RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

Vergelijkbare documenten
Concept Convenant Woonruimteverdeling Corporaties Holland Rijnland 2013

Convenant Woonruimteverdeling Corporaties Holland Rijnland juli 2013

Uitvoeringsovereenkomst Woonruimteverdeling Corporaties Holland Rijnland juli 2015 CONCEPT

Ontwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013 (9 november 2012)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

Huisvestingsverordening [...] 2013

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Nadere regels Woonruimteverdeling

Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Huisvestingsverordening gemeente Noordwijkerhout 2015 Vastgegesteld op: Vastgesteld door: Gepubliceerd in: Gepubliceerd op: Datum in werking:

Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015, na 1e wijziging

1. Onderwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

Huisvestingsverordening Holland Rijnland e wijziging

CVDR. Nr. CVDR328509_1. Huisvestingsverordening Holland Rijnland Preambule

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr Huisvestingsverordening Holland Rijnland juli Officiële uitgave van gemeente Kaag en Braassem.

Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Naar een nieuwe regionale huisvestingsverordening

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

Woonruimteverdeling Holland Rijnland

Bijlage 3 Was/Wordt tabel 1e wijziging Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Beleidsuitgangspunten 3. Monitoring

Kenmerk: Telefoon: (071) Bijlage: 1 Onderwerp: nieuwe inkomensgrenzen bij woningtoewijzing

Agendapunt Onderwerp 7 Huisvestingsverordening gemeente Heerde 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Huisvestingsverordening Holland Rijnland Hoofdlijnen Huisvestingsverordening

Datum: Informerend 18/

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Ontwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2005

Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Was/wordt tabel Huisvestingsverordening Holland Rijnland. Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen.

bouwstenen voor een nieuwe Huisvestingsverordening

Was/Wordt tabel 1e wijziging Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) ter inzage 5 oktober

B&W-Aanbiedingsformulier

Nota van B&W. Onderwerp Reglement regionale urgentiecommissie en intrekken verordening

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 24 april mei 2014

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Basistaak. Datum: Informerend

Algemene Inschrijfvoorwaarden

BESLUIT Vast te stellen de volgende verordening houdende regels omtrent de verdeling van woonruimte in de gemeente Noordwijk,

Toelichting Huisvestingsverordening Elburg Algemeen

NOORDWIJK. t Gemeente. Agendapunt: 13. Raadsvoordracht. Verordening doelgroepen sociale woningbouw in Noordwijk

Reglement Commissie Bezwaarschriften Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

B & W-nota. Onderwerp Wijzing Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland 1999 van februari 2006

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005


Presentatie. wonen 25 mei 2011

Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften

Toelichting. Algemeen

Onderwerp: Pilot Woonruimteverdeling Zuid-Kennemerland- IJmond BBV nr: 2014/31352

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland

Algemene Inschrijfvoorwaarden

Aan de Raad der gemeente Haarlem

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

1. Onderwerp Regionale projectorganisatie voor de voorbereiding op de 3 decentralisaties in het sociale domein

Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte

1. Onderwerp Proces Regionale huisvestingsverordening Rol van het

Artikel 3 1 van 9 Agendapunt 6

Onderwerp : Aanpassing Huisvestingsverordening

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad

Memo. aan. de leden van de gemeenteraad rapportage woonruimteverdeling. van

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE afdoening:

Concept verordening doelgroepen woningbouw Uithoorn 2019

CONCEPT Verordening doelgroepen woningbouw Diemen 2019

Toelichting op de Huisvestingsverordening Holland Rijnland vastgesteld 26 juni 2013

6 januari 2015 Huisvestingswet

Raadsvoorstel. Voorgestelde beslispunten: 1 Samenvatting van het voorstel. 2 Aanleiding. Openbaar

Toelichting op de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019 Concept

10 woningcorporaties

Huisvestingsverordening gemeente Hoorn 2014

Uitvoering bezwaaradviescommissie

Advies aan de gemeenteraad

Algemene Voorwaarden WoonService regio Boekel

Reglement Inschrijven en verlengen Woningnet Holland Rijnland. 1. Algemene bepalingen

Toelichting Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015 na 1e wijziging

Verordening doelgroepen woningbouw Amsterdam 2019 Datum van publicatie: 24 mei 2019, Gemeenteblad 2019,

Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

Huurwoningen uit de hele regio!

Raadsvergadering. 11 juni Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik

Raadsvoorstel agendapunt

Huurwoningen uit de hele regio! WoningNet A5 folder uitleg website indd 1 06/03/14 11:15

Concept-zienswijze uitgangspunten nieuwe Huisvestingsverordening Documentnummer INT Notitie voor de IJmondraadscommissie van 17 februari 2015

BESLUITEN. verdeling nieuwbouwwoningen vrije sector. B&W-nr.: d.d

Beleidsregels toewijzen woonwagenstandplaatsen Gouda

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland

B&W. Advies. Lokale Beleidsruimte :5/(.l.. :tt^ Zoetermeer sfeeds ondernemend. 3i./s.:(.o. ^ ^ ^^ivi^^^^^ Co^'

Gemeente Den Haag DSO/ RIS HUISVESTINGSVERORDENING GEMEENTE DEN HAAG HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSVERORDENING REGIO UTRECHT 2015 GEMEENTE BUNNIK

Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Noordwijk 2005

lllllllllllllllllllllllllllllll

MEMO. Van : College van B&W Datum : 14 augustus 2018 Afdeling : - Onderwerp : Evaluatie Huisvestingsverordening 2015

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL 13.0001 Rv. nr.: 13.0001 B en W-besluit d.d.: 8-1-2013 B en W-besluit nr.: 12.1302 Naam programma: Stedelijke ontwikkeling. Onderwerp: Zienswijze op ontwerp Huisvestingsverordening 2013 Holland Rijnland. Aanleiding: Het Dagelijks Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft de huisvestingsverordening Holland Rijnland 2012 voor inspraak vrijgegeven. De betrokken gemeenteraden zijn verzocht om voor 22 februari a.s. hun beschouwingen aan het DB kenbaar te maken. Het Algemeen Bestuur Holland Rijnland van zal de huisvestingsverordening uiteindelijk vaststellen. Doel: Beschouwingen ten aanzien van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009 formuleren. Kader: (lokale) Huisvestingsverordening: daarin heeft Leiden haar bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling overgedragen aan Holland Rijnland. Regionale Huisvestingsverordening. nota beleidsuitgangspunten Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem, d.d. 28 november 2011, Stuurgroep Woonruimteverdeling brief van raad (kenmerk RG-2011-390) aan Holland Rijnland met zienswijze op bovenstaande nota beleidsuitgangspunten. de Nota Wonen van Leiden. Overwegingen: Leeswijzer In de Inleiding verwijzen wij naar de eerder door de raad verstuurde brief aan Holland Rijnland over dit onderwerp. Vervolgens treft u onder de volgende drie paragrafen (1. Instemming met uitgangspunten; 2. Overgenomen aanbevelingen en 3. Niet overgenomen aanbevelingen) een opsomming van punten uit die brief. De paragraaf 3. Niet overgenomen aanbevelingen licht vervolgens toe waarom deze aanbevelingen niet zijn overgenomen en of deze aanbeveling wederom moet worden opgenomen in de hiervoor liggende zienswijze. Tot slot vatten wij in de laatste paragraaf Samengevat de (nieuwe) zienswijzen op de ontwerp Huisvestingsverordening samen. Inleiding Op 15 september 2011 heeft uw raad een brief aan Holland Rijnland vastgesteld met haar zienswijze op de nota beleidsuitgangspunten Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem (brief kenmerk RG-2011-390). Hieronder volgt een opsomming 1

