Reactie KBvG op Wetsvoorstel tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet

Vergelijkbare documenten
Komziujjie BeoovsoRG1sAnE v GERECIITSDEUI.WhARDEES. Fax Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie +jo)7o De heermr. F.

Ook bij de deurwaarde staat de tijd niet stil. Naam: Michel van Leeuwen Functie: directeur/gerechtsdeurwaarder

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

No.W /II 's-gravenhage, 19 juni 2014

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Hilversum, 11 april 2018 Betreft: klacht niet voldoen aan Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan : Leden, Ledenraad, bestuur en commissie wetgeving van de KBvG Betreft : wijziging Gerechtsdeurwaarderswet d.d.

1. Onderdeel d komt te luiden: d. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

lid van de vereniging : een aspirant-lid, gewoon lid dan wel buitengewoon lid van de vereniging;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van:

KLACHTENREGELING. Inleiding

Tuchtrecht voor gerechtsdeurwaarders. Martin Scharenborg

1. Algemeen. Gegevensbescherming

IN OPDRACHT VAN STRUYCKEN ADVOCATEN. De gerechtsdeurwaarder en de betekening van het proces-verbaal.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 11 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht incassobonussen van deurwaarders voor grote klanten

Involon Incasso & deurwaarderssymposium. 29 juni Wilbert van de Donk Voorzitter KBvG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

FAQ - LIJST. 2. Vraag: Worden de auditors op de hoogte gehouden van ontzettingen uit het ambt en van waarnemingen? Antwoord: Nee.

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Klachten RvA

Reactie van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incassoondernemingen (NVI) op het wetsvoorstel wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet.

Hilversum, 14 oktober 2015 Betreft: reactie doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht Gerechtsdeurwaarders (34145) Onze ref.:db.

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

REGLEMENT INZAKE DE TUCHTRECHTSPRAAK van de Stichting Rentmeesterskamer

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens. 2. Advies van de voorzitter van de commissie.

Preadvies over beslagvrije voet bij bankbeslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS. Beslissing in de zaak onder nummer van: C/13/ / DW RK 15/1067

Betreft: Reactie op de internetconsultatie vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht in civiele procedures Kenmerk:

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU5084 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

REGLEMENT VAN HET NAAV COLLEGE VAN BEROEP

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

gerechtsdeurwaardersregister en de sancties die tuchtrechtelijk kunnen worden opgelegd.

GEMEENTE SLUIS KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Interne beheersing: Aan assurance verwante opdrachten Inleiding. Het kwaliteitsonderzoek. Regelgeving. Vragenlijst.

Onder vernummering van artikel 46a tot artikel 46aa wordt een artikel ingevoegd luidende:

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

VOOR RECHTSPRAAK. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Van der Steur,

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoe kunt u de Lex silencio positivo invoeren? Een handreiking voor medeoverheden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Raad voor Accreditatie (RvA) Klachtenprocedure RvA

Beoordeling. h2>klacht

3. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden: f. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25;

Algemene voorwaarden van HNL Debiteurenbeheer & Incasso C.V. te Lelystad. 1. Toepassingsgebied

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

IIII!llhIiIIIIlIIIII!!I1II1iii

Klachtenregeling Universiteit Twente

2.1 HNL Incassodiensten B.V. is gevestigd te Lelystad. 2.2 Cliënten zijn opdrachtgevers die HNL Incassodiensten B.V. een opdracht verstrekken.

Verordening op de Raad voor Toezicht

besluit van de gemeenteraad

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)

Datum 18 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Specialisten vereniging migratierecht advocaten SVMA

Regelement op het tuchtrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

CVDR. Nr. CVDR603437_1

Lid van de vereniging, waarover een klacht is ingediend. Een natuurlijk persoon waarover een lid tot curator, bewindvoerder of mentor is benoemd.

