Elementaire oefening Oefenkaart 103D 113C Diverse gereedschappen toepassen Op hoogte werken Draaiboek : 103D/113C-DB01 Datum : Locatie : NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 1
Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie... 3 2. Oefendoelen... 3 Algemeen doel... 3 Operationele doelen... 3 3. Aard en omvang oefening... 3 Aard van de oefening... 3 Omvang... 3 4. Opdrachten... 3 5. Scenario/opzet oefening... 4 Beschrijving scenario... 4 Enscenering... 4 Opzet oefening... 4 6. Samenstelling oefenstaf... 5 7. Realisatie oefening... 5 Locatie... 5 Hulpmiddelen... 5 Veiligheid... 5 8. Observatie, beoordeling en evaluatie... 6 Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulier... 7 Observatie en beoordeling Manschappen... 7 Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking...10 Briefing voor deelnemers...10 Nabespreking...10 NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 2
Vooraf Het blussen van een schoorsteenbrand draait om een combinatie van veilig werken op hoogte en effectief schoorsteengereedschappen toepassen. Aan deze uitwerking van oefenkaart 103D is als extra toegevoegd het opvoeren van een slang via een ladder. Belangrijk is dat het werkgordel inmiddels is vervangen door het full-body harness. 1. Doelgroep en beginsituatie Manschappen Doelgroep Beginsituatie Recent afgetekende oefenkaarten: 101A, 101B en 111A Parate kennis: Ladderprocedure, Werken met schoorsteengereedschappen en het gebruik van full-body harness, met hulpmiddelen. 2. Oefendoelen Algemeen doel De manschappen gebruiken bij een brandbestrijdingsinzet diverse gereedschappen op effectieve en veilige wijze en werken daarbij veilig op hoogte met behulp van positionerings- of valbeveiligingssystemen. Operationele doelen De manschappen maken adequaat gebruik van handladders. De manschappen maken adequaat gebruik van schoorsteengereedschappen. De manschappen trekken het full-body harness aan en bevestigen hieraan hulpmiddelen op de juiste wijze (werklijn, lijnklem, karabijnhaken en de rondband). De manschappen positioneren met behulp van full-body harness en maken hierbij gebruik van hulpmiddelen. Extra: De manschappen voeren op veilige en effectieve wijze een brandslang op via een ladder. 3. Aard en omvang oefening Aard van de oefening Praktijkoefening Omvang Oefenploeg van circa 15 deelnemers. 4. Opdrachten Opdracht A (A uit 103D) Verken bij een brand op een slachtoffer via een zolder-, slaapkamerraam of balkon en voer hierbij een brandslang mee. NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 3
Opdracht B (A uit 113C) Trek onder tijdsdruk het full-body harness aan en zorg dat alle hulpmiddelen gereed zijn om op het dak te kunnen positioneren. Opdracht C (combi van B uit 103D en B uit 113C) Blus op de juiste wijze een schoorsteenbrand, positioneer hierbij met het full-body harness en maak gebruik van de juiste hulpmiddelen. 5. Scenario/opzet oefening Beschrijving scenario Opdracht A Er is brand op de eerste verdieping van een woning. Het is onduidelijk of er slachtoffers zijn. Er moet onder dekking van een straal (hoge- of lagedruk) een verkenning op de eerste verdieping worden uitgevoerd. Opdracht B Er moet veilig gewerkt worden op een hellend dak, met behulp van een full-body harness en hulpmiddelen, die hieraan bevestigd worden. Opdracht C Er woedt een schoorsteenbrand in een woonhuis met een hellend dak. Blus de brandende schoorsteen en gebruik hierbij schoorsteengereedschap. Enscenering Opdracht A Ensceneer een brand op de trap naar de eerste verdieping van een woning. Het raam op de eerste verdieping wordt tijdens de oefening als toegang gebruikt. Deelnemers dragen adembescherming tijdens de oefening. Opdracht B Voor deze opdracht is een hellend dak nodig. Dit kan hetzelfde dak zijn dat voor opdracht C gebruikt wordt. Zorg er dan wel voor dat de koppels geen hinder van elkaar hebben tijdens de oefening. Denk daarbij wel aan de veiligheid. Wanneer de deelnemers opdracht B hebben uitgevoerd kunnen zij de middelen voor het veilig werken op hellende daken weer inpakken. De full-body harness of de werkgordel moeten zij echter aanhouden, omdat deze gebruikt gaan worden bij opdracht C. Opdracht C Ook voor deze opdracht is een hellend dak met schoorsteenkanaal nodig. Zorg dat alle hulpmiddelen voor het veilig werken op hellende daken beschikbaar zijn, zodat de deelnemers het dak direct veilig kunnen betreden. Deel de deelnemers in groepjes van twee personen. Geef twee groepjes de opdracht om de brandende schoorsteen te blussen met gebruikmaking van het schoorsteengereedschap. Het ene groepje gaat het dak op en het andere voert de werkzaamheden beneden bij de kachel uit. Nadat de ramoneur een keer op de juiste wijze door het schoorsteenkanaal is gegaan, wisselen de ploegen. Zodoende voert iedereen één keer op het dak en één keer bij de kachel de werkzaamheden uit. Opzet oefening De opdrachten worden in carrouselvorm afgewerkt. Elke opdracht duurt ongeveer 30 minuten. NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 4
