Notitie Aan: C.c: Van: Saskia Cuijpers en Max Houtzager Doorkiesnummer: 030-69 88 291 : 22 mei 2012 Betreft:, uitgave 1 Kenmerk QZ301v1.0_INV_ADDu1.pdf 1. Inleiding In de COZ is een voorstel voorgelegd voor de vaststelling van de QZ waarbij afgeweken wordt van de gelaagde en flexibele aanlevering. Verzekeraars hebben gevraagd om aan te geven wat de consequenties zijn voor de aanlevering van de QZ. Vektis heeft op 24 april 2012 een addendum uitgebracht waarin besproken is wat de consequenties zijn voor de documentatie van de QZ Naar aanleiding van het addendum dat verzonden is, hebben enkele verzekeraars gereageerd. Er is om een nadere uitwerking gevraagd over de wijze waarop de velden, - risicodrager en - gevuld moeten worden. Verder hebben enkele verzekeraars aangegeven dat zijn niet akkoord gaan met de instructie die opgenomen is voor het aanleveren van de AWBZ-schade (die gedeclareerd is via de QZ) Naar aanleiding van de reactie van de verzekeraars is deze definitieve uitgave van het addendum opgesteld waarin de opmerkingen van de verzekeraars verwerkt zijn. 2. Nieuwe uitgangspunten mbt aanleveren Het besluit is gevallen om de optie van gelaagd aanleveren en flexibel aanleveren voorlopig uit te stellen. Gelaagd aanleveren Het vervallen van gelaagd aanleveren betekent dat in de declaratiebestanden die de verzekeraar aan Vektis aanlevert, alleen de declaratiegegevens van één opgenomen mogen zijn. Dus per risicodrager of moet er een afzonderlijk bestand worden aangeleverd. Flexibel aanleveren Het laten vervallen van de flexibele aanleveren betekent dat er een vaste aanleverperiode is afgesproken. Voor de QZ was al afgesproken dat de aanleveringen op maandniveau zouden plaatsvinden. Op dat punt vindt er geen verandering plaats. Wel was in de invulinstructie aangegeven dat de heraanleveringen die mogelijk door verzekeraars gedaan worden een andere periode kunnen bestrijken dan de aanlevering die vervangen wordt. Deze mogelijkheid vervalt. 1/5
Alle aanleveringen die gedaan worden, moeten maandaanleveringen zijn. Zowel de 'eerste' aanlevering als de heraanlevering. 3. Consequenties voor QZ en documentatie QZ Het besluit om de aanleveropties te vereenvoudigen heeft geen consequenties voor de BER van de QZ, de STB en de RBC. Wel voor de wijze waarop de velden gevuld worden. Dat wordt in deze paragraaf toegelicht. 3.1 Gelaagd aanleveren Per risicodrager of moet er een afzonderlijk bestand aangeleverd worden. De van het bestand is dus een risicodrager of een en alle prestaties in het bestand zijn geboekt op dezelfde risicodrager of. Dit betekent dat het veld () gelijk moet zijn aan de waarde van het veld risicodrager (0204, 0404, 0604) of (0210, 0406, 0606). In de volgende tabel is een voorbeeld opgenomen. Tabel 1-1, praktijkvoorbeelden BASISVERZEKERING Situatie 1: Risicodrager Een verzekerde is vanaf 1 januari 2012 verzekerd bij risicodrager CZ (7119). Er wordt een bestand aangeleverd voor risicodrager CZ (7119). 0204, 404 en 604 risicodrager 0210, 406 en 606 7119 7119 0000 BASISVERZEKERING Situatie 2: Volmacht Een verzekerde is vanaf 1 januari 2012 verzekerd bij Nedasco (8965). Er wordt een bestand aangeleverd voor de Nedasco (8965) 0204, 404 en 604 risicodrager 8965 7095 8965 0210, 406 en 606 3.2 Identificatie van bestanden Om de bestanden van de verzekeraars op te kunnen slaan in het datawarehouse heeft Vektis een module ontwikkeld waarmee de bestanden geïdentificeerd worden. De aangeleverde bestanden (die via VECOZO naar Vektis worden doorgestuurd) worden geïdentificeerd op basis van het veld () en bron id (0111). 2/5
Een verzekeraar die meerdere risicodragers en / of en in haar portefeuille heeft, moet voor al deze UZOVI's een apart bestand aanleveren. Voor al deze bestanden moet het veld gevuld zijn met een unieke waarde. Namelijk het waarvan de gegevens in het bestand zijn opgenomen. Dit is belangrijk voor de juiste identificatie van de bestanden. In de volgende tabel (tabel 1-2) is hiervan is een voorbeeld (situatie 1) weergegeven. Tabel 1-2, praktijkvoorbeelden Situatie 1: Aanlevering van meerdere bestanden over dezelfde periode door één verzekeraar VGZ ( risicodrager 7095) heeft meerdere en in haar portefeuille. Voor de maand januari levert ze twee bestanden aan voor de en 8965 (bestand 1) en 8956 (bestand 2). Voor beide bestanden wordt het veld gevuld met het van de (dus respectievelijk 8965 en 8956) Bestand 1: de aanlevering van UZOVI 8965 0108 Begindatum 0109 Einddatum UZOVInum mer 0204, 404 en 604 0210, 406 en 606 8965 20120101 20120131 0000 8965 Bestand 2: de aanlevering van UZOVI 8956 UZOVInum mer 0108 Begindatum 0109 Einddatum 0204, 404 en 604 0210, 406 en 606 8956 20120101 20120131 0000 8956 Verwerking van de gegevens in situatie 1: Alle records uit beide bestanden krijgen de status 'actieve' records. 3.2.1 Onjuiste vulling van het veld Zoals hierboven aangegeven is dient een verzekeraar die meerdere risicodragers en / of en in haar portefeuille heeft, voor al deze UZOVI's een apart bestand aanleveren. Als in deze bestanden het veld met dezelfde waarde wordt gevuld, zal de identificatie van het bestand niet juist verlopen. De bestanden zullen dan gezien worden als heraanleveringen. In de volgende tabel (tabel 1-3) is hiervan een voorbeeld weergegeven (situatie 2). 3/5
