment-Building System) GR-1089-CORE: De apparatuur is geschikt voor installatie op de volgende locaties: v Faciliteiten voor telecommunicatienetwerken v Locaties waar de NEC (National Electrical Code) van toepassing is De poorten van deze apparatuur die binnenshuis aanwezig zijn, zijn alleen geschikt voor verbindingen binnen gebouwen of met niet-blootliggende bedrading of bekabeling. De poorten van deze apparatuur die binnenshuis zijn, mogen niet via metalen verbindingen zijn verbonden met de interfaces die zijn aangesloten op de OSP (outside plant, installatie buitenshuis) of de bedrading ervan. Deze interfaces zijn uitsluitend ontworpen voor gebruik binnenshuis (type 2- of type 4-poorten zoals beschreven in GR-1089- CORE) en ze vereisen isolatie van blootliggende OSP-bekabeling. Toevoeging van primaire beschermingselementen biedt onvoldoende bescherming om deze interfaces via metaalverbindingen aan te sluiten op OSP-bedrading. Opmerking: Alle Ethernet-kabels moeten afgeschermd en aan beide kanten geaard zijn. Voor het systeem met wisselspanning zijn geen externe SPD's (surge protection devices, beschermingselementen tegen spanningspieken) vereist. Het gelijkstroomsysteem maakt gebruik van een ontwerp met geïsoleerde DC-retour (DC-I). De retouraansluiting van de DC-batterij mag niet worden verbonden met het chassis of de aarding van het frame. xii Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Hardware Management Console installeren en configureren Beschrijving van de installatie van de HMC-hardware, aansluiting ervan op het beheerde systeem, en de configuratie ervan. U kunt deze taken zelf uitvoeren of u kunt een gekwalificeerde serviceprovider vragen dit voor u te doen. Mogelijk brengt de serviceprovider hiervoor kosten in rekening. Taken voor installatie en configuratie Meer informatie over de taken die horen bij de verschillende installatie- en configuratiescenario's voor de HMC. In dit gedeelte worden de taken beschreven die u moet uitvoeren als u de HMC installeert en configureert. Er zijn verschillende manieren waarop u de HMC kunt installeren en configureren. Zoek de situatie die het best past bij de taak die u wilt uitvoeren. Opmerking: Als u servers met een POWER7-processor beheert, moet de HMC minimaal Versie 7.7.2 hebben. Raadpleeg voor meer informatie De versie en de release van de HMC-machinecode vaststellen op pagina 69. Een nieuwe HMC op een nieuwe server configureren Meer informatie over de taken die u moet uitvoeren bij de installatie en configuratie van een HMC op een nieuwe server. Tabel 1. Taken die u moet uitvoeren als u een nieuwe HMC installeert en configureert op een nieuwe server Taak Waar vindt u verwante informatie 1. Gegevens verzamelen en het configuratiewerkblad Configuratiewerkblad voor de HMC op pagina 18 invullen. De configuratie van HMC voorbereiden op pagina 17 2. De hardware uitpakken. 3. De HMC-hardware bekabelen. Bekabeling van de stand-alone HMC op pagina 24 4. Schakel de HMC in door op de aan/uit-knop te drukken. 5. Aanmelden en de HMC-webtoepassing starten. 6. Start de Configuratiewizard of gebruik de HMCmenu's om de HMC te configureren. 7. Sluit de server aan op de HMC. Bekabeling van in een rek geïnstalleerde HMC op pagina 35 De HMC snel configureren via Configuratiewizard op pagina 50 De HMC configureren met de HMC-menu's op pagina 50 De HMC-code updaten en upgraden Meer informatie over de taken die u moet uitvoeren bij het updaten en upgraden van de HMC-code. Als u de HMC-code van een bestaande HMC wilt updaten of upgraden, moet u de volgende taken uitvoeren: Copyright IBM Corp. 2013 1