van de aanbevelingen uit deze brief, onderverdeeld in drie categorieën: 1. instemming met uitgangspunten; 2. overgenomen aanbevelingen en 3. niet overgenomen aanbevelingen. 1. Instemming met uitgangspunten: a. Wij scharen ons achter de visie Er is één open, regionale woningmarkt die binnen elke gemeente op dezelfde manier getoetst wordt ; b. Leiden ondersteunt de oproep van de Stuurgroep aan de gemeenten die hun bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling nog niet overgedragen hebben aan Holland Rijnland aan om dit straks alsnog te doen; c. Eens met standpunt dat studenten niet onder het woonruimteverdeelsysteem vallen. d. Wij onderschrijven de keuze voor het aanbodmodel. 2. Overgenomen aanbevelingen: e. Zorg dat de corporaties zelf kunnen bepalen hoe zij de 10% vrij toe te wijzen woningen gaan toewijzen. Bouw dit niet dicht met regeltjes. f. Neem in de huisvestingsverordening op dat urgenten meer dan één keer mogen weigeren of zelf aan de hand van een zoekprofiel woonruimte kunnen zoeken. g. Zorg bij de verdere uitwerking voor een eerlijke en transparante overgangsregeling en een duidelijke overgangsperiode. h. Meer aandacht voor woningruil. 3. Niet overgenomen aanbevelingen: i. Wij maken ons zorgen om de stapeling van doelgroepen zoals lokaal maatwerk, toewijzing nieuwbouw, urgenten en bijzondere doelgroepen, waardoor het aanbod voor de regulier woningzoekende wordt beperkt; j. Maximaal 30% lokaal maatwerk vinden wij te veel. Wij vinden maximaal 20% voldoende. k. Laat specifieke toewijzing van sociale nieuwbouw onder regulier lokaal maatwerk vallen. l. Definieer bij de verdere uitwerking een aparte doelgroep voor woningzoekenden met een functiebeperking, en een apart label voor woningen met Wmo-voorzieningen en/of levensloopgeschikte woningen. m. Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. n. Onderzoek in de verdere uitwerking of het instrument Huisvestingsvergunning terug moet komen in de nieuwe Regionale Huisvestingsverordening. o. Motie centraal telefoonnummer nog niet afgehandeld. p. Neem bij artikel 16 een sanctiemaatregel op voor als 30% Lokale beleidsruimte wordt overschreden [nieuwe aanbeveling]: q. Een juiste keuze in volgordecriteria is belangrijk voor de doorstroming: Leiden spoort de Stuurgroep aan met een goed (onderbouwd) volgordecriterium te komen. Voor de niet overgenomen aanbevelingen geven wij hieronder per aanbeveling een toelichting waarom deze aanbevelingen niet zijn overgenomen en of deze aanbeveling wederom moet worden opgenomen in de hiervoor liggende zienswijze. 2

i. Wij maken ons zorgen om de stapeling van doelgroepen zoals lokaal maatwerk, toewijzing nieuwbouw, urgenten en bijzondere doelgroepen, waardoor het aanbod voor de regulier woningzoekende wordt beperkt; j. Maximaal 30% lokaal maatwerk vinden wij te veel. Wij vinden maximaal 20% voldoende. Ons punt van minder dan 30% lokaal maatwerk is niet overgenomen in de voorliggend ontwerp Huisvestingsverordening. Onze zorgen bleken terecht. Wij constateren dat de ontwerp Huisvestingsverordening afwijkt van de beleidsuitgangspunten op dit punt. Dit beleidsuitgangspunt zegt namelijk dat het overgrote deel (ten minste 70%) van de vrijkomende woningen [wordt] aangeboden zonder maatschappelijke of economische bindingseisen. In ieder geval kan iedereen, ook van buiten de regio, zich inschrijven als woningzoekende en heeft daarmee dezelfde rechten. (citaat pag. 4 nota Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem ). Uit onderstaande tabel blijkt dat als vastgehouden wordt aan 30% Lokaal Maatwerk, er maar 52% overblijft voor de regulier woningzoekende. Wordt uitgegaan van 70% voor de regulier woningzoekende, dan blijft er 12% beschikbaar voor Lokaal Maatwerk. jaarrapportage Woonzicht 2011 aantalle n % Verhuringen (totaal): 2749 100% urgenten/sv 306 11% statushouders: 104 4% bijzondere doelgroepen: 77 3% senioren (gelabeld) 687 25% resterend voor regulier woningzoekende 1575 57% nieuwbouw: * 320 12% * (nieuwbouw wordt toegewezen aan diverse categorieën. Daarom hier buiten optelling gehouden) Onderverdeling verhuringen volgens het nieuwe systeem, uitgaande van aantallen 2011 uitgaande van min. 70% voor regulier woningzoekende Verhuringen (totaal): 2749 100% regulier woningzoekende: 1924 70% nieuwbouw: 320 12% statushouders: 104 4% (contingent) bijzondere doelgroepen: 71 3% subtotaal 88% restruimte voor Lokale Beleidsruimte 330 12% Onderverdeling verhuringen volgens het nieuwe systeem, uitgaande van aantallen 2011 uitgaande van max. 30% voor lokaal maatwerk Verhuringen (totaal): 2749 100% lokaal maatwerk 825 30% nieuwbouw: 320 12% statushouders: 104 4% (contingent) bijzondere doelgroepen: 71 3% subtotaal 48% restruimte voor Regulier woningzoekende 1429 52% Cijfers ontleend aan Jaarrapportage Woonzicht.nl 2011 3