Tabel 1-3, praktijkvoorbeelden Situatie 2: Incorrecte aanlevering van meerdere bestanden door één verzekeraar VGZ ( risicodrager 7095) heeft meerdere en in haar portefeuille. Voor de maand januari levert ze twee bestanden aan voor de en 8965 (bestand 1) en 8956 (bestand 2). Voor beide bestanden wordt het veld gevuld met het van de centrale verwerkingseenheid van de en (8980). Bestand 1: de aanlevering van UZOVI 8965 0108 Begindatum 0109 Einddatum UZOVInum mer 0204, 404 en 604 0210, 406 en 606 8980 20120101 20120131 0000 8965 Bestand 2: de aanlevering van UZOVI 8956 UZOVInum mer 0108 Begindatum 0109 Einddatum 0204, 404 en 604 0210, 406 en 606 8980 20120101 20120131 0000 8956 Verwerking van de gegevens in situatie 2: Deze aanleveringen worden gezien als een heraanlevering. Eerst wordt het eerste bestand ingelezen (UZOVI 8965) en worden deze records op actief gezet. Vervolgens wordt het tweede bestand ingelezen (UZOVI 8956) en worden de records van het eerste bestand (8965) afgesloten en worden de records van het tweede bestand (8956) op actief gezet. 3.3 Flexibel aanleveren Het uitgangspunt is maandaanleveringen. Dit impliceert dat voor alle aanleveringen de begindatum verwerking (0108) altijd op de eerste dag van de maand valt en de einddatum verwerking (0109) altijd op de laatste dag van de maand. Dit geldt zowel voor 'de eerste aanlevering' als voor eventuele heraanleveringen. Deze moeten altijd dezelfde periode bestrijken. Om na te gaan of het om een nieuwe aanlevering gaat of een heraanlevering wordt nagegaan of er al records zijn aangeleverd voor deze en bron, die binnen de periode van het bestand vallen (qua verwerkingsdatum). Aan de hand van de die is aangegeven in het voorlooprecord wordt afgeleid of het om een heraanlevering gaat of niet. Als er sprake is van een bestand met dezelfde wordt de aanlevering beschouwd als een heraanlevering. Bij een heraanlevering worden alle records in het datawarehouse van Vektis die een verwerkingsdatum hebben die ligt tussen de begin- en einddatum van de heraanlevering (zoals door de aangegeven in het voorlooprecord) verwijderd, alvorens de nieuwe gegevens worden geladen. 4/5
Deze systematiek komt overeen met de systematiek die staat beschreven in de invulinstructie van de QZ. Met het verschil dat de voor (her)aanleveringen altijd dezelfde periode moet bestrijken. Deze manier van verwerken, maakt het mogelijk om in de toekomst gegevens te vervangen door vrij te kiezen periodes. In de volgende tabel is een voorbeeld weergegeven. Tabel 1.3 Invulvoorbeeld Situatie Een zender van schadegegevens heeft schadebestanden aangeleverd voor de maand januari 2012. De begindatum is 1 januari 2012, de einddatum 31 januari 2012. De aanmaakdatum van het bestand is 10 februari 2012. In dit bestand zijn 3 records opgenomen, één voor verwerkingsdatum 5 januari 2012, één voor 6 januari 2012 en één voor 7 januari 2012. Vervolgens vindt er een heraanlevering plaats voor de maand januari 2012. De begindatum is 1 januari 2012, de einddatum 31 januari 2012. De aanmaakdatum van het bestand is 20 februari 2012. In dit bestand zijn 3 records opgenomen, één voor verwerkingsdatum 6 januari 2012, één voor 8 januari 2012 en één voor 10 januari 2012. Deze bestanden worden na elkaar aangeleverd en er zijn in deze periode geen andere bestanden aangeleverd. Dit betekent dat het referentienummer van het eerste bestand 1 is, van het tweede bestand 2 Aanmaakdatum Begindatum Einddatum Verwerkingdatum (prestatierecord en tariefrecord) 0112 Referentienummer dit schadebestand 20120210 20120101 20120131 20120105 1 X 20120210 20120101 20120131 2012 1 X 20120210 20120101 20120131 20120107 1 X 20120220 20120101 20120131 2012 2 20120220 20120101 20120131 20120108 2 20120220 20120101 20120131 201201010 2 Records die afgesloten worden 3.4 AWBZ-schade Via de QZ301 kan ook AWBZ-schade aangeleverd worden. In het concept van het addendum was een invulinstructie opgenomen over de wijze waarop de AWBZ-schade aan Vektis aangeleverd moet worden. Omdat de discussie nog over loopt over welke UZOVI-codes gebruikt gaan worden in de AWBZ komt deze invulinstructie te vervallen. Voorlopig hoeft er dus (nog) geen AWBZ-schade aangeleverd te worden aan Vektis. Zodra hier meer over bekend is, zal Vektis aangeven hoe de AWBZ-declaraties aangeleverd moeten worden via de QZ301. 5/5