Samenvatting. Achtergrond

Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018

Rapport. Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober Rapportnummer: 2012/172

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden

Beoordeling Bevindingen

Transcriptie:

Reactie KBvG op Wetsvoorstel tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet In deze notitie worden de contouren geschetst van de reactie van de KBvG op het wetsvoorstel tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet. Bij het opstellen van deze reactie zijn de volgende documenten betrokken: Noblesse Oblige, Evaluatierapport Commissie Van der Winkel, maart 2009 Reactie KBvG op de aanbevelingen in Noblesse Oblige, juli 2009 Kabinetsstandpunten op de aanbevelingen in Noblesse Oblige, november 2009 Aanbevelingen ledenraad t.a.v. vestigings- en toevoegingenbeleid, september 2010 KBvG position paper tuchtrecht, april 2009 Artikel 1b Ons voorstel is om Er is een register voor gerechtsdeurwaarders te wijzigen in Er is een register van gerechtsdeurwaarders. Artikel 2 lid 1 en Artikel 20 lid 3 onder e Het opmaken van een schriftelijke verklaring betreffende door de gerechtsdeurwaarder persoonlijk waargenomen feiten van stoffelijke aard (proces-verbaal van constatering) is in veel omringende landen (o.a. Frankrijk en België) een ambtshandeling, waardoor dit proces-verbaal het karakter van een authentieke akte heeft en derhalve dwingende bewijskracht. Zeker gezien de nadruk in het huidige procesrecht op substantiëring en bewijsmiddelen kan dit pv een waardevolle bijdrage leveren aan de waarheidsvinding. Door de feiten helder en onafhankelijk vast te leggen kan bijv. een descente overbodig worden en zelfs ook de gang naar de rechter worden voorkomen. Ons voorstel is om dit proces-verbaal van constatering niet langer als een vrije toegelaten nevenwerkzaamheid ex art. 20 Gdw op te nemen, maar als een ambtshandeling ex art. 2 Gdw. In ditzelfde licht is ons voorstel eveneens om exploten op de voet van art. 3:37 lid 2 BW ook in art. 2 uitdrukkelijk als ambtshandeling aan te duiden. Niet alleen om de authenticiteit ervan te benadrukken maar ook om bijvoorbeeld geen discussie te krijgen of je voor, bijvoorbeeld een exploot houdende stuiting van een verjaring, mag informeren bij de GBA (hetgeen alleen is toegestaan voor ambtelijke handelingen). Artikel 2 lid 4 Dit artikel probeert de ongewenste gevolgen van het feit dat de gerechtsdeurwaarder als bestuursorgaan wordt aangemerkt te repareren. Het effect is namelijk dat de gerechtsdeurwaarder als bestuursorgaan zich moet verweren in bestuursrechtelijke procedures tegen door hem gegeven `beschikkingen. Zo geldt dat bijvoorbeeld de WOB ook bij de gerechtsdeurwaarder wordt toegepast bij verzoeken om informatie. Gegeven de parlementaire geschiedenis van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn deze effecten niet beoogd en gezien de aard en organisatie van een gerechtsdeurwaarderskantoor ook niet wenselijk. Ons voorstel is om naast de hoofdstukken 3,4 en 9 de hoofdstukken 6,7,8, de WOB en Wno uit te sluiten. Ons voorstel is ook om de in de toelichting als reden aan te geven dat de gerechtsdeurwaarder naar zijn aard geen bestuursorgaan kàn zijn en destijds mèt de bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast had moeten worden ondergebracht in artikel 1:1 lid 2 onderdeel c Awb. Artikel 3 lid 2 sub c