Met maximaal 30% lokaal maatwerk, de toewijzing aan urgenten en stadsvernieuwingsurgenten en de specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen blijft er voor de regulier woningzoekende minder dan 70% van het woningaanbod over. Daarbij laten we de toewijzing van woningen voor statushouders, afspraken over het contingent bijzondere doelgroepen (ca. 150 woningen per jaar) nog buiten beschouwing. Onze conclusie is dat de regulier woningzoekende zo onvoldoende aanbod heeft en nauwelijks aan bod kan komen. Van vrije vestiging is zo onvoldoende sprake. De Leidse corporaties geven aan dat het percentage lokaal maatwerk van 30% wat hun betreft een maximum is. Minder is mogelijk en wenselijk in de Leidse situatie. Wij zijn van mening dat het maximum percentage gelijk moet zijn in de gehele regio, en dat dit naar beneden bijgesteld moet worden tot maximaal 20%. De ontwerp Huisvestingsverordening zou gebaseerd worden op de nieuwe Huisvestingswet. Deze nieuwe wet zou de mogelijkheid bieden voor lokaal maatwerk. De vigerende Huisvestingswet biedt die mogelijkheid in beginsel niet. De provincie zou hier expliciet toestemming voor moeten geven. Het beleid van de provincie zet in op vrije vestiging voor woningzoekenden. Lokaal maatwerk past hier niet in. Het ligt dus niet voor de hand dat de provincie voor onze regio een uitzondering maakt. k. Laat specifieke toewijzing van sociale nieuwbouw onder regulier lokaal maatwerk vallen. Het woningaanbod wordt voor de regulier woningzoekende wordt, met het specifiek toewijzen van sociale nieuwbouw, nog verder beperkt. Om dit tegen te gaan pleiten wij er voor om de specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen onder regulier lokaal maatwerk te laten vallen. Over het huidige artikel Specifieke toewijzing nieuwbouw (art. 18) merken wij op dat dit artikel niet strookt met de Nota van Beleidsuitgangspunten. Als het artikel niet gewijzigd wordt zoals wij hierboven bepleiten, dan dient het artikel op z n minst te worden aangepast zodat het strookt met de beleidsuitgangspunten. Dit beleidsuitgangspunt zegt onder uitgangspunt c. namelijk dat gelegenheid geboden moet worden om de nieuwgebouwde huurwoningen in de sociale sector in eerste instantie lokaal aan te bieden aan doorstromers die een sociale huurwoning in de regio achterlaten (citaat pag. 6 nota Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem ). Artikel 18 spreekt over specifieke delen van de regio. Dat moet dus op zijn minst gewijzigd worden in de regio. De beleidsuitgangspunten zeggen over dit punt ook dat Aanvullend geldt dat bij grotere uitleglocaties, die een bovenlokale vraag vervullen, worden door de gemeente en de regio vooraf afspraken gemaakt over de aanbieding van de sociale huurwoningen (citaat pag. 6 nota Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem ). Dit ontbreekt in de Huisvestingsverordening en dient derhalve nog opgenomen te worden. Gezien het feit dat: 4

de ontwerp Huisvestingsverordening nu gebaseerd wordt op de vigerende Huisvestingswet; met de ontwerp Huisvestingsverordening er voor de regulier woningzoekende minder dan 70% van het woningaanbod beschikbaar is, en de Stuurgroep zelf aangeeft dat het aandeel lokaal maatwerk, door het specifiek toewijzen van sociale nieuwbouw, hoger uit kan vallen dan 30%, vinden wij dat er niet aan te ontkomen valt dat het percentage lokaal maatwerk verminderd moet worden. Wij vinden 20% lokaal maatwerk voldoende. Zienswijze 1: Het maximaal aandeel lokaal maatwerk moet teruggebracht worden tot maximaal 20%. De specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen moet onder dit regulier lokaal maatwerk gebracht worden. l. Definieer bij de verdere uitwerking een aparte doelgroep voor woningzoekenden met een functiebeperking, en een apart label voor woningen met Wmo-voorzieningen en/of levensloopgeschikte woningen. Wij constateren dat in de ontwerp Huisvestingsverordening een doelgroep is gedefinieerd voor gehandicapten. Daar zijn wij blij mee. Wij missen echter nog de labeling van woningen voor die doelgroep. Er ligt een afspraak om van de aangeboden woningen op Woonzicht aan te geven hoeveel sterren ze hebben. Dat zien wij graag voortgezet in het nieuwe systeem. Wij willen echter ook dat deze woningen specifiek gelabeld worden voor de doelgroepen senioren en gehandicapten, zodat zij makkelijker en eerder een passende woning toegewezen kunnen krijgen. Overigens adviseren wij om de term sterrenwoning en haar definities te wijzigen in meer dekkende termen als bijvoorbeeld rollatordoorgankelijke, rolstoeltoegankelijke of rolstoeldoorgankelijke woningen. Deze termen spreken meer tot de verbeelding dan de sterrendefinities. Zienswijze 2: Neem in de huisvestingsverordening / het convenant met corporaties op dat sterrenwoningen expliciet gelabeld worden voor de doelgroepen senioren en gehandicapten. Pas hierbij de termen sterren aan naar gangbaardere termen als bijvoorbeeld rollatordoorgankelijk of, rolstoeltoegankelijk. m. Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. Het is aan de VWHR (Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland) om dit uit te werken. Tot dusver hebben wij hier echter nog niets over gehoord. Daarom pleiten wij nogmaals voor dit punt: 5

Zienswijze 3: Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. n. Onderzoek in de verdere uitwerking of het instrument Huisvestingsvergunning terug moet komen in de nieuwe Regionale Huisvestingsverordening. Dit is onderzocht, waarbij de conclusie was dat een Huisvestingsvergunning noodzakelijk was. De ontwerp Huisvestingsverordening geeft de mogelijkheid om de Huisvestingsvergunning te laten vervallen als er een convenant afgesloten is. Dit is mogelijk voor zowel corporaties als particuliere verhuurders van sociale woningen. Wij vinden het onwenselijk dat de huisvestingsvergunning voor corporaties vervalt bij een convenant. Bij problemen en huisuitzettingen is een huisvestingsvergunning een extra instrument dat ingezet kan worden om dit op te lossen. Daar hebben corporaties ook baat bij. Dit zou dan vervallen. Daarnaast zijn volgens ons de administratieve lasten voor corporaties nihil. Zij kunnen dit goed inpassen in hun proces van het afsluiten van een huurcontract. De beoordeling hebben de corporaties al gedaan bij het selecteren van een huurder. Zij moeten hun administratieve proces simpelweg zo inrichten dat bij het uitdraaien van het huurcontract gelijk de huisvestingsvergunning mee uitgedraaid wordt. Leiden heeft vraagtekens bij de handhaafbaarheid van de huisvestingsvergunning. Een quickscan laat zien dat in Leiden circa 10% van de sociale huurwoningen wordt verhuurd door particuliere verhuurders. Het vraagt veel inzet en capaciteit van de gemeenten om uit te zoeken en bij te houden welke particuliere verhuurder (meer dan 10) woningen sociaal verhuurt, daarop vergunningen te verlenen en te handhaven. Daarbij komt dat er een risico bestaat dat particuliere verhuurders, om bespaart te blijven van de regels van Woonzicht, dan maar de huren verhogen tot net boven de liberalisatiegrens (ca. 650). Een onbedoeld negatief effect is dat er zo minder sociale huurwoningen beschikbaar kunnen komen. Een onbedoeld positief effect is dat er zo meer huurwoningen beschikbaar kunnen komen voor inkomens midden- en lage middeninkomens. Zienswijze 4: Hou het verlenen van de huisvestingsvergunning door corporaties in stand. Zij kunnen dit eenvoudig inpassen in hun werkproces, zonder dat dit voor extra administratieve lasten zorgt. o. Motie centraal telefoonnummer nog niet afgehandeld. Ondanks herhaaldelijk verzoek in onder andere de Stuurgroep lijkt het er nog niet op dat er een centraal telefoonnummer voor Woonzicht komt. Wij pleiten nogmaals voor het instellen van een centraal telefoonnummer voor Woonzicht, zodat het voor woningzoekenden gebruiksvriendelijker wordt om Woonzicht te bereiken. Zienswijze 5: Stel een centraal telefoonnummer in voor Woonzicht. 6