Tabel 2. Taken die u moet uitvoeren voor het updaten of upgraden van de HMC-code Taak Waar vindt u verwante informatie 1. Haal de upgrade op. De software van de HMC upgraden op pagina 72 2. Bekijk het niveau van de bestaande HMCmachinecode. 3. Maak een backup van de profielgegevens van het beheerde systeem. 4. Maak een backup van HMC-gegevens. 5. Noteer de huidige HMC-configuratiegegevens. Leg de status van de opdracht op afstand vast 7. Sla de upgradegegevens op. 8. Upgrade de HMC-software. 9. Controleer of de upgrade van de HMC-machinecode correct is geïnstalleerd Migratie van HMC-code van versie 6 naar versie 7 Meer informatie over de taken die u moet uitvoeren bij migratie van HMC versie 6 naar HMC versie 7. Als u een bestaande HMC wilt migreren van versie 6 naar versie 7 moet u de volgende taken uitvoeren: Tabel 3. Taken die u moet uitvoeren voor migratie van HMC versie 6 naar HMC versie 7 Taak Waar vindt u verwante informatie 1. Controleren of de HMC-hardware de code van HMC versie 7 ondersteunt. 2. Controleren of het niveau van uw HMC-code 6.12 of hoger is. Als dat niet het geval is, moet u de bestaande HMC-code upgraden. De versie en de release van de HMC-machinecode vaststellen op pagina 69 De software van de HMC upgraden op pagina 72 3. De HMC upgraden naar versie 7. De software van de HMC upgraden op pagina 72 4. Optioneel: het niveau van de firmware van het beheerde systeem upgraden naar het hoogste beschikbare niveau. 5. Als u een tweede HMC hebt, voert u de stappen 1-4 uit voor die HMC. 2 Een tweede HMC toevoegen aan een bestaande installatie Meer informatie over taken die u moet uitvoeren bij het toevoegen van een tweede HMC aan het beheerde systeem. Als u een HMC en een beheerd systeem hebt en een tweede HMC aan deze configuratie wilt toevoegen, doet u het volgende: Tabel 4. Taken die u moet uitvoeren als u een tweede HMC toevoegt aan een bestaande installatie Taak Waar vindt u verwante informatie 1. Controleren of de HMC-hardware de code van HMC versie 7 ondersteunt. 2. Gegevens verzamelen en het configuratiewerkblad Configuratiewerkblad voor de HMC op pagina 18 invullen. 2 Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Tabel 4. Taken die u moet uitvoeren als u een tweede HMC toevoegt aan een bestaande installatie (vervolg) Taak Waar vindt u verwante informatie 3. De hardware uitpakken. 4. De HMC-hardware bekabelen. Bekabeling van de stand-alone HMC op pagina 24 5. Schakel de HMC in door op de aan/uit-knop te drukken. 6. Aanmelden bij de HMC. Bekabeling van in een rek geïnstalleerde HMC op pagina 35 7. De codeniveaus van de HMC's moeten overeenkomen. Wijzig de code van een van de HMC's naar het niveau van de andere HMC. 8. Start de Configuratiewizard of gebruik de HMCmenu's om de HMC te configureren. 9. Configureer deze HMC voor service met behulp van de installatiewizard Servicenummer bellen. 10. Sluit de server aan op de HMC. De versie en de release van de HMC-machinecode vaststellen op pagina 69 De software van de HMC upgraden op pagina 72 De HMC configureren met de HMC-menu's op pagina 50 De HMC configureren zodat deze contact kan opnemen met service en ondersteuning op pagina 61 HMC-netwerkverbindingen U kunt verschillende typen netwerkverbindingen gebruiken voor de verbinding tussen uw HMC en de beheerde systemen. Raadpleeg De HMC configureren op pagina 50 voor meer informatie over het configureren van de HMC voor verbinding met een netwerk. Voor meer informatie over het gebruik van een HMC in een netwerk, raadpleegt u de volgende onderwerpen: Typen HMC-netwerkverbindingen In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u