Rapport. FIRST te Rotterdam, Fase 1 Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Vergelijkbare documenten
Rapport. Eenhoorngebied Amsterdam Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Rapport. Meeuwensingel 101 te Capelle a/d IJssel Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Hourglass Amsterdam. Windklimaatonderzoek met behulp van de windtunnel

Rapport. Nieuwbouw hotel Eindhoven Airport. Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

The New Atrium Amsterdam. Windklimaatonderzoek met behulp van de windtunnel.

Rapport. Windklimaatonderzoek Rhijnspoorgebouw Amsterdam. 4 september 2013 OO/OO/HT/SAY RA-001

Rapport. Concept. Figuur 1: Maquette in de windtunnel. Ontwikkelingsmaatschappij De Monarch B.V. te Den Haag

Noti tie. 2.1 B e s l i s m o d e l N E N

Rozengrachttoren Zaandam. Windklimaatonderzoek met behulp van de windtunnel

Rapport. Bouwplan Rijnsburgerblok te Leiden Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Baantoren Rotterdam. Windklimaatonderzoek met behulp van de windtunnel

Rapport Concept Zoetermeer Mook Groningen Düsseldorf, Bonn Paris, Lyon London Leuven Zoetermeer

Rapport. Actualisatie windklimaatonderzoek Amstelstation Amsterdam

Rapport MST. Opdrachtgever: Medisch Spectrum Twente te Enschede. Rapportnummer: WZ Datum: 15 juli AA/OO/LvI/WZ RA

Rapport. Stedenbouwkundig plan omgeving Amstelstation Aanvullend windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat rondom Blok A.

Zalmhaven Rotterdam. Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau

Notitie. 1. Windklimaat Monarchkavel

Rapport. Leidsche Rijn Centrum Noord, Utrecht. Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Rapport. Nieuwbouwplan Land in Zicht te Haarlem. Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau

Windklimaatonderzoek realisatie hoogbouw te Utrecht

Rapport. Leidsche Rijn Centrum Noord, Utrecht. Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau.

Rapport. Concept. Windklimaatonderzoek hoogbouw Leeghwaterplein te Den Haag. Gemeente Den Haag - Dienst Stedelijke Ontwikkeling OO/OO/KS/WC RA

Rapport. Viaduct en stationskap Haags Startstation Erasmuslijn Windklimaatonderzoek in relatie tot nabij gelegen bebouwing La Fenêtre.

Woningbouw Keerkring 5 te Amersfoort. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Bestemmingsplan Van Sijpesteijnkwartier te Utrecht. Windklimaatonderzoek met behulp van de windtunnel

Kanaalpark blokken 1 en 2 te Leiden. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Rapport. Invloed bouwplan De Hoop op windvang Wittebrinkse Molen te Zelhem. Figuur 1: De Wittebrinkse Molen te Zelhem.

Rapport. Bouwplan Hotel van der Valk te Lent Windklimaatonderzoek. Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Nieuwbouw De Looiers te Purmerend; CFD onderzoek windklimaat

Windhinderonderzoek. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer:

Bouwplan Verhulstplein te Den Haag. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Ypenburg Deelplan 20 te Den Haag. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Windhinder Reactie Peutz m.b.t. punten die volgens de zienswijze ontbreken of niet correct zijn

Rapport. Invloed nieuwbouw Scheermanlocatie op het windaanbod van de Standerdmolen te Moergestel. Figuur 1: Bouwplan Scheermanlocatie (variant 2).

Figuur 1: Grafische weergave van de voorbeeldverkaveling van het zuidelijk deel van het rekenmodel

Bestemmingsplan Kijkduin Ockenburgh. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Locatie Kwakelhuis te Alkmaar. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Rapport. Concept. Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag Windklimaatonderzoek. Gemeente Den Haag - Dienst Stedelijke Ontwikkeling OO/LA//O RA

Rapport. Bezonningsonderzoek Schilderswijk Den Haag Optimalisatie. Figuur 1: Overzicht bebouwing Schilderswijk, inclusief aangepaste opbouwen.

Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Figuur 1: Overzicht 3D-model, inclusief de stedenbouwkundige bouwenvelop.

Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid te Den Haag. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Geactualiseerd rapport

Aanvullend bezonningsonderzoek bestemmingsplan Spuikwartier.

Rapport. Aanvraag omgevingsvergunning "bouwen" First te Rotterdam: daglichttoetreding

Plangebied Kop Zuidas Amsterdam. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Windklimaat Kanaaltoren Wilhelminahaven Oosterhout. Windklimaatonderzoek met behulp van CFD

Rapport. Jongerenhuisvesting Reitdiep te Groningen Windklimaatonderzoek op basis van CFD-berekeningen. Figuur 1: Grafische weergave van het rekenmodel

OO/KS/WA RA-001

Rapport. Bestemmingsplanwijziging De Monarch te Den Haag Bezonningsonderzoek.

Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag

Rapport. Van Berkel Aannemers Leimuiden BV te Leimuiden. Rapportnummer: WG Datum: 9 februari AA/BLi/LvI/WG RA

Rapport. Concept. Stedenbouwkundig plan De Monarch te Den Haag Bezonningsonderzoek.

Rapport. Invloed geplande bebouwing van bestemmingsplan Dieperhout-Driestar-Diaconessenhuis op de windvang van de direct omliggende molens te leiden.

Rapport. Viaduct en stationskap Haags Startstation Erasmuslijn Bezonningsonderzoek in relatie tot nabij gelegen woningen.

Rapport. Vlek 3. Plangebied Kanaleneiland Centrum Vlek 3, Utrecht Bezonningsonderzoek. Figuur 1: Maquettefoto.

Nieuwbouw kantoor Kolonos te Leiden

Rapport. Invloed bouwplan De Rikker op het windaanbod van molen De Bataaf te Winterswijk. AA/OO/KS/W RA

Rapport. Bouwplan Hotel van der Valk te Lent Bezonningsonderzoek. Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie.

Rapport. Bezonningsonderzoek Rhijnspoorgebouw te Amsterdam. 16 augustus 2013 OO/OO/KS/SAY RA-001

Geluid in de omgeving ten gevolge van IHC Smit B.V. na wijziging van bebouwing

Rapport. Invloed geplande bebouwing bestemmingsplan Dieperhout e.o. op de windvang van de direct omliggende molens te leiden.

Rapport. Concept. Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor herontwikkeling spoorzone Tilburg Talent Square

Rapport Zoetermeer Mook Groningen Düsseldorf, Bonn Paris, Lyon London Leuven Zoetermeer

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Benoordenhout, inclusief dakopbouwen.

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Mariahoeve, inclusief dakopbouwen.

A2203 Albo deuren aanvullende berekeningen U-waarde

Rapport. Concept. Bezonningsonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Seinpostduin te Den Haag.

Oostduinlaan 75 Den Haag

Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor woningbouwontwikkeling Spoorzone Geldrop

Rapport. Bepaling warmtedoorgangscoëfficiënt diverse Albo deuren

Rapport. Bezonningsonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Scheveningen Badplaats te Den Haag. Gemeente Den Haag - Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Rapport. ROC ID College Breestraat te Leiden. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Windtunnelonderzoek naar het windklimaat bij Delflandpleinbuurt in Amsterdam

Figuur 1: Overzicht 3D-model bebouwing Vrederust, inclusief dakopbouwen.

Uitbreiding Da Vinci College, Kagerstraat 7, sectie P3356, Leiden. Invloed geplande uitbreiding op de windvang van de direct omliggende molens.

Onderzoek naar de geluidbelasting ten gevolge van de HSL-Zuid op de meetlocatie Boskade te Hoogmade

Resultaten geluidniveaumetingen rackkoeling systemen

Rapport. SvdA/JHa/KS/FA RA. 1. Inleiding

Bezonningsonderzoek Forum Rotterdam

Rapport. Voorstel hemelwaterbehandeling nieuwbouw kantoren Achmea Apeldoorn. Rapportnummer: G Datum: 21 januari SvdA/CD/KS/G RA

Rapport. Concept. Kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgastransportleiding in het kader van de geplande ontwikkeling Boekweitkamp te Den Haag

Spoortoren te Nijmegen, onderzoek inzake de geluidemiissie vanwege parkeren

datum 14 februari 2017 project Sijperda-Hardy/Windhinder De Looiers, vestiging Arnhem

Woningbouw Zevenhuizerstraat; geluidbelasting vanwege wegverkeer

Rapport. Akoestisch onderzoek m.b.t. sportinrichting "Omnistadium" GvL/GvL/LvI/F RA. Rapportnummer F RA d.d.

Verplaatsing circuit naar Den Helder Onderzoek met betrekking tot aanvullende maatregelen

Het gebied ten noorden en oosten van het appartementenbouw krijgt een parkachtige inrichting.

Windtunnel experimenten aan windhinder en de validatie van een virtueel windtunnel CFD-model

Appartementen Osseveld-Oost te Apeldoorn Windhinder op loopniveau, een empirische studie. Datum 6 mei 2009 Referentie

Rapport. Geluidmonitoring tijdens de bouwfase van de elektriciteitscentrale van RWE te Eemshaven Intrillen damwandprofielen d.d.

Rapport Zoetermeer Mook Groningen Roermond Düsseldorf, Bonn, Berlijn Paris, Lyon London Leuven Sevilla Zoetermeer

Figuur 1: Overzicht 3D-model bestemmingsplan met bestaande omgeving.

Rapport. Laboratorium voor Akoestiek. Bepaling van de luchtgeluidisolatie van een verplaatsbare wand type IM 1000 TC, fabrikaat Intermontage BV.

HON1401R001

Rapport. Geluidmonitoring tijdens de bouwfase van de elektriciteitscentrale van RWE te Eemshaven UIttrekken damwandprofielen d.d.