p. Neem bij artikel 16 een sanctiemaatregel op voor als 30% Lokale beleidsruimte wordt overschreden [nieuwe aanbeveling]: De invulling en uitvoering van het lokaal maatwerk wordt gemandateerd aan de colleges van Burgemeester en Wethouders. Om te borgen dat de grens van het lokaal maatwerk niet wordt overschreden stellen wij voor om een sanctiemaatregel op te nemen: mocht het maximaal percentage lokaal maatwerk overschreden worden of het lokaal maatwerk onjuiste toegewezen zijn, dan is het DB bevoegd om de betreffende gemeente voor een volgende periode te korten op het maximaal aandeel lokaal maatwerk. De korting is in absolute zin dan even groot als het overschreden en/of onjuist toegewezen aantal woningen. Een voorbeeld: zijn er 10 woningen teveel / onjuist toegewezen, dan geldt voor de volgende periode een korting van 10 woningen op het maximaal percentage lokaal maatwerk. (NB dit punt is in het ambtelijk memo inhoudelijke aandachtspunten van HR wel meegegeven, maar nog niet overgenomen in de ontwerp Huisvestingsverordening). Op deze wijze krijgt het DB een instrument om hierop te kunnen handhaven. Zienswijze 6: Neem bij artikel 16 lokale beleidsruimte een sanctiemaatregel op voor als 30% lokale beleidsruimte wordt overschreden of onjuist wordt toegewezen. Geef het DB de bevoegdheid over dit instrument. Als laatste geven wij uw raad twee overwegingen mee over punten waar de Leidse huurdersorganisaties (FHLO en BHE) bezwaar tegen maken: de overgangsmaatregel/omzettingsmaatregel en de positie van stadsvernieuwingsurgenten. De overgangsmaatregel/omzettingsmaatregel. We constateren dat er zorgvuldig gekeken is naar een overgangsregeling, met als resultaat de omzettingsmaatregel. Dat gezegd hebbende betreuren wij dat er geen volgordecriterium gevonden is dat de doorstroming beter bevordert. Wij vinden doorstroming erg belangrijk. Dit lezen we ook terug in de nota van Beleidsuitgangspunten. Om die reden pleitten wij er voor met en goed volgordecriterium te komen dat de doorstroming bevorderd. q. Een juiste keuze in volgordecriteria is belangrijk voor de doorstroming: Leiden spoort de Stuurgroep aan met een goed (onderbouwd) volgordecriterium te komen. De ontwerp Huisvestingsverordening hanteert inschrijfduur als volgordecriterium. Naar onze mening is er onvoldoende onderzoek gedaan naar alternatieven voor dit criterium die de doorstroming beter bevorderen. Dat vinden wij een gemiste kans. We zien dat met de voorgestelde omzettingsmaatregel het merendeel van de woningzoekenden zijn rangorde op de wachtlijst behoudt. Wij kunnen ons vinden in deze omzettingsmaatregel. Daarbij geven wij u mee dat vanuit Leiden de FHLO (Federatie van Huurdersorganisaties van Leiden en Omstreken) en HBE (Huurderbelangenvereniging De Eendracht) ons hebben laten 7

weten dat volgens hen met deze maatregel huurders uit voormalig Holland Rijnland achtergesteld zouden worden ten opzichte van huurders uit de voormalige Rijnstreek. Zij worden in deze opvatting gesteund door de andere huurderorganisaties in voormalig Holland- Rijnland (samen een ruime meerderheid van alle huurders in de nieuw te vormen regio vertegenwoordigen). Door hen is ook onvrede geuit over de wijze waarop er binnen de stuurgroep met hun inbreng is omgegaan. De FHLO en HBE stellen een ander systeem voor waarbij: Als volgordecriterium inschrijftijd geldt, woonwaarde vervalt dan; Bij gelijke inschrijftijd de langste woonduur geldt; Aanvullend voor gelijke spelregels en kansen voor voormalig Holland Rijnland en Rijnstreek begint in de rijnstreek de inschrijftijd pas te tellen vanaf 1 juli 2006. Holland Rijnland heeft op de Woonruimteverdeling - informatieavond op 21 november aangegeven dat dit voorstel juridisch niet houdbaar zijn, met als reden dat de volgorde op de lijst woningzoekenden te veel wijzigt. De FHLO en HBE betwisten dat dit systeem juridisch onhoudbaar zou zijn. Wij bevelen aan om, gezien de grote twijfel hierover, Holland Rijnland op te dragen het alternatieve voorstel van de huurdersorganisaties voor de overgangsmaatregel zorgvuldig door de Stuurgroep juridisch te laten toetsen en hier uitsluitsel over krijgen. Zienswijze 7: Wij kunnen ons vinden in de omzettingsmaatregel. Desalniettemin dragen wij Holland Rijnland op om, gezien de grote twijfel van de Leidse huurdersorganisaties over de rechtmatigheid en eerlijkheid van dit systeem, het alternatieve voorstel van de huurdersorganisaties voor de overgangsmaatregel zorgvuldig door de Stuurgroep juridisch te laten toetsen en hier uitsluitsel over krijgen. De positie van stadsvernieuwingsurgenten De slaagkans van Stadsvernieuwingsurgenten verslechtert aanzienlijk in de nieuwe ontwerp Huisvestingsverordening: Stadsvernieuwingsurgenten verliezen de absolute voorrang en de periode waarin gekeken kan worden in de gehele regio wordt ingekort van 1 jaar naar een half jaar. De FHLO en HBE stellen voor om dit terug te brengen door de Stadsvernieuwingsurgenten absolute voorrang te verlenen of ze langer urgent te maken (minimaal 1,5 jaar). Daarnaast pleiten FHLO en HBE er voor om de uitbreiding van het zoekprofiel (tot de gehele regio) te verruimen tot 1 jaar voor sloop. Wij onderschrijven deze punten. Zienswijze 8: Herstel de absolute voorrang voor Stadsvernieuwingsurgenten, of maak ze langer urgent (minimaal 1,5 jaar); Verruim de uitbreiding van het zoekprofiel (tot de gehele regio) van Stadsvernieuwingsurgenten naar 1 jaar voor sloop. Samengevat: 8