met behulp van uw netwerk de HMC-beheer op afstand en servicefuncties kunt gebruiken. De HMC ondersteunt de volgende typen logische communicatie: HMC naar beheerd systeem Dit communicatietype wordt gebruikt om de meeste hardwarebeheerfuncties uit te voeren waarbij de HMC stuurfunctieopdrachten opgeeft via de serviceprocessor van het beheerde systeem. De verbinding tussen de HMC en de serviceprocessor wordt soms het servicenetwerk genoemd. Deze verbinding is vereist voor het beheer van het beheerde systeem. HMC naar logische partitie Dit communicatietype wordt gebruikt om platformgegevens (events voor hardwarefouten, hardware-inventaris) te verzamelen van de besturingssystemen die in de logische partities worden uitgevoerd en om bepaalde platformactiviteiten (dynamische LPAR, gelijktijdige reparatie) met die besturingssystemen af te stemmen. Deze verbinding is vereist als u gebruik wilt maken van functies voor het verzenden van service- en foutberichten. HMC naar gebruikers op afstand Biedt gebruikers op afstand toegang tot HMC-functies. Gebruikers kunnen de HMC op de volgende manieren openen: v Door SSH (Secure Socket Shell) te gebruiken om de functies voor de HMC-opdrachtregel op afstand te openen. HMC naar service en ondersteuning Dit communicatietype wordt gebruikt om gegevens naar en van de serviceprovider te verzenden, Hardware Management Console installeren en configureren 3

zoals rapporten over hardwarefouten, inventarisgegevens en microcode-updates. U kunt dit communicatiepad gebruiken om automatische serviceoproepen te verzenden. De HMC ondersteunt maximaal vier afzonderlijke fysieke Ethernet-interfaces, afhankelijk van het model. De stand-alone versie van de HMC ondersteunt slechts drie HMC-interfaces, met behulp van een geïntegreerde Ethernet-adapter en maximaal twee pluginadapters. U moet deze interfaces op de volgende manieren gebruiken: v Als u over een afzonderlijk, vast toegewezen netwerk beschikt, wordt het beveiligingsniveau voor deze interfaces verhoogd ook al zijn de netwerkinterfaces naar de serviceprocessors via het SSL-protocol (Secure Sockets Layer) versleuteld en met een wachtwoord beveiligd. v Een andere netwerkinterface wordt meestal gebruikt voor de netwerkverbinding tussen de HMC en de logische partities op de beheerde systemen, dus voor de communicatie tussen de HMC en logische partities. U kunt de interface voor een openbaar netwerk ook gebruiken om de HMC op afstand te beheren. v U kunt ook een derde interface gebruiken om een verbinding te maken met logische partities en de HMC op afstand beheren. Deze interface kan ook worden gebruikt voor een afzonderlijke HMC-verbinding met verschillende groepen logische partities. U wilt bijvoorbeeld een LAN voor beheer gebruiken dat niet verbonden is met het LAN waarop alle normale bedrijfstransacties worden uitgevoerd. Beheerders op afstand kunnen met behulp van deze methode HMC's en andere beheerde apparatuur openen. Soms bevinden logische partities zich in verschillende netwerkbeveiligingsdomeinen, bijvoorbeeld achter een firewall en wilt u wellicht over verschillende HMC-netwerkverbindingen met beide domeinen kunnen beschikken. Webbrowser-vereisten voor HMC De Hardware Management Console (HMC) wordt ondersteund doormicrosoft Internet Explorer (IE) versie 6.0 en 7.0, Firefox versie 1.5.0.7 en 2.0. Als uw browser is geconfigureerd voor gebruik van een internetproxy, moet ook een lokaal internetadres worden opgenomen in de lijst met uitzonderingen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie op de lijst met uitzonderingen. Als u alsnog de proxy moet gebruiken