Deel de groep op in koppels van twee deelnemers en verdeel ze over de opdrachten. Tijd+/- Inhoud 00:00- Welkom en uitleg 00:05 Veiligheidsinstructie 00:05- Verdeling in ploegen 00:10 00:10- Opdracht A 00:30 Wisseling 00:35- Opdracht B 01:05 Wisseling 01:10- Opdracht C 01:40 01:40- Opruimen 01:50 01:50- Nabespreken 02:00 Activiteiten Welkom, doel oefening en werkvorm uitleggen. Oefenen en waarnemen Oefenen en waarnemen Oefenen en waarnemen 6. Samenstelling oefenstaf Oefenleider/instructeur: Waarnemer/observator opdracht A: Waarnemer/observator opdracht B: Waarnemer/observator opdracht C: 7. Realisatie oefening Locatie Opdracht 1:. Opdracht 2:. Opdracht 3:. Let op: Zoek oefenobject(en) die dicht bij elkaar liggen, vanwege de tijd die anders nodig is voor het wisselen van ploegen. Hulpmiddelen Handladder Schoorsteengereedschap Fullbody-harnesses met hulpmiddelen zoals middelen voor het veilig werken op hellende daken. Veiligheid Deelnemers wijzen op aandachtspunten voor veilig werken met een handladder: Zet de ladder op een stabiele ondergrond, om te voorkomen dat deze verzakt. Veranker de ladder eventueel. Zet de delen van de schuifladder goed vast in de vanghaak en knoop een touw om de treden als extra zekering. Pas op voor gladde sporten. Voer zwaar gereedschap op met een lijn. Zorg dat de bevestigingspunten voor de middelen benodigd voor het veilig werken op hellende daken voldoen aan de benodigde treksterkte. NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 5
8. Observatie, beoordeling en evaluatie Per opdracht is er een observator voor een ploeg. Observatie en beoordeling geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria in bijlage 1. Bij elke opdracht staat een waarnemer/beoordelaar. Bij opdracht C is een selectie gemaakt uit de beoordelingscriteria bij de opdrachten B op oefenkaart 103D en 113C. NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 6
Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulier Observatie en beoordeling Manschappen Criteria opdracht A Verken op een slachtoffer en voer hierbij een brandslang mee. 1 Past de ladderprocedure bij dakbeklimming juist toe. 2 Houdt rekening met de maximale belasting van de ladder, houdt de ladder volledig vrij 3 Beklim de ladder in telgang. 4 Draagt de slang op de juiste wijze over de schouder bij het beklimmen van de ladder en zorgt dat deze d.m.v. van een slangophouder wordt bevestigd in de raam opening. Observatie V/A Beoordeling opdracht A Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 7
Criteria opdracht B Trek onder tijdsdruk het full-body harness aan en zorg dat alle hulpmiddelen gereed zijn om op het dak te kunnen positioneren. 1 Trekt het full-body harness aan over de uitrukkleding zodat dit zo goed en strak mogelijk aansluit op het lichaam. 2 Zorgt ervoor dat de bevestigingspunten (voorkant en/of achterkant) voor de werklijn goed bereikbaar zijn. 3 Zoekt een bevestigingspunt voor de werklijn dat de last kan dragen en vergenoeg van een gevaarlijke plaats of rand verwijderd is. Bevestigt de werklijn zo, dat deze in één rechte lijn naar de positie van de hulpverlener loopt. Observatie V/A Beoordeling opdracht B Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 8
Criteria opdracht C Blus op de juiste wijze een schoorsteenbrand, positioneer hierbij met het full-body harness en maak gebruik van de juiste hulpmiddelen. 1 Maakt de lijnklem vast op de lijn om een vast punt te creëren. Positioneert de lijnklem zo, dat hij blokkeert in de onveilige richting. 2 Voorkomt nevenschade binnen. 3 Haalt de ramoneur stootsgewijs op. 4 Kijkt niet zonder aangesloten adembescherming in het rookkanaal. Observatie V/A 5 Werkt snel, omdat de temperatuur van de ketting oploopt. Dit is een selectie van de criteria op de betreffende oefenkaarten Beoordeling opdracht C Schoorsteenbrand blussen Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 9
Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking Briefing voor deelnemers Oefenstaf 1. Voorstellen 2. Herkenningsmiddelen (hesjes, helmen, armbanden) Oefendoelen 1. Per doelgroep 2. Gekoppeld hieraan: beoordelingscriteria Scenario en enscenering 1. Mogelijke opstelplaatsen 2. Locatie van nabespreking 3. Wat is echt en wat geënsceneerd (vuur, gevaarlijke stoffen e.a.)? 4. Hoe omgaan met enscenering? 5. Tot welk stadium van incidentbestrijding duurt de oefening? 6. Welke werkzaamheden maken wel en niet deel uit van de oefening? Gebruik verbindingen 1. nvt Veiligheid 1. Noodprocedures: afbreken oefening, verzamelplaats 2. Aandachtspunten voor veiligheid op grond van de inventarisatie door de VF of oefenleider 3. Aandacht voor persoonlijke veiligheid 4. Melden van (bijna-)ongevallen en verwondingen Tijdsverloop 1. Start- en eindtijd oefening 2. Tijdstip en locatie van nabespreking 3. Wie gaat wat opruimen na afloop? Hierna is er gelegenheid tot vragen stellen (let op: geen informatie 'weggeven'). Nabespreking Punten voor de nabespreking: 1. Geef de opzet van de nabespreking in een inleiding weer. 2. Schets de situatie waarin de deelnemers hebben opgetreden. 3. Herhaal het doel en de beoordelingscriteria. 4. Geef de deelnemers ruimte om zelf commentaar te geven - de situatie - het eigen optreden. 5. Geef goede feedback, of laat anderen dat doen. 6. Betrek de groep in de nabespreking. 7. Geef mogelijkheden ter verbetering aan. 8. Sluit af met een samenvatting en duidelijke conclusies. NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov. 2007 10