De hierboven beschreven punten zijn hieronder samengevat. Dit komt overeen met de boodschap in de (bijgevoegde concept-)brief van uw raad aan Holland Rijnland. Wij zijn verheugt ter zien dat de hieronder genoemde punten opgenomen zijn in de ontwerp Huisvestingsverordening: Zorg dat de corporaties zelf kunnen bepalen hoe zij de 10% vrij toe te wijzen woningen gaan toewijzen. Bouw dit niet dicht met regeltjes. Neem in de huisvestingsverordening op dat urgenten meer dan één keer mogen weigeren of zelf aan de hand van een zoekprofiel woonruimte kunnen zoeken. Zorg bij de verdere uitwerking voor een eerlijke en transparante overgangsregeling en een duidelijke overgangsperiode. Meer aandacht voor woningruil. Wij benoemen nogmaals dat wij de oproep ondersteunen van de Stuurgroep Woonruimteverdeling aan de gemeenten die hun bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling nog niet overgedragen hebben aan Holland Rijnland om dit straks alsnog te doen. Wij dienen de volgende zienswijzen in: 1. Het maximaal aandeel lokaal maatwerk moet teruggebracht worden tot maximaal 20%. De specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen moet onder dit regulier lokaal maatwerk gebracht worden. 2. Neem in de huisvestingsverordening / het convenant met corporaties op dat sterrenwoningen expliciet gelabeld worden voor de doelgroepen senioren en gehandicapten. Pas hierbij de termen sterren aan naar gangbaardere termen als bijvoorbeeld rollatordoorgankelijk of, rolstoeltoegankelijk. 3. Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. 4. Hou het verlenen van de huisvestingsvergunning door corporaties in stand. Zij kunnen dit eenvoudig inpassen in hun werkproces, zonder dat dit voor extra administratieve lasten zorgt. 5. Stel een centraal telefoonnummer in voor Woonzicht. 6. Neem bij artikel 16 lokale beleidsruimte een sanctiemaatregel op voor als het maximum aan lokale beleidsruimte wordt overschreden of onjuist wordt toegewezen. Geef het DB de bevoegdheid over dit instrument. 7. Wij kunnen ons vinden in de omzettingsmaatregel. Desalniettemin dragen wij Holland Rijnland op om, gezien de grote twijfel van de Leidse huurdersorganisaties over de rechtmatigheid en eerlijkheid van dit systeem, het alternatieve voorstel van de huurdersorganisaties voor de overgangsmaatregel zorgvuldig door de Stuurgroep juridisch te laten toetsen en hier uitsluitsel over krijgen. 8. Herstel de absolute voorrang voor Stadsvernieuwingsurgenten, of maak ze langer urgent (minimaal 1,5 jaar); verruim de uitbreiding van het zoekprofiel (tot de gehele regio) van Stadsvernieuwingsurgenten naar 1 jaar voor sloop. Financiën: Niet van toepassing. 9

Evaluatie: Niet van toepassing. Bijgevoegde informatie: Ontwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2012 Concept convenant woonruimteverdeling corporaties Holland Rijnland 2013 Nadere regels woonruimteverdeling op de registratie, rangordebepaling en woningtoewijzing - concept Concept brief met zienswijzen namens de raad RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 13.0001 van 2013), mede gezien het advies van de commissie, BESLUIT: 1. Met instemming ervan kennis te nemen dat onderstaande punten overgenomen zijn in de ontwerp Huisvestingsverordening a. Zorg dat de corporaties zelf kunnen bepalen hoe zij de 10% vrij toe te wijzen woningen gaan toewijzen. Bouw dit niet dicht met regeltjes. b. Neem in de huisvestingsverordening op dat urgenten meer dan één keer mogen weigeren of zelf aan de hand van een zoekprofiel woonruimte kunnen zoeken. c. Zorg bij de verdere uitwerking voor een eerlijke en transparante overgangsregeling en een duidelijke overgangsperiode. d. Meer aandacht voor woningruil. 2. nogmaals de oproep te ondersteunen van de Stuurgroep Woonruimteverdeling aan de gemeenten die hun bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling nog niet overgedragen hebben aan Holland Rijnland om dit straks alsnog te doen. 3. vast te stellen de volgende zienswijzen op de ontwerp Huisvestingsverordening: a. Het maximaal aandeel lokaal maatwerk moet teruggebracht worden tot maximaal 20%. De specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen moet onder dit regulier lokaal maatwerk gebracht worden. b. Neem in de huisvestingsverordening / het convenant met corporaties op dat sterrenwoningen expliciet gelabeld worden voor de doelgroepen senioren en gehandicapten. Pas hierbij de termen sterren aan naar gangbaardere termen als bijvoorbeeld rollatordoorgankelijk of, rolstoeltoegankelijk. c. Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. d. Hou het verlenen van de huisvestingsvergunning door corporaties in stand. Zij kunnen dit eenvoudig inpassen in hun werkproces, zonder dat dit voor extra administratieve lasten zorgt. 10

e. Stel een centraal telefoonnummer in voor Woonzicht. f. Neem bij artikel 16 lokale beleidsruimte een sanctiemaatregel op voor als het maximum aan lokale beleidsruimte wordt overschreden of onjuist wordt toegewezen. Geef het DB de bevoegdheid over dit instrument. g. Wij kunnen ons vinden in de omzettingsmaatregel. Desalniettemin dragen wij Holland Rijnland op om, gezien de grote twijfel van de Leidse huurdersorganisaties over de rechtmatigheid en eerlijkheid van dit systeem, het voorstel van Holland Rijnland en het alternatieve voorstel van de huurdersorganisaties voor de overgangsmaatregel zorgvuldig door de Stuurgroep juridisch te laten toetsen en hier uitsluitsel over te krijgen. h. Herstel de absolute voorrang voor Stadsvernieuwingsurgenten, of maak ze langer urgent (minimaal 1,5 jaar); verruim de uitbreiding van het zoekprofiel (tot de gehele regio) van Stadsvernieuwingsurgenten uit tot 1 jaar voor sloop. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 14 februari 2013, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 13 februari 2013 ongewijzigd vastgesteld. Voor de behandeling in de raad was het voorstel middels een erratum gewijzigd. 11

TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: S. Kanselaar Organisatieonderdeel: Sociaal en economisch beleid Telefoon: 5549 E-mail: s.kanselaar@leiden.nl Portefeuillehouder: 12

Ruimtelijke Ordening, Binnenstad en PubliekszakenB en W.nr. 12.1302 d.d. 8-1-2013 Onderwerp Zienswijze op ontwerp Huisvestingsverordening 2013 Holland Rijnland Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. De raad voor te stellen: a. Met instemming ervan kennis te nemen dat onderstaande punten overgenomen zijn in de ontwerp Huisvestingsverordening i. Zorg dat de corporaties zelf kunnen bepalen hoe zij de 10% vrij toe te ii. wijzen woningen gaan toewijzen. Bouw dit niet dicht met regeltjes. Neem in de huisvestingsverordening op dat urgenten meer dan één keer mogen weigeren of zelf aan de hand van een zoekprofiel woonruimte kunnen zoeken. iii. Zorg bij de verdere uitwerking voor een eerlijke en transparante overgangsregeling en een duidelijke overgangsperiode. iv. Meer aandacht voor woningruil. b. nogmaals de oproep te ondersteunen van de Stuurgroep Woonruimteverdeling aan de gemeenten die hun bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling nog niet overgedragen hebben aan Holland Rijnland om dit straks alsnog te doen. c. Bijgaande brief aan Holland Rijnland vast te stellen waarin met de volgende zienswijzen wordt gereageerd op de ontwerp Huisvestingsverordening: i. Het maximaal aandeel lokaal maatwerk moet teruggebracht worden ii. tot maximaal 20%. De specifieke toewijzing van sociale nieuwbouwwoningen moet onder dit regulier lokaal maatwerk gebracht worden. Neem in de huisvestingsverordening / het convenant met corporaties op dat sterrenwoningen expliciet gelabeld worden voor de doelgroepen senioren en gehandicapten. Pas hierbij de termen sterren aan naar gangbaardere termen als bijvoorbeeld rollatordoorgankelijk of, rolstoeltoegankelijk. iii. Zorg bij de verdere uitwerking voor een klantvriendelijk en iv. gebruiksvriendelijk systeem waar voldoende informatie over (aangepaste) woningen te vinden is en men met vragen terecht kan. Hou het verlenen van de huisvestingsvergunning door corporaties in stand. Zij kunnen dit eenvoudig inpassen in hun werkproces, zonder dat dit voor extra administratieve lasten zorgt. v. Stel een centraal telefoonnummer in voor Woonzicht. vi. Neem bij artikel 16 lokale beleidsruimte een sanctiemaatregel op vii. voor als het maximum aan lokale beleidsruimte wordt overschreden of onjuist wordt toegewezen. Geef het DB de bevoegdheid over dit instrument. Wij kunnen ons vinden in de omzettingsmaatregel. Desalniettemin dragen wij Holland Rijnland op om, gezien de grote twijfel van de Leidse huurdersorganisaties over de rechtmatigheid en eerlijkheid van dit systeem, het alternatieve voorstel van de 13