Zie de door de KBvG voorgestelde wijziging van de verordening onafhankelijkheid. Het optreden voor de participant die indirect opdrachtgever geen juridisch eigenaar van de vordering is, moet wel mogelijk zijn. Artikel 11 lid b In dit kader is het belangrijk de volgende casus te schetsen: Artikel 10 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder nauwgezet en zorgvuldig handelt in financiële aangelegenheden en dat hij geen onnodige koste maakt. De toelichting preciseert dat de gerechtsdeurwaarder geen onnodige kosten mag maken, ook niet wanneer de opdrachtgever hierom vraagt. De gerechtsdeurwaarder kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor de kosten van derden, zoals collegadeurwaarders of advocaten. Stel nu dat een deurwaarder belast is met een executie. Hij heeft drie keer bankbeslag gelegd telkens zonder resultaat en bericht zijn opdrachtgever dat hij de zaak wil sluiten. De opdrachtgever stelt dat hij weet dat het een kleine kans is, maar hij wil het beslag nog tien keer herhalen in de volgende tien weken omdat hij toch zijn geluk wil beproeven. De gerechtsdeurwaarder stelt, op basis van het nieuwe artikel 11 lid b, dat hij dat niet mag doen en weigert dus de opgedragen ambtshandeling. De opdrachtgever stelt de deurwaarder aansprakelijk en kan bewijzen dat er vijf weken na de opdracht een bedrag van vijftienduizend euro op de rekening van de schuldenaar was gestort. Door de weigering van de gerechtsdeurwaarder is dit bedrag niet in beslag genomen. De gedrags- en beroepsregels gelden in het kader van het tuchtrecht. De gerechtsdeurwaarder moet verantwoording afleggen aan de tuchtrechter over de naleving daarvan. In die gedragsrechtelijke toetsing kan hij aangeven welke afwegingen hij heeft gemaakt ten opzichte van de regelgeving en op welke gronden hij tot welke slotsom is gekomen. Door dit voorgestelde artikel wordt het tuchtrecht verplaatst naar het civiele domein en wordt elke justitiabele via dit artikel gebonden aan de voor deurwaarders geldende regels. Hierdoor krijgen deze regels civielrechtelijke effecten en dat is ongewenst. Als in het voorbeeld de door opdrachtgever gewenste beslagen worden gelegd dan kan de schuldenaar de schuldeiser in een civielrechtelijk geding aanspreken en stellen dat hij bij verhaal van deze kosten misbruik maakt van zijn bevoegdheid (art. 3:13 BW). De civiele rechter kan dat dan afwegen en daaromtrent beslissen. De schuldenaar kan de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk aanspreken voor het maken van nodeloze kosten. De gerechtsdeurwaarder kan zich dan verantwoorden ten overstaan van de tuchtrechter. Daarbij speelt de opdracht die aan hem is gegeven een rol. Dat is niet verschuilen achter maar wel verantwoorden van... Niet valt uit te sluiten dat de gerechtsdeurwaarder bijvoorbeeld zijn cliënt heeft geadviseerd dat die tien wekelijkse beslagen mogelijk niet allemaal verhaald kunnen worden en dat hij bij een opdracht om die kosten toch allemaal te innen gebruik zal maken van zijn bevoegdheid ex art. 438 lid 4 Rv, maar dat hij omdat er toch een (kleine) kans was dat er geld zou worden gestort de opdracht wel heeft uitgevoerd om te voorkomen dat de schuldeiser de kans op succes onmogelijk zou worden gemaakt. Ons voorstel is dan ook om deze toevoeging te schrappen. Artikel 12a De term in "dienstbetrekking" is verwarrend omdat niet bedoeld wordt wijziging te brengen in de huidige situatie waarbij gerechtsdeurwaarders in verschillende mate participeren in het gerechtsdeurwaarderskantoor waarin de praktijk wordt uitgeoefend. Soms wordt er gelijkelijk geparticipeerd, soms ten dele en somtijds is er sprake van een vast loon waartegen de gerechtsdeurwaarder in het kantoor werkzaam is. Het is niet noodzakelijk om elke gerechtsdeurwaarder te dwingen in gelijke mate ondernemersrisico te laten lopen. Voorstel is dus om de zinsnede in dienstbetrekking of in enig ander verband te wijzigen in zinsnede op een wijze.