Rapport. Bestemmingsplan Scheveningen Haven; onderzoek naar het windklimaat op loop- en verblijfsniveau en nautische effecten

Notitie. Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad dvv Betreft: Windhinder

Project De Eglantier, Apeldoorn Opdrachtgever Scan Estate Architect diverse Omschrijving Windhinderonderzoek R807174aaA2 Datum Opgesteld Ir

Rapport. Winkelcentrum Boven t Y te Amsterdam Bezonningsonderzoek. Rapportnummer: WG Datum: 21 september 2006 AA/OO/WG RA

Transcriptie:

Rapport Lid NLingenieurs ISO-9001:2000 gecertificeerd FIRST te Rotterdam, Fase 1 Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau. Rapportnummer G 16598-15-RA-005 d.d. 22 december 2011 Peutz bv Paletsingel 2, Postbus 696 2700 AR Zoetermeer Tel. (079) 347 03 47 Fax (079) 361 49 85 info@zoetermeer.peutz.nl Lindenlaan 41, Molenhoek Postbus 66, 6585 ZH Mook Tel. (024) 357 07 07 Fax (024) 358 51 50 info@mook.peutz.nl L. Springerlaan 37, Postbus 7, 9700 AA Groningen Tel. (050) 520 44 88 Fax (050) 526 31 78 info@groningen.peutz.nl Montageweg 5, 6045 JA Roermond Tel. (0475) 324 333 info@roermond.peutz.nl www.peutz.nl Peutz GmbH Düsseldorf, Bonn, Berlijn info@peutz.de www.peutz.de Figuur 1: Maquette in de windtunnel (DO Fase 1). Peutz SARL Paris, Lyon Info@peutz.fr www.peutz.fr Peutz bv London info@peutz.co.uk www.peutz.co.uk Daidalos Peutz bvba Leuven Info@daidalospeutz.be www.daidalospeutz.be Opdrachtgever: Maarsen Groep Rapportnummer: G 16598-15-RA-005 Datum: 22 december 2011 Ref.: DdB/DdB/DB/G 16598-15-RA-005 Köhler Peutz Geveltechniek bv Zoetermeer Info@gevel.com www.gevel.com Opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd volgens De Nieuwe Regeling 2005 BTW identificatienummer NL004933837B01 KvK: 12028033

Inhoud pagina 1. INLEIDING 3 2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 4 2.1.Beslismodel NEN 8100 4 2.2.Windhinder en windgevaar volgens NEN 8100 4 2.2.1.Windhinder 4 2.2.2.Windgevaar 5 2.3.Windklimaat op de locatie 6 2.4.Simulatie windsnelheden in de windtunnel 7 2.5.Schaalmodel 8 2.6.Onderzoek in de windtunnel 9 3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 10 3.1.Bestaande bebouwingssituatie 11 3.2.Basismeting met L-vormige woontoren 12 3.3.Basismeting met compacte woontoren 13 3.4.Variant A 14 3.5.Variant B 15 3.6.Variant C 16 3.7.Variant D 17 3.8.Variant Definitief ontwerp fase 1 18 3.9.Variant effect begroeiing 20 4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 21 G 16598-15-RA-005 2

1. INLEIDING In opdracht van de Maarsen Groep is een windtunnelonderzoek uitgevoerd aan een schaalmodel van het nieuwbouwplan FIRST te Rotterdam fase 1, inclusief de bestaande stedenbouwkundige omgeving van het project. Voor het vervaardigen van het model is gebruik gemaakt van de gegevens zoals verstrekt door de Architekten Cie., van gegevens van de aanwezige stedenbouwkundige omgeving afkomstig van de gemeente Rotterdam, alsmede van eigen waarnemingen ter plaatse. Het doel van het onderzoek was het beoordelen van het te verwachten windklimaat rondom het onderhavige bouwplan alsmede het zo nodig aangeven van de benodigde windafschermende maatregelen. Naar aanleiding van de eerste meetresultaten is vervolgonderzoek uitgevoerd met betrekking tot windafschermende maatregelen. Voor de opzet van het onderzoek en de beoordeling van het windklimaat is uitgegaan van de Nederlandse norm NEN 8100:2006 Windhinder en windgevaar in de gebouwde omgeving. In dit rapport wordt verslag gedaan van het windtunnelonderzoek waarbij de volgende indeling is gehanteerd. In hoofdstuk 2 wordt de normstelling toegelicht en de opzet van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek besproken. In hoofdstuk 4 is een samenvatting betreffende het onderzoek opgenomen en worden conclusies gegeven. G 16598-15-RA-005 3