viii. huurdersorganisaties voor de overgangsmaatregel zorgvuldig door de Stuurgroep juridisch te laten toetsen en hier uitsluitsel over krijgen. Herstel de absolute voorrang voor Stadsvernieuwingsurgenten, of maak ze langer urgent (minimaal 1,5 jaar); verruim de uitbreiding van het zoekprofiel (tot de gehele regio) van Stadsvernieuwingsurgenten uit tot 1 jaar voor sloop. Perssamenvatting: De ontwerp Huisvestingsverordening van Holland Rijnland ligt ter inzage. De Huisvestingsverordening regelt de verdeling van de sociale woningen, beter bekent als Woonzicht. Gemeenteraden kunnen hier zienswijzen op indienen. Het college heeft haar advies aan de raad vastgesteld over de ontwerp Huisvestingsverordening, zodat de raad dit bij haar besluitvorming over de zienswijze van Leiden kan betrekken. 14

In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, NADERE REGELS WOONRUIMTEVERDELING OP DE REGISTRATIE,. RANGORDEBEPALING EN WONINGTOEWIJZING concept- Voorschoten en Zoeterwoude Grondslag: Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013 artikel 4 en hoofdstukken II en IV verwezen wordt naar artikelen in de verordening Artikel 1 Registratie van woningzoekenden art. 5, 6, 7 en 8 1. De VWHR draagt namens het Dagelijks Bestuur zorg voor het aanleggen en bijhouden van een gezamenlijke registratie van woningzoekenden, zulks met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk II van de Verordening. 2. De VWHR neemt een verzoek tot inschrijving alleen in behandeling indien: a. het door haar verstrekte inschrijfformulier volledig is ingevuld. b. binnen dertig dagen na indiening van het verzoek tot inschrijving het verschuldigde inschrijfgeld is voldaan. 3. De VWHR beslist binnen acht weken over de aanvraag tot inschrijving. 4. De VWHR verstrekt aan de ingeschreven woningzoekende een bewijs van inschrijving. 5. De inschrijving heeft gerekend vanaf de dagtekening van het bewijs van inschrijving een geldigheidsduur van één jaar. Artikel 2 Verzoek tot verlenging inschrijving art. 5 1. Jaarlijks dient de woningzoekende zich opnieuw als woningzoekende in te schrijven. 2. Tegen het einde van de geldigheidsduur van de inschrijving wordt de woningzoekende door de VWHR in de gelegenheid gesteld de inschrijving te verlengen. 3. Het verlengen van de inschrijving geschiedt door het binnen 30 dagen na het in kennis stellen van het aflopen van de inschrijfperiode betalen van het bedrag inzake de verlenging van inschrijving als woningzoekende. Artikel 3 Aanbieding van woonruimte art. 15, 16, 17, 18 1. De VWHR kan een maximum stellen aan het aantal reacties van een woningzoekende per publicatie. 2. Woonruimte kan na weigering voor een tweede maal geadverteerd worden. Hierbij kunnen ruimere toewijzingscriteria worden gesteld. Jaarlijks wordt door de verhuurders verantwoording afgelegd over hun verhuringen en de toepassing van de toewijzingscriteria aan de Beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur. 3. Verhuurders kunnen in bijzondere gevallen woonruimte toewijzen aan woningzoekenden wier specifieke situatie vraagt om een snelle oplossing op maat. Bij deze vrije beleidsruimte gaat het bijvoorbeeld om toewijzingen in verband met calamiteiten en beheerproblemen. De verhuurders leggen jaarlijks achteraf verantwoording af. Artikel 4 Rangordebepaling en toewijzing art. 15, 16, 17, 18, 19 Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90 info@hollandrijnland.net www.hollandrijnland.net BNG 28.51.13.992

1. Bij de toewijzing van woonruimte die door de verhuurders wordt aangeboden, geldt de rangordebepaling zoals in artikel 15 van de Verordening. 2. Een verhuurder mag t.a.v. een specifiek woningzoekende gemotiveerd van de rangorde afwijken, indien: a. er een gerechtelijk bevel is tot ontruiming in verband met overlast in de laatst bewoonde woning; b. er een gerechtelijk bevel is tot ontruiming in verband met huurachterstand die nog niet is betaald; c. er door de vorige verhuurder geen verklaring van geen huurachterstand wordt verstrekt; d. de woningcorporatie van mening is dat plaatsing van de kandidaat in de betreffende woning leidt tot problemen in de wijk, gelet op de sociale opbouw van de wijk of reeds ontstane probleemsituaties; e. er bij de woningtoewijzing sprake is van frauduleus handelen of opgave van onjuiste informatie door de woningzoekende; f. de woningzoekende zich op een onacceptabele wijze agressief heeft gedragen tegen een uitvoerder van de verordening. 3. Indien een eerdere huurovereenkomst met de kandidaat huurder is of dreigt te worden ontbonden, omdat deze zich niet als een goed huurder gedragen heeft, kunnen de verhuurders aanvullende voorwaarden stellen alvorens tot verhuring over te gaan. Artikel 5 Stadsvernieuwingsurgentie art.30 Indien de stadsvernieuwingsurgent een jaar voor de sloop of de ingrijpende woningverbetering nog geen andere woonruimte heeft, zal de urgente worden ondersteund bij het vinden van een passende woning in de eigen gemeente. Artikel 6 Citeertitel Deze regels worden aangehaald als nadere regels Woonruimteverdeling. Artikel 7 Inwerkingtreding Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking. Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland, d.d.. de secretaris, de voorzitter, R. van Netten H.J.J. Lenferink 16