Waardoor de zin gaat luiden:.mag zijn ambt niet uitoefenen op een wijze waardoor zijn onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed. Het tweede lid geeft voldoende ruimte om daar bij AMvB concrete invulling aan te geven zonder dat het eerste lid knellende beperkingen aanbrengt voor de praktijk. Artikel 16 en artikel 17 lid 4 In de toelichting op artikel 16 (register en repertorium) wordt vermeld op pagina 23: Het register en repertorium worden tegenwoordig meest digitaal bijgehouden. Het is zodoende niet meer noodzakelijk dat de opvraagbaarheid wordt gegarandeerd door de verplichting om het register fysiek onder handbereik in de plaats van vestiging te houden. In dat kader is het aan te bevelen dat in artikel 17 de verduidelijking wordt aangebracht dat het repertorium ook digitaal kan worden bijgehouden. Art. 18 lid 3 Hier wordt verwezen naar stukken die krachtens het eerste lid nog moeten worden bewaard. Art. 2:10 BW spreekt over 7 jaar. Het is goed om in dit kader te kijken naar de Archiefwet 1995 en de daar aan hangende selectielijsten. Daar wordt over andere bewaartermijnen gesproken. Artikel 19 In het huidige artikel 19 staat niets dat zou kunnen verklaren hoe de gerechtsdeurwaarder rechthebbende werd op een deel van de gelden op de derdenrekening. In de praktijk gebeurde dat wel, maar uitsluitend door de alleen in de parlementaire geschiedenis beschreven uitsplitsing. Dit vraagstuk is besproken met het ministerie en dat heeft geresulteerd in dit nieuwe artikel. De eerste nieuwe volzin van artikel 19 lid 2 laat de vorderingen van de gerechtsdeurwaarder direct, dat wil zeggen: zonder enige fictie, van rechtswege in mindering komen op het aandeel van de rechthebbende. Dat leidt tot de gewenste sterkere positie van de gerechtsdeurwaarder. Wel stelt het wetsvoorstel een voorwaarde aan het van rechtswege in mindering komen. De gerechtsdeurwaarder moet zijn vorderingen aan de rechthebbende hebben opgegeven. Hij moet hem dus actief informeren. Geeft de gerechtsdeurwaarder zijn cliënten digitaal toegang tot hun eigen dossiers, zodat zij kunnen zien welke bedragen hij heeft geïnd en wat zijn kosten zijn, dan wordt ook dat beschouwd als het doen van de vereiste opgave. Artikel 19 lid 2, tweede volzin `deurwaarder moet gerechtsdeurwaarder zijn. Artikel 20 lid 1 Evenzeer een verbetering is de wijziging van artikel 20 lid 1 in verbinding met de wijziging van lid 3 sub c. Dankzij de aan het eerste lid toegevoegde zin is boven elke twijfel verheven dat de gelden van derden die de gerechtsdeurwaarder bij toegelaten nevenwerkzaamheden - niet alleen incasso! - onder zich krijgt op de kwaliteitsrekening moeten worden geplaatst, maar ook dat alle honoraria wegens die werkzaamheden van rechtswege in mindering komen op het aandeel van de rechthebbende in het saldo. Artikel 23 lid 4 Ons voorstel is te volstaan met de woorden Artikel 9, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op een waarnemend gerechtsdeurwaarder. Artikel 24 De waargenomen gerechtsdeurwaarder mag de waarneming niet hinderen, maar als hij dit wel doet, kan hij daar tuchtrechtelijk niet op worden aangesproken. Hij is immers op het moment van waarneming geen lid van de KBvG en zijn hinderlijke gedrag zal dus optreden op een moment dat hij