2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 2.1. Beslismodel NEN 8100 De beoordeling van het windklimaat met betrekking tot windhinder en windgevaar, is in Nederland vastgelegd in de norm NEN 8100. Om te bepalen of windhinder en/of windgevaar te verwachten is kan in eerste instantie gebruik worden gemaakt van het beslismodel in de NEN 8100. Hierin wordt onder meer beschreven in welke situaties windhinderonderzoek nodig is. Voor gebouwen met een hoogte vanaf 30 m, zoals in de geplande nieuwbouwsituatie, wordt nader onderzoek met CFD- of windtunnelsimulatie als noodzakelijk gezien. 2.2. Windhinder en windgevaar volgens NEN 8100 De gevoeligheid van de mens voor windhinder is sterk afhankelijk van de activiteit waarmee men bezig is. Bij een laag activiteitenniveau (bijvoorbeeld wachten bij een bushalte, op een terrasje zitten o.i.d.) zullen lagere windsnelheden als hinderlijk ervaren kunnen worden dan bij een hoger activiteitenniveau. In de NEN 8100 wordt voor de beoordeling van het windklimaat derhalve onderscheid gemaakt tussen verschillende activiteitenklassen. 2.2.1. Windhinder Windhinder is iets wat in geen geval geheel te voorkomen is: als het stormt is de wind hinderlijk, wat voor maatregelen er ook getroffen worden. Het is daarom ook de kans op windhinder, die maatgevend gehouden wordt voor de beoordeling van het windklimaat. Voor windhinder wordt een drempelwaarde v DR;H aangehouden van 5 m/s uurgemiddelde windsnelheid op loop- of verblijfsniveau. Bij deze windsnelheid gaan mechanische effecten bij de ervaring van het windklimaat een rol spelen zoals bijvoorbeeld het omslaan van paraplu s, in de ogen waaien van stof en in meer extreme vorm het dichtwaaien van een autoportier e.d. Aan de hand van onderstaande tabel 1, afkomstig uit de NEN 8100, wordt een beoordeling gegeven van de te verwachten mate van windhinder. G 16598-15-RA-005 4

Tabel 1: Criteria windhinder volgens NEN 8100. Overschrijdingskans Kwaliteitsklasse Activiteiten p (v LOK > v DR;H ) in procenten I. II. III. van het aantal uren per jaar Doorlopen Slenteren Langdurig zitten < 2,5 A Goed Goed Goed 2,5 5 B Goed Goed Matig 5 10 C Goed Matig Slecht 10 20 D Matig Slecht Slecht 20 E Slecht Slecht Slecht Bij een goed windklimaat ondervindt men geen overmatige windhinder. In een situatie zonder overmatige windhinder heeft het merendeel van het publiek onder normale omstandigheden geen last van windhinder. Bij een matig windklimaat ervaart men af en toe overmatige windhinder. In een slecht windklimaat ervaart men regelmatig overmatige windhinder. In een dergelijke situatie heeft het merendeel van het publiek last van windhinder. Er wordt naar gestreefd, om binnen de verschillende activiteitenklassen, een goed, eventueel nog matig windklimaat te realiseren. Activiteitenklasse langdurig zitten is dusdanig kritisch dat deze met terughoudendheid wordt toegepast. Opgemerkt moet worden dat de norm stelt dat de eisen voor zitten niet bedoeld zijn voor horeca-terrassen: voor dergelijke terrassen gelden hogere eisen en is betere afscherming gewenst. Een goed windklimaat op een terras zonder afscherming in de vorm van windschermen( en nabij hoge gebouwen: met luifels) is niet mogelijk. 2.2.2. Windgevaar Bij hogere windsnelheden kan tevens sprake zijn van gevaarlijke situaties zoals evenwichtsverlies bij het passeren van gebouwhoeken e.d. Voor windgevaar wordt 15 m/s uurgemiddelde windsnelheid als drempelwaarde v DR;G gehanteerd. Op basis van tabel 2, afkomstig uit de NEN 8100, wordt bepaald of sprake is van windgevaar. Tabel 2: Criteria windgevaar volgens NEN 8100. Overschrijdingskans Kwalificatie p(v LOK > v DR;G) in procenten van het aantal uren per jaar 0,05 < p < 0,30 Beperkt risico p 0,30 Gevaarlijk G 16598-15-RA-005 5