17

Concept Convenant Woonruimteverdeling Corporaties Holland Rijnland 2013 Het Dagelijks Bestuur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland, ingevolge het bepaalde in artikel 21 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer H.J.J. Lenferink, handelend ter uitvoering van een besluit van het Dagelijks Bestuur d.d., hierna te noemen: het Dagelijks Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland, vertegenwoordigd door, voorzitter verder te noemen: de VWHR Overwegende dat: de woonruimteverdeling in de regio Holland Rijnland een uitvoering behoeft conform de inhoud van de (regionale model) Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013, vastgesteld door het Algemeen Bestuur; het kader voor dit Convenant wordt gevormd door de Huisvestingswet 1992, het Huisvestingsbesluit 1993, de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH); de samenwerking tussen partijen op het terrein van de verdeling van woonruimten in beheer van de deelnemende verhuurders tot doel heeft om daarmee gezamenlijk zorg te dragen voor een rechtvaardige, doelmatige en klantgerichte verdeling van deze woonruimten; ter uitvoering van de genoemde doelstellingen de verhuurders alle vrijkomende zelfstandige woningen beneden de huurprijsgrens en standplaatsen van woonwagens door middel van de daartoe aangewezen media aanbieden, met uitzondering van woningen die door directe koppeling worden toegewezen aan woningzoekenden die daarvoor in aanmerking komen; partijen het wenselijk vinden nadere afspraken te maken over de wijze waarop genoemde doelstellingen kunnen worden bereikt. Gelet op het besluit van het Dagelijks Bestuur om een aantal bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur aan de VWHR te mandateren, Komen overeen als volgt: Artikel 1 Begripsbepalingen In dit convenant wordt verstaan onder: a) aanbodmedium: een door of in opdracht van de verhuurders uitgegeven medium waarin vrijkomende woonruimten worden aangeboden; b) bijzondere doelgroepen: woningzoekenden die behoren tot één van de doelgroepen waarvoor krachtens het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen (BBSH) specifieke doelstellingen en/of prestatieafspraken gelden; c) beleidscommissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 4 van de Verordening die voorstellen kan doen voor de bijstelling van (de uitvoering van) het woonruimteverdeelbeleid; d) bezwaarschriftencommissie: de commissie die ingevolge de verordening is belast met de advisering inzake bezwaarschriften als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht; 18

e) corporatie: toegelaten instelling die ingevolge artikel 70, eerste lid, van de Woningwet (Stb 1991, 439) sociale huurwoningen exploiteert; f) Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; g) deelnemende verhuurders: verhuurders die woonruimten aanbieden via ; h) directe koppeling: toewijzing van woningen die zijn gereserveerd ter invulling van een bijzondere taakstelling (bijzondere doelgroepen), een bedrijfsbelang of woningruil; i) huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren; j) huisvestingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet; k) huurdersorganisaties: vertegenwoordigers van huurdersorganisaties uit de koepelorganisaties FHLO, SRH en huurdersorganisaties Rijnstreek l) huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per maand; m) huurprijsgrens: maximale huurprijs waarboven men niet meer in aanmerking komt voor huurtoeslag zoals omschreven in artikel 13, lid 1, sub a van de Wet op de huurtoeslag; n) inschrijftijd: de periode dat men op grond van de verordening is ingeschreven als woningzoekende in de regio; o) regio Holland Rijnland: het gebied bestaande uit het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude; p) stadsvernieuwingsurgente: de persoon die in het bezit is van een stadsvernieuwingsurgentieverklaring in de zin van de verordening; q) stadsvernieuwingsurgentieverklaring: een op grond van de verordening afgegeven verklaring waarbij de woningzoekende gedurende een in de verklaring genoemde periode onder de daarin gestelde voorwaarden, voorrang krijgt bij de toewijzing van woonruimte; r) urgente: de persoon die in het bezit is van een urgentieverklaring in de zin van de verordening; s) urgentiecommissie: de commissie als bedoeld in artikel 20 van de verordening, die is belast met de beoordeling van aanvragen om urgentie en de vaststelling van urgentie; t) Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland: rechtspersoon, die de in de regio Holland Rijnland werkzame toegelaten instellingen vertegenwoordigt, verder aan te halen als de VWHR; u) verhuurder: toegelaten instelling of particuliere aanbieder van sociale huurwoningen tot de huurprijsgrens v) Verordening: de (regionale model) Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013; w) woningzoekende: het huishouden dat in het register als bedoeld in artikel 5 van de verordening is ingeschreven respectievelijk ingeschreven wil worden; x) woonruimte: een ruimte met een eigen toegang, en die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat die afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Hiertoe behoren conform de Huisvestingswet ook standplaatsen voor woonwagens. Artikel 2 Werkingsgebied 1. Het bepaalde in dit convenant is van toepassing op woonruimten van leden van de VWHR gelegen in de regio Holland Rijnland voor zover ze vallen onder de reikwijdte van de Verordening. 2. Verhuurders, niet behorende tot de VWHR kunnen zich, tegen betaling van een door de VWHR bepaalde vergoeding, aansluiten bij het Convenant. Zij maken dat schriftelijk kenbaar aan de VWHR, het Dagelijks Bestuur en aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarbinnen zij werkzaam zijn en houden zich aan de verplichtingen, omschreven in het Convenant. 19

3. De aan dit convenant deelnemende verhuurders kunnen ook woonruimten met een huurprijs bóven de maximale huurtoeslaggrens via het aanbodmedium aanbieden, alsmede koopwoningen. Artikel 3 Beleidscommissie 1. Partijen stellen een beleidscommissie in die adviseert over (de uitvoering van) het woonruimteverdeelbeleid. 2. De beleidscommissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties 3. De beleidscommissie bestaat uit maximaal: a. drie leden op voordracht van het Dagelijks Bestuur; b. drie leden op voordracht van de VWHR; c. drie leden op voordracht van de regionale huurdersorganisaties; d. eventueel een onafhankelijke voorzitter, op voordracht van de leden gezamenlijk, wanneer een meerderheid van de leden in de beleidscommissie dit noodzakelijk acht. 4. De portefeuillehouder van de regio is voorzitter van de beleidscommissie en de afgevaardigde van de VWHR vicevoorzitter, tenzij invulling wordt gegeven aan artikel 3 lid 1 sub d van dit convenant. 5. Partijen zullen zich inspannen om een goede geografische afspiegeling te bereiken in de samenstelling van de beleidscommissie. Artikel 4 Taken en bevoegdheden 1. De Beleidscommissie is belast met de advisering aan het Dagelijks Bestuur en de VWHR over: a. de werking van de Verordening door de beoordeling van de jaarlijkse rapportages van de deelnemende verhuurders, en doet zonodig voorstellen tot wijziging daarvan; b. de werking van dit convenant en doet zonodig voorstellen tot wijziging daarvan; c. eventuele toepassing van passendheidscriteria (artikel 19 van de Verordening); d. het quotum voor bijzondere doelgroepen (artikel 17 van de Verordening) dat jaarlijks wordt vastgesteld; e. eventuele toepassing van sancties bij herhaaldelijk weigeren van aangeboden woonruimte (artikel 4 van de Verordening); f. eventuele wijzigingen in het urgentiebeleid of de uitvoering daarvan, dan wel in het reglement van de urgentiecommissie; g. eventuele beleids- of uitvoeringswijzigingen op grond van de aard en het aantal klachten en bezwaarschriften (artikel 11 en 12 van dit convenant); h. de hoogte van kosten zoals omschreven in artikel 14 van dit convenant i. nadere regels inzake de uitvoering van de Verordening. 2. De beleidscommissie kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het Dagelijks Bestuur en aan het bestuur van de VWHR over de zaken genoemd in het convenant. De besturen kunnen hiervan slechts gemotiveerd afwijken. 3. Het Dagelijks Bestuur zal de Verordening en de Verordening niet aanpassen, dan nadat de beleidscommissie is gehoord. Artikel 5 Registratie van woningzoekenden De VWHR draagt zorg voor het aanleggen en bijhouden van een gezamenlijke registratie van woningzoekenden, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5, 6, 7 en 8 van de Verordening en artikelen 1 t/m 3 van de beleidsregels woonruimteverdeling. Artikel 6 Aanbieding van woonruimte 1. De deelnemende verhuurders bieden de daarvoor in aanmerking vrijkomende sociale huurwoningen aan via een door of in opdracht van de VWHR uitgegeven medium. 20