om bij de HMC te komen, schakelt u HTTP 1.1 gebruiken via proxy-verbindingen in onder het tabblad Geavanceerd in uw venster Internetopties. Opmerking: Voor Firefox versie 2.0 zorgt u ervoor dat u de JavaScript-opties inschakelt om vensters naar de voorgrond of achtergrond te verplaatsen, of om bestaande vensters te verplaatsen of van formaat te wijzigen. Met deze functie kunt u eenvoudig schakelen tussen HMC-taken. Voer de stappen uit om JavaScript-opties in te schakelen: 1. Selecteer Extra en klik op Opties 2. Selecteer Inhoud en klik op Geavanceerd 3. Selecteer Bestaande vensters verplaatsen of van formaat wijzigen en Vensters naar voorgrond en achtergrond verplaatsen 4. Klik op OK Sessie-cookies moeten worden ingeschakeld zodat ASMI werkt wanneer u een verbinding op afstand maakt met HMC. Met de asm-proxycpde worden sessiegegevens opgeslagen en gebruikt. Volg de stappen om de sessie-cookies in te schakelen. Sessie-cookies inschakelen in Internet Explorer. 1. Selecteer Extra en klik op Internetopties 2. Selecteer Privacy en klik op Geavanceerd 3. Zorg ervoor dat de optie Sessie-cookies altijd toestaan is ingeschakeld. Als dit niet zo is, selecteert u de optie Automatisch verwerken van cookies veranderen en selecteert u Sessie-cookies altijd toestaan. 4 Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

4. Selecteer Vragen onder Eigen cookies en Cookies van derden 5. Klik op OK. Sessie-cookies inschakelen in Firefox. 1. Selecteer Extra en klik op Opties 2. Klik op Cookies 3. Selecteer Toestaan dat sites cookies instellen. 4. Selecteer Uitzonderingen en voeg HMC toe. 5. Klik op OK. Besloten en open netwerken in de HMC-omgeving.: De HMC kan worden geconfigureerd voor open en besloten netwerken. In besloten netwerken kan een geselecteerde reeks niet-routeerbare IP-adressen worden gebruikt. Een openbaar, of "open" netwerk is een netwerkverbinding tussen de HMC, logische partities en andere systemen in uw normale netwerk. Besloten netwerken De enige apparatuur op het besloten netwerk van de HMC bestaat uit de HMC zelf en de beheerde systemen waarmee de HMC is verbonden. De HMC is aangesloten op de FSP (Flexible Service Processor) van elk beheerd systeem. Op de meeste systemen is de FSP uitgerust met twee Ethernet-poorten met het opschrift HMC1 en HMC2. U kunt dus maximaal twee HMC's aansluiten. Sommige systemen hebben een dubbel uitgevoerde FSP. In deze situatie fungeert de tweede FSP als "redundante" backup. De basisinstellingen voor een systeem met twee FSP's zijn in essentie gelijk aan die voor een systeem zonder een tweede FSP. De HMC moet met elke FSP zijn verbonden, zodat er extra netwerkhardware nodig is (bijvoorbeeld een LAN-switch of hub) als er meer dan één FSP of meerdere beheerde systemen zijn. Opmerking: Elke FSP-poort op het beheerde systeem mag met slechts één HMC zijn verbonden. Open netwerk Het open netwerk kan zijn verbonden met een firewall of router voor verbinding met internet. Via de internetverbinding kan de HMC servicenummers bellen als er hardwareproblemen zijn die moeten worden gemeld. Elk van de netwerkinterfaces van de HMC is uitgerust met zijn eigen firewall. Als u de Configuratiewizard start, wordt automatisch een elementaire firewall geconfigureerd, maar na het voltooien van de installatie en configuratie van de HMC moet u de firewallinstellingen aanpassen. HMC als DHCP-server: U kunt de HMC gebruiken als DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol). Opmerking: Als u gebruik maakt van IPv6, moet u het detectieproces handmatig uitvoeren. Er is geen automatische detectie mogelijk onder IPv6. Een connectiviteitsmethode kiezen voor de server voor het bellen van het servicenummer Meer informatie over de verbindingsopties die u hebt wanneer u een server gebruikt die het servicenummer belt. Hardware Management Console installeren en configureren 5

