Verhouding tussen het Beneluxmerk en Het gemeenschapsmerk. Mr. P. Veeze

Vergelijkbare documenten
ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 19 december 2012 (*)

Een Europees merk, één territoir?

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 20 december 2013

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº Van 1 maart Avenue des Olympiades Brussel België

Nachtwachtlaan EA Amsterdam Nederland

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 01 november 2013

ROOMPOT ROOMIT. BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE N van 27 november 2018

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 28 februari 2012

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

Preken voor eigen parochie?

Industriegebiet West Thaleischweiler-Fröschen Duitsland

Normaal gebruik van het gemeenschapsmerk binnen de Europese markt

Duaal systeem: tweesporenbeleid. Europese Unie lidstaten. Duaal systeem: tweesporenbeleid. Europese Unie. Duaal systeem: tweesporenbeleid

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Homi Mody Street 24, Bombay House Mumbai India

Intermar Simanto Nahmias Trakya Serbest Ticaret Bölgesi "Trace Free Trade Zone" Ali, Riza Bey Catalca-Istanbul Turkije

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 1 mei 2015

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 31 oktober 2008

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF 11 maart 2003*

Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 15 januari 2010 Nº Leeuwenveldseweg LX Weesp Nederland

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 9 april 2015

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 september /02 JUSTCIV 133

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE N van 4 januari 2017

en Bud en wij zijn weer een stukje Weiser

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier

Merkenrechten: Normaal gebruik in de Europese Unie en de Verenigde Staten

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU

President Kennedypark 31c 8500 Kortrijk België

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 24 oktober 2012

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

Actualia Bescherming via het modellenrecht van kenmerken die moeilijk in tekeningen te vatten zijn Geert Philipsen

Rechtspraak. 288 berichten industriële eigendom december Merkenrecht

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE N van 14 december 2018

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Hoge Raad der Nederlanden

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE N van 4 januari 2017

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen:

Hof van Cassatie van België

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Kleur bekennen? Gewijzigd beleid logo s in zwart-wit & kleur PFO Masterclass merken 26 november Erwin Haüer Merkenadviseur / Partner

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Territoriale eigenaardigheden in het merkenrecht en het Webshipping-arrest. 1

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Date de réception : 10/01/2012

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof van Cassatie van België

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

6986/01 CS/vj DG H I NL

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181

Date de réception : 07/02/2012

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Verweerder: Connection Holding BV Fenixs Holding BV Kruisbergstraat 53 Stationstraat BD Brunssum 6365 CK Schinnen

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 11 mei 2006 *

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

The clash of the Bulls. The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU. I. Inleiding

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 6 augustus 2009 Nº

Dr Chr.A. van der KLAAUW

BRÜYLANT BRUSSEL-BRUXELLES 0 0 8

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

Datum van inontvangstneming : 19/12/2013

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 17 oktober 2013 *

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 3 juni 2008 Nº J.W. Frisolaan JS Den Haag, Nederland.

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Transcriptie:

Verhouding tussen het Beneluxmerk en Het gemeenschapsmerk Mr. P. Veeze

Benelux Merken Congres 2013 Verhouding Beneluxmerk / Gemeenschapsmerk Genuine use ONEL (C-149/11) een terugblik EUROPOLIS / PAGO een uitstapje Hoe nu verder? een vooruitblik Pieter Veeze (à titre personnel)

Genuine use een terugblik Jurisprudentie vóór ONEL GemMVo / Joint Statements Geografisch gebruik discussie De ONEL beslissing van het BBIE De vragen van het Haagse Hof

Jurisprudentie vóór ONEL BenGH, Whiston / Winston, A 80/1, 27.01.1981: beslissend is of het geheel van de aan het geval eigen feiten en omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang en in verband met hetgeen in de desbetreffende sector van het economisch verkeer als gebruikelijk en commercieel verantwoord geldt, de indruk wekt dat het gebruik ertoe strekt voor de waren onder het merk een afzet te vinden of te behouden en niet enkel en alleen om het recht op het merk in stand te houden

Jurisprudentie vóór ONEL Vervolg Whiston / Winston: dat, wat evenbedoelde feiten en omstandigheden betreft, in de regel valt te letten op de aard, de omvang zowel getalsmatig naar stuks en/of naar afnemers, als geografisch -, de frequentie, de regelmaat alsmede de duur van het gebruik in verband met de aard van de waar en de aard en omvang van een onderneming

Jurisprudentie vóór ONEL Whiston / Winston vraagtekens: - Is alles behalve token use genuine? - Maakt de omvang van de onderneming verschil? - Geografische omvang is slechts één van de factoren, dus maakt niet uit?