De norm stelt: Situaties waarvoor een overschrijdingskans geldt van 0,05 < p < 0,30 mogen alleen worden geaccepteerd als deze vallen binnen activiteiten klasse I (doorlopen). Voor activiteiten klasse II en III geldt de eis p 0,05. Situaties met een overschrijdingskans van p 0,30 zijn evident gevaarlijk en behoren te allen tijde te worden vermeden; het publiek mag hier niet aan worden blootgesteld. 2.3. Windklimaat op de locatie Voor de vertaling van de resultaten van de metingen aan een schaalmodel in de windtunnel naar de werkelijke situatie wordt gebruik gemaakt van een windstatistiek. De NEN 8100 verwijst voor de benodigde meteogegevens naar de NPR 6097:2006 Toepassing van de statistiek van de uurgemiddelde windsnelheden voor Nederland. Met behulp van de bijbehorende applicatie wordt voor de specifieke locatie een windstatistiek berekend op basis van meteogegevens van een groot aantal meteostations en gegevens omtrent terreinruwheden tot 6 km afstand van het project. De terreinruwheden van het omliggend gebied worden per categorie weergegeven in figuur 2. De kleur geeft de terreinruwheid aan, rood staat bijvoorbeeld voor stedelijk bebouwd gebied. Figuur 2: Terreinruwheid tot 6 km afstand. Figuur 3: Windroos betreffende locatie. In figuur 3 is de op basis van de NPR 6097 berekende windroos op 60 meter hoogte boven de betreffende locatie weergegeven. In de windroos wordt de kans op het voorkomen van wind uit een bepaalde richting weergegeven alsmede de verdeling van windsnelheden binnen de betreffende richtingen. Uit de windroos en onderstaande windstatistiek (tabel 3) blijkt dat op de bouwlocatie met name bij wind uit het zuidwesten tot westen de hoogste windsnelheden optreden en dat de wind ca. 31% van de tijd uit het zuidwesten (210 en 240 ) komt. G 16598-15-RA-005 6

Tabel 3: Windstatistiek van de betreffende locatie volgens NPR 6097. 2.4. Simulatie windsnelheden in de windtunnel Voor het uitvoeren van windtunnelonderzoek beschikt Peutz over een eigen windtunnel. Dit betreft een gesloten grenslaagtunnel, speciaal ontworpen voor het simuleren van een atmosferische grenslaag. In figuur 4 is een schematische weergave van de windtunnel opgenomen. Figuur 4: Schematische weergave van de gesloten grenslaagtunnel van Peutz. G 16598-15-RA-005 7

In de windtunnel wordt de grenslaagstroming die in de praktijk (bij neutrale stabiliteit t.a.v. het temperatuurprofiel) aanwezig is, op schaal opgewekt, zodat aan de rand van het schaalmodel het juiste windprofiel (afhankelijk van de terreinruwheid) wordt gesimuleerd. Verfijning van de lokale windsituatie vindt plaats door het mee modelleren van de direct omliggende bebouwing. Zie figuur 5. Figuur 5: Opwekken windprofiel in de windtunnel. 2.5. Schaalmodel Ten behoeve van het windtunnelonderzoek is een 1:350 schaalmodel van de bouwplannen en de stedenbouwkundige omgeving vervaardigd conform de volgende gegevens: Tekeningen nieuwbouw; de Architecten Cie, Amsterdam d.d. 18 november 2010. Stedenbouwkundige tekening bestaande situatie. Een eigen inventarisatie ter plaatse. De stedenbouwkundige omgeving is tot een afstand van ca. 400 meter vanaf het hart van de bouwplannen meegenomen. Figuur 6: Maquette DO situatie fase 1 G 16598-15-RA-005 8

2.6. Onderzoek in de windtunnel In de metingen zijn in totaal op tussen de 102 en 128 plaatsen rondom het project de gemiddelde windsnelheden op loop- en verblijfsniveau gemeten, dat wil zeggen op een hoogte overeenkomend met ca. 1,75 meter boven plaatselijk niveau in werkelijkheid. Per punt is bekeken of het ligt in een gebied dat gezien moet worden als doorloopgebied of als slentergebied. Met behulp van de windtunnelmetingen zijn voor 12 verschillende windrichtingen voor alle meetpunten windsnelheidscoëfficiënten cv bepaald, zijnde de verhouding tussen de windsnelheden op loop- en verblijfsniveau en de windsnelheid op 60 meter hoogte. Met deze windsnelheidscoëfficiënten kan per windrichting bepaald worden bij welke snelheden op 60 meter hoogte de kritische uurgemiddelde windsnelheden van 5 en 15 m/s voor respectievelijk windhinder en windgevaar op de meetposities worden overschreden. Met behulp van de windstatistiek voor de bouwlocatie, zoals berekend volgens de NPR 6097, die eveneens uitgaat van een referentiehoogte van 60 meter (mesohoogte), wordt vervolgens per windrichting de overschrijdingskans voor deze kritische windsnelheid bepaald. De totale overschrijdingskans is de som van de overschrijdingskansen per windrichting. Deze worden vervolgens getoetst aan de NEN 8100 om het lokale windklimaat te kunnen beoordelen. G 16598-15-RA-005 9