U kunt de HMC configureren om gegevens met betrekking tot het hardwareonderhoud naar IBM te sturen via een internetverbinding binnen het LAN, of via een inbelverbinding en een modem. Bij het configureren van een internetverbinding via het LAN zijn er twee mogelijkheden. De eerste is een standaard SSL-verbinding (Secure Sockets Layer). De SSL-communicatie kan zo worden ingesteld dat de verbinding met internet via een proxy server loopt. SSL-connectiviteit voldoet waarschijnlijk eerder aan de veiligheidsvoorschriften van uw bedrijf. De tweede mogelijkheid is een VPN-verbinding. Opmerking: Wanneer de open netwerkinterfaceverbinding alleen Internet Protocol Version 6 (IPv6) gebruikt, kunt u Internet VPN niet gebruiken om een verbinding te maken met ondersteuning. Raadpleeg voor meer informatie over de gebruikte protocollen het onderwerp Een internetprotocol kiezen op pagina 8. De voordelen van een internetverbinding zijn onder meer: v Een beduidend snellere overdrachtssnelheid v Lagere kosten voor de klant (de kosten van een vast toegewezen analoge telefoonlijn zijn bijvoorbeeld niet nodig) v Grotere betrouwbaarheid Ongeacht de gekozen connectiviteitsmethode zijn de volgende beveiligingskenmerken van kracht: v Aanvragen voor de Remote Support Facility worden altijd gestart vanaf de HMC naar IBM. Inkomende verbindingen worden nooit door de serviceafdeling van IBM gestart. v Alle gegevens die tussen de HMC en de serviceafdeling van IBM worden uitgewisseld, zijn versleuteld met een hoogwaardige versleutelingsmethode. Afhankelijk van de gekozen connectiviteitsmethode worden de gegevens versleuteld met SSL of IPSec ESP (Encapsulating Security Payload). v Bij het initialiseren van de versleutelde verbinding verifieert de HMC of de serviceafdeling van IBM de bestemming is. De naar de serviceafdeling van IBM verzonden gegevens bevatten uitsluitend informatie over hardwareproblemen en configuratie. Er worden geen gegevens over toepassingen of over klanten naar IBM verzonden. Een indirecte internetverbinding via een proxy server Als de HMC in een besloten netwerk moet worden opgenomen, kunt u misschien een indirecte internetverbinding instellen via een SSL-proxy die opdrachten doorstuurt naar het internet. Een van de andere voordelen van een SSL-proxy is dat de proxy allerlei logboek- en auditfuncties kan uitvoeren. Om SSL-sockets door te sturen moet de proxyserver de basis headerfuncties (zoals beschreven in RFC 2616) en de CONNECT-methode moet ondersteunen. Desgewenst kan de basisverificatie van de proxy (RFC 2617) zo worden geconfigureerd dat de HMC eerst verificatie uitvoert voordat er sockets via de proxy server worden doorgestuurd. 6 Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Voor een goede communicatie van de HMC moet de proxyserver van de klant verbindingen toestaan op poort 443. De proxyserver kan worden geconfigureerd om het aantal IP-adressen te beperken waarmee de HMC verbinding kan maken. Zie Lijst van internet SSL-adressen op pagina 8 voor een lijst van IPadressen. Een directe SSL-internetverbinding Als de HMC direct verbinding met het internet mag hebben en de externe firewall kan worden ingesteld om de uitgaande TCP-pakketten door te zenden naar de bestemmingen die worden beschreven in Lijst van internet SSL-adressen op pagina 8, kunt u een directe internetverbinding gebruiken. Verbinding