2. Een advertentie voor vrijkomende woonruimte bevat in elk geval: a. aan welke vereisten de woningzoekende moet voldoen; b. de huurprijs, het type, de grootte, energielabel, toegankelijkheidsindicatie en de overig van belang zijnde kenmerken van de woonruimte; c. op welke wijze en binnen welke termijn op de advertentie moet worden gereageerd. 3. Woonruimte die geschikt is en door de verhuurder bestemd is voor specifieke doelgroepen, wordt door de verhuurders aangeboden met vermelding van doelgroepencriteria. 4. De toewijzing van aangeboden woonruimte geschiedt als omschreven in artikel 15 van de Verordening, artikel 3 van de beleidsregels of op basis van specifieke eisen op grond van de lokale beleidsruimte in artikelen 17 en 19 van de Verordening. 5. Toetsing aan passendheidseisen vindt eerst plaats nadat het Dagelijks Bestuur daartoe heeft besloten, na advies van de beleidscommissie (artikel 4 lid 2 van de Verordening). 6. Jaarlijks wordt door de verhuurders verantwoording afgelegd over hun verhuringen, alsmede de toepassing van de toewijzingscriteria en van de vrije beleidsruimte aan de Beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur. Artikel 7 Rangordebepaling en toewijzing 1. Bij de toewijzing van woonruimte die door de verhuurders wordt aangeboden, geldt de rangordebepaling zoals in artikel 15 van de Verordening, alsmede artikel 4 lid 2 en 3 van de beleidsregels Woonruimteverdeling. 2. Jaarlijks rapporteren de woningcorporaties aan de beleidscommissie over de woningtoewijzing, waaronder de toepassing van artikel 4 lid 2 en 3 van de beleidsregels Woonruimteverdeling. 3. De betreffende woningzoekende wordt door de verhuurder geïnformeerd over het besluit dat in mandaat van het Dagelijks Bestuur is genomen. 4. Daar waar bij het weigeren van een woningzoekende de openbare orde in het geding is (of kan komen), informeert de woningcorporatie tijdig de betreffende gemeente. 5. Bij de toewijzing van woonruimte door verhuurders aangesloten bij dit convenant, hoeft geen huisvestingsvergunning te worden afgegeven. 6. De toewijzingsresultaten worden bekend gemaakt in het aanbodmedium. Daarbij wordt tenminste vermeld het aantal reacties op de woning, de inschrijftijd van de woningzoekende die de woning toegewezen heeft gekregen en het aantal woningen dat door directe koppeling of door (stadsvernieuwings)urgenties is toegewezen, alsmede de wijze waarop over de toewijzingsresultaten beklag kan worden gedaan en bij wie. Artikel 8 Urgentieaanvraag 1. De VWHR zorgt voor afstemming onder de aangesloten corporaties in de werkwijze voor de afhandeling van een urgentieverzoek. [verordening stelt al waar urgentieverzoek wordt gedaan] 2. De aangesloten woningcorporaties dragen zorg voor ondersteuning bij een urgentieaanvraag door middel van een intake. Artikel 9 Bijzondere doelgroepen 1. De VWHR maakt voor de huisvesting van bijzondere doelgroepen (artikel 18 van de Verordening) quotumafspraken met instellingen in de regio Holland Rijnland en zal woonruimten ter beschikking stellen voor deze doelgroepen. 2. De VWHR is verantwoordelijk voor de toewijzing van de voor deze doelgroepen beschikbaar gestelde woonruimten. 3. Het Dagelijks Bestuur zal jaarlijks, op basis van een voorstel van de VWHR en na advisering door de beleidscommissie, op basis van een evaluatie van het voorafgaande jaar de quota voor de bijzondere doelgroepen vaststellen ten behoeve van de in lid 1 genoemde afspraken. Artikel 10 Beleid en verantwoording 21

1. Partijen zijn gezamenlijk en ieder voor zich verantwoordelijk voor het leveren van informatie die een bijdrage kan leveren aan de evaluatie van het woonruimteverdeelbeleid: a. De VWHR levert per kwartaal gegevens uit het systeem die nodig zijn om de woningmarkt te monitoren, en verspreidt deze onder de deelnemende verhuurders, de huurdersorganisaties en het samenwerkingsverband Holland Rijnland. b. De VWHR levert bovendien aan de beleidscommissie ieder halfjaar een toelichting op de onder a genoemde cijfers. c. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland verspreidt per kwartaal de gegevens onder de regiogemeenten. d. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland levert de jaarverslagen van de urgentiecommissie en de bezwaarschriftencommissie jaarlijks voor 1 juli aan de beleidscommissie. e. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland levert aan de beleidscommissie informatie over voornemens voor aanpassingen van het beleid betreffende urgentieverlening, als dit aan de orde is. f. De VWHR zorgt voor verspreiding van informatie over beleidsaanpassingen aan de deelnemende verhuurders. g. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland en de VWHR leveren halfjaarlijks informatie aan de beleidscommissie over behandelde klachten betreffende respectievelijk het woonruimteverdeelbeleid en de uitvoering daarvan. 2. De VWHR draagt er zorg voor dat de deelnemende verhuurders zich houden aan het bepaalde in dit convenant. Artikel 11 Klachtenbehandeling uitvoering convenant 1. Klachten naar aanleiding van een besluit ter uitvoering van dit convenant worden op grond van artikel 4 lid 2 van de Huisvestingswet behandeld door de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 34 van de Verordening. Adviezen over deze klachten zijn bindend. 2. Als klachten naar een ander orgaan zijn gestuurd dan waar ze moeten worden behandeld, worden ze per ommegaande doorgestuurd. 3. Jaarlijks stelt de bezwarencommissie een rapport op over de klachtenafhandeling en stuurt dit naar het Dagelijks Bestuur en de beleidscommissie. Artikel 12 Klachtenbehandeling over het systeem 1. Klachten over het systeem worden door de VWHR in samenspraak met de huurdersorganisaties behandeld. Klachten en vragen over het huisvestingsbeleid worden behandeld door het samenwerkingsverband Holland Rijnland. 2. Als klachten naar een ander orgaan zijn gestuurd dan waar ze moeten worden behandeld, worden ze per ommegaande doorgestuurd. 3. Een klachtencommissie zal klachten over het systeem beoordelen en in haar advies aangeven aan wie haar advies is gericht, dat wil zeggen aan de VWHR en/of aan één van de deelnemende verhuurders. 4. De klachtencommissie over het systeem bestaat uit drie leden. Een lid wordt benoemd op voorspraak van de VWHR, een lid op voorspraak van de koepels van huurdersorganisaties en een derde lid op voorspraak van de beide eerder benoemde leden. 5. De commissie als bedoeld in lid 5 zal ad hoc bijeengeroepen worden, afhankelijk van het aantal klachten en met inachtneming van de afhandelingstermijn van lid 7. 6. Klachten worden binnen een termijn van acht weken na ontvangst afgehandeld. 7. Jaarlijks stelt de klachtencommissie een rapport op over de klachtenafhandeling en stuurt dit naar de beleidscommissie. Artikel 13 Geschillen 22