3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK Onderstaand wordt een omschrijving gegeven van de doorgemeten situaties en worden de meetresultaten weergegeven. Het windklimaat wordt beoordeeld op basis van de meetgegevens uit de windtunnel, de windstatistiek van de betreffende locatie en de grenswaarden zoals beschreven in de paragrafen 2.2.1 en 2.2.2 betreffende windhinder en windgevaar. Hierbij worden de meetpunten bij de hoofdentrees van het plan en op het Diergaardeplein en onder de luifels van het Groothandelsgebouw beoordeeld met het criterium voor slentergebied (categorie II). De meetpunten op het Weena buiten de luifels, het Kruisplein, het Stationsplein, de Diergaardesingel en de overige straten worden beoordeeld met het beoordelingscriterium voor loopgebied (categorie I). Een overzicht van de categorie-indeling van meetpunten in de geplande bebouwingssituatie is weergegeven in bijlage II, figuur II.1. Teneinde de te verwachten windklimaatsituatie te kunnen relateren aan het momenteel heersende windklimaat is tevens de huidige bebouwingssituatie in de windtunnel onderzocht. Opgemerkt moet worden dat in de maquette de bomen op het Kruisplein en op het Weena meegenomen zijn zoals op het inrichtingsplan ingetekend. De beschreven resultaten zijn dan ook alleen geldig als deze bomen ook daadwerkelijk geplant worden en van voldoende afmeting zijn. G 16598-15-RA-005 10

3.1. Bestaande bebouwingssituatie Figuur 7: Maquette bestaande bebouwingssituatie. Situatie: Bestaande bebouwingssituatie. Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.2 Beoordeling: In de bestaande bebouwingssituatie is het windklimaat overwegend goed, op een aantal punten matig. Het matige windklimaat wordt met name gevonden op het Kruisplein, juist ten noorden en ten zuiden van de bestaande hoogbouw en in de onderdoorgang van het binnenterrein naar het Kruisplein. Op geen van de meetpunten is sprake van overschrijding van het criterium voor windgevaar of beperkt risico op windgevaar. G 16598-15-RA-005 11

3.2. Basismeting met L-vormige woontoren Figuur 8: Maquette geplande bebouwingssituatie met L-vormige woontoren. Situatie: Nieuwbouwsituatie volgens tekeningen met L-vormige woontoren, zonder luifels Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.3 Beoordeling: In de situatie met L-vormige woontoren is het te verwachten windklimaat rond de westzijde van het gebouw matig tot slecht, waarbij er op een paar punten sprake is van een beperkt risico op windgevaar. Langs het grootste deel van de noordgevel van het gebouw is het te verwachten windklimaat goed. Dit geldt ook voor het gebied tussen de geplande en de bestaande hoogbouw. Op het terrein aan de zuidzijde van de toren wordt een veelal goed tot matig windklimaat verwacht, aan de zuidzijde van de bestaande hoogbouw lokaal een slecht windklimaat. Het windklimaat op het Kruisplein/Kruisstraat gaat wat achteruit, maar blijft in deze situatie nog juist matig. Het windklimaat bij het Groothandelsgebouw gaat wat achteruit, maar blijft beoordeeld als doorloopgebied nog goed tot juist matig. G 16598-15-RA-005 12

3.3. Basismeting met compacte woontoren Figuur 9: Maquette geplande bebouwingssituatie met compacte woontoren. Situatie: Nieuwbouwsituatie volgens tekeningen met compacte woontoren, zonder luifels Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.4 Beoordeling: Het algemene beeld van het windklimaat is gelijk aan het te verwachten windklimaat met de L-vormige toren. Er zijn echter een aantal plaatsen waar het windklimaat wat gunstiger wordt. Door de verkleining van het frontaal aangestroomd oppervlak van de westgevel, en het feit dat er door het afknotten van de toren een, weliswaar hoge, laagbouwvoet ontstaat, is er een verbetering van het te verwachten windklimaat op het Weena, met name dicht bij de noordwesthoek van het gebouw, en aan de overzijde bij het Groothandelsgebouw. G 16598-15-RA-005 13

3.4. Variant A Figuur 10: Maquette variantmeting A. Situatie: Als basissituatie met compacte woontoren, met de volgende wijzigingen: luifel aangebracht aan de noordzijde Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.5 Beoordeling: De luifel heeft slechts een beperkte invloed op het windklimaat. Het windklimaat langs de noordgevel van het plan laat wel een verbetering zien. Het windklimaat in het nu overkapte gebied tussen de bestaande en geplande hoogbouw verbetert verder tot zeer goed. G 16598-15-RA-005 14

3.5. Variant B Figuur 11: Maquette variantmeting B. Situatie: Als basissituatie met compacte woontoren, met de volgende wijzigingen: luifeltje aangebracht boven de entree aan de westzijde geometrie zuidzijde bestaande hoogbouw gecorrigeerd. extra meetpunten aangebracht langs de Diergaardesingel en het Groothandelsgebouw. Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.6 Beoordeling: Uit de metingen blijkt dat de luifel geen positieve invloed heeft op het windklimaat ter plaatse van de entree. Het ongunstige windklimaat bij de entree wordt blijkbaar volledig veroorzaakt door langs trekkende wind en niet zo zeer door valwinden van de gevel. Verbetering van het windklimaat ter plaatse van de entree zou wel gerealiseerd kunnen worden door de entree binnen de gevellijn te leggen. Uit de extra meetpunten langs het Groothandelsgebouw blijkt dat het windklimaat dicht bij de gevel van het gebouw goed blijft, ook als het beoordeeld wordt als slentergebied. De extra meetpunten langs de Diergaardesingel bevestigen het reeds geconstateerde probleem met het windklimaat in dit gebied. G 16598-15-RA-005 15