met ondersteuning op afstand via internet-ssl De communicatie wordt afgehandeld door TCP-sockets die door de HMC worden gestart en gebruikt een hoogwaardige SSL-versleuteling voor de verzonden gegevens. De TCP/IP-bestemmingsadressen zijn gepubliceerd (zie Lijst van internet SSL-adressen op pagina 8) zodat externe firewalls kunnen worden geconfigureerd om deze verbindingen toe te staan. Opmerking: De standaard HTTPS-poort 443 wordt voor alle communicatie gebruikt. De HMC kan worden geconfigureerd voor een directe internetverbinding of voor een verbinding via een proxyserver die door de klant wordt geleverd. De afweging over welke benadering in uw situatie het beste werkt, is afhankelijk van de beveiligingsrichtlijnen en de netwerkvereisten in uw bedrijf. De HMC (met een directe verbinding of via de SSL-proxyserver) gebruikt de volgende adressen wanneer deze is geconfigureerd voor connectiviteit via internet-ssl. Hardware Management Console installeren en configureren 7

Een internetprotocol kiezen Bepaal de versie van het IP-adres dat wordt gebruikt als de HMC een verbinding maakt met uw serviceprovider. De meeste gebruikers gebruiken Internet Protocol Version 4 (IPv4) voor verbinding met de serviceprovider. IPv4-adressen worden weergegeven in een indeling met de vier bytes van het IPv4-adres, van elkaar gescheiden door punten (bijvoorbeeld: 9.60.12.123), voor toegang tot Internet. U kunt ook Internet Protocol Version 6 (IPv6) gebruiken voor verbinding met een serviceprovider. IPv6 wordt vaak gebruikt door netwerkbeheerders om te zorgen voor een unieke adresruimte. Als u niet zeker weet welk internetprotocol in uw installatie wordt gebruikt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. Voor informatie over het gebruik van elke versie raadpleegt u Het IP V4-adres instellen op pagina 57 en Het IPv6-adres instellen op pagina 57. Lijst van internet SSL-adressen Informatie over de adressen die de HMC gebruikt wanneer deze SSL-connectiviteit op internet gebruikt. De HMC gebruikt de volgende IPv4-adressen om verbinding te krijgen met de serviceafdeling van IBM als de HMC is geconfigureerd voor internetconnectiviteit met SSL. De volgende IPv4-adressen gelden voor alle locaties: v 129.42.26.224 v 129.42.34.224 v 129.42.42.224 v 170.225.15.41 v 129.42.56.216 v 129.42.58.216 v 129.42.60.216 De volgende IPv4-adressen zijn voor Noord- en Zuid-Amerika: v 129.42.160.48 v 129.42.160.49 v 207.25.252.200 v 207.25.252.204 De volgende IPv4-adressen zijn voor alle locaties anders dan Noord- en Zuid-Amerika: v 129.42.160.48 v 129.42.160.50 v 207.25.252.200 v 207.25.252.205 Opmerking: Als u een firewall configureert om de HMC toe te staan verbinding te maken met deze servers, hebt u alleen de IP-adressen nodig die specifiek zijn voor de geografische regio. De HMC gebruikt de volgende IPv6-adressen om verbinding te krijgen met de serviceafdeling van IBM als de HMC is geconfigureerd voor internetconnectiviteit met SSL: v 2620:0:6C0:1::1000 v 2620:0:6C1:1::1000 v 2620:0:6C2:1::1000 Met behulp van een VPN (virtual private network) verbinding maken met ondersteuning op afstand Een VPN (virtual private network) zorgt voor een veilige verbinding met ondersteuning op afstand. 