Inspectierapport Kinderhonk Nassau (KDV) Nassaukade 327 1053 LT AMSTERDAM Registratienummer: 193165399 Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 06-07-2015 Type onderzoek: Nader onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-07-2015 Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 1/9
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Personeel en groepen Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 2/9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 6 juli 2015 is er, op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en naar aanleiding van een handhavingsbesluit dat is genomen door de gemeente, een nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek betreft een onaangekondigd onderzoek op de locatie aangevuld met een documentenonderzoek. Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Beschouwing Organisatie Het kinderdagverblijf is onderdeel van Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en behoren tot verschillende houders (besloten vennootschappen). Het inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden bij kinderdagverblijf Kinderhonk Nassau; deze vestiging behoort tot de houder Kinderhonk Nassau B.V. Kinderdagverblijf Kinderhonk Nassau bestaat uit vier babygroepen, twee peutergroepen en één peuterplusgroep. De babygroepen zijn gehuisvest op de begane grond. De peutergroepen en de peuterplusgroep bevinden zich op de eerste verdieping. Voorgeschiedenis Tijdens het nader onderzoek van 9 maart 2015 is er een overtreding geconstateerd met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio. Tevens zijn er tijdens het jaarlijks onderzoek van 9 maart 2015 overtredingen geconstateerd met betrekking tot een passende beroepskwalificatie voor beroepskrachten, de opvang in stamgroepen, de inzet van beroepskrachten tijdens pauzetijden en het in staat stellen van de oudercommissie om advies uit te brengen. Naar aanleiding hiervan is het Bureau Kinderopvang een handhavingsprocedure gestart en is er op 28 april 2015 een voornemen last onder dwangsom en vervolgens op 8 juni 2015 een last onder dwangsom opgelegd aan de houder met een hersteltermijn van twee weken. Op 6 juli 2015 heeft de toezichthouder een nader onderzoek uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre de overtredingen zijn opgeheven. Uit het nader onderzoek blijkt dat aan alle voorwaarden wordt voldaan. Advies aan college van B&W De houder heeft de eerder geconstateerde overtredingen hersteld. De toezichthouder adviseert om de handhaving af te sluiten. Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 3/9
Observaties en bevindingen Personeel en groepen Tijdens het jaarlijks inspectiebezoek van 9 maart 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat één van de uitzendkrachten (nog) niet beschikte over een afgeronde beroepsopleiding die kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker. Passende beroepskwalificatie De vestigingsmanager verklaart tijdens het inspectiebezoek dat de desbetreffende beroepskracht niet meer wordt ingezet bij het kinderdagverblijf. De toezichthouder heeft de roosters van week 26 en 27 van 2015 opgevraagd bij de houder en hieruit blijkt dat de uitzendkrach/beroepskracht die niet in het bezit was van een geldig diploma inderdaad niet is ingezet in deze periode. Tevens heeft de toezichthouder geconstateerd dat alle beroepskrachten die in week 26 en week 27 van 2015 zijn ingezet een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie hebben zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Tijdens het jaarlijks inspectiebezoek van 9 maart 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat er geen sprake is van opvang in vaste stamgroepen omdat er op incidentele basis wordt samengevoegd. Het kinderdagverblijf heeft zeven stamgroepen. Babygroep 1 en Babygroep 3 bestaan elk uit maximaal twaalf kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Babygroep 2 en Babygroep 4 bestaan elk uit maximaal negen kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Peutergroep 1 bestaat uit vijftien kinderen tussen de 2 en 3 jaar. Peutergroep 2 bestaat uit maximaal zestien kinderen tussen de 2 en 3 jaar. De Peuterplusgroep bestaat uit maximaal zestien kinderen tussen de 3 en 4 jaar. Tijdens het huidige inspectiebezoek van 6 juli 2015 (op een maandag waarop tijdens het vorig jaarlijks onderzoek werd samengevoegd) worden de kinderen opgevangen in hun eigen stamgroep. De vestigingsmanager en de aanwezige beroepskrachten verklaren onafhankelijk van elkaar dat de peutergroepen elke vrijdag worden samengevoegd tot één vaste stamgroep. Hier zijn ouders per e-mail over geïnformeerd. Op andere dagen wordt er niet meer samengevoegd en is er volgens de vestigingsmanager en de beroepskrachten ook geen sprake meer van incidenteel samenvoegen. In vakantieperiodes kan het wel voor komen dat groepen worden samengevoegd. Hierover zijn ouders geïnformeerd via de nieuwsbrief. Uit de presentielijsten en de roosters van week 26 en 27 van 2015 blijkt dat de opvang in deze periode plaats heeft gevonden in stamgroepen. Uit het voorgaande concludeert de toezichthouder dat de kinderen worden opgevangen in stamgroepen. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het nader onderzoek van 9 maart 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat er niet te allen tijde aan de beroepskracht-kind-ratio werd voldaan in de periode van 5 februari tot en met 9 maart 2015. Op 6 juli 2015 heeft het inspectiebezoek plaats gevonden. Tijdens het bezoek heeft de toezichthouder per groep onderzocht hoeveel kinderen en hoeveel beroepskrachten er aanwezig zijn. De toezichthouder heeft per groep de aanwezige kinderen geteld en aan de beroepskrachten gevraagd of dit aantal klopt. Daarnaast heeft de toezichthouder tijdens het inspectiebezoek de plaatsingslijsten van de maanden juni en juli 2015 ontvangen van de vestigingsmanager; hierop staan de geboortedata van de aanwezige kinderen vermeld. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. -Er worden namelijk in babygroep 1 negen kinderen tussen de nul en twee jaar, opgevangen door twee beroepskrachten; -In babygroep 2 worden zeven kinderen tussen de nul en twee jaar, opgevangen door twee beroepskrachten; -In babygroep 3 worden zeven kinderen tussen de nul en twee jaar, opgevangen door twee beroepskrachten; -In babygroep 4 worden acht kinderen tussen de nul en twee jaar, opgevangen door twee beroepskrachten; -In peutergroep 1 worden acht kinderen tussen de twee en drie jaar, opgevangen door één beroepskracht; -In peutergroep 2 worden dertien kinderen tussen de twee en drie jaar, opgevangen door twee beroepskrachten; -In de peuterplusgroep worden acht kinderen tussen de drie en vier jaar, door één beroepskracht opgevangen. De toezichthouder heeft de presentielijsten en plaatsingslijsten van week 26 en 27 van 2015 en de daarbij behorende werkroosters van de beroepskrachten onderzocht. De toezichthouder constateert dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Tijdens het jaarlijks onderzoek van 9 maart 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat tijdens de middagpauze, als tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio, niet minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet. Tijdens het inspectiebezoek van 6 juli 2015 verklaren de beroepskrachten dat zij ieder om de beurt zestig Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 4/9
minuten pauzeren als er twee beroepskrachten op de groep werken. Wanneer er drie beroepskrachten op de groep werkzaam zijn, wordt er na elkaar veertig minuten gepauzeerd tussen 13.00 en 15.00 uur. Zo wordt gewaarborgd dat altijd minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprekken met de vestigingsmanager - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 6 juli 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten in week 26 en 27 van 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - Presentielijsten van week 26 en 27 van 2015, ontvangen tijdens inspectiebezoek d.d. 6 juli 2015 - Plaatsingslijst van de maand juni 2015, ontvangen tijdens inspectiebezoek d.d. 6 juli 2015 - Plaatsingslijst van de maand juli 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - E-mailbericht van vestigingsmanager naar ouders m.b.t. het samenvoegen d.d. 29 juni 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - Nieuwsbrief, ontvangen op 6 juli 2015 - Pedagogisch werkplan Nassau versie april 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - Inspectiebezoek d.d. 6 juli 2015 Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 5/9
Ouderrecht Tijdens het jaarlijks inspectiebezoek van 9 maart 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat de houder de oudercommissie niet in staat heeft gesteld haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de onderwerpen waarover advies dient te worden gevraagd, zoals bijvoorbeeld het pedagogisch werkplan. Oudercommissie De vestigingsmanager verklaart dat sinds het jaarlijks onderzoek van 9 maart 2015 het pedagogisch werkplan twee maal is gewijzigd. Beide wijzigingen zijn ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. De oudercommissie heeft hier positief op geadviseerd. Dit blijkt ook uit een e-mailwisseling tussen de vestigingsmanager en de oudercommissie. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de vestigingsmanager - Adviesaanvraag pedagogisch werkplan april 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - Adviesaanvraag pedagogisch werkplan mei 2015, ontvangen op 6 juli 2015 - Reactie oudercommissie d.d. 21 mei 2015, ontvangen op 6 juli 2015 Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 6/9
Inspectie-items Personeel en groepen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 7/9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderhonk Nassau Vestigingsnummer : 000023211377 Website : http://www.hetkinderhonk.nl Aantal kindplaatsen : 99 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderhonk Nassau B.V. Adres houder : Herengracht 576 Postcde en plaats : 1017 CJ AMSTERDAM KvK nummer : 53327500 Website : www.hetkinderhonk.nl Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : 020 555 55 75 Onderzoek uitgevoerd door : Mw. J. Jochems Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : 06-07-2015 Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : 09-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : 14-07-2015 Verzenden inspectierapport naar : 14-07-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 8/9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Dit onderzoek wordt wel openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Kinderhonk Nassau - Nader onderzoek 06-07-2015 9/9