Jurisprudentie vóór ONEL HvJ, Ansul / Ajax (C-40/01, 11.03.2003): [De richtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat van een merk een normaal gebruik wordt gemaakt wanneer het, overeenkomstig zijn voornaamste functie, dat wil zeggen het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, wordt gebruikt teneinde voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden, met uitsluiting van symbolisch gebruik dat enkel ertoe strekt, de aan het merk verbonden rechten te behouden. Bij de beoordeling of van het merk een normaal gebruik is gemaakt, moet rekening worden gehouden met alle feiten en omstandigheden aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de commerciële exploitatie ervan reëel is, inzonderheid de gebruiken die in de betrokken economische sector gerechtvaardigd worden geacht om voor de door het merk beschermde waren of diensten marktaandelen te behouden of te verkrijgen, de aard van die waren of diensten, de kenmerken van de markt en de omvang en de frequentie van het gebruik van het merk.

Jurisprudentie vóór ONEL Ansul / Ajax - vraagtekens: - Is alles behalve token use genuine (zie ook beschikking HvJ inzake VITAFRUIT, C-416/04 P, 11.05.2006)? - Verschil met BenGH omvang van de onderneming niet genoemd (zie HR 23.12.2005, NJ 2007, 281, Sidoste / Bonnie Doon, nt. JHS). - Arrest gaat over Merkenrichtlijn, geldt hetzelfde voor de GemMVo?

Joint Statements (JS) GemMVo 40/94 The Council and the Commission consider that use which is genuine within the meaning of Article 15 in one country constitutes genuine use in the Community. Genuine use in 1 land = genuine use in de EU (automatisme)

Geografisch gebruik discussie Duran / Angelini Festschrift für Alexander von Mühlendahl (2005) Griesmar - ECTA (2006) - Is JS bindend? - Is JS achterhaald? - Is JS wenselijk?

De ONEL beslissing van het BBIE BBIE, oppositie 2004448, 15.01.2010: - JS niet bindend - I.s.m. consideransen - I.s.m. art. 112(2)(a) CTMR (conversie) - Onwenselijke resultaten - Omstandigheden zijn gewijzigd - Belemmering vrij verkeer - Dus: gebruik in 1 land niet per definitie genoeg (en gezien omstandigheden geval in casu te weinig)

De vragen van het Haagse Hof Gerechtshof Den Haag, 200.057.983/01, 01.02.2011: 1. Is use in one country always enough? 2. If not, is it never enough? 3. If it is never enough, what is needed? 4. Should the assessment of genuine use in the Community be done in the abstract, without reference to the borders of the territory of the individual Member States?

EUROPOLIS / PAGO een uitstapje Acquired distinctiveness EUROPOLIS STORCK Reputation CHEVY PAGO Genuine use ANSUL, LA MER, VITAFRUIT, OMEL Zie ook ONEL, r.o. 52-53

De antwoorden van het HvJ Dictum: Artikel 15, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk dient aldus te worden uitgelegd dat bij de beoordeling van de voorwaarde betreffende normaal gebruik van een merk binnen de Gemeenschap in de zin van deze bepaling, moet worden geabstraheerd van de grenzen van het grondgebied van de lidstaten. Van een gemeenschapsmerk wordt normaal gebruik gemaakt in de zin van artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 wanneer het wordt gebruikt overeenkomstig de wezenlijke functie ervan en teneinde in de Europese Gemeenschap marktaandelen te behouden of te verkrijgen voor de door dit merk aangeduide waren of diensten. Het staat aan de verwijzende rechter om te beoordelen of deze voorwaarden zijn vervuld in het hoofdgeding, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, zoals met name de kenmerken van de betrokken markt, de aard van de door het merk beschermde waren of diensten, de territoriale en kwantitatieve omvang van het gebruik alsook de frequentie en de regelmaat ervan.

De antwoorden van het HvJ Geen de-minimis regel (r.o. 55): Aangezien bij de beoordeling van de vraag of het merk normaal is gebruikt, rekening moet worden gehouden met alle feiten en omstandigheden die erop kunnen wijzen dat dit merk op zodanige wijze commercieel is geëxploiteerd dat daarmee marktaandelen werden behouden of verkregen voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, is het niet mogelijk om bij voorbaat en in abstracto vast te stellen vanaf welke territoriale omvang er sprake is van normaal gebruik van dat merk. Een de-minimisregel, waardoor de nationale rechter niet in staat zou zijn alle omstandigheden van het bij hem aanhangige geschil te beoordelen, kan dus niet worden vastgesteld (zie naar analogie beschikking La Mer Technology, reeds aangehaald, punten 25 en 27, en arrest Sunrider/BHIM, reeds aangehaald, punten 72 en 77).