8 Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Een VPN biedt gebruikers de privacy van een afzonderlijk netwerk over openbare lijnen. Dit gebeurt doordat de fysiek gescheiden lijnen van traditionele privénetwerken zijn vervangen door versleuteling en andere veiligheidsmaatregelen. Behalve dat een VPN-verbinding voor uitgaande verbindingen kan worden gebruikt, kan die ook worden geconfigureerd om indien nodig opdrachten voor service op afstand toe te staan. Het is de verantwoordelijkheid van de systeembeheerder om een internetverbinding leveren. De IPadressen waarmee de HMC verbinding mag zoeken, kunnen in de firewall worden beperkt. Zie Adressenlijst van VPN-server voor een lijst van te gebruiken adressen als u de firewallconfiguratie wilt aanpassen om de IP-adressen te beperken. Zie De HMC-netwerktypen configureren op pagina 51 voor meer informatie over het instellen van internetverbindingen via een VPN binnen het LAN. Adressenlijst van VPN-server De servers die door de HMC worden gebruikt wanneer die is geconfigureerd om internetconnectiviteit via VPN te gebruiken. De volgende servers worden door de HMC gebruikt wanneer die is geconfigureerd om internetconnectiviteit via VPN te gebruiken. Alle verbindingen gebruiken ESP en UDP op poort 500 en poort 4500 als er een NAT-firewall (Network Address Translation) wordt gebruikt. v 129.42.160.16 IBM VPN Server v 207.25.252.196 IBM VPN Server Verbinding met ondersteuning op afstand via telefoonlijn en modem Als u u een modem wilt gebruiken om verbinding te maken met ondersteuning op afstand moet u een vast toegewezen analoge telefoonlijn om de modem van de HMC aan te sluiten. De HMC gebruikt de modem om in te bellen op het algemene netwerk en verbinding te zoeken met de serviceafdeling van IBM. Hardware Management Console installeren en configureren 9

Zie De HMC-netwerktypen configureren op pagina 51 voor meer informatie over de verbinding met ondersteuning op afstand via telefoon en modems. Meerdere servers voor servicenummer bellen gebruiken. In dit onderwerp wordt beschreven wat u moet weten om te kunnen beslissen of u meer dan één server gaat inzetten om het servicenummer te bellen. Om te voorkomen dat een fout op één punt rapportage onmogelijk maakt, configureert u de HMC voor gebruik van meerdere servers voor servicenummer bellen. De eerste beschikbare server voor servicenummer bellen probeert elk service-event af te handelen. Als de verbinding of de verzending op deze server mislukt, wordt de serviceaanvraag opnieuw geprobeerd met de andere beschikbare servers, totdat de aanvraag lukt of totdat alle servers zijn geprobeerd. De verbonden HMC die tijdens probleemanalyse is geïdentificeerd als primaire analyseconsole voor een bepaald beheerd systeem rapporteert het probleem. Deze primaire console repliceert het probleemrapport ook naar een secundaire HMC, indien aanwezig. De secundaire HMC moet op het netwerk herkend worden door de primaire HMC. Een secundaire HMC wordt door de primaire HMC als aanvullende server voor servicenummer bellen herkend wanneer: v De primaire HMC is geconfigureerd voor gebruik van herkende servers voor servicenummer bellen en de service voor servicenummer bellen bevindt zich op hetzelfde subnet als de primaire HMC of beheert hetzelfde systeem v De server voor servicenummer bellen handmatig is toegevoegd aan de lijst van serverconsoles voor servicenummer bellen die beschikbaar zijn voor uitgaande connectiviteit Netwerkinstellingen kiezen op de HMC Hier leest u over de netwerkinstellingen op de HMC. HMC-netwerkverbindingen U kunt verschillende typen netwerkverbindingen gebruiken voor de verbinding tussen uw HMC en de beheerde systemen. Raadpleeg De HMC configureren op pagina 50 voor meer informatie over het configureren van de HMC voor verbinding met een netwerk. Voor meer informatie over het gebruik van een HMC in een netwerk, raadpleegt u de volgende onderwerpen: 10 Power Systems: De Hardware Management Console installeren en configureren