3.6. Variant C Figuur 12: Maquette variantmeting C. Situatie: Als basissituatie met compacte woontoren, met de volgende wijzigingen: bomen geplaatst (stamhoogte 3 m kruinhoogte 7 m) tussen de geplande en bestaande bebouwing (Diergaardesingel). Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.7 Beoordeling: Het plaatsen van bomen heeft een forse verbetering van het te verwachten windklimaat in de doorgang tot gevolg. Het te verwachten windklimaat in dit gebied is nu goed tot matig. Door de geplaatste bomen wordt de wind op laag niveau effectief afgeremd. Opgemerkt moet worden dat het voor de goede werking van de bomen essentieel is dat deze voldoende groot zijn. Er wordt dan ook geadviseerd om als voor deze oplossing gekozen wordt, volwassen exemplaren te plaatsen. G 16598-15-RA-005 16

3.7. Variant D Figuur 13: Maquette variantmeting D. Situatie: Als variant C, met de volgende wijzigingen: de serre tussen de geplande en de bestaande hoogbouw verwijderd. Meetresultaten: Bijlage II, figuur II.8 Beoordeling: Zoals verwacht is het windklimaat tussen de beide hoogbouwdelen, zonder de laagbouw daartussen, zeer slecht. Er worden overschrijdingspercentages van de drempelsnelheid van 5 m/s tot 40% bepaald, waarbij het criterium voor windgevaar wordt overschreden. Er wordt dan ook dringend geadviseerd de doorgang tussen de beide hoogbouwdelen af te sluiten met een laagbouwdeel. G 16598-15-RA-005 17

3.8. Variant Definitief ontwerp fase 1 Figuur 14: Maquette variantmeting Definitief ontwerp fase 1. Situatie: Meetresultaten: Beoordeling: Bebouwingssituatie DO fase 1. Belangrijkste wijziging is het wegvallen van de woontoren. Daarnaast zijn de te verwachten bomen op het Kruisplein meer in detail gemodelleerd en is de noordelijke toegang tot de parkeergarage onder het Kruisplein in het model opgenomen. Aan de westzijde van de geplande nieuwbouw zijn nu geen aanvullende windafremmende maatregelen opgenomen. Teneinde een beter beeld te krijgen van de situatie rond het Groothandelsgebouw zijn hier extra meetpunten geplaatst, waarbij de punten onder de luifel van het gebouw, gezien de aanwezigheid van entrees en terrassen, beoordeeld zijn als slentergebied. Bijlage II, figuur II.9 In de DO variant van fase 1 wordt met de aangehouden verdeling tussen loop- en slentergebied (zie figuur II,1), op geen van de punten een slecht windklimaat verwacht. Het windklimaat rond de westzijde van de nieuwbouw is goed tot matig. Het te verwachten windklimaat aan de zuidzijde van het plan (Diergaardeplein) is goed tot matig, ten zuiden van de bestaande hoogbouw slecht. In de meting is de invloed van eventueel te plaatsen begroeiing of andere terrein inrichting niet meegenomen. Gezien de geplande bestemming van het terrein (o.a. terrassen) wordt geadviseerd het windklimaat hier verder te verbeteren door het aanbrengen van windafremmende elementen van voldoende afmeting. G 16598-15-RA-005 18

Hierbij moet gedacht worden aan schermen en eventueel luifels bij de terrassen en bij voorkeur groenblijvende begroeiing van voldoende afmetingen op het plein. Het te verwachten windklimaat op het Weena aan de zijde van het Groothandelsgebouw gaat ten gevolge van de geplande nieuwbouw wat achteruit. Op het trottoir langs het Groothandelsgebouw wordt nu een voor doorloopgebied goed tot matig windklimaat verwacht. Deze achteruitgang wordt veroorzaakt door de hoofdmassa van de geplande nieuwbouw. Het te verwachten windklimaat onder de luifel bij het Groothandelsgebouw wordt met het strengere criterium voor slentergebied als goed gekwalificeerd. Aan de noordzijde en noordoostzijde van het bouwplan mag een goed windklimaat verwacht worden, met uitzondering van het gebied bij de noordwesthoek, waar een matig windklimaat verwacht wordt. Op het Kruisplein zijn ten gevolge van de realisatie van fase 1 geen significante wijzigingen van het windklimaat te verwachten. Het te verwachten windklimaat op het Stationsplein blijft goed. G 16598-15-RA-005 19

3.9. Variant effect begroeiing Figuur 15: Maquette variantmeting met begroeiing op het Diergaardeplein. Situatie: Meetresultaten: Beoordeling: Bebouwingssituatie DO fase 1, waarbij een aantal bomen geplaatst zijn op het Diergaardeplein ter verbetering van het windklimaat aan de zuidzijde van de bestaande hoogbouw. Bijlage II, figuur II.10 De bomen remmen de wind rond de voet van de hoogbouw effectief af. Op alle punten op het Diergaarde plein wordt nu een goed tot matig windklimaat verwacht. G 16598-15-RA-005 20