niet onder het tuchtrecht valt. Een oplossing is om bijv. zoals in art. 34 lid 5 het tuchtrecht uitdrukkelijk op de geschorste gerechtsdeurwaarder van toepassing te verklaren zodat dit een prikkel tot medewerking oplevert. Dit biedt echter geen soelaas bij de ontzette gerechtsdeurwaarder. Daar valt wellicht aan strafrechtelijke sancties te denken. Artikel 25c lid 3 en artikel 28 lid 3 De woorden de aflegging van de eed of belofte door kunnen worden gemist. Artikelen 25, 25a, 25b, 25c, 26, 27, 28 en 29 De KBvG wenst de volgende uitgangspunten opgenomen te zien in de wet: De titel toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder vervalt. De huidige toegevoegdkandidaat gerechtsdeurwaarder wordt gerechtsdeurwaarder in loondienst. De huidige gerechtsdeurwaarder in loondienst moet een ondernemingsplan indienen indien hij in zijn vestigingsplaats een onderneming wil starten. De gerechtsdeurwaarder ondernemer die zich los maakt van een samenwerkingsverband moet een ondernemingsplan indienen alvorens zich solitair of binnen een ander samenwerkingsverband te kunnen vestigen. Of het achterblijvende kantoor een nieuw ondernemingsplan moet indienen is afhankelijk van het risicoprofiel van het kantoor. De huidige toegevoegd kandidaat ondernemers dienen een ondernemingsplan in te dienen zodat zij gerechtsdeurwaarder ondernemer worden. De titel kandidaat- gerechtsdeurwaarder kan verwarring creëren. De ledenraad beveelt aan dat de term gerechtsdeurwaarder (toegevoegd of zelfstandig) en kandidaatgerechtsdeurwaarder (voor de stagiaires) alleen mag worden gebruikt voor iemand die daadwerkelijk de bevoegdheid heeft tot het verrichten van ambtshandelingen en niet voor iemand die enkel aan de eisen voor toevoeging of benoembaarheid voldoet. Alle ambtelijk bevoegde gerechtsdeurwaarders mogen zich aan het publiek als gerechtsdeurwaarder presenteren. Een gerechtsdeurwaarder in loondienst kan slechts bij twee gerechtsdeurwaarder ondernemer in loondienst zijn. Bij een gerechtsdeurwaarder ondernemer kunnen acht gerechtsdeurwaarders in loondienst zijn, terwijl er maximaal twee stagiaires onder verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder kunnen functioneren. Integraal toezicht Opnemen van een meer in het algemeen geformuleerde stellingname over de invoering ervan. Artikel 30b lid 2 Er ontstaat hier overlap tussen hetgeen tuchtrechtelijk afgedaan kan worden en hetgeen bestuursrechtelijk afgedaan kan worden. Dit levert vragen op over de verhouding van de rechtsbescherming van de beklaagde. Zo wordt bijvoorbeeld in art. 5:10a AWB het zwijgrecht geregeld (volgens de toelichting zelfs met de bijbehorende cautie ). Volgens tuchtrechtelijke jurisprudentie zijn dergelijke waarborgen niet vanzelfsprekend in het tuchtrecht. Artikel 33 lid 2 De titel toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder dient vervangen te worden. Artikel 34 en artikel 49 Artikel 34 brengt ook de student-stagiair onder het tuchtrecht, artikel 49 niet. Artikel 34 lid 7 en artikel 34a