De antwoorden van het HvJ Coëxistentie / doelstellingen (r.o. 26): Vooraf zij eraan herinnerd dat het kenmerkend is voor de merkenbescherming in de Europese Unie dat verschillende beschermingsregelingen naast elkaar bestaan. Richtlijn 2008/95 heeft enerzijds tot doel, volgens punt 2 van de considerans ervan, de nationale merkenwetgevingen onderling aan te passen teneinde de bestaande verschillen weg te werken die het vrije verkeer van goederen en de vrijheid van dienstverrichting kunnen belemmeren en de mededingingsvoorwaarden op de gemeenschappelijke markt kunnen vervalsen (zie in die zin arrest van 22 maart 2012, GENESIS, C-190/10, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punten 30 en 31).

De antwoorden van het HvJ In een lidstaat in de gemeenschap (r.o. 33): Bij de toepassing naar analogie op gemeenschapsmerken van de in punt 29 van het onderhavige arrest in herinnering geroepen rechtspraak moet evenwel rekening worden gehouden met het verschil tussen de territoriale omvang van de bescherming die aan nationale merken wordt verleend en die van de bescherming die aan gemeenschapsmerken wordt verleend, welk verschil overigens voortvloeit uit de bewoordingen van de bepalingen die met betrekking tot de voorwaarde van normaal gebruik respectievelijk voor deze twee types van merken gelden.

De antwoorden van het HvJ Landsgrenzen spelen geen rol: 44. Uit de voorgaande overwegingen volgt dat bij de beoordeling of sprake is van normaal gebruik binnen de Gemeenschap in de zin van artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 moet worden geabstraheerd van de grenzen van het grondgebied van de lidstaten. JS + richtlijn OHIM - 45. Aan deze uitlegging wordt niet afgedaan door de in punt 23 van het onderhavige arrest genoemde gemeenschappelijke verklaring volgens welke een normaal gebruik in de zin van artikel 15 in één enkel land een normaal gebruik in de Gemeenschap uitmaakt, noch door de richtsnoeren van het BHIM betreffende de oppositieprocedure die in wezen dezelfde regel bevatten.

De antwoorden van het HvJ Eén land kan genoeg zijn, maar zeer uitzonderlijk (r.o. 50): Ook al kan redelijkerwijs worden verwacht dat een gemeenschapsmerk, aangezien het in territoriaal opzicht een ruimere bescherming geniet dan een nationaal merk, op een groter grondgebied wordt gebruikt dan het grondgebied van één enkele lidstaat om van een normaal gebruik te kunnen spreken, het is in bepaalde omstandigheden evenwel niet uitgesloten dat de markt van de waren of diensten waarvoor een gemeenschapsmerk is ingeschreven, zich in de praktijk slechts tot het grondgebied van één enkele lidstaat uitstrekt. In een dergelijk geval kan het gebruik van een gemeenschapsmerk op dit grondgebied voldoen aan de voorwaarden van zowel normaal gebruik van een gemeenschapsmerk als normaal gebruik van een nationaal merk.

De antwoorden van het HvJ, summary 1. Is use in one country always enough? NO 2. If not, is it never enough? NO (but very unlikely) 3. If it is never enough, what is needed? N.a. 4. Should the assessment of genuine use in the Community be done in the abstract, without reference to the borders of the territory of the individual Member States? YES. All the characteristics of the market concerned (ANSUL) must be taken into account and the size of that market is a relevant and important characteristic.

Hoe nu verder? een vooruitblik - Size does matter. ( teneinde in de Europese Gemeenschap marktaandelen te behouden of te verkrijgen voor de door dit merk aangeduide waren of diensten ) - Geen verwijzing naar token use - Geen verwijzing naar omvang onderneming

Hoe nu verder? een vooruitblik Niet alleen geografische vereisten hoger. Tendens in rechtspraak (zie congresmap) om: - Überhaupt hogere eisen aan gebruik te stellen (Rb. Den Haag, Reemtsma / Maxim; Hof Brussel Ysco / Thiriet) - Hogere eisen aan bewijs te stellen (Gerecht EU, Vogue / Vogue)

Hoe nu verder? een vooruitblik Praktische uitwerking: BBIE oppositiebeslissing 2006163, 01.03.2013 (Sensus / Sense) (www.boip.int) Convergence Program (OHIM / NOs): We better all be right (or wrong) than diverged