Typen HMC-netwerkverbindingen In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u met behulp van uw netwerk de HMC-beheer op afstand en servicefuncties kunt gebruiken. De HMC ondersteunt de volgende typen logische communicatie: HMC naar beheerd systeem Dit communicatietype wordt gebruikt om de meeste hardwarebeheerfuncties uit te voeren waarbij de HMC stuurfunctieopdrachten opgeeft via de serviceprocessor van het beheerde systeem. De verbinding tussen de HMC en de serviceprocessor wordt soms het servicenetwerk genoemd. Deze verbinding is vereist voor het beheer van het beheerde systeem. HMC naar logische partitie Dit communicatietype wordt gebruikt om platformgegevens (events voor hardwarefouten, hardware-inventaris) te verzamelen van de besturingssystemen die in de logische partities worden uitgevoerd en om bepaalde platformactiviteiten (dynamische LPAR, gelijktijdige reparatie) met die besturingssystemen af te stemmen. Deze verbinding is vereist als u gebruik wilt maken van functies voor het verzenden van service- en foutberichten. HMC naar gebruikers op afstand Biedt gebruikers op afstand toegang tot HMC-functies. Gebruikers kunnen de HMC op de volgende manieren openen: v Door SSH (Secure Socket Shell) te gebruiken om de functies voor de HMC-opdrachtregel op afstand te openen. HMC naar service en ondersteuning Dit communicatietype wordt gebruikt om gegevens naar en van de serviceprovider te verzenden, zoals rapporten over hardwarefouten, inventarisgegevens en microcode-updates. U kunt dit communicatiepad gebruiken om automatische serviceoproepen te verzenden. De HMC ondersteunt maximaal vier afzonderlijke fysieke Ethernet-interfaces, afhankelijk van het model. De stand-alone versie van de HMC ondersteunt slechts drie HMC-interfaces, met behulp van een geïntegreerde Ethernet-adapter en maximaal twee pluginadapters. U moet deze interfaces op de volgende manieren gebruiken: v Als u over een afzonderlijk, vast toegewezen netwerk beschikt, wordt het beveiligingsniveau voor deze interfaces verhoogd ook al zijn de netwerkinterfaces naar de serviceprocessors via het SSL-protocol (Secure Sockets Layer) versleuteld en met een wachtwoord beveiligd. v Een andere netwerkinterface wordt meestal gebruikt voor de netwerkverbinding tussen de HMC en de logische partities op de beheerde systemen, dus voor de communicatie tussen de HMC en logische partities. U kunt de interface voor een openbaar netwerk ook gebruiken om de HMC op afstand te beheren. v U kunt ook een derde interface gebruiken om een verbinding te maken met logische partities en de HMC op afstand beheren. Deze interface kan ook worden gebruikt voor een afzonderlijke HMC-verbinding met verschillende groepen logische partities. U wilt bijvoorbeeld een LAN voor beheer gebruiken dat niet verbonden is met het LAN waarop alle normale bedrijfstransacties worden uitgevoerd. Beheerders op afstand kunnen met behulp van deze methode HMC's en andere beheerde apparatuur openen. Soms bevinden logische partities zich in verschillende netwerkbeveiligingsdomeinen, bijvoorbeeld achter een firewall en wilt u wellicht over verschillende HMC-netwerkverbindingen met beide domeinen kunnen beschikken. Webbrowser-vereisten voor HMC De Hardware Management Console (HMC) wordt ondersteund doormicrosoft Internet Explorer (IE) versie 6.0 en 7.0, Firefox versie 1.5.0.7 en 2.0. Als uw browser is geconfigureerd voor gebruik van een internetproxy, moet ook een lokaal internetadres worden opgenomen in de lijst met uitzonderingen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor Hardware Management Console installeren en configureren 11