Juist in het geval van de gerechtsdeurwaarders is het afwentelen van de kosten van de tuchtrechtspraak op de beroepsgenoten principieel onjuist. De gerechtsdeurwaarder mengt zich uit hoofde van zijn ambt voortdurend in een strijd tussen anderen, omstandigheden waarin de één niet wil wat de ander wil en waarin de gerechtsdeurwaarder ongeacht zijn mening omtrent het conflict moet zorgen dat één van beiden ten detrimente van de ander krijgt wat hem rechtens toekomt. Dat maakt hem niet geliefd. Zelfs degene die kreeg wat hem toekwam ziet hem vaak als een noodzakelijk kwaad. Sympathie mag de gerechtsdeurwaarder niet verwachten, hoogstens begrip. Dat er veelvuldig over hem wordt geklaagd is geen wonder. De vijandige energie waarmee partijen elkaar zonder het verbod op eigenrichting zouden hebben bestookt, wordt voor een deel afgeleid naar de gerechtsdeurwaarder in de vorm van klachten over zijn optreden bij de tuchtrechter. Het maatschappelijk belang bij richting door rechter en gerechtsdeurwaarder is zo groot dat de schade, bestaande in de kosten van het tuchtrecht, door de samenleving behoort te worden gedragen. Het wetsvoorstel doorberekening miskent dat. Artikel 37 lid 3 tot en met 7 Ten principale zijn wij van mening dat omdat het tuchtrecht werkt als afleider van op de gerechtsdeurwaarder gerichte negatieve energie het niet goed is deze deductie te belemmeren. Het is beter dat de klager zijn klacht bij de tuchtrechter deponeert dan dat hij de gerechtsdeurwaarder of diens medewerkers te lijf gaat. Artikel 43a en artikel 43b De KBvG wijst het invoeren van de mogelijkheid dat de tuchtrechter een schadevergoeding oplegt met kracht van de hand. Gezien de bijzondere aard van het werk van de gerechtsdeurwaarder zal de mogelijkheid van een schadevergoeding aan aanzuigende werking hebben. Zoals uit de cijfers van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders en het Hof van beroep blijkt wordt het overgrote deel van de klachten niet ontvankelijk of ongegrond verklaard of leidt de klacht niet tot het opleggen van een maatregel. Het enkele vooruitzicht van een mogelijke schadevergoeding zal voor klagers aanleiding zijn om via de tuchtrechter te trachten voldoening te krijgen voor het ongelijk dat zij van de civiele rechter hebben gekregen. Het tuchtrecht bepaalt of een gedraging aan de beroepsnorm voldoet. De civiele rechter bepaalt of sprake is van civielrechtelijke aansprakelijkheid en schade. Artikel 43b lid 2 Wat het tweede lid betreft rijst de vraag waar de nadere regels op zullen slaan. Verwacht mag toch worden dat uit de beslissing van de tuchtrechter zal blijken wie wat aan wie moet betalen, zodat de titel aanstonds compleet is? Artikel 57a lid 2 Het voorgestelde tweede lid geeft zeer verstrekkende bevoegdheden aan de door het bestuur aangewezen deskundigen. De memorie van toelichting wijdt echter geen woord aan nut en noodzaak hiervan. Artikel 63 De ledenraad van de KBvG heeft zich in de loop der jaren aanzienlijk geprofessionaliseerd. De belangstelling voor de ledenraad is ook gegroeid, zelfs zo dat er vandaag de dag voor vrijwel iedere vacature binnen de ledenraad verkiezingen gehouden moeten worden omdat de belangstelling groter is dan het aantal vacatures. Bovendien moet vermeden worden dat de indruk ontstaat dat op een beroepsgroep van 950 leden een kleine groep van 15 ledenraadsleden het beleid vaststelt. De KBvG wenst het aantal ledenraadsleden op 30 te handhaven. In de laatste zin van lid 1 wordt vermeldt dat ieder lid een plaatsvervanger heeft. Aangevuld moet worden hoe de regeling is bedoeld. Het is volgens de KBvG de bedoeling dat een lid primair wordt vervangen door zijn plaatsvervangend lid, maar als die er niet is dan moet voorkomen worden dat

er met volmachten wordt gewerkt. Er moet dan een andere plaatsvervanger deelnemen aan de vergadering. Gedacht zou kunnen worden aan een toevoeging in de wet als bijvoorbeeld: Bij ontstentenis van een lid neemt diens plaatsvervanger zijn plek in en bij ontstentenis van de plaatsvervanger wordt diens positie ingenomen door een plaatsvervangend lid, zulks op volgorde van de datum van benoeming Daarnaast verdient het aanbeveling om in de toelichting expliciet op te nemen dat het stelsel van plaatsvervangend ledenraadsleden zich niet verhoudt met stemmen bij volmacht en dat dit laatste pas aan de orde kan zijn als ook met alle plaatsvervangers geen quorum te bereiken is. Artikelen 75 en 79 De woorden alsmede de begroting ( ) in het derde lid van artikel 79 vervallen, terwijl in de memorie van toelichting op p. 35 zal moeten worden gelezen: artikel 76 in plaats van 75.