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In opdracht van de Maarsen Groep is een windtunnelonderzoek uitgevoerd aan een schaalmodel van het nieuwbouwplan FIRST te Rotterdam. Doel van het onderzoek was het beoordelen van het te verwachten windklimaat rondom het onderhavige bouwplan alsmede het zo nodig aangeven van de benodigde windafschermende maatregelen. Naar aanleiding van de eerste meetresultaten is vervolgonderzoek uitgevoerd met betrekking tot windafschermende maatregelen. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: In de huidige bebouwingssituatie is een overwegend goed, op enkele punten matig windklimaat aanwezig. Weglaten van de laagbouw (serre) tussen de bestaande en de geplande hoogbouw leidt tot een onaanvaardbaar windklimaat in dit gebied, waarbij het criterium voor windgevaar wordt overschreden. In de DO variant van fase 1 wordt door het wegvallen van de woontoren en uitgaande van windremmende maatregelen op het Diergaardeplein, met de aangehouden verdeling tussen loop- en slentergebied, op geen van de punten een slecht windklimaat verwacht: Het windklimaat rond de westzijde van de nieuwbouw is goed tot matig. Het te verwachten windklimaat aan de zuidzijde van het plan (Diergaardeplein) is goed tot matig, bij de zuidzijde van de bestaande hoogbouw slecht. Gezien de geplande bestemming van het terrein (o.a. terrassen) wordt geadviseerd het windklimaat hier verder te verbeteren door het aanbrengen van windafremmende elementen van voldoende afmeting. Door het plaatsen van bomen bij de zuidwesthoek van de bestaande hoogbouw is het windklimaat op het gehele Diergaardeplein te verbeteren tot goed tot matig. Op het trottoir langs het Groothandelsgebouw wordt een voor doorloopgebied goed tot matig windklimaat verwacht. Onder de luifel blijft het te verwachten windklimaat beoordeeld als slentergebied goed. Aan de noordzijde en noordoostzijde van het bouwplan wordt een goed windklimaat verwacht, met uitzondering van het gebied bij de noordwesthoek, waar een matig windklimaat verwacht wordt. Het te verwachten windklimaat op het Stationsplein blijft goed. Ten aanzien van het Kruisplein blijkt uit de resultaten van het windtunnelonderzoek dat het windklimaat op het Kruisplein niet significant wijzigt als gevolg van de voorgenomen bebouwing (First fase 1). G 16598-15-RA-005 21

BIJLAGE I Technisch inlegvel windtunnelsimulatie Project Projectgegevens Projectnaam FIRST te Rotterdam Opdrachtgever Maarsen Groep Projectleider dr. ir. L. Aanen Datum 22 december 2011 Model Algemene gegevens van het model Schaal 1 : 350 Blokkeringsgraad < 5% Omvang gemodelleerd gebied een cirkel met een straal van 400 meter Kerngebied gebied met de betreffende nieuwbouw Omgeving stedelijk bebouwd gebied Gemodelleerd groen jaargemiddelde situatie d.m.v. gevouwen gaas Onderzochte configuraties huidige bebouwingssituatie zeven metingen aan verschillende varianten van fase 1 en 2 Meetopstelling Informatie over de meetopstelling Gesimuleerde grenslaag kalibratiedatum stedelijke bebouwing ijking conform kwaliteitssysteem Meetpunten en meethoogte in totaal 102 meetpunten (basismeting); meethoogte 1,75 m. Onderzochte windrichtingen 12 (rondom in stappen van 30 graden) (minimaal 12 over de windroos) Tunnelregeling kalibratiedatum kalibratie-instantie meetapparatuur wordt jaarlijks gecontroleerd cq geijkt conform kwaliteitssysteem intern Instrumenten kalibratiedatum meetapparatuur wordt jaarlijks gecontroleerd cq geijkt conform kwaliteitssysteem Gegevensverwerking en Informatie voor locatie en beoordeling windklimaat -beoordeling Amersfoortse coördinaten van de locatie X = 91810 Y = 437476 Toegepaste eisen v DR Gewenste Overschrijdingskans Beoordeling m/s kwaliteitsklasse % Voor comfort p(v LOK > v DR:H) Doorlopen 5,0 D < 20 matig Slenteren 5,0 C < 10 matig Zitten 5,0 B < 5 matig Regionale correctie geen correctie Voor gevaar p(v LOK > v DR;G) 15 n.v.t 0,05 < p < 0,30 beperkt risico 15 n.v.t p 0,30 gevaarlijk Gepresenteerde resultaten meetresultaten worden per meting in figuurvorm gepresenteerd Opmerkingen en eventuele conclusies van proef overschrijdend belang G 16598